De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 1 juni pagina 4

1 juni 1935 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

II.'s'. li; .' Wo//oce Beery en Jockfe Cooper in Treosure Island" (Royal, Amsterdam) Bioscopy TORSO....? L J. jordaan Sergel M. Eisenstel n: Stormen over Mexico", (Alhambra, A'dam) ERGENS in de antieken-galerijen der musea ~ die koele, schemerige ruimten waar de burger alleen op heete dagen een clandestiene tuk pleegt te doen staat de fameuse torso". Ken enorme romp overweldigend in het machtige en tegelijk barmonleuse spel der spieren, zich welvend in een majestueuse spanning.... Kop en armen mankèeren de imposante zuilen der boenen zijn gemutileerd tot een paar stompen, maar dit verminkte overblijfsel is groot en indruk wekkend als het meest volledige beeldhouwwerk. Ik heb mij wel eens afgevraagd of dit kunstwerk dezelfde majesteit zou hebben bezeten wanneer het eens niet verminkt ware ! WU zijn nu eenmaal ongeneeslijke romantici zoo'n beschadigde kolos werkt op onze verbeelding en krijgt in onze oogen licht iets menschelijk-tragisch. Waarbij nog komt dat het ontbreken van kop en ledematen den torso een bijna bovenaardsche beteekenis geeft, daar al onze aandacht zich onwillekeurig concentreert op gedeelten, die in de volledige totaalcompositie verloren plegen te gaan. Om kort lo gaan ik kan de kettersche idee niet van mij afzetten, dat zoo'n verminking de reputatie van don onbekeuden beeldhouwer geen schade heeft gedaan.... eer het tegendeel! Onwillekeurig gaan de gedachten van dit ge schonden monument naar wat ons vertoond wordt als ..de verminking" van Eisenstein's Quo viva Mejico !" en do logica brengt mee, dat men in dit fragment eenzelfde grandczza verwacht als in zijn marmeren pendant. Het geval is bovendien niet zonder precedent. Ook van enkelu films, door Von" Strohcim indertijd in dèsolatèn toestand op het film-abattoir achtergelaten, was het bekend dut zij verminkingen" waren torso's zonder kop of ledematen. Maar er was tusschen die mutilatles en Stormen over Mexico" een principieel verschil. Wedding March" en Oreed" bleken inderdaad onbeschaamd onder het mes te zijn geweest: hcelc brokken waren er uitgesneden, subs. afgehakt maar -de stukken die overbleven konden ten minste werk van Stroheim heeten. ? , ? K/l ET Stormen over Mexico" is het eenigszins ' ' anders gesteld. Wat wij hier te zien krijgen is in de eerste plaats Tissé(de cameraman (plus een heel klein beetje van Alexandrof (de scenarist) en van Eiscnstein.... niets I Want iedereen weet, dat de Russische meester zijn eigenlijken arbeid eerst begon, wanneer het materiaal verzameld en geordend was.. Stel u voor het ontwerp voor een mozaiekarbeid of een schilderij in gebrand glas, waarvan de kleurige fragmenten zijn ver zameld, doch door een andere hand dan den ont werper samengevoegd! p Wat wij uit de verwarde legende, die het ontstaan van dit fameuse werk langzamerhand omgeeft. kunnen wijs worden duidt op een volmaakt nieuwen vorm van film-creatie. Het is bekend genoeg, dat Eisenstein's ideeën hieromtrent de laatste jaren van een fantastische koenheid en oorspronkelijk heid waren. De man, die niets minder in zijn schild voerde dan eenmaal Marx' Das Kapital" te ver filmen, deinst blijkbaar voor geen radicalisme hoe ongehoord ook, terug. Bij Von Stroheim, die andere verkwister van materiaal, mag men veilig vaststellen dat h g zich tenslotte in de gecompliceerdheid van zijn eigen conceptie verwarde niet de zaak geen raad meer wist en in wanhoop deserteerde. Eisenstein is daar stellig de man niet naar. De schepper van Potemkin" en Tien dagen" schijnt, wel de laatste om een arbeid aan te vangen, zonder precies en'schcrp omlijnd te weten wat hij wilde. Deze exacte denker en koele mathematicus is zich te zeer bewust van icdcrcn voet celluloid, die hij gebruikt, om zestig duizend meter film te vervaardigen in's Blaue dor Mexicaansche luchten hinein. Wanneer wij dan ook vernemen van plannen om een kolossaal fresco te ontwerpen van den bloei, den ondergang en do 1 regeneratie eqner beschaving dan kunnen wij er vrij zeker van zijn, dat hier een machtig en volkomen afgewogen -werk op stapel stond. In het algemeen huivert men bij zulk een gedachte ten overstaan van den gewonen" filmkunstenaar. Do synthese van een handeling of een gedachtencomplex binnen de voorgeschreven omgrenzing van een enkele vertooning is een practischc noodzakelijkheid gebleken voor film- zoowel als' tooneelkunst, die tevens een der meest stimulecrende factoren mag heeten. Scheppen is begrenzen en hier staan wij tegenover het begrenziugselement in zijn meest drast ischen en imperatieven vorm. Maar qoud Heet Jovi, non Heet BoviJ Eiaenstein's persoonlijkheid geeft hem.het recht van uitzondering. Niemand weet bij benadering te zeggen, wat van dezen fantastischén opzet terecht zou zijn gekomen en in hoeverre zulk een enorm film-fresco zou zijn geslaagd, doch zonder gevaar mogen wij de mislukking van Que viva Mejico !" oprecht betreuren, als een onherstelbaar verlies voor de toekomst en do^ontwikkeHng der filmidee. PAG. 8 DE GROENE No.302* P.E.N-Congres en Politiek ALBERT HELMAN DE schrijver H. G. Wells, een man tnel veel zin voor realiteit, heeft bij de cpe ning van het dertiende-P.E.N.-Congres t<Barcelona reeds aanstonds het interne probleeir van deze vereniging scherp gesteld. Meet men u deze tijd, waarin de meeste regeringen in meerdenof in mindere mate du vrijheid van expressie vat de schrijver belemmeren of trachten te beïuvloe den, moet men bij het dagelijks verergeren vat zulk een toestand een gemeenschappelijke actiivoeren, met het onvermijdelijk risico steeds mee>op politiek terrein terecht te komen? Of doet d*? l'.E.N.-Club beter zich ver te houden van alle gr varen, en uitsluitend te zijn wat ze reeds in hog-mate is t een genootschap voor gezellig verkeer en leuke uitstapjes? Een klaar standpunt innemende. pleitte Wells voor het laatste. We zijn kunstenaars en geen politici, zei hij. De meesteu waren het niet met hem eens. D» Franschman Crémieux vooral niet.Volgt men Welk. dan maakt men zich zelf tot museum-liberalen. zonder enige verbinding meer met de wereld waarin wij'leven; voert de P.E.N.-Club oppositie, dan zo l ? zümisschien de helft van haar leden of meer vet ? liezen. Dat was het alternatief. Over de doeltref fendheid' van eventueel te voeren oppositie wer l i Het gebrandschilderde glas dan! werden bijeengevoegd en do suhervi:: in elkaar g< ? past door den heer Sol. J. Lesser Esq. van Holl\ ? wood. Wanneer al de filmfanatici der wereld «'?? fiolen huns toorns over het hoofd van dezen bra\uitstorten, dan it* dit misschien niet heelema. l gerechtvaardigd.... maar tenslotte heeft hij h< t zelf gewild. Zoo'n gigantisch plan op oigeu hout >? om te zetten tot een bioscoopfilm van uormal< " afmetingen is inderdaad een vrijmoedigheid. waartoe men de uoodigc unverfrorenhelt nu> t bezitten. Maar wat wil men? De zaak sche* n hopeloos vastgelobpen en de kans dat do celluloi ichaos door Eiseustein achtergelaten in Upt< u Sinclair's huis te Posadena, nooit door het grotv»publiek zou worden aanschouwd, was niet gering Toen heeft men in vredesnaam maar het min*1'1 van alle kwaden gekozen en den Hollywoodsch n cutter aan het werk gezet. Mag men Sinclair >. ?? looven, dan is men hierbij nog te werk gegaan in -t zooveel 'piëteit als onder de gegeven omstand ?? heden mogelijk scheen. Letterlijk zegt de ramp zalige backer" van Eiseastein het volgende: T ir story was cut in exact accord- with the «eencM« and there was then added a prolugue follotci 19 the Eisenstein scenario, showing the ancient May ui ruins and the coming of the Spanlsh influen-e. Also au epllogue dealing with modern Mexi* <». following the scenario...." (?Close Up" Dec. '31'. Gelijk men ziet een verantwoording waar weii.ig tegen in te brengen valt. Maar dat wij hier tédoen hebben met een prodt cl dat van Eisenstein niet meer dan den naam nv**draagt, kan vrijwel vaststaan. Nietzsche in «'U magazine-artikel samen t* vatten is uu eenm ui! een tamelijk onmogelijke taak. Intusschén \vