De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 18 mei pagina 7

18 mei 1935 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Schumachers nieuwste werk N& *è*f W/mSc/iUfnocher, w/ens tentoonst«///ng fc/j Van Lier heden wordt ge opend, !n zijn atelier WIM SCHUMACHER bij Van Lier, Amsterdam Kunst en persoonlijkheid EIGENLIJK 'is het opschrift niet juist, maar zou wat volgt moeten heeren: By Schuhmacher op het atelier". Want ik ben op het groote, zuivere atelier van Schuhmacher vooruit ' de schilderijen en de tcekeningen gaan kijken, dio hij by van Lier zou tentoonstellen. Zoo'n bezoek aan een atelier heeft vele bekoringen en is ook altyd wat hachelijk. Het heeft de bekoring, dat ge de schilderyen ziet in hun eigen thuis" en in ?het licht, waarin ze ontstonden, dus in het' licht, waartegenover de schilder zijn kleur en alles voelt verantwoord. Het heeft daarenboven de bekoring, dat ge het atelier zelf ziet, en, daar alles-in-alles is, begrijpt ge ook uit dat atelier al een deel van 'schilders wezen; iemand maakt steeds de meest eigen kamer naar zijn gelijkenis. Het atelier van Schuhmacher is ruim, zuiver, met een groot, open licht en het is precies in orde, in een mannelijke orde, die weer anders is dan een vrouwelyke net heid. En hoe is die orde hier: koel, zuiver, nauw keurig; er is geen vuiltje in de lucht noch.aan de lucht. Dat is reeds oen aanduiding van het werk. Maar ik zei ook, dat zoo'n bezoek altijd hachelijk ter Het is dat. Het is dat hierom. Het is mij, soms tot mijn last, natuurlek, tegenover schilderyen altyd praecies te zyn en nauwkeurig te wezen ? (schilderyen zyn voor mij geen bonbons of geen aangenaam vertier, maar belangrijke wezens) en ge staat dan met den schilder, voor wie de schilde rijen zyn onverwoestbaar leven zyn (dat hoort zóó !), ge staat met den schilder voor zyn werk en iedereen weet, die wat wcrkeiyks bedrijft, dat wanneer een ander naast je staat, dat ge 't eigen werk ziet met nog grooter scherpte dan ooit te voor en tegeiyk met allo liefde, die ge ervoor .gevoelt. De opmerkingen, die ge maakt, snyden , dan in een als levend, gespannen vleesch, en zulk snyden (ook een kritikus is een mensch) heb ik nooit aangenaam gevonden, als het by toeval een wond zou maken en niet een verluchting was. Dat is het gevoel der hachelykheid dat ik onder vond, toen ik op weg was met een bevriende naar het atelier, maar dat is ook het gevoel, dat over was, zoodra Schuhmacher de schilderijen, het een na het ander, langzaam aan en als wat abstract, op den ezel begon te zetten in het licht van den blanken dag. Het hacheiyke verdween; ik zag, dat het werk niet alleen was, wat ik verwachtte» maar dat het beter was dan het voorgaande. Er was iet» nieuws in gekomen; iets verheugends was er in; PAG. 12 DE GROENE Ne.»M iets waarby ik dacht: dat wou deze bedachtzanii vooruitgaander altyd, maar dat -kan hy nu i H wist nu, dat we in Schuhmacher een schildoi bezitten, die den tijd van de algemeene waardeerin». (die by velen niets is dan een mee-praten) tegemoet kan zien en die een vryheid had gevonden, di> het bewys is, dat de persoonhjkheid geen ren meer ondervond door wie ook der anderen, wanneet ze zich tot werken zet. De persoonlijkheid van den schilder Misschien mag ik hier een uiterlijk portret \ teekenen, dat voor n\y altyd het symbool is vut het innerhjk, want» zooals ik meen dat ik geschtv ven heb: op een bepaalden tijd in het leven foi meert de geest het lichaam. Het lichaam in zij» vorm, ui zyn uitdrukking hangt dan af