Historisch Archief 1877-1940
Kritieken
Bott/ce/fi: Geboorte van Venus (fragment). Parijs, Petft Palals
Italiaansche kunst te Parijs
llliniinillllMHJHHMIMMHIMHinilllMMMIMIIIHIMIIIIIIMMHIIIMMIIIIMIIIIIi^
ANK zij de persoonlijke bemoeiingen van f
Mussolini zijn de grootste meesterwerken^
lllllllllhlIlillMIIIMIUIIMIIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllilllflIMIIMIir
VAN de primitieven tot het einde van de
XVIIIdéeeuw volgt men de ontwikkeling
van de Italiaansche beeldende kunsten, niet
alleen de schilderkunst, door de zalen van het Petit
Palais. Voor de Italianen van de. negentiende en
twintigste eeuw is het museum van de Jeu de
Pauine ingeruimd. In beide vindt uien verrassin
gen. In het eerste die der herkenning van
meerendeels bekende waarden, welke onder dit licht, aan
deze wanden met andere geconfronteerd, nieuwe
, rijkdommen onthullen, in het andere een evenwijdig
loopen aan stroomingen elders met enkele hoogte»
punten, eindigend in het breken met alle vormen en
(Prampolihi) het zich losvvorstelen aan een eeuwen
lange traditie.
Hoe de Italiaansche kunst kiemde, in lentebloei
schoot, vol-op Zomerde, dorde, het bestaan in
gekunsteldheid rekte, met brio vergoedde wat aan
groeikracht ohtbrak, maar dwars door alle wisse
lingen heen nieuwe lote. n zette ziet men in het
Petit Palais. Het licht is er mild en aan te raden
is er 's ochtends te komen. In de middaguren
proppen de bezoekers er samen en daar niets de
doeken van het publiek scheidt verdicht het zich
daarvoor tot schermen, die ze bedreigen. D'e
collectie, een ware selectie, is gegroepeerd om de
keur, die in de middenzaal gehangen werd.
Tintoretto en Titiaan, Giorgone, Correggio,Michel
Angelo en Raphael zijn daar tezamengebracht.
In den aanvang was het Woord en het woord is
kleur geworden en deze kleur is vroomheid. De
schilder uit die dagen was ambachtsman in dienst
van een ideaal, hij geloofde aan wonderen, want
alles hi het leven verscheen hem als een' wonder.
Op hun paneelen verhalen zij van Christus' ge
boorte, leven en lijden met de argeloosheid van een
kind, dat een mensen is. En deze gewydèperso
nages doen zich voor op gulden achtergrond, want
niets is kostbaar genoeg om de pracht van het
paradijs te vertolken en te eëren wie het bevolken.'
Het uitgangspunt van de Italiaansche kunst tegen
de twaalfde of dertiende eeuw ligt voor ons besef
al óp een hoogte, die klassiek mag heeten, vast van
stijl en; met een meesterschap over de edelste uit
drukkingsmiddelen. In dien t|jd.straalt nóg het
licht, uit Byzantium, laatste uitlooper van de
Helleensche gedachte, met oostersche
vereeringsmotieven en decoratieve formules geschakeerd.
Het is onmogelijk en zeker niet wenscheiyk, in zoo
kort bestek vele namen te noemen. Cimabue en
Giotto staan aan de poort van deze evolutie. Van
het midden der veertiende eeuw af bij de geboorte
van de Florentijnsche school verschijnen de
individueele trekken van deze dichters met kleur.
, Giotto had in'zijn waarheidsliefde al belangstelling
voor houding en costuum. ?
Zijn. opvolgers bestudeerden meer en meerl het
, leven in de gezichten. De beulen en andere-kwaden
werden triviaal, de gelukzaligen in bovenaardschen
glans' voorgesteldM Uit' deze bekommering ter
PAG. t DE GROENE No. 302*
uitdrukking van hun werkelijkheid ontsproot het
landschap. Hun oogen openden zich voor de
liefelijkheid der natuur buiten gedachte aan schade
of nut. Ze blijft een onderdeel als achtergrond, maar
dit decor neemt rechtstreeks deel aan het innerlijke
uf uiterlijke drama, dat zich ervoor afspeelt. Maar
naar nabootsing werd niet gestreefd. Men wilde het
leven geen concurrentie aandoen. De geschilderde
gestalten dienen ter opwekking van de contem
platie. De tot schoone materie geworden bezinning
levert den sleutel voor die andere, gesublimeerde
werkelijkheid, welke alleen bij machte is hèo
karakter van het middel ter benadering van het
goddelijke te rechtvaardigen.
In Fra Angelico heeft dit verlangen naar het
wakker roepen van een staat van opgetogenheid
de diepste uitdrukking gevonden. De school van
Sienna wilde niet anders en dit vermogen is op
Venetiëovergegaan door Bellini heen. Een ver
rukkend oogenblik breekt aan, waarop in ziel en
talent van schilders en beeldhouwers iets bleef
van de middeleeuwsche naïeveteit en gotische...,
gemoedelijkheid en de groote zoekers zich naar de
oudheid kccren. Het tastende * humanisme van
Botticelli, zijn tijdgenoot en en onmiddellijke op
volgers raadt de Grieksch-romeinsche kunst eer
dan datjhet haar kent of navolgt. Deze bedauwdo
frischheid van gevoel en uitdrukking, die meische
spontaneïteit droeg ontbinding in zich. Met
Botticejli dreigt de steile lijn van de fontein al om te
buigen. Met hem sluipt een vleug van verstarring
en maniërisme binnen.
***
De staat van de zinneiyk-mystische bekoring is
uit. De pioniers der beschaving proeven de bitter
heid van het verloren paradijs, zoo niet van
hetverloren geloof, op de tong. Hun is een zoet waas
van vóór de oogen weggevallen. Zij strekken de
handen naar profane en sacrale onderwerpen
gelijkelijk. Giorgone en de jonge Titiaan dompele^
de gevallen van het aardsche leven in het po
tiseerende vermogen van heimwee en droom. Zij
richten vergeefs den blik op een leeg geworden kim
en vinden het gehein in veredeling van wat hun aan
zintuiglijk ervaarbare schatten overbleef. Qp hun
doeken nemen de lichamen volume aan, er komt
reliëf en perspectief, de ?peinture krijgt opeens een
derde dimensie, de figuren verplaatsen tucht. Uit
de atmospheer van den zang' komt ze op aards
terug. De muze der schilderkunst slaat een blad
zijde om: deze wordt in plaats van een genot voor
oog, en hart een bezit nemen van de natuur, een
middel tot vermeerdering van kennis en naspeuring.
Lippi, Baldovinetti, Masaccio, Pollajuoli.
Verrocchio en de beeldhouwer Donatello triomfeeren.
Hun koortsachtige arbeid maakt het
vijftiendeeeuwsche Florence tot een laboratorium. Daar
worden de vraagstukken van modeléon constructie,
van alle technische middelen gesteld. Bijna al deze
meesters zijn tegelijkertijd virtuozen en geleerden,
realisten en ideologen. Vóór RossO was Mantegna
al met den liggenden, in het verkort gezienen
Christus tot het uiterste van vakmanschap gegaan,,
een indrukwekkende oefening, zonder ziel. Hy
leidt de Barok, die grimas na den glimlach, in, de
verstarde tourmentatie na de zuivere smart. De
blik heeft het snijdend zinnende van het scalpel
gekregen.
.?? Leonardo, Michel Angelo, Haphael gebruiken
het anders dan voorloopers en epigonen. Naast
hen, zij het wat in de schaduw van die verwon
derlijke quattrocento rijzen Piero della Francesca,
Pisannello en andere smeden van een stijl, die aan
gelaat en gewas het aanzien van geslagen metaal
geeft. De eeuw van Julius II komt in de heugenis
aan die van Pericles gelijk. Maar al tijdens het.
leven van Michel Angelo verwordt de wetenschap
van de vormen bij Bronzmo en anderen tot ab
stractie, willekeur en gril. Het sap verdroogt in de,
handen* .van wie geen goden meer zijn.
