De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 4 mei pagina 5

4 mei 1935 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Goby Mor/oy in Lc Sconda/e" (Première voor Nederland in Alhambra, Amsterdam Bloscopy DE SPRONG IN HET ONBEGRENSDE L. J. Jordaan La C u ca r ach a", kleurenfilm (Roxy, Amsterdam) DE kleurenfilm ..La Cucnracha" was zonder twgfel een der sen saties van den laatsten ttfd persoonlijk is het mij niet recht duide lijk waarom. Want als iets minder onverwacht kwam.... als iets ons sinds lang boven het hoofd hing. dan was het toch zeker het vroeg of laat opduiken van het kleuren-procédê. Bovendien .waarschuwden herhaalde lijk optredende symptomen voor de imminent ie van het geval: de teeken film gebruikte reeds veelvuldig de kleur, terwijl op gezette tijden frag menten van groote speelfilms coloristisch waren aangedaan (b.v. do laatste acte van ..The house of Rot schild"). Tenslotte is het alweer anderhalf jaar geleden, dat Michacl Curtiz met ..The Wax-museum" een volledig drama-in-kleuren bracht. Misschien school de sensatie in de verrassende verbetering van het pro cédé. Zoo ja, dan beken ik nederig dat mij een werkelijk opvallende voor uitgang ontgaan is. Het is mogelijk dat het systeem zich inderdaad sterk geperfectionneerd heeft -?ik zou dat niet durven onderschry ven zonder een gelijktijdige' vergelijking met de vroegere experimenten. Zooals La Cücaracha" ons vertoond wordt maakt zij, meen ik, yoorloopig nog dezelfde platorige, oleografische impressie als indertijd het Wax-nwseum". Xee - op zich zelf beschouwd lijkt mfl deze kleuren-,,shortM geen ge beurtenis om zulk een diep gat in de (voortaan blauwe) cinematografische lucht te slaan. De sensatie komt, dunkt mrj. eerst wanneer men zich rustig neerzet n over dit. bonte Mene tekel!" heen, in de toekomst schouwt. Want dan openen zich per spectieven, die ook den luchthartigsten film-geloovige momenten van angstigen. twijfel móeten bezorgen. Nu weten wij allen best» dat voor spellingen in de filmwereld uit den booze zjjn: jaren van ervaring op dit punt hebben ons wel wijzer gemaakt. Maar wat zal ik u zeggen een mensch heeft zoo zijn eigen gedachten; nietwaar, en zij behooren tob de wei nige zaken die nog tolvrij" zijn. misschien wel vanwege hun veelvul dige waardeloosheid. Hoe dan ook de kleurenfilm i» ,.tm tnarcho" en wat kan vergeeflyker wezen, dan dat wy voor ons zelf trachten uit te kienen. wat ons hiermee wacht? Want deze kleurenfilm, daaraan twijfelt niemand meer, is slechts de dichtst bijzijnde etappe op een weg vol nieuwigheden en verassingen. Van de kleurenfilm worden wij mét fatale onweerstaan baarheid meegesleurd naar-de stereoscopische film, naar de relieffilm, naar .de film met het vergroote beeld veld. naar de ruimte-film ? .... misschien zelfs naar het tijdvak waarin het onmogelijk blijkt film en werkelijk heid uit elkaar te houden. Dat zal clan de merkwaardige periode zijn, waarin moeders geprojecteerde kin deren baren en de schaduwen van filmgangsters u en mij van kant ma ken.. .. * ' * . ? ' Wat zal er door al die verande ringen heen van onze gocie, 'ouwe filmkunst overblijven ? 31 et het reeds geopperde voorbehoud van de ijdel heid aller theorie, moet mg toch van het hart dat het er op zijn minst ge nomen, hoogst problematisch uitziet. Wat wij aan kunst" in de film meenden te ontdekken, berustte toch altijd op het faméuse principe van de gestyleerde. d. w. z. de begrensde Nveergave der realiteit.... van de werkelijkheid m. b. H. zoo u wilt. In alle kunst onderscheidt zich de weer gave van de realiteit door de natuur lijke beperking» die de aard van het reproductie-materiaal oplegt. Een teekening is plat" en mist kleur?een schilderij is eveneens plat" en daarbij statisch een beeldhouwwerk is de ? ?zwijgende, witte, verstarde aandui ding van het levende model. Maar het merkwaardige is, dat in dié.natuur lijke, noodgedwongen begrenzing van oudsher de markante, expressieve kracht .school van het kunstwerk. Door die opgelegde beperking van het materiaal zag de kunstenaar zich ge noodzaakt te" kiezen te vormen to styleeren,...' gaf h|j -tenslotte iets van zich zélf. Hetgeen wij dan?"de hemel weet met welke hoovaardigheid - als scheppingsmogeiykheid" aan duidden. De film maakte op die wet der be grenzing geen uitzondering. Zij was (in den goeden ouden tijd 'althans) gebonden aan een plat vink, dat (evenals het schilderlinnen) zijn be grenzing vond in het kader van het projectiescherm, /ij kende noch de kleur, noch het geluid, noch de plas tiek, noch de ruimte.... de cenige verontrustende complicatie was dr beweging. Maar het bleek dat deze laatste onreglementaire uitbundig heid zich betrekkelijk makkelijk liet drillen. De begrenzing van het film materiaal was nog dermate eng de afstand tusschen werkelijkheid en ver beelding zoo groot, dat alle ruimte overbleef voor een subjectieve uiting van den filmenden mensch. Het beeld vlak was plat en begrensd door het kader de filmer maakte van dezen nood een deugd, doordien hij zijn creatie binnen die omlijsting ordende tot een harmonische compositie der handeling. Het beeld zelf miste do kleur de kunstenaar revancheerde zich door een schoon gamma van witten en grijzen. De schaduwen wa ren geluidloos hij gaf ze in gebaar en expressie een eigen leven mee. Tenslotte was daar de montage, dat karakteristiek filmische mirakel waar door de verschillende beelden, dank ?/.y hun opeenvolging en contrastwer king, werden opgenomen in een nieuwe rythmische bewogenheid. Uit al deze beperkingen schiep de zwijgende film zich m betrekkelijk korten tijd een 'eigen taal, die de objectieve» realiteit . als motief gebruikte tot het ontladen eener innerlijke spanning. Toen kwam de geluidsfilm en de zaak werd met n slag aanzienlijk ingewikkelder. De klank (en vooral het gesproken woord) deed een der begrenzingen wegvallen. De nood zakelijkheid om zonder het geluid de werkelijkheid aan te duiden, verviel.... en de filmende mensch wist met deze nieuw verworven vrijheid geen raad. De echtheid de. Natur-fthnlichkeit" der filmverbeelding scheen op verontrustende wyzo toegenomen en. intuïtief besefte de fimier daardoor de groeiende bezwaren om zich zelf in het cinematografisch beeld uit te drukken. Maar met opeengeklemde tanden wist hy ook deze plotseling»» leemte aan te vullen; bleven hem ten slotte niet nog altijd het platte, om lijste beeldvlak het zwart-wit de montage? Zeven jaar werd met de geluidsfilm geëxperimenteerd en al dien tijd trachtte de filmkunst zich met het heterogene geluids-element te verstaan het los te scheuren van de realiteit, waartoe het behoorde, om het ondergeschikt te maken aan de begrenzing der gestyleerde film-weer gave. Nog zijn wij bij lange na zoovér niet gevorderd-als met de zwijgende film in '28, of daar dreigt een nieuwe calamiteit: de kleurenfilm. Een met smaak en handigheid geconstrueerde ..short" is voldoende om het wispel turige publiek wild van enthousiasme te maken en ten volle bereid den ouden vorm te verstooten. Wat zal er nu gebeuren? Opnieuw is een begrenzing weg gevallen opnieuw is de Naturfthnlichkeit" ecn schrede .dichterbij gekomen opnieuw ziet de filmer zich een middel tot subjectieve uiting ontnomen. Want hoe moet hij in vredesnaam de zuiver mechanisch Op genomen kleur afstemmen op eigen innerlijke bewogenheid? Natuurlijk; er laten zich oplossingen denken.... zelfs voor den filosofeerendën leek. De cameraman kan met kleurenf liters werken en bepaalde elementen van het spectrum uitschakelen ??maar der gelijke experimenten -zien er voors hands meer curieus dan aantrekkelijk uit. Hij kan ook (gelijk reeds in La Cücaracha" min of meer het geval was) de realiteit zoo smaakvol arrangeeren, dat het fotografisch beeld een dragë-, lijken aanblik oplevert. Maar daarbij verlegt' zich het zwaartepunt steeds meer van de autonome werkzaamheid' der camera naar het terrein vóór haar Schaduw van, gebeur! HENRIK NA een zeldzaam onbevredigend geëindigd tooneelseizoen, dat zich de laatste maanden ken merkte door de totale afwezigheid van gebeurtenissen zelfs van het kleinste formaat, gaan thans de buitenlichten van den Stadsschouwburg nog een maal in volle glorie aan: voor de Amsterdamsche Tooneelvereeniging. die misschien na de teleurstellingen van dit jaar de kans krijgt op een artistieke daad", óók in tooneelopzicht dat door het aureool dei Muziekfeesten wel wat in de ver drukking komt; en pal daarop Bassei mann's bezoek met ..De Vijf Frank forters". Het is overigens niet zonder veel zeggende bet eekenis, dat Sophokles Elektra" heden ten dage alleen mv gegeven kan worden in een couveus van muziek. Ik bedoel daarmee allei minst iets hatelijks: in dat kader v JU een groot en verdiend jubileum, opgtnomen in de sfeer van Piepenbroek'begeleiding, gesteund door de autori teit van een altijd in zoo groote allure ? werkende vereeniging van kunst vrienden als de Wagner-vereenigin* mag het tooneel zich tenslotte veili voelen. Maar ik zou slechts will wijzen op het beschamende feit. il.geen sterveling er aan zou durv« i lens. En wat zal ? w van de tnontn ?? overblijven, wannér eon te w !? vuldige en te snelle wisseling v n het bonte beeld den beschouwen» < n mensch tureluursch dreigt te wnk< :? En wat zal er gebeuren als sti-j .* de relieffilm komt. die de beperk> ig van het platte vlak* doet vervall';i? Wat moeten wüaanvangen met !?'?! vergroote beeldkader, waarin de «>ulijsting zoodanig wordt uitgezet. ? ;il de toeschouwer zgn eigen instellii :" moet kiezen evenals in de werkel !%? heid en zelfs de laatste mogelijk! iil der bueldvlakcompositie wordt uit geschakeld? Van etappe naar t a pr ziet de filmkunstenaar zich den st :m der begrenzing ontvallen?«n stadium naar stadium voelt hij ijn onafhankelijkheid van de realiteit * ??$slinken, tot de sprong in het n Ingrensde volledig zal zijn gedaan '?*? f ilm verbeelding gelijk is aan de w< ko lijkheid en er evenmin meer iet te vormen of te duiden valt als in -«'n spiegelbeeld. Bij dit alles komt, dat wij de i '?? als zouden de oude vormen f ilm verbeelding kunnen voort bc; naast de nieuwe, gevoegelijk kn uitschakelen. Het fnuikende is d kennismaking met het nieuwe ontevreden maakt met het oude: udi' zwijgende f ilm missen wij thans pi dijk het geluid na een bont onbenulligheidje als La Cücaracha" lijk "n* het zwart-wit-gr^s. van een .;« without passión" .doodsch. en k' de oude geschiedenis van den : der.Kénnis! Hét is waarachtig geen défn-*ism«' wanneer zich dergelijke beklemü'rttd'' overwegingen opdringen. Er '>1P .weliswaar nog altijd de hoop, < it??d'* mensch met het illustere yoo; onzer tegenwoordige regeering oogen, zich zal weten aan te p»>sen bU iedere nieuwe situatie .en t« :ke»* weer de révolteerende techniek Mij ter worden. Maar er is heel wat opti misme noodig om dezen sprong i" l*et - onbegrensde zonder, duizeling ,a<* n durven en in den mensch te bli'1 gelooven tot hij zelf film SM» i . geworden. ? .JU» .au in-i» ? diUll? komende tenissen SCHOLTE denken, SophokleH1 machtigati» tra gedie heden ten dage nog te geven wanneer er niet een speciale aanleiding voor was. een aanleiding die in laatste instantie niet