vnn do geest. Dat is wat ik hier bedoel, en dat is wat \iby de schilders en schryvers het duidelykst ziet, want hun daad in het leven is: vormen t maken of melodieën te geven, die ab deinende voi men zyn. Schuhmacher is eer lang en rank, er i geen overtollig vleesch aan dat lichaam; er is eo: propere bouw, zooals ge dat zoudt kunnen noemen het is een lichaam, dat zóó ook wel zal blijven; dn zich gemakkeiyk in de kleêren en toch fel bewccgi Schuhmacher heeft den naam van fel te zijn ei hy is dat. Maar zóó neergeschreven is dat neot schrift toch te oppervlakkig, zelfs voor h< uiterlyk" portret. Ik ken hem daarvoor lan genoeg en we hebben een omgang, die niet vyandigs bezit. Schumacher dus is fel, mn;. alle duigen hebben steeds een diepen grbn«; by een schilder, by een scbry ver (anders beteek< non zy niets en hooren by de kudde i) en w« is die diepere grond by Schuhmacher; van zij verzet tegen de buitenwacht? Ik zou zeggei dat zulk verzet, minder revolutionnair lijkt h' mij dan Schuhmacher soms zelf meent, berust < twee essentieoio dingen in hem. Dio twee clinp zyn: Ie een natuurlijke onafhankelijkheid ? 2e een gevoeligheid, die hy zich tegenover nndor. niet wil weten te bezitten, maar die nu, en dat wat ik vermoedde, steeds verwachtte, zich zyn werk op een dag zou openbaren en die h< werk een grooter waarde zou geven, en een gelzou zijn in het werk. Dat iemand zijn gevoeligluhi den omgang versteekt, verbergt, is toch nuschelyk. Want het is merkwaardig en zeker, ,d in den omgang de anderen steeds van die gevool i heid misbruik willen maken om u te verzwakt» ? : daar tegen op zijn achterste pooten te gaan stiut . is een vanzelfsprekende stand. Maar, wann* ge die gevoeligheid, verborgen, bezit zij neet steeds toe by een toegewijd leven in kracht en <; ? kracht.wordt zoo groot, dat zij zich openbaart < het werk, dat de onomwonden bekentenis, onweerstaanbro bekentenis is van het innerli . En dat moeten wy hebben; de rest gaat vooH En dat moest Schuhmacher hebben; de gevool heid, geopenbaard, moesten wc hebben, want zou de kleur en alles verryken, zij zou het zonli* zyn, het hartelicht over en in zyn lust tot na u keurigheid. Zy zou die nauwkeurigheid <? * gemeenzaamheid schenken; zij zou het werk bloesem der kleur schenken; zy zou de nauvvkcut heid doen opgaan in de schoonheid. Zij zou ons i iets geven: ze zou het heele werk niet een mozi laten biy ven van verscheidene, min of meer AVU. deer bare deelen; zij zou van het heele werk r< lichaam maken, dat een eender bloed rijkl>> doórvliet. Er is nog iets, wat vanzelf komt in het schildoi wanneer de gevoeligheid zich , ongcstrcmd k" ??: laten gaan, en dat is ruimte. Het gevoel'van zi' ui een ruimte gemakkeUjk te bewegen is een a;i > gcnaam gevoel voor den geest; hy zoekt dat* ^ . ruimte ia in het werk van Schuhmacher gekout' Hy had ze vroeger niet of minder, juist als <! innigheid. Hy teekende van een landschap «> vormen meer afzonderiyk, in plaats van ze in «!? ruimte te geven, als functie van de ruimte... ? Pe tentoonstelling Nu verwacht, denk ik, de lezer nog een kort' bespreking van wat de tentoonstelling van di' alles brengt.' Zy bestaat uit naaktteekeningen. maar vooral bestaat ze uit schilderyen voor mij.' Die zyn hier onweersprekelijk de hoofdzaak<en. di'vertoonen de gewonnen eigenschappen het raccsi dadelijk. Deze schilderyen zyn uit '34 of als uit dat jaar te rekenen.-Het zijn landschappen uit het Zuiden (van da Rocca), haakten enz. in een landschap, portret en stillevens van vogels, van «en lam, van een eendje in den greep van hand schoenen. <.. ??".. ML" LJ J*^« *»»« Illf _ ^ f^!l^*-:-¥*^%: ''J fa* /«W w:J&>,«J?3&i Et*. « /t*.. " Van do tweo landschappen uit hot'"zuiden, ^ u-bij go nop: dn n oon stadsgezicht moet rekenen ., dn Koren, ia. hot schilderij* dat do schilder - ipohvoj» dn Hoecn noomdo. hot meost nnntrekk ijko. Ik wil niet zoggon.-dat dit dn Roccn hot » mgrijk«to schildonj van do toritoonstelling is, ?t zou onjuist zijn. maar het gezicht op dezo - d of lievor op dit stadje, met den steencn hcuvol ?t irnchtor, is oen schilderij, waarvan de geestigI <l in do geschilderde details, en Schuhmacher l .»f nauwkeurig, de gevoelige geestigheid u oni; Idellijk aandoet met dat gevoel van welbehagen, ?i een gekund iets, waar tevens het gevoel in ??? nbaar werd, u nltyd geoft. Het Landschap '<? Rocea) geeft dat minder; het schilderij da l; ft-a is vollediger. Van de drie stillevens: l- doodo Lam, het Eendje met de hand- ««enen en het Stilleven met de watervogels is 'i' ? niet zoo eenvoudig te bepalen. Verschillend ' ntten zij verschillende eigenschappen. Het 'de Lam is een schildering van witten, aan iko. witten menig werk van don schilder zijn ! *soonlijkheid ontleent; liet schilderij met het de eendje in den greep der gele handschoenen, ' velke handschoenen ge den greep der handen ? voelt (een symbool?) is het meest ongewono \ k voor Schuhmacher. Zuiver zyn de golon" \ het eendje tegenover het geel der handschoenen ?ven. zuiver zyn deze gelen tegenover het wit het wat wolk-achtig geworden papier. Het ??on ongewoon schildergtje in de reeks der ken, en zooals zulke ongewone werken dikwijls ' " i oen gansch vernieuwde schilderslust gemaakt ? ..is het voor den verzamelaar van Schuh.fhers of den liefhebber daarvan een verrassend f t et stilleven der watervogels met ook een flesch ? «las, is hot volste schildery van de heele ten?iistolling, oen schilderij, dat den Schuhmacher * heden het belangrykst zou vertegenwoordigen ' »-en museum. En waarom? Hier is de kunde van "schilder tot haar grootste kracht' gekomen ? hier hoeft do kleur den moesten rijkdom. En ?/.e rijkdom is niet alleen, wat ge zoudt denken, "' déschildering van den donkren, zeldzamen, ?-«'tts, maar déze rijkdom is zeker zoo groot in de ? liildering van den witten eend (links op het '?liilderij). Hier beteekenen de witten aUerlei kleur '!(t saam en ik durf zeggen dat deze verzameling '??n .witten door geen andere tot nu toe van s<'huhmacher werd overtroffen. De t\veo schilderyen met figuur, een portret fin Mevr. D. (met het wy kende duinlandschap bij "Voet) en het kleine liggende naakt in de duinen doen ons genieten van de hing-verwachte, toch ge komen ruimte in de schilderyen Van Schuhmacher. Beide zyn zy ten eerste een levcndo ruimte, en daarin ligt half de geportretteerde (Mevr. D.) met de strakke blauwe oogen, en daarin ligt, en is, voor Schuhmacher zeld zaam dichterlijk!, het blonde naakt geschil derd. En in dit naakt (zie buik en borsten). is, hoewel met groote terughouding de zinnctijkheiügekomen, die vroeger te veel.ont brak bij Schuhmacher n zijnen naakten iets te houterigs kon geven, en gaf. Ge weet, dat ik ui den laatsten tijd in veel werken van velen een te kort aan. zinnelijkheid vond, het leek of alles ging verschralen ni Holland, hier is (wonderlijk in dezen tijd I) een tekort opgeheven - en dat beteekent op deze tentoonstelling n ver rijking te meer. ' . PLABSCHAEUT PAG. 13 DE GROENE Ne. 3021

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl