Historisch Archief 1877-1940
l
r'
v; u
Kinderboerderij in
SIEGFRIED E. VAN PRAAG
Art i s
AKTIS draagt het zijne t«r loi»
bij. om don goeden tijd (»?
dooi» terugkeeren. dal dr dieren
dr*» v«'lds» in vreugd** niet elkaar
onitriup-n fit de leeuw kalinpj»-* naast
liet schaap* uit ):rn%«»ii pin};. IC a als
h»'t al nifl di* wilde du-ivu /.ijn. dit*
zoo vertrouwelijk im-t de zachtmoedi
ge vii'rviH-ters omgaan, dan doen liet
tod» de kindeivn i»n kindertjc* van
Adams p-slacht. 'Overigens is men op
den goeden weg. Want naast liet
vriendelyke boerderijtje in A tl is* voor
tuin, u-aar kinderen en die-ren zich
niet elkaar bezighouden. ligt. maar
door tralien-erk van de zachtmoedige!!
ge-seliteden. et-n jonge |eeu\V en kijkt
rustig te nioede naar du slachtoffers
y.ijner vaderen, de vourpuoten ge
vouwen in ei«n gebaar van
tevredenheid.
De fhartiie van hot land en van de
arke Noarhs heel't Arlis den kinderen
en ook den vuUvarirfeiien bereid niet
?/.ijn kinderboerderijtje. Wanneer ik
teinidüen van al die kleine kinderen
in de \vi-i sta of voor hun hek naar
dat onbevangen jeugd ..pêle-mêlo"
kijk., dan is het me oi'oude sprookjes
eeu zekere waarheid krijgen..... van
het kleine geitje. dat zich verborgen
hield, en van Roodkapje. En ik denk
hoe hét x.ijn zou, als ik al droomend
eens zou inslapen, daar op den grond.
onder een boom. en hoe dan al die
diertjes me begrazen zoudon, hoe een
biggesnuitje in'm'n oor zou boren*.
en de tong van het oniioozele schaap
mijn snor zou willen scheren, terwijl
op .ni'n neus een kip haar emoties
/.ou uitkakelen. Dit droom ik maar
niet zonder reden. Al die diertjes
bemoeien zich naïeveUjk nieuwsgierig
Jlli't elkander. Ken teer wit geitje kan
niet ongestoord zijn dutje doen in de
Augustus-zon. Keu kalkoensche hen ?
vindt het niet de moeite waard voor
het geit je op zij te gaan en trippelt
kalm over dat platte witte bergje.
Een brutale big woelt eens in geitje»
vacht je of doet een aanval op zulke
dwaze uitsteeksels uls gevouwen been
tjes of slapend taartje. En 't geitje
Juat dat alles maar gaan. Ja, er zijn
er ook bij zoo koddig .krijgshaftig als
wijlen het geitje van den heer Seguin.
die dapper als een bok tégen den wolf
wilde- vechten. Dan staat plotseling
zoo'n in zijn dommel door een big
onderbroken geitje op zijn vier
parmatige witte pootjes en het kopje
naar beneden, dreigt het de big met
de horens die het nog niet heeft.
liet eigenaardige van dieren en
\omvl van jonge diertjes is dat men
ze steeds vindt op de plaats waar ze
niet hooren. Ke hebben een gracieuze
wijze om de orde der menschen in
de war te sturen. ledere dame heeft
woleens een verhaal te doen van den
hevigen schrik dien haar beving, toen
ze haar muiltjes wilde aantrekken en
er een muis uit te voorschijn sprong.
Kon muis die niet wist dat een orde
lijke muis haar hol heeft achter de
kast. of in 't hok van den vuilnisbak.
Kn zoo,is het ook in Artis'
kinderboerderijtjo. Daar kan men keurig
gerangschikt de over dédieren wa
kende menschelijke voorzienigheid be
wonderen. Kr is daar een vljvertje
voor de eenden, een til voor de duiven.
stalboxen voor de kalveren, de schapen
en de biggen, een erf je voor de kal
koenen, een zandheuveltje voor dei
konijnen. Dat is er lederen morgen
weer ..in den beginne"! Maar nu bp
den dag. Zoekt u een geitje? Het
heeft een rustplaats gevonden boven
op 't eendenhok, ondanks het hekje
dat een afscheiding, maakt tusschen
? de dieren der wateren en die van 't
veld. Ken schaap heeft in fraaien
sprong het hek ook al overschreden
on graast over het eendenwater met
zijn melancholieke tong. De duiven
der til houden vriendschap met de
witte konijnen en pikken tevergeefs
in 't dorre zand. de kalkoenen hebben
zich het dak van'de stalboxen tot
mondaine promenade uitgekozen en
de onbeschaamde biggen zitten overal
aan. waar ze niet aan mogen komen.