in het tooneel te zoeken is. En dat men zelfs zijn hart vast moet houden voor het succes van eventuecle latere voorstellingen, na en ' loa van Mengelberg's jubileum. An derzijds zal iedereen zich oprecht ver heugen, dat een klassieke tragedie, ook al verleent zij op zoo'n avond slechts medewerking", althans nog eenmaal voor het voetlicht komt. en dat dit juist déElektra" is. Er is immers nauwelijks een drama te vin den, dat zoo ongeteisterd de eeuwen weerstond, onpsychologisch en een-» voudig noodlottig als het is en zooals de handeling daarin voortschrijdt, toch bv. in namen en symbolen dienst «leed voor een gansch systeem van moderne zielkunde, dat geen beten». ^een eenvoudiger, geen grondiger fi-muningen wist te vinden dan Sopho?%les zijn mehschen gaf, een drama dat uok meer dan twintig eeuwen na dato t'.og de volledige inspiratie leverde oor het cenige werk van onzen tjjd lat dien machtigen adem van het ? lassieke noodlot herschiep (O'NeiU's Hlogie Mourning becomcs Electra"). ,-ln al is het dan ook gevaarlijk te ooi-spellen, toch zal elkeen toegeven. ut de bezetting die juist de Amster? nmsclie Tooneelvereeniging daarvoor Meebrengt, wellicht tot een of meer \anrlijk groote rollen zou kunnen l 'uien: een woord dat dit seizoen te ?/-Iden uitgesproken is. Er zal een i jnderheid in de zaal zijn,, die dezen «-ond ook om redenen van tooneel i, et uiterst gespannen verwachtingen i -ueinoet ziet. een minderheid die l vens hoopt, dat de door. omstan< ttfheden gemotiveerde verlegging van h-t accent van het tooneel naar de d uziek niet met zich meebrengt, dat l -t woord van 8ophokles slechts be doeld ware om de pauzes tusschen de muziek te vullen. Want dat woord b nog altijd meer waard dan het libretto voor een opera! De laatste Mohlkaan BASSEKMAN's komst is om andere redenen een gespannen verwach ting. W|j hebben hem hier zelden ge zien, zeldener nog goed gezien. AI moge .hy dan een virtuoos zijn, in gansch naderen en hoogeren zin dan zijn ge storven vriend Moissi een der laatste majestueuze comedianten, toch heeft Bassermann vóór alles ensemble en regie noodig om te kunnen schitteren. Zyn Egmont onder Keinhardt. zijn ?/.waarmoedige en . gekwelde Koning ? I'hilipp in Don Caiïos" ziet men niet ongestraft op tournee". Ba&ermann's postulaat is edel en homogeen tooneel maar het is niet zijn schuld, indien feitelijk welk ensemble ook hem zelfs niet tot de schouders reikt. Hij is thans meer dan ooit Duitschland's laatste vertegenwoordiger van een tooneelcultuur die weggevaagd schijnt en juist Bassermann, die een der wei nigen is. die men voluit ycniaul zou durven noemen, was en blijft Duitschhmd's machtigste representant van een recent verleden. Zelf» het Derde Hgk heeft dat terdege begrepen en wan hopige moeite gedaan om althans hem te kunnen behouden. Bassermann.' van aard. van afkomst, van fainilio een patriciër onder zijn colle ga's, bleef echter onwankelbaar.... als mensch. zooals hij als kunstenaar het steeds geweest was. ..?*'?* * Men ontvangt hem hier dit keer met bizondere gevoelens, het gebeulde met den Ifflandring of men de bestemming die hij daaraan gaf bil lijkte of niet ? ligt te vcrscli in het geheugen, de keuze van het stuk is eveneens niet zonder beteekenis. Maar n ding staat vast: een reus al» Basgermann behoeft geen aanleidingen. liggende buiten zijn talent, men zal het aan zijn spel zelf merken. Juist ook het tooneelspel is een kunst, die smartelijk gesterkt en gelouterd kan worden.... in en door zichzelf. Meer dan ooit zal men hem kunnen toejuichen.... om hemzelf. PAG. 8 DE GROENE Ne. 3022 Herman Kruydtr In memoriam Herman Kruyder DE plotselinge, onverwachte dood van Herman Kruyder, den schilder, is van grooter schaé* voor onze schilderkunst dan door velen kan beseft worden, iu dood en in deze periode juist onzer schilderkunst, berooft ons van een talent van eigenaardige gesteldheid en van een persoonlijkheid in volle ontwikkeling wij zelve hadden niet alleen verwachtingen, maar tevens vele zekerheden omtrent deze, door niet allen gemakkelijk verstane schil derkunst. Wij vonden en wij vinden in het werk van Kruyder volop dat aan wezig zonder wat een schilderkunst ons nooit nauw aan 't hart zal liggen: een kleur, tlie van geschakeerde on/rwringen de omveemtaanbre bloey i*n bloesem is. Kruyder is en blijft een colorist en wij weten allen, dat Hollandsche schilderkunst, zelden voor treffelijk werd en bleef zonderde kleur. Dit was en is dus een der algemeenc' zekerheden, die wij omtrent dit werk bezaten. De kleur van Kruyder had rykdom naar de diepte en breedte; zij miste ten eenen male de eentonig heid, die van een schraal gevoel 't onophoudelijk bewy» is; zij werd steeds gul en vast gegeven; züvulde ,liet doek met een levende stof. Zij .was onschendbaar verbonden met vormen. die, zonder' den moedwil van niet geheel-eigen theorieën, ruim waren van bouw en beteekenisvol. De vor men van Kruyder waren geen naboot singen; een persoonlijk gevoel erin heeft ons meer dan ns verrukt. En, wat we. na dit alles, de voorstelling" mogen noemen van een werk, de laat ste schilderyen als die van het paardje, dat van den wagenmaker en dat pas-voltooide van den muur met de appelen zij bewezen dat, wat vroeger soms bizar mocht worden geheeten, aan het verdwijnen was en werd Vervangen door een nobele breedheid in het psychische, waaraan wij tegenwoordig niet zoo overdadig rijk blyken te zijn. De verdere ont wikkeling van dat wat wy reeds be zaten en wat wij, vermoedend, ver wachtten. wordt ons, tot bittre schaê. door zijn dood niet gegund. (jelukkig brachten, zooals ik zei, de latere jaren ons genoeg om ons, hoewel natuurlijk onvcrzadigd, te troosten. Dat is een besef, dat hier ons,steunt; ook bij het persoonlijk gemis va u een vriend, dien wij steeds verheugd waren'terug te zien om zijn gulle breedheid en onr het onverborgene en om het onverdachte van zijn kunstenaarschap. l Mei 1P35. PLASSCHAEKT Oiize Koksbrigade goed voor U! Een voorbeeld uit de meer dan 200 schotels die wij bereiden: , Kalfsgehakt sper ziebonen aard. of kleine Nasi Goreng |j» AC met kroepoek ...... 3 w Gebakken vis, salad.e, geb. aard. o! Ossentong, Hollandaise sauce, dop* erwten. aardapp... 65 Bief stuk met b'oemkool en geb. aard of Gek. vis, boter- Q/>c sla en aard OU saus. Uenkorf DE N.R.V. BEVREDIGT DE WENSCHEN VAN IEDER LID onverschillig of(hij een tochtje in eigen land wil maken of ? dat hij de wereld rond wil Phileas Fogg had er tachtig dagen voor noodig, de N.R.V. zou het vlugger kunnen, maar doet het in ongeveer honderddertig dagen voor f3250.Inlichtingen: Centraal Bureau der Nederlandsche Reisvereeniging, Laan van Meerdervoort 53-D. " 's-Gravenhage ' BOEKVERKOOPING TE 's-G R A V E N H A G E Door Van Stock u m's Antiquariaat (J. B. J. Kerling) zullen van '11-17 Mei a.s. eenige goede Bibliotheken verkocht worden, o.a. van wijlen' Mr. G. Keiler, den Heer K. A. Textor, Dr. A. Beckering Vinckers, Zaltbommel, .a. Kijkdagenf 8-1,0 Mei. De catalogus van 2200 NOS', is a f0.50 te bekomen. (Giro 5154). terecht sprak een jongmensch uit zaandam tot z'n meisje, dat ook daar Vandaan kwam: ,,de goede film vind ( je in amsterdam, kind, i ' ' in de uitkijk" ", wat zij direct aannam. ? PAG. 9 DE GROENE No.3022 KROP e's 23 ie onder. kloii* Pat hij OHE, don ie» w d« u een k/, ,» tfdt zoi 1' eo d«» di no. pa ocl tiji dei ? vet Jeu «i 2n en in ar »/ Ie j» . r. 'i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl