Historisch Archief 1877-1940
Tooneel
Muziek
:.*
Lofzang op den acteur
HENRIK SCHOLTE
HET klinkt misschien paradoxaal en het is
dan wellicht ook het summum van opti
misme om te zeggen dat het in het
afgeloopen seizoen met het tooneel nog zoo slecht niet
gegaan is, terwijl do boeken der verschillende
gezelschappen toch angstige gapingen aanwezen
en b.v. de Amsterdamsche Tooneelvcreeniging thans
reeds een schuld heeft, waartegen de nieuwe
subsidie (vijf-zevende van het totaal) vrijwel
weggestreept kan worden. Maar het is myn over
tuiging, dat juist door de harde, ja hopelooze jaren
die het tooneel, met name in de hoofdstad; gekend
heeft, thans langzamerhand een soort zuivering
uitreedt, al is die meer artistiek dan economisch te
merken en al is de economische levensvatbaarheid
van het tooneel nog altijd een eisch, waarnaar de
artistieke desiderata organisch bepaald dienen te
worden. Maar de f Urn bevindt zich merkwaardig
genoeg in een veel acuter conflict dan het tooneel.
Want wanneer de filmtheaters klagen dat thans
dezelfde films met dezelfde acteurs slechts een
derde van de toeschouwers van het vorige jaar
trekken, dan wijst dat op een f ilm-moeheid, die veel
meer in artistieke dan in economische onzekerheid
te zoeken is. Een tooneel-moeheid heeft ons land
gekend en hoe! en zonder twijfel zijn wij nog
maar nauwelijks een streepje boven het minimum
uit. Maar hoofdzaak is, dat deze oververzadiging
ten aanzien van het tooneel uitgewerkt schijnt to
hebben en dat de acteur nu tenminste definitief
zeker is van zijn publiek, hoc gering in aantal dit
ook moge zijn, vergeleken bij dat van de film. Het
tooneel en vooral het tooneel in, ecu klein land
met eigen taalgebied als het onze heeft stormen
doorstaan, waarvan menigeen dacht dat het
theater als eigen sc.enische uitingsvorm ze niet zou
overleven. Onze acteurs hebben ze overleefd. Vraag
niet wat ze er voor geleden hebben. Vraag wel of
ze er beter van geworden zijn. En dan luidt het
antwoord volmondig: ja.
Er wordt nog steeds te weinig aandacht gehecht
aan den zuiver emotioneelon kant van het
tooneelspelen, waarbij de technische vaardigheid maar
o zoo'n kleine rol speelt. Le critique c'est un
monsieur, maar de acteur is ook maar een
"mensch". Het is goed dat Jan Publiek uiet hoeft te
wroeten in de particuliere omstandigheden van den
tooneelspeler,. maar het is anderzijds buiten kijf,
dat geen waarlijke tooneelspeelkunst ontstaat
zonder dat er met bloed voor betaald wordt, en
stellig is de marktwaarde van den puur technischen
virtuoos, den man die even een rol uit zijn mouw
schudt en achter de schermen grappen verkoopt
over wat bij op het tooneel stond te doen Bouw
meester kon en mocht dat nog ! enorm gedaald.
De Nederlandsche acteur heeft de laatste jaren de
zweepslagen van het lot gevoeld, hij is er armer
door geworden, maar ook.... beter. Er zijn dit
l jaar op ons tooneel vele slechte stukken gespeeld,
er z^n weer grove vergissingen begaan, er was
reden tot klacht, verwijt of schouderophalen. Maar
er is gespeeld, en gespeeld met den inzet van het
leven zelf I
Als ik de voorstellingen van dit seizoen nog eens
na ga, dan vind ik misschien weinig geslaagde
avonden maar wel een heele rist namen van acteurs,
die om deze of gene vertolking diep in de herinne
ring gegrift staan: het was het seizoen van Joan
Remmelts, van Mary Dresselhuis, van Charlotte
Kohier, van Hans Carpentier Alting, van Lou /
Ezerman, van Saaiboni als acteur. Nog maar zeer
kort geleden kon men zien hoe een man als Ezerman
een slecht geschreven, slecht geregisseerd en door
gaans ook mat geïnterpreteerd stuk als Priestley's
Gouden Regen" wist te redden door een vertolking
van een klaplooper, zoo voortreffelijk dat men voor
hem alleen zou wenschen dat het ook goud regende.
En terwijl dit geschreven wordt, staat Saalborn's
tooneelzetting van De Andere Wereld" voor de
deur, een stuk uit de tropen dat onwillekeurig de
herinnering oproept aan dien smoorheeten zomer
avond van het vorige jaar toen in Rubber"
Saaibom en Tournialre twee rollen neerlegden, die aan
groote tijden herinnerden, terwijl Saalbora toch
vrijwel zonder gezelschap van eenige beteekenis
is en dit seizoen verder stukken speelde, die vaak
het aankijken niet waard waren. En hoe terzelfder
tijd, aan het slot van een voor de Amsterdamschn
Tooneelvereeniging over het geheel toch allerminst
geslaagd seizoen met veel vergissingen" en
mis' grepen, Charlotte Köhler's extatische Elektra in
de herinnering doorleeft als een fel droombeeld van
wraak, dat als een vlam uit de muziek naar boven.
schoot.
Stelt men tegenover zulke individueelc presta
ties b.v. de recente vertooningen van het Straats
burger Stadttheater, toch een regelmatig gezel
schap dat zij het met een groote vlag op
buitenlandsch tournee durft gaan, dan geloof ik
dat het einde van die eigenaardige, défaitistischc
lamzakkerij, die het publiek vaak ten aanzien van
onze nationale acteurs betoont, spoedig nabij is
en dat ten laatste onze acteurs winnen omdat zij
wel vechten voor een bedreigde, maar juist daarom
niet voor een verloren zaak. Het seizoen, dat thans
achter ons ligt, zal op zichzelf nimmer in de annalen
voortleven. Maar het vertrouwen op onze acteurs,.
in het bizonder ook onze jongere acteurs, is er door
gesterkt, omdat zij zichzelf gesterkt en gezuiverd
schijnen te hebben. En die winst is te merkwaardig
om niet met kracht te constateeren, omdat van
hieruit alleen een gezonde regeneratie van ons
tooneel geboren kan worden, zooals alleen om en
rondom hen een kern van trouwe schouwburg
bezoekers herrijzen zal!
In memoriam Prof. Hugo de Vries
HET groote publiek, de leerlingen van mid
delbare scholen, gymnasia, kweekscholen
kennen De Vries als den ontwerper van de
mutatietheorie, als den man, die de erfelijkheids
leer in nieuwe banen leidde of nog wat meer in
het vage als den geleerde, die merkwaardige
proeven en ontdekkingen deed met de
Teunisblóem. In de. jaren omtrent de eeuw-wisseling
stond de Amsterdamsche Hortus vol.
Teunisbloemen en die .werden geteld en gemeten en bekeken
en gekruist en niet gekruist, totdat ze wel haast al
hun geheimen zouden hebben geopenbaard. Zoo
ver is het nog niet gekomen, maar de veertig jaren
die achter ons liggen zijn voor de botanische weten
schap ui het algemeen en voor de erfelijkheidsleer
in het bijzonder van overweldigende beteekenis
geworden.
Het begin van dergelijke onderzoekingen ligt
nog weer vijfendertig jaar verder terug, toen
Gregor Johann .Hendel zijn Versuche tiber
Pfjanzenhybriden" bekend maakte (1865). Hugo de Vries
heeft Mendel doen herleven en op den bescheiden
grondslag dien de monnik legde, zijn grootschen
arbeid voortgezet.
Toen De Vries dit werk begon, was hij al lang
een beroemd geleerde en wel in déeerste plaats
door zijn baanbrekende onderzoekingen over
plantenphysiologie, waarbij WJ meer en beter dan wie
ook van zijn voorgangers, de chemie en de physica
in het veld bracht. En als voorspel van zijn werk
over erfelijkheid, aanknoopend aan Darwin, gaf
hij in 1889 zijn Intracellulaire Pangenesis", ook
alweer een werk waar zijn volgelingen op konden
voortbouwen.
Ook In ander opzicht was hij een baanbreker.
Hij was een voortreffelijk veld-bloloog en onver
moeid in het organiseeren van excursies. Zijn
mooie terreinen hl de nabijheid van de hoofdstad
liggen haast alle begraven onder nieuwe stads
wijken en industrieterreinen. Maar n er van is
tenminste behouden als een bezitting van de
Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Dat
is de Oosteinder Poel onder-Aalsmeer en ik zal het
altijd als een groote eer blijven beschouwen, dat
De Vries Heimans en mij door een van zijn zoons
daar heen liet geleiden. Toen die twee onbekende
schoolmeestertjes in 1803 met hun werk begonnen,
werden zij door twee beroemde Amsterdamsche
professoren met groote welwillendheid, met vriend*
echap bejegend. Dat waren Mar Weber en Hugo
de Vries en zij hebben ons nooit begeven. Eenige
jaren geleden, bij gelegenheid van een kampeer-,
week van het Kennemer Lyceum te Lunteren,
mocht ik daar De Vries nog eens ontmoeten terwijl
hij wandelde met zijn leerling, opvolger, vriend en
'trouwe bewonderaar, Prof. Th. Stomps. We heb
ben toen een uurtje, samen gekuierd r professor
rechts, professor links, het leekje in het midden.
Oude herinneringen werden opgehaald, nieuwe
zaken besproken en de tachtigjarige verbaasde en
verblijdde ons met zijn moed en helder inzicht
en tegelijk met zijn groote en nog altijd kinderlijke
liefde voor de schoonheid en het wonder der planten.
Een gelukkig mensch. Dr. JAC. P. Tmjssti
PAG. 101 GROENE Ne, M85
Gesprek in de pauze
over Beethoven
CONSTANT VAN WESSEM
A. Ik zie, dat ook u een trouw bezoeker bent
van deze Beethovencyclus, die we ieder jaar als
seizoenbesluit mogen genieten.
B (ietwat wantrouwend om den toou vanden
ander): U bent er toch ook?
A: Waarde heer, men blijft niet weg waar
Buuthoven's muziek weerklinkt. Bovendien, hoort u
eigenlijk niet veel liever een Beethoven-cyclus dan
een Nederlandsen Muziekfeest?
B: U zegt daar zoo iets. Was u ook op het
Noderlandsch Muziekfeest?
A.: Ik was er. Ook op een Nederlandsen Muziek
feest blijft men niet weg, alleen al uit gevoel van
nationale eigenwaarde; en wio heeft dat gevoel
tegenwoordig niet? Alles van eigen bodem, hoor.
en ook muziek, dat is mijn leuze.
B.: De mijne ook, natuurlijk. Maar het is niet
altijd makkelijk, wanneer de buitenlandsche schot»
nen beter zitten dan die van eigen fabrikaat.
A.: Kom, kom, mijnheer. Men moet wat vom
zijn vaderland over hebben, ieder moet zijn dei*
bijdragen aan 's lands welvaart.
B.: Natuurlijk, natuurlijk, zoo meende ik het ooi
niet. Maar we hadden het over Beethoven. U ben'
dus ook verzot op Beethoven? Ik kan dat geher
meevoelen, ik zeg ook altijd weer: er gaat toch
niets boven Beethoven. Het is een grootsche b»'
leving wanneer men leest welke nobele gevoelen
in deze muziek allemaal zijn uitgedrukt. Trouwen»
ik heb veel over Beethoven gelezen, niet alleen i>
het programma, maar ook in boeken. Het dor
goed te bedenken wanneer je je beroerd voelt m*
deze malaise, dat er een man geleefd heef t, die nu
het Noodlot worstelde en het overwon. Dn i
zeg ook Ik, met Beethoven: Van duisternis nair
licht.
A.: Of: ik worstel en kom boven.
B.: Staat dat niet ouder het wapen van %ci>lari' 't
Meneer, u spot ook altijd !
A.: Volstrekt niet. Dat kun ju ook in Bei'thiwi s
muziek hooren, als u wilt.
B.: Die vijfde symphonie! Het begin, dat w\t-:»
kleine motief: Hier klopt het noodlot aan do dot.-:
en dan volgt er een oogenblik stilte, d.w.z. je hou It
je adem in....
A.: Ja, ja, en dan klopt dat noodlot maar vo< M
en begint muzikaal te moduleeren.
B.: Natuurlijk, het is toch immers muziek. !? u
musicus beleeft in muziek. Maar of het muziek 'K
of een schilderij of een boek, altijd kun je meii -n
wat een kunstenaar er bij gedacht en gevoeld he< I.
A.: Ik vind dat knap. Had u gehoord, dat in l -t
begin van de vijfde het noodlot aan de deur kl< ;>t
als u het uiet wist? Ik heb ook wel eens wat o er
Beethoven gelezen en toen werd mij verteld, ? at
Beethoven het motief eigenlijk afgeluisterd l ut
van een vogel.
B.: Maar daarom geloof Ik nog niet alles < ut
men vertelt.
A.: Neen, maar wat men graag gelooft.
B.: Beethoven is menschelijk, mijnheer. Dn i*
het, daarom gaat het. Je kunt alles meeleven ? iet
hem. Schreef hij zelf niet boven zijn MissaSolenrtis:
Van het hart, moge het naar het hart gaan. B
ethoven is populair, omdat hij menschelijk is, da v is
het heele geheim, waarom wij hier allemaal v«*t
bij elkaar zitten op een Beethovencyclus, het
Mfrischt, eindelijk tusschen al dat dorre en venv. ten
modernisme" van tegenwoordig weer eens ien
mensch in de muziek tegen te komen. Daaro: i is
Beethoven ook opvoedend. Ik vind het heel ;'iist
gezien, dat geen jaar zonder een Beethovency-ius
wordt besloten. Beethoven voedt het volk o) tot
verheven en groote'gedachten, leert de mens hen
de werkelijke taak van de Kunst .kennen, di- "il
veredelen en verheffen. Ja, mijnheer, of u e om
lacht of niet, zoo'n idealist ben ik nog, dat H'M
van de Kunst vraag. .
1 A.: Waarde heer, het zal wel zoo wezen: "&&
ondergaat van de kunst wat hij wil onderga»"*T
wilt in de muziek van Beethoven edele en j.::oot«
gedachten hooren. Ik luister naar muziek,
prachtig vind en waarom ik ook naar de
hovencyclus ga. In onze bewondering voor
hoven zijn we het eens, de andere motieven ku <&&
dus terzijde blijven en ik wensch daarom ook niet
te critiseeren waarom ieder jaar weer met een '*<#*'
hovencyclus besloten wordt. Maar Ik hoó' bet
schelletje, het teeken, dat de pauze om i*- Tot
ziens, mijnheer en veel genoegen.
Bloscopy
WHAT PRICE TRUTH....?
L. J. Jordaan
l»
/?
LaurenceStallings:?The first WorldjWar"
(Princesseschouwburg, Den Haag)
ANDERHALF uur duurt deze documentaire
van menscheUjke razernij en men keert zich
tenslotte van het schouwspel af....
verbiti i'i'd en moedeloos. Want in dezelfde dagen dat dit
requisitoir deze verpletterende aanklacht werd
?pgesteld, gaat over de wereld opnieuw een golf
am verdwazing als de jaren vóór 1914 hebben
,'ekend. Een generatie voor wie de vierjarige orgie
van bloed, drek, schande en stupiditeit slechts
.de la littérature" is groeit op en wij hooren
.voer de bekende klanken van nationale eer",
.weerbaarheid" en mannenmoed", die indertijd
ift sombere praeludiuni vormden van den
fri?hen und fröhlichen Krieg". Twintig jaar na de
.«?ost zinlooze, want .volkomen ongemotiveerde
.oordpartij die de geschiedenis der menscbheid
??{?ft gekend, is het woord pacifist" weer
syno. it-iii geworden met misdadiger" en lafaard".
root e monden worden weer opgetrokken door
??n die hulpelooze baby-kreten uitstieten toen de
minier van zestig millioen menscheu uit de
abat? ore der «Jachtvelden ten hemel schreide. Men werd*
oer nuchter en kloek de zin voor het avontuur
u de daad is, godlof! weer ontwaakt en de akker
i.-r meuschheid schijnt opnieuw bereid het zaad
U»r verdomming en verdelging te ontvangen.
Hebben wij, die den wereldoorlog als
tijdgenoo?'ii meobelcefden, teveel over zijn gruwelen
geproken? Hebben wij het jongere geslacht
dood?-praat, zoodat ónze haat en onze afschuw door
??olvuldige herhaling slechts ijdele klanken en
olie rhctoriek werden voor hen, wien zij in de
rste plaats golden? Of is het de eeuwige reactie
r generaties het blinde oer-instinct dat het
ijd anders en beter weet dan de voorganger en
i zich niet wil laten overtuigen?
Heb was meen ik Dorgelès, die het beslissende
<ird in deze quaestie wist to vinden: Er is maar
i middel om den oorlog te leeren verafschuwen...
? ? is, hem mee te maken (" De auteur van Les
ix de bois" zal weinig vermoed hebben hoe
nt? ilend spoedig de tijd hem gelijk zou geven. Maar
'.ijn wij dan alweer zoover en het wachten is op
emedie, die reeds daarom erger is dan de kwaal,
? /.ij een armzalig palliatief blijkt dat
ternauwer- «l eenige decenniën van geesteshelderheid
fborgt. Wat zal de herinnering aan de dagen
'14 dan nog uitwerken tegenover een instinct
sterker blijkt dan rede en gevoel? De waarheid
. i nu eenmaal gekocht en betaald worden, tegen
ontante remise van tranen en bloed a la
<ie heure.... de menschheid schijnt bereid het
gekozen kruis weer op te nemen !
De stem eens roependen
T'»T de fanatici, die niet ophielden den
iiopeloozen strijd tegen den oorlog aan U*
W; i'-n behoort de auteur Laurénce Stallings. Hij
"l* ulo den aanval met een novelle Plumes", di
in \inerika groote sensatie verwekte wegens haar
'?'l uti-oorlogskarakter. Toen schreef hij, tezamen
Maxwell Anderson het fameusëWhat price
? ?", dat van Broadway uit zijn triomftocht over
?Hjneelen der wereld maakte. Vervolgens nam
/.ijn toevlucht tot het populairder en krasser
mm der film en hij ontwierp het scenario Voor
"big parade". Maar intusschen groeide de
?? generatie op voor wie dit alles woorden bleef
pgewonden sentimentaliteit, die men
sphouder?lend over zich heen liet gaan in afwachting
..de daad". En opnieuw wijzigde Stallings zijn
??k. Men wilde geen sentimentaliteit en geen
N'os? Goed?hij zou met nuchtere feiten
koliiei .... onweerlegbare documenten van de verr
% Ie daad". Zijn boek The first world war"
top. vide zich ertoe 513 oorlogs-foto's te
publiceefcft, Rechts begeleid door korte bijschriften en een.
**k i jpte inleiding. Voor ieder onbevooroordeeld
j*të<g hier de oorlogskanker in al haar
afzichte«jkh- id te kijk en inspanning slaan de ouderen het
gèlai.! der jongeren gade, in vrees en beven voor
«Ie v.iwerking....
Tv-itslotte nam Stallings opnieuw zijn toevlucht'
tot <;,. fum. x)e anti-oorlogsfilms als Westfront
en All quiet...." bleken volgens sommigen
*? Rendeel uit te werken van de bedoelde
ten- welnu, hij zou dezelfde tactiek volgen als
laatste boek. Hij verzamelde zooveel
authen'"riogsmateriaal als hy uit de filmarchieven
nu
«I.
il.'
'«j
uu
..T.,.
op)
va;
lan
byeen kon rapen en monteerde dit tot een nieuw,
hartstochtelijk betoog tegen den krijg. En zoo ligt
dan de First World War" voor ons een stuk
wereldgeschiedenis, dat zelfs in zijn betrekkelijke
onvolledigheid imposant en overtuigend genoeg
lijkt.... tenminste voor hen, die reeds overtuigd
zijn!
Want opnieuw dringt zich het woord van Dorge
lès op: Wie de oorlog wil leeren verfoeien, dient
hem mee te maken l" en geen beeld geen
document, hoe navrant en onweerlegbaar, is in
staat de werkelijkheid zelfs maar te benaderen.
Het kan dan ook niet anders of het geslacht van
1035 ziet deze fragmenten uit een gigantische
folterkamer met andere oogen aan dan het geslacht
dat 1914 heeft gekend. Wat aan deze fragmenten
ontbreekt is de bloedstank en.de wurgende onze
kerheid en de sfeer van demoralisatie.... maar
vooral: de tijd! De trage, sleepende, eindelooze
tijd het hopelooze, uitputtende wachten
de grauwe, moordende monotonie. In al haar
verschrikking werd deze film nochtans niet meer
dan een Serie sensationeele momenten ont
stellend, weerzinwekkend, beschamend.... maar
zonder de eentonige ellende, waarvan zij geweld
dadige erupties waren. Zij geeft de torpedeering
van een vrachtschip.... een somber, beklemmend
schouwspel. Maar zij zwijgt van de maanden vol
van, angst en nervositeit, die toen de wereld ver
teerden. ZU toont ons het fatale heure H" waarbij
wy ? met verbijstering het menschelijke slachtvee
uit de loopgraven zien klimmen, om strompelend
over het veld van eer een blinden, zinloozen dood
tegemoet te rennen. Maar wij worden niets gewaar
? van het ongedierte en de modder en de vervuiling
der tranchëes".... noch van de afstomping
door de dagen van ledigheid en wachten. Wij zien
gewonden een veldlazaret binnendragen en hier
en daar een man neerstorten als een gevelde os.
Maar niets bereikt ons van het gruwelijk naspel
van het leven der verminkten of van de ver.
slagenheid der nabestaanden. ' ?
Het eenige wat onverkort tot ons komt is d
satyre de bloedige hoon van het verschil in
schijn en wezen. In grooten getale aanschouwen
wy parades en decoraties met plechtige défilé's
en dierbare accolades....groteske rustpunten in
de reeks van gewelddaden. En het laconieke
document vervolgt zijn relaas: es wird weiter
gemord et!
De film als historicu;
NAAR het heet, werden voor deze film de
geheime archieven geplunderd". Het Ujkt
weinig waarschijnlijk, dat de archieven-in-quaestie
zich tot een dergelijke naïveteit zouden leenen. Wat
er werkelijk aan documenten in de off icleele bewaar
plaatsen geborgen ligt, zal wel ten eeuwigen dage
aan de oogen van het publiek onttrokken blijven.
Paul Sabon, een der leiders tijdens den oorlog van
den Service Cinématographique",. heeft daar
over een boekje open gedaan in zijn essay: Gran
deur et décadence du cinéma au front" (Revue
du cinéma, Mei* 1931). De f ilmdienst zoo schrijft
hij was gedurende den wereldoorlog miserabel
genoeg georganiseerd, maar toch -liggen in de
archieven meer dan 250.000 meter film
wegge-sloten, zonder nog te spreken van de 150.000
foto's en -20.000 stereoscopische (!) opnamen.
Maar geen gouvernement zou het ooit wagen, derge
lijke documenten openbaar te maken.... al
?ware het alleen maar uit instinct tot zelfbehoud!
? Daar zijn opnamen bij van soldaten, die door
loopgravenwaanzin bevangen de beschuttende
?onderstanden verlieten en door Niemandsland
ronddwaalden tot zij werden 'neergeschoten. Er
7<ijh opnamen bij van gewonden, die zich
voortsleepen met beide handen de ingewanden vast
klemmend, welke uit den opengereten buik puilen.
.Daar zijn blindgeschotenen bij, die in hét prikkel
draad verward raken en als insecten spartelen
tot een barmhartige kogel hen afmaakt. Daar
zijn episoden bij van verdierlijking en verruwing,
die met geen woorden te beschrijven zijn. Het
behoeft geen betoog dat dit alles nimmer het dag
licht der publiciteit zal aanschouwen: ... .Ie
gouvernement et l'autoritémilitaire" (zegt Sabon
woordelijk) gardent en principe jalousement
secrets ces document» l" .
Al blijven ons dus de allerergste getuigenissen
bespaard* zoo valt niet te ontkennen dat uit
zuiver historisch oogpunt beschouwd The first'
PAG.9DCGROENENo.JttS
Type uit S. M, Eisenstein: Storm over Mexico
(Alhambra, Amsterdam)
* ? ? . ' ? ' ?? ;
world war" een der indrukwekkendste films werd.
die ooit in het publiek vertoond werden. Het is
afgezien van de tendenz een aangrijpend*1
sensatie dit bewogen stuk wereldgeschiedenis ..a
renyers" aan zich te zien voorbij trekken. De
koningin van Engeland, en de keizerin van
Duitschland rijden zij-aan-zy over de jubelende ..t'nter
den Linden". Het is de laatste maal" zegt de
laconieke commentator ..dat zij elkaar van aange
zicht tot aangezicht zullen ontmoeten!" Keizer
Franz Josef, Tsaar Niculaas met den jongen
tsamvitsj, Keizer Wilhelm met opgestreken snor
ren en arrogante allure.... heel deze kaleidoscoop
van ijdele, wereldsehe grootheid zieii wy schitteren
in kortstondigen glans, tot de wereldgeschiedenis
met hen afrekent.... eea ,.Mene tekel!" dat tot
nadenken stemt, ook iu onze dagen! De film
toont zich-in dit leerzame en boeiende werk de
historieschrijver bij uitnemendheid zij stimu
leert daarbij aanzienlijk alles wat de beschouwer
aan filosofischen ? zin bezit. In die korte flitsen
van een geagiteerde werkelijkheid doemt een. heel
tijdvak op om weer weg te wentelen in de nevelen
van het verleden.
Maar of zij haar doel als oorlogs-antidótuni zal
bereiken is een andere vraag. Reeds belijdt een
deel der tegenwoordige jeugd weer zijn geloof
in ploèrtendooders en kaplaarzen. Reeds wordt
ons ernstig in overweging gegeven zand in huis
te nemen voor den komenden lucht oorlog. Neen
hoe dicht zoo'n film bij de ontzettende waar
heid komt, het is toch altijd nog de waarheid
zelve niet. Maar als wij de waarheid wenschen,
behoeven wij slechts te kikken..... de rekening
volgt later! ,
S. M. Eisenstein: Storm over Mexico
(Alhambra, Amsterdam)
DE veelbesproken film van Eisenstein, Storm
over Mexico", die een zoo scherpen strijd.
ontketende tusschen Upton Sinclair en de
filmfanatici der wereld, loopt thans in het Alhambra*
theater te Amsterdam. Wij komen volgende week
uitvoeriger op dit merkwaardige product van den
grooten Russischen regisseur terug.
acJ.
lijk
det
rer
;<en
n i
2n'
en
in
ar
»/
Ie
A
r.
?o
r
t