Historisch Archief 1877-1940
II.'s'.
li; .'
Wo//oce Beery en Jockfe Cooper in Treosure Island" (Royal, Amsterdam)
Bioscopy
TORSO....?
L J. jordaan
Sergel M. Eisenstel n: Stormen over
Mexico", (Alhambra, A'dam)
ERGENS in de antieken-galerijen der musea
~ die koele, schemerige ruimten waar de
burger alleen op heete dagen een clandestiene
tuk pleegt te doen staat de fameuse torso".
Ken enorme romp overweldigend in het
machtige en tegelijk barmonleuse spel der spieren, zich
welvend in een majestueuse spanning.... Kop
en armen mankèeren de imposante zuilen
der boenen zijn gemutileerd tot een paar stompen,
maar dit verminkte overblijfsel is groot en indruk
wekkend als het meest volledige beeldhouwwerk.
Ik heb mij wel eens afgevraagd of dit kunstwerk
dezelfde majesteit zou hebben bezeten wanneer
het eens niet verminkt ware ! WU zijn nu eenmaal
ongeneeslijke romantici zoo'n beschadigde
kolos werkt op onze verbeelding en krijgt in onze
oogen licht iets menschelijk-tragisch. Waarbij nog
komt dat het ontbreken van kop en ledematen
den torso een bijna bovenaardsche beteekenis
geeft, daar al onze aandacht zich onwillekeurig
concentreert op gedeelten, die in de volledige
totaalcompositie verloren plegen te gaan. Om
kort lo gaan ik kan de kettersche idee niet van
mij afzetten, dat zoo'n verminking de reputatie
van don onbekeuden beeldhouwer geen schade
heeft gedaan.... eer het tegendeel!
Onwillekeurig gaan de gedachten van dit ge
schonden monument naar wat ons vertoond wordt
als ..de verminking" van Eisenstein's Quo viva
Mejico !" en do logica brengt mee, dat men in dit
fragment eenzelfde grandczza verwacht als in zijn
marmeren pendant. Het geval is bovendien niet
zonder precedent. Ook van enkelu films, door Von"
Strohcim indertijd in dèsolatèn toestand op het
film-abattoir achtergelaten, was het bekend dut
zij verminkingen" waren torso's zonder kop
of ledematen. Maar er was tusschen die mutilatles
en Stormen over Mexico" een principieel verschil.
Wedding March" en Oreed" bleken inderdaad
onbeschaamd onder het mes te zijn geweest: hcelc
brokken waren er uitgesneden, subs. afgehakt
maar -de stukken die overbleven konden ten
minste werk van Stroheim heeten.
? , ?
K/l ET Stormen over Mexico" is het eenigszins
' ' anders gesteld. Wat wij hier te zien krijgen is
in de eerste plaats Tissé(de cameraman (plus
een heel klein beetje van Alexandrof (de scenarist)
en van Eiscnstein.... niets I Want iedereen weet,
dat de Russische meester zijn eigenlijken arbeid
eerst begon, wanneer het materiaal verzameld en
geordend was.. Stel u voor het ontwerp voor
een mozaiekarbeid of een schilderij in gebrand
glas, waarvan de kleurige fragmenten zijn ver
zameld, doch door een andere hand dan den ont
werper samengevoegd! p
Wat wij uit de verwarde legende, die het ontstaan
van dit fameuse werk langzamerhand omgeeft.
kunnen wijs worden duidt op een volmaakt nieuwen
vorm van film-creatie. Het is bekend genoeg, dat
Eisenstein's ideeën hieromtrent de laatste jaren
van een fantastische koenheid en oorspronkelijk
heid waren. De man, die niets minder in zijn schild
voerde dan eenmaal Marx' Das Kapital" te ver
filmen, deinst blijkbaar voor geen radicalisme
hoe ongehoord ook, terug.
Bij Von Stroheim, die andere verkwister van
materiaal, mag men veilig vaststellen dat h g zich
tenslotte in de gecompliceerdheid van zijn eigen
conceptie verwarde niet de zaak geen raad meer
wist en in wanhoop deserteerde. Eisenstein is daar
stellig de man niet naar. De schepper van
Potemkin" en Tien dagen" schijnt, wel de laatste om
een arbeid aan te vangen, zonder precies en'schcrp
omlijnd te weten wat hij wilde. Deze exacte denker
en koele mathematicus is zich te zeer bewust van
icdcrcn voet celluloid, die hij gebruikt, om zestig
duizend meter film te vervaardigen in's Blaue dor
Mexicaansche luchten hinein. Wanneer wij dan
ook vernemen van plannen om een kolossaal fresco
te ontwerpen van den bloei, den ondergang en do
1 regeneratie eqner beschaving dan kunnen wij
er vrij zeker van zijn, dat hier een machtig en
volkomen afgewogen -werk op stapel stond. In het
algemeen huivert men bij zulk een gedachte ten
overstaan van den gewonen" filmkunstenaar.