Alleen de muizen, de schuwe vage*
bonden, wier aard men kent, blijven
op hun plaats. Ze huizen onder een
glazen stulp in een oud-Indisch palels
van 't voormalige Museum voor
Land- en Volkenkunde, zoo'n verlaten
residentie van een uitgebluscht
maharadja-geslacht. Men ziet ze langs
de waranda's van dat paleis trippelen
en plotseling op den hoek van een
balustrade onbeweeglijk stilzitten, ge
fascineerd van binnenuit. Kaast hun
sierlijke miniatuurresidentie staat de
boom, waar 's avonds de duiven, de
witte pauwstaartjes op vliegen, die
aan de gemoedelijke boerderij wat
sier geven, en het doen voorkomen of
die onverschillige, rijk-bebladérde
zomertakken hun natuurlijke troon zijn.
f n 't paradijs kan men zich goed
met elkaar verdragen» maar plagen is
er niet. uitgesloten, leder jongetje is
een temmertjc op -zichzelf en graait
graag? de achterpoot en van een big
onder zijn lijf we'g, zoodat het dier
op zijn voorpooten verder moet
trippelen, de achterledematen sierlijk
gestrekt rustend in de handen van
zijn sleepdrager. Juist nu ik die.
biggen gedenken wil, maken ze me 't
schrijven bijna onmogelijk door het
hevige gekrg'sch hunner gulzige ja
loezie. Ze verdringen eikaars nie
tige onbeschaamde
'r-op-los-goanderslichaampjes rondom een emmer, waar
in tenslotte geen spoeling zat, maar
water voor de twee kalveren, die de
kalme heerschers zijn van den hof.
Het stlerkalf is melkwit, zijn vochtige
snuit is slechts donker. Slechts een
jaar zijn stierkalveren
paradiesffthig". Want dan komen hun vlegel
jaren en dan zijn ze al even onhandel
baar en.gevaarlijk als in de komende
jaren, dat ze zich. metvlrote stier
mogen noemen. Het koekalf, dat
deftige grija-bruine vlekken op de
robe heeft, Is dartelder en aanmlnnlger
dan de jonge man, die slechte nu en
dan heel onverwacht ritten door het
erf onderneemt, of het een plaza de
torros was in plaats van een gemoede
lijk kinderboerderijtje. Met kalveren
spelen kindertjes door aan hen te
duwen en ze dan niet van de plaats
te krijgen. Het zachtmoedigst van
alle dieren der hoeve zijn de donker
bruine schapen. Astrakan-warm zitten
ze in hun plunje. En werkelijk t
diep weemoedig kijken hun smalle
lieve koppen voor den aard van hun
heimwee: een blaadje of een noot. Al
die dieren, maar de schapen in 't
bijzonder stormen op de menschen
af, zoodra deze binnen de grenzen
van het paradijs komen en zonder aan
Iets bepaald» te denken, bedelen ze,
zooals wij 't den hemel doen. Die
heeft altijd wat weg te geven. Dan
kan 't ook wel zijn dat een geitje zijn
voorpooten opzet tegen het pas
gcwasschen blousje van uw zoontje....
Xu zal het wel 't sluitingsuur zijn
van de kinderboerderij. De kleurige
zomersene kindertjes en hun ouders
verlaten het hekje en de diertjes,
stiller, nu er niets meer te begeeren
valt, grazen over het grint, den kop
naar de aarde. Dan komt de oppasser,
die de houten kribbe met gras vult.
Alle dieren verdringen zich om de
hoóge schraag. De kalveren rukken
hét gras tusschen de spalken uit.
MG. 10 OE GROENE N0. M23
De tulp te Heemstede
?JT r ET ia eigenlijk ongepermitteerd
A?j in dit berooide land zoo'n luxe
? ?» ten toon te stellen. Dat kan nooit
goed zijn voor de moraal. Hoe kan een
rolk zich aanpassen en troosten in
soberheid* eenvoud en degelijke armoede,
kortom in gewenschte tnalaise-deugden,
nltt men het de oogen verblindt met
zulk overdadige kleurenpracht? Wat de
Tulp vermag in menachenhand wordt
hier openbaar. Zijn het nog tulpen?
Wat ia er gebleven van de stijve
koele, rechtlijnige bloemkelk onzer jeugd
met de positieve, open, harde kleuren, die
het Hollandsche landschap van toon en
tcazige atmosfeer geregeld te schande
maakten ? Die ouderwetsche tulpen tran
sigeerden niet, als rechtzinnige calvi
nisten. Zij waren die zij waren, zij
stonden waar zij stonden, als de
legendaire stoere Burgera uit den tijd der
groote republiek, die er in gokten. Maar
geenszins deswege is de tulp het symbool
(/morden van Holland op zijn degelijkst,
maar wijl zij zoo onbetwijfelbaar, zoo
degelijk en brutaal zich zelf was, en zoo
zelfgenoegzaam, als een bourgeois
satisfait. Deed niet haar kleurenweelde
aan gouden Dukaten en gouden Rijers
denken, aan al wat klaterend, joyeus en
uitbundig vröolijk was, en een zworen
buidel droeg?
Zoo verbreidden de tulpen den roem
van Hollands naam. tegelijk en stevig,
maar niet bepaald fijn. Men kon ze
ook gemakkelijk namaken in blik of
curton, en dan voldeden ze vaak even
goed. -Maar in natura bleven zij lang
onnavolgbaar, juist als de vleeschelijke
Hollanders, zoodat men ze voordeelig
kon verkoopen aan naties, die ook
behoefte aan soliede Hollandsche kracht
hadden.
Dat is nu niet meer zoo, helaas* en de
tulp dreigt gemeengoed te worden. Doch
juist nu ia zij ook, ala 't ware, boven zich
uitgestegen, boven het nationale uit en
haast geen tulp meer. In verwonderlijke
overgangstinten van het teerste crème tot
het bleekste lila, rose en geel prijken zij
daarginds droomerig en droomachtig op
hun slanke stengels. En de kelken, niet
meer rond en bol, zijn verfijnd en
overteer uitgetrokken tot enkel dédoorschij
nende dragers van kleuren. Al het
materieele, al het positieve is van hen
afgevallen, en hetgeen zij nu
symboliseeren is niet meer Holland, maar onzen
droom van .een rijk der schoonheid en
verfijnde pracht, dat niet meer van deze
aarde is, stil pralend en broos.. Zoo
voert de aanblik der tulp zelf, in een
tijd, dat wij juist behoefte hebben aan
parmantig nationaal zelfbesef, ons weg
van het rechte beeld van onzen volksaard,
om, verweekend, ons te baden in de
kleuren des ideaals dat alle natie te
boven is. Gelukkig dat een kop koffie,
genuttigd in een cafévol Volendammer
broeken, ons dan weer op Hollands
dierbren natten grond terugbrengt.
F. C.
Maar de geitjes zijn te klein en gaan
op de achterpootjes staan om het
vochtige gras te bereiken. Uit den
honger van die diertjes wordt een,
zachte idylle geboren. Men ziet niet
meer dan achterlijfjes in de rij,
schrapgezette achterpootjes, trappelende
achterpootjes, trillende lijfjes, schom
melende staartjes en boven op het
gras pikken twee Barneveldsche kip
pen, goudpellen, die voor ons de
laatste bevestiging zijn dat. Artis er
voor zijn kinderen een echt Holland-.
ache boerderij op nahoudt.
Het wordt nu al laat in den middag.
De duiven, de borst voöruitgezet,
zitten majestueus en, bevallig tusschen
de bladeren, een kalkoensche haan
rekt zijn nek van roode bellen en op
zijn achterpootjes verheft zich het
konijn en ziet hóe de geitjes, de
schapen en de kalveren tezamen In
hartstocht eten aan de krib. Ze doen
het extatisch als menschen die bidden
dai HH niet piaethcit!
Zó in de kop doen l
Even fijn
stampen j
*^ * "?»*
><v.
mx,
y, *ü'
'HDaarna hete
welk of water
al roerende
opgieten!
De kop
chocolade is
gereed l
QvA'
cv
'AT
ZEGT DE GROENE?
BON
u ?l n *** 9«beürtenissen
vraagsh.kken op ,eder gebied, die zich in de afgeloopen
week hebben voorgedaan. Af en toe zegt DE GROENE ook
'' ^r^eVrtenï$$en die 2'«h voor zullen doen. En
aange^ ff Er*dS 6°i0ar Ket d~^n van den aaS
aandacht h.eft gevolgd, heeft hij eenigen kijk op het geva
re * moeite waard te hoorel wo, hi
PAG. II DE GROENE No. 3023
?2S2K**?* wenseht «**' «WW
eren op DE GROENE
acht 355 Amsterdam-C.
Wie zich nu abonneert betaalt f £.
voordeoverblifvendeZmaanden
^O
en ontvangt de nog in Mei verschijnende
nummers gratis.
s Pottflro 72880 . Gtm. Giro G IOOÓ
Telefoon 37964 «n 36264
Naom ?'..
Adres
KRO
hé's
'f* 23
;i '