1 Venetië, machtig, ernstig en rustig in zijn
lagunen tusschen zee n bergen spiegelt zich onver
stoorbaar in zijn kanalen als een'in zich zelf ver*
. zonken feest. Daar wordt de natuur geen geweld
aangedaan, men vergenoegt zich met de spelen van
vreugde en liefde. Heilig en onheilig, alles is er
aanleiding tot het ontwerpen van bekorende
paneelen. Guardi, Canaletto, Tiepolo stemmen het
.orkest tot kamermuziek en preludeeren op de
romantiek. De tijd i van de groote meesters is
gedaan, het kabinetstuk vervangt ,de picturale
symphonieën, maar op deze doeken van enkele
'decimeters in het vierkant toonen de kleine
meesters zich groot. ,
Totdat in' de XIXde en XXste eeuw aan dezen
hemel nieuwe sterren rijzen, van Welke Modigliani,
in de Jeu dejPaume rijk vertegenwoordigd, van de
eerste grootte, was en blijft.
H. VAN LOON
i t
J
Schilderkunst in Nederland
ALBERT PLASSCHAERT
BIJ de Onafhank»lijken; Kogan
KRITISCHE zin is by een schilder en by
een beeldhouwer n der meest nood
zakelijke elementen. Slechts enkelen kunnen
dit missen in bepaald opzicht; het zijn drie groote
onstuimigen, die zelf onophoudeiyk gedreven, geen
werk ooit maken, dat niet, een eerste eisch! de
levendigheid der ontroering vertoonen. Kritische
züi is by een tentoonstelling, die, zooals deze ten
toonstelling, een verzameling van velen is, dubbel
noodzakelijk, daar van zelf een ongeiyke verzame
ling gemakkelijk suf wordt, levenloos. Ieder in
zending moet dus ten eerste op die levendigheid
gekeurd worden, daarna het geheel. Ik geloof niet,
dat dit goed begrepen is, bij de Onafhankel'üken".
Er ontstaan daar dus allerlei tekortkomingen,
teleurstellingen. Eén mijner teleurstellingen hier
is de inzending van Kogan, en deze teleurstelling
was by scherper keus niet noodig geweest. Ik ken
daarvoor het werk genoeg. Ik heb nooit, zooals
sommigen een overdreven waardeering voor Kogan
gehad. Hij is als beeldhouwer en als tcckenaai
soms zuiver en verfijnd, maar hij is ongelijk; hij is'
niet groot genoeg om tegenover aichzelf zorgeloos
to zijn. En ' hij is dat hier geweest. De t
ekeningen, die hy op de Onafhankelijken vertoont, kunnen
niet gerekend wórden tot die teekeningen van hem,
die zijn hoedanigheden naar voren brengen, maar
die integendeel het mogelijke bij hem slechts, in
schijn bezitten; zoo is ook hier zyn, plastisch werk.
H'U heeft zich zelf hier niet wel verdedigd r hy heeft
door zyn werk zeker de tentoonstelling niet ver
levendigd. '
Van Welle bij Ituffa
IK ben benieuwd naar de keuze, die Van Welie
en Siedenburg zullen doen uit van Welie's «werk.
Een volgend nrtikel zal daarover myn. bevindin
gen bevatten. Van Welie is n der Hollanders, die,
en dat is zeldzaam, tot de internationale
portrettisten behoort. Hij ia dus de tweede, die binnen kort
de kunsthandel Buffa ons laat zien; na Van Dongen
Van Welie, twee gansch verschillende persoonlijk
heden. De internationale portrcttist is een schilder,
die niettegenstaande zijn kunde of zyn begaafd
heid, blootstaat aan de meeste gevaren, tusschen
zyn confraters. Hy is een trekvogel der schilderkunst
en, niet overal vindt hy een plaats, waar hij en wol
zijn nest kan bouwen. Hij is toch afhankelijk, tel
kens opnieuw, van een aangewezen en niet zelf
gekozen 'domein. Hij is, daarenboven, zoo góéd a U
uitsluitend .aangewezen op bepaalde,
maatschappelijke kringen. Maar dat is het ongewone van
dezen tyd, deze trekvogels kunnen door de
finautietle verschuivingen en ontwrichtingen en door
politieke toestanden niet meer rondvliegen, zooals
zij dat vroeger deden: zij moeten terug naar hun
land of tenminste verblijven in een bepaald land-,
ze zyn geïnterneerd en moeten meedoen aan de
algemeene versobering. Voor sommigen kan dat
goed zyn, voor anderen khn het tot een onheil
worden. Ik meen, dat van Welie zulk onheil werd
bespaard; portretten als dat van B. v. B. en van
Dr. E, byv. (deze zijn uit de laatsten tyd) kunnen
en zullen hem Holland meer vertrouwd maken,
dan hy tevoren was.
>lcj. A. 8. Hendriks, Knaterneatr. C3, Den Haag
ER schijnt een nieuw soort schilderessen
komst i en wel bepaald wat de voorstelling
aangaat. We hebben degeneratie der
bloempottenvoor-de-armen gekend; dei generatie der over
dreven drama's, de generatie der zielige figuren;
wU krijgen nu de generatie der vogels, der eenden
en andere dieren, niet heelemaal dus die der huis-:
dieren, maar f och die der dieren by het huis of in
de buurt van het buitenhuis. Er zijn overal
talqnten mogelijk; van ieder onderwerp is iets te ma
ken, ook van vogels, als die(maar niet gemaakt zyn
ter illustratie van slechte dierkundéboeken.
Mej. A. S. Hendriks is naar mij werd verteld,
een leerlinge van, W. van den Berg en vaag een leer
linge van Willem yan Konijnenburg. Het is, zóó
dit alles juist is, zeer gelukkig.voor haar, dat de
laatste slechts een vaag leermeester vanhaar was;
zijn werking, gewoonlijk uitgeoefend op zwakke
CHAMPAGNE KRUG
La loule première marque
, i
i
op
,,
schildertalenten, is byv. altijd destructief. Zij is
dan ook in alles eerder een leerlinge van Willem
van den Berg, on zij vertoont in haar werk, by
buien, een eigenschap, die Van den Berg eveneens
bezit, maar zelden durft bezitten ! Dat is de zin'
voor pet komische; een eigenschap, die by vele Hol
landers als grof geldt en bij dogmatici (en daarvan
zyn er kudden in Holland) als minderwaardig. Deze
zin voor het komische kan echter als verkwikking
werken als opluchting in.een duffe kamer. Er
zyn in de vogelteekeningen en daar niet alleen
zulke opluchtingen" te vinden bij Mej. A. S. Hen
driks; ik hoop, dat ze veerkracht genuog bezit
dezen komischcn zin zich niet te laten nemen, maar
integendeel haar te verfijnen en te versterken.
De C eet ere bij Bantcc Lanüweer. A'dam
DtiZE tentoonstelling brengt zeker niet dal.*
wat ik wachtte. Ik herinner my werk van
De Gcetere, nu in Parijs, maar die in den ;»urlog
uit Belgiënaar Holland kwam, van een blun
deren aard en dat ik in T'trwht zag. Het was
\vurk in oen ongewone kleur, die ge desnoods
gedupraveerd kondt noemen, zoo ge maar niet op den
lichamclijk-gezoiiden De Geetere eenzelfde lic ha.
melijk etiket plakte. Het waren zeker stillevens in
dion tijd, waarvoor de kleur tegelijk rijk en vaag
was (dat kan tesamen komen!). Ik weet ook, dat
hij in Parijs zeer bizondere etsen maakte van zeer
biznnderc voorstellingen, illustraties van boeken
en anderszins, die hij mij eens beloofde ter bespre»
king te zenden, maar nooit zond. Ik hoopte nu bij
Sun toe Land weer mijn herinneringen te verfris*.
schen en eindelijk eens kennis te maken, wat zijn
onachtzaam geheugen mij onthield. Ik ben'zeer
teleurgesteld; ik hervond noch wat ik kende, noch
vond ik wat ik steeds nog niet ken. Ik vind hier als
hoofdzaak wat krabbels"; snel neergezette teeke
ningen, die natuurlijk niet zonder bepaalde en som*
zelfs aangename eigenschappen zijn, maar die
zeker hem die het Hollandsche werk nooit zag en
nooit de Parijsche" etsen of een paar daarvan
(ik zag die ns) in handen had ook maar in kunnen
lichten van wat feitelijk de eigenaardige De Geeterc
heeft gemaakt. Deze tentoonstelling H m'.a.w.
niet in-lichtend.
Notitie over Ern. Wijnants
EEN komende tentoonstelling van Ern.
Wijnants' werk (den beeldhouwer uit Mèchelen).
den vriend van Kik Wouters, bracht mij de
verrassing, dat ik hierdoor merkte, dat mijn kennis
van dit werk of liever Van «'t geheel, van dit werk
niet volledig was. Iedereen weet, dat Rik Wouters
KALVERöTp: IQ
AMSTERDAM
395
BÖJMT5EQCMROOMMEDELHOUT
KAST ^NACHTKASTJES KLCED&PIE&eL
MET GLASPLAAT MANICUUR KASTJ E
TAFEL. 2 BEKLEEDE STOELEN
een voortreffelijke schilder was evenzeer als een
zeer belangryk beeldhouwer; tentoonstellingen in
Belgiëhebben ons van deze dubbele waarde kunnen
overtuigen, waarom steeds te betreuren is gebleven.
dat een scherp-gekozen verzameling van Kik Wou
ters niet in verscheiden plaatsen van ons land werd
tentoongesteld, waardoor de algemeene kennis van
Rik Wouters werd mogelijk gemaakt. Xict wist ik
echter, dat ook Wijnants, de beeldhouwer, schil
derde. Door 'n toeval merkte ik in een
Amsterdamschen kunsthandel, dat dit wel het geval is, zoodat
naast een aantal overeenkomsten in het werk van
Rik Wouters en dat van Ernest Wijnants. deze
nog hierbij te voegen is. Dadelijk dient hieraan toe
gevoegd te worden, dat het werk van Wijnants wat
de schilderkunst aangaat, nog niet te vergelijken
is met den rijkdom van Wouters' werk. Wel is ch
ter reeds vast te stellen, dat deze \Vijnants in het
geschilderde invloeden vertoont van Wouter?: nog.
niet is natuurlijk vast te stellen, bij zoo weinig
werks, tot welke eigen persoonlijkheid een begaaf
de als Wijnants zich in de schilderkunst kan ont
wikkelen. ''??'?? PL.
FRANSCHE KUNST BIJ VECHT
In de kunstzaleh A. Vecht, Rokin 56. Amsterdam is
gedurende de maanden Mei en Juni een tentoonstelling
van meester» der Fransche school uit de inde en 2oste
eeuw die alleszins een bezoek waard is. Men vindt er
onder meef stukken van Corot. Degas.
ToulouseLautrec, Matisse, Monet, Pissarro, Renoir, Signac en Utrillo.
Van de twee aanwezige landschappen van Alfred
Sisley beelden wij er hieronder een af.
,??«;' -k >??»!;
'KROP
hieraat )
j ontler.
«lat hij
' URE.
i.
don
nei »
r d« ii
ee,:
nfdi
zot
tt-T*
? e»-,
der
no;
paach
J(/*
uet
i*ep
;eu
a!
2n
en
ui
ar
s.'
Ie
n
' f»
?o
,i 3
'?»
»
r
? .b. ?
i , Alfnd S/s/ey: Molens en brug over de Lolng te Moret (Kunstzolen Vecht. Amsterdam/
PAG. 7^06 GROENE No. 3016