Do synthese van een handeling of een
gedachtencomplex binnen de voorgeschreven omgrenzing
van een enkele vertooning is een practischc
noodzakelijkheid gebleken voor film- zoowel als'
tooneelkunst, die tevens een der meest
stimulecrende factoren mag heeten. Scheppen is begrenzen
en hier staan wij tegenover het begrenziugselement
in zijn meest drast ischen en imperatieven vorm.
Maar qoud Heet Jovi, non Heet BoviJ
Eiaenstein's persoonlijkheid geeft hem.het recht van
uitzondering. Niemand weet bij benadering te
zeggen, wat van dezen fantastischén opzet terecht
zou zijn gekomen en in hoeverre zulk een enorm
film-fresco zou zijn geslaagd, doch zonder gevaar
mogen wij de mislukking van Que viva Mejico !"
oprecht betreuren, als een onherstelbaar verlies
voor de toekomst en do^ontwikkeHng der filmidee.
PAG. 8 DE GROENE No.302*
P.E.N-Congres
en Politiek
ALBERT HELMAN
DE schrijver H. G. Wells, een man tnel
veel zin voor realiteit, heeft bij de cpe
ning van het dertiende-P.E.N.-Congres
t<Barcelona reeds aanstonds het interne probleeir
van deze vereniging scherp gesteld. Meet men u
deze tijd, waarin de meeste regeringen in
meerdenof in mindere mate du vrijheid van expressie vat
de schrijver belemmeren of trachten te beïuvloe
den, moet men bij het dagelijks verergeren vat
zulk een toestand een gemeenschappelijke
actiivoeren, met het onvermijdelijk risico steeds
mee>op politiek terrein terecht te komen? Of doet d*?
l'.E.N.-Club beter zich ver te houden van alle gr
varen, en uitsluitend te zijn wat ze reeds in
hog-mate is t een genootschap voor gezellig verkeer en
leuke uitstapjes? Een klaar standpunt innemende.
pleitte Wells voor het laatste. We zijn kunstenaars
en geen politici, zei hij.
De meesteu waren het niet met hem eens. D»
Franschman Crémieux vooral niet.Volgt men Welk.
dan maakt men zich zelf tot museum-liberalen.
zonder enige verbinding meer met de wereld waarin
wij'leven; voert de P.E.N.-Club oppositie, dan zo l
? zümisschien de helft van haar leden of meer vet ?
liezen. Dat was het alternatief. Over de doeltref
fendheid' van eventueel te voeren oppositie wer l
i
Het gebrandschilderde glas
dan! werden bijeengevoegd en
do suhervi::
in elkaar g< ?
past door den heer Sol. J. Lesser Esq. van Holl\ ?
wood. Wanneer al de filmfanatici der wereld «'??
fiolen huns toorns over het hoofd van dezen
bra\uitstorten, dan it* dit misschien niet heelema. l
gerechtvaardigd.... maar tenslotte heeft hij h< t
zelf gewild. Zoo'n gigantisch plan op oigeu hout >?
om te zetten tot een bioscoopfilm van uormal< "
afmetingen is inderdaad een vrijmoedigheid.
waartoe men de uoodigc unverfrorenhelt nu> t
bezitten. Maar wat wil men? De zaak sche* n
hopeloos vastgelobpen en de kans dat do celluloi
ichaos door Eiseustein achtergelaten in Upt< u
Sinclair's huis te Posadena, nooit door het
grotv»publiek zou worden aanschouwd, was niet gering
Toen heeft men in vredesnaam maar het min*1'1
van alle kwaden gekozen en den Hollywoodsch n
cutter aan het werk gezet. Mag men Sinclair >. ??
looven, dan is men hierbij nog te werk gegaan in -t
zooveel 'piëteit als onder de gegeven omstand ??
heden mogelijk scheen. Letterlijk zegt de ramp
zalige backer" van Eiseastein het volgende: T ir
story was cut in exact accord- with the «eencM«
and there was then added a prolugue follotci 19
the Eisenstein scenario, showing the ancient May ui
ruins and the coming of the Spanlsh influen-e.
Also au epllogue dealing with modern Mexi* <».
following the scenario...." (?Close Up" Dec. '31'.
Gelijk men ziet een verantwoording waar weii.ig
tegen in te brengen valt.
Maar dat wij hier tédoen hebben met een prodt cl
dat van Eisenstein niet meer dan den naam
nv**draagt, kan vrijwel vaststaan. Nietzsche in «'U
magazine-artikel samen t* vatten is uu eenm ui!
een tamelijk onmogelijke taak. Intusschén \vjj
moeten nog blij zijn op den koop toe, dat MI*
althans iets wordt getoond van Eisenstel-t'?
geniale medewerkers en de actieve, ondernemei d<
directie van Alhambra" verdient zeker een p'h ini
voor haar durf. Het zou onredelijk en ondankbaar
zijn.; niet te erkennen dat hier nog veel te genie en
valt. Daar is in de eerste plaats do prachtig*
aanhef die wonderbare droom, diégeniale over
peinzing aan den voet der Azteken- en
Mimimonumenten. Dan is er dat phvnomenalo woï'vii
met het levende type, dat do weergaloozc ktns»
der Kussen zoo bij uitstek in herinnering
brengt.Zie hoe de famtmsc Tissézoo'n masker best-ied
heeft het modelleert in zijn licht-en-dohko»
liet een plotselinge tragiek verleent door een n tfk
hoofdbeweging.... het doet leven door een
fronsen der wenkbrauwen. Zie hoe het
3K-xicaanschu land voor u open ligt, achter de oubfr
wegelijke contouren van den reuzen-cactus ???
een visioen van warme exotische schoonheid- U"1
is inderdaad camera-kunst van de hoogste ->rdf
en maakt den plicht van lederen f ilmbelangstelli nde
om althans datgene te zien wat hem van dit ir«rfc
waardige werk geboden wordt, tot een groot n
intens genot.
Maar Eisenstein. is het niet.... de torso ka»
nog zonder vrees voor. rivalen verder droom» i»'"
de schemering der xmuea....!
i, et geaproken. tën het resultaat van alles won, dut
,,-sloten werd bij de Duitse regering een protest
u te dienen tegen de behandeling van de schrijvers
.ildaar, en bij de regering van Haïti tegen de
behan'.ding van Jules Romains.
In de huidige opvatting draagt, een dergelijke
iindelwüzo stellig een politiek karakter. Het is
i-rweer tegen een dictatuur die zich uitstrekt tot
? -n gebied dat tot voor kort nog taboe werd
be- -houwd door de mees ten. Maar kunst of literatuur
, jn geen beschermde domeinen in die zin dat de
i illectievc calamiteiten van het leven, de
oconoi , ische, sociale, politieke of religieuze zonder
, l recte invloed kunnen blijven op dit gebied. Men
I. -eft het lang gemeend, en vele romantici blijven
l -t tot op heden geloven; maar de naakte feiten
l -wijzen het tegendeel, en de onloochenbare
prac\ |k bewijst de these aan welke dit P.E.N.-Congres
? «g niet toe gekomen is: dat de hedendaagse
i unstenaar niet buiten het leven kan staan, * i :h
i i-t op een voetstuk kan plaatsen au dessus de la
i lötóe". Daar het gcheele leven, zonder restricties,
, ii-h op bizondere wijze in hem concentreert, móet
; ij ook noodwendig politiek denken, dat is:
menin: fit koesteren die ook onvermijdelijk het nieuwe,
.beschermde domein" der politiek doordringen.
vis hij niet koploos is en laf, is hij gedwongen zijn
l .tp te riskeren en zijn moed te tonen. Desnoods
i -gen wil en dank.
Deze stelling, in een extremere vorm dan ze hier
: -poneerd is, werd door de Russen verdedigd, dip
i* antwoord op de uitnodiging toe te treden tot
. ? P.E.N.-Club, te kennen gaven, dat zij zich
? ochts interesseerden voor een genootschap dat
. ? vrijheid van alle menschelyke expressie
nastreef? .en niet slechts van de artistieke. In ronde
wopr? ii: zij voelden enkel voor een
kultuur-bolsje?<? <tische" en rcvolutionnair-politiserende
vereni;. i£. En het was te begrijpen, dat de
Internatiot, U' P.E.N.-Club. die hoofdzakelijk bestaat uit
l» isibcle heren op leeftijd en goedwillende dames
il nog altijd van verbroedering door de kunst"
il -men, er zelfs niet over denken kon deze richting
ii te slaan.
Men heeft het dan ook vermeden nader, op de
y. k in te gaan en te onderzoeken of het
algemeen;i.- ivnardo leerstuk van Wells, dat de kunstenaar
/.i u buiten het lagere", politieke leven te houden
ii -ft, niet de voornaamste oorzaak is van het
?fl ods meer alarmerende feit, dat ? hetgeen men
ui uwere kunst noemt, veelal zo hopeloos
oninteiv -amt is., en steeds meer vervreemdt van de naar
. # stelijke en aestbetische waarden hunkerende
*sa. Om de mensheid te kunnen interesseeren
ft de kunstenaar zich te bemoeien met datgene
de mensheid interesseert. Ja, hij moet juist
ene zijn, diéde mensheid toont wat haar in
» kelijkheid interesseert, zonder dat zij het
zich/? misschien nog bewust zwos. Zulk een
kunsteii. r is dan bovendien vooruitstrevend, een
baan-lii ;er. ?
?<oe staat men in Nederland tegenover deze
«li ,en? Ik ben geen lid van de P.E.N.-Club on.
u,. 'dus niet, wie er daar een mening op na houdt,'
i»' 'n welke die meningen zijn. Maar ieder heeft
ku: nen constateren dat na de houding die een
. \V.> ^e maal door de Nederlandse gedelegeerde,
in- touw Jo van Ammers-Küller, op het congres
is <- genomen, de opinies in het Hollandse centrum
blijkbaar niet gewijzigd hebben. De philippica
Toller toen tégen Duitschland hield, werd dóór
'ederlandse delegatie bestreden, men weigerde
; eren tegen een bevriende" natie.
?maal liet de Nederlandse delegatie (mevrouw
To). van Rhyn-Naeff en de heer Joh. Koning)
Hol; ,nd wederom als enige van de dertig
vertegen'iiigde landen tegen de motie van Klaus Mann
nen, die het Congres vroeg te protesteeren
het onrecht door de Duitse regering haar
lx*1'' schrijvers aangedaan, en niet name tegen de
gev.i :igenschap van Carl von Ossietzky en Ludwig
Rei- on de ontvoering van Berthold Jacob.
^ l!-, ben ook niét genoeg thuis m de dessous" der
rlandse literatuur om te weten op welke
'"!en hét vaderlandse P.E.N.-Centrum en haar
"sentanten een uitzonderingspositie wénsen in
IK men. In ieder geval was de reden die de heer
l Koi,iiig ter vergadering mededeelde: dat men
tin beoordelen of die personen werkelijk
wergemaltraiteerd", van een onsterfelijke
belain
h.
v\
.1
<lif
de
te
l
teg«
niet
«lei,
... .-...?w^r* «* y * ***? ^^*« ^*««rv^«»* vr*4^«»V MVr*««
chel-<kheld. Want, zoals men hem terecht
antw°0:'1de, daarover had de wereldpers kolommen
en kolommen geschre
ven. Er zijn nu eenmaal
van die dingen waarbij
men zich niet onpar
tijdig" kan houden, zon
der de schijn van dom
heid of lafheid op zich
te laden. Zelfs wanneer
men zich daarbij op
liberaal" standpunt
tegt te plaatsen, en niet ongenegen is
zo-in-hetalgemene-weg mee te protesteren. Wil men zich
op de heilige Traditie beroepen, dan mag ik de
vraag stellen of de Geuzen ook zo
in-het-algemeneweg protesteerden? Of Anna Byns en Vondel
minder waren door het noemen van namen?
Te denken dat men door het afstemmen van een
protest-motie liberaal" handelt, is het toppunt
van reine naïveteit, is misschien koninklijk hau
tain, maar het getuigt tevens van een totaal gemis
aan solidariteitsgevoel en strijdbaarheid. En het
Is zeker geen reden niet op te komen tegen het
onrecht, bepaalde kunstbroeders of collega's aan
gedaan, omdat er nog zoveel anderen zijn die niet
bQ name genoemd worden".
Ook bij de beminnelijkste interpretatie blijkt het
standpunt van het Nederlandse P.E.N.-Centrum
zeer onklaar en zeer onmannelijk. En zeker is het,
dat onze georganiseerde pennelikkers degenen zijn
die thans het meest de oplossing van Mr. Wells
blijken toegedaan: de Internationale P.E.N.-Club
een gezellig onderonsje te laten zijn van di
minores", die zich bepalen tot leuke uitstapjes en
gezellige kransje?.
Waar het trouwens van jaar tot jaar meer op
gaat lijken, elsof er heus niets ergs passeert in deze
lieve samenleving. ^^_^_^^
Boeken .
GESCHIEDENIS VAN DEN
NEDERLANDSCHËN STAM
DE Geschiedenis van den Nederlandschen
Stam", geschreven door Prof. Dr. P. Geyl
is een omvangrijk werk, over onze historie.
Er ligt aan deze geschiedbeschouwing een bizondere
opvatting ten grondslag. Prof. Geyl gaat niet uit
van den Nederlandschen Staat, maar van den
Nederlandschen stunt, dat wil zeggen van hen, die
het Nederlandsche taalgebied bewonen. In de
Inleiding tot zijn uitvoerig werk, die wij aan
treffen vóór het eerste deel, motiveert de schrijver
zijn standpunt. De geschiedschrijvers van vóór
den oorlog zoo doet Prof. Geyl uitkomen ?
laten het nationaal besef beheerschen door het
staatsverband. Zy meenden, dat het
nationaliteitsgevoel, dat wortelt in nheid van taal en be
schaving, zijn uitdrukking zou zoeken in den
zelfstandigen Staat. Volgens Prof. Geyl Is daar
naast plaats voor een geschiedbeschouwing, welke
nitt het staatsverband, maar de taal-eenheid en
cultuur-eenheid, die dikwijls door de staatkundige
grenzen wordt doorsneden, tot uitgangspunt
neemt. De Nederlandsche taal en cultuur, aldus
Prof. Geyl houden niet op bij onze staatkundige
grenzen; over die grenzen heen, wordt zij in
Vlaanderen voortgezet.
u'kent tocrTmijn tante clairisse?
waar 'n goeie film loopt, nou, daar is ze
in de uitkijk" daar draait
thans by candlelight",
die zal ze dus zeker niet missen!
De geschiedkundige periode, waarover het
tweede deel van Prof. Geyl's geschrift handelt,
beschrijft de jaren 1609 tot 1648. Wij zien de
Zuidelijke Nederlanden, het tegenwoordig Belgi
dus, onder het bewind van Albert en Isabella, en
we ontwaren hoe daar, In het Zuiden, de vorstelijke
Macht het leidend beginsel is. Er is een groot ver
schil tusschen het Zuiden en het Noorden In die
eerste jaren der zeventiende eeuw, het verschil
in den invloed der geestelijkheid op het maat
schappelijk en politiek leven. Nog een ander be
langrijk verschilpunt tusschen het Noorden en
het Zuiden doet de schrijver uitkomen. In het
Noorden was er een Regeering van de beter ge
situeerde burgerij, in het Zuiden werd, onder het
Centraal Bewind, het bestuur door een adellijk
tintje overtogen.
Intusschén, hoe groot de religieuse tegen
stellingen tusschen het Noorden en het Zuiden
mochten zijn, er was n belangstelling, die de
Noord- en Zuid-Nederlandsche gewesten met
elkander verbond, de humanistische, die, inter
nationaal georiënteerd, zich openbaarde in zin
voor kunsten, en wetenschappen, voor den
klassieken geest, en het Latijn als omgangstaal.
Als Hugo de Groot in 1621, na zijn ontsnapping
uit Loevestein. te Antwerpen komt, vindt hij er
een kring zooals Den Haag noch Amsterdam hem
hadden kunnen' bieden.
De godsdienstgeschillen tusschen Remonstranten
en Contra-Remonstranten worden ons door Prof.
Geyl in zijn tweede hoofdstuk uitvoerig beschreven,
geschillen, die eindigen met de bevestiging der
Calvinistische heerschappij door de Synode van
Dordt. Maar de schrijver laat ons den
Libertijnschen inslag zien van de Calvinistische schering.
Hij toont ons dan, hoe er ook andere dan Calvini
stische tendenzen waren in het geestesleven van
ons volk, tijdens het twaalfjarig bestand.
Op treffende wijze bespreekt Prof. Geyl de
periode na de hen-at t ing van den 80-jarigen
oorlog, in 1621, de mislukte pogingen om de eenheid
tusschen de Noordelijke en Zuidelijke gewesten
te herstellen, en daarna den vrede van Munster,
de koloniale expansie en de eerste Engelsche
oorlogen.
Prof. Geyl heeft door zijn methode een belang
rijken voorsprong op andere geschiedschrijvers.
Hij hakt zich een weg door de grillige aaneen
schakeling van historische gebeurtenissen, hij
heeft een bepaald- motief waarom hij zijn historie
beschouwing groepeert. Dat motief is het verschil
in lotsbepaling tusschen de Noordelijke en Zuide
lijke Nederlanden, bij gemeenschap In taal, in
afstamming, in onderbewust elkander toege
dragen sympathie. Hierin ligt de beteekenis van
zijn in hooge mate belangwekkend geschrift. R.
BENAUWENISSEN
ONLANGS, bij de opening van de lueht'
lijn Amsterdam'Milaan, kwam een iw
rukte journalist mededeelen, dat hij om
ticaalf uur nog voor Atnéricain" zat, .op het
Leidacheplein in Amsterdam. En '« middags om
vijf stapte hij al fier rond op den Milaanschen
grondt waarschijnlijk juichend.- er zijn geen
afstanden meert En een vermaard piloot der
K.L.M, kwam in hetzelfde majeur zijn blijdschap
uitspreken, dat men voortaan in 3l/t dag (of was
't in 3l/i uur?) naar Indiëzou kunnen vliegen.
Neen, er zijn geen afstanden meer. Maar 't is
zeer de vraag of men, het menschdom, daar zoo blij
om kan zijn
Er was eens een jonge schilder, leerling van de
Rijksacademie, die tegen een commissielid op'
merkte, dat men al zoo ongeloofelijk veel zien en.
beleven kon, als men enkelnaar Amstelveen ging
wandelen. JÓe Gewichtige-Heer had namelijk uit
den rijkdom van indrukken, door den jongen man
.getoond, afgeleid, dat hij veel en ver gereisd moest
hebben. - ,
Tegenwoordig hebben de menschen de heele
wereld .noodig om wat te beleven. En weldra zullen
ze er niet genoeg aan hebben. Ome eenvoudige
.Aarde wordt zoo klein en benauwd, en op den
duur zoo eender. Er valt in de, tegenwoordig selfs
vrij verre, nabijheid niets meer te beleven en in de
verte ook nauwelijks meer. Men moet al tot
Oeganda of Melbourne of Tokio gaan om misschien
het gevoel te krijgen in een andere icereld" te zijn.
Onze grootouders ondervonden dat al, zoodra zij
in Cltef aankwamen, en dat was iegelijk
goedkooper en veel meer doeltreffend* Want de
menschheid heeft behoefte aan vernieuwing en
verfrissching van indrukken. Maar het wordt al moei
lijker die te verkrijgen, nu alles zoowat hetzelfde
en dadelijk bereikbaar wordt. De steeds ver
ergerende .Beschaving zorgt er voor, dat wij
overal een gelijk en gelijkvormig comfort vinden,
en de vliegmachine, dat wij overal dadelijk zijn.
Zoo slijt onze belangstelling aan alle kanten af
en zullen wij allengs ónze levensverfrissching op
de sterren moeten zoeken, of haar maar weer, net
als Oods Koninkrijk, in ons zelven moeten
vinden, zotuier van plaats te veranderen. Maar in
geen geval is er reden tot juichen, omdat de Aarde
zoo klein en eentonig geworden is. Het is er,
behalve dan om practische redenen, niet om te
doen ergens, maar ergens anders aan te komen.
Daartoe chter moet de heele wereld niet hetzelfde
zijn. Wat ze al meer wordt, en zoo delft de mensch
dagelijks mei lust het graf van zijn eigen
tevenskracht en levensmoed in een wereld, die toch al
niet bijzonder opwekkend scheen. F. C»
'KROP;
hieraan}
?dat hij
' URL.
M.
J d,n
Liet n
T d'"
ee.i
t e«
nk»,
nfdt
zot
ft-t'
ec-:
der
di
np:
paoch
Ujk
tiet
'rer
:en
tl J
2n
en
»n
ar
».'
Ie
^
P,
?e
s
fAG. 9 DI GROENE Na. 3024
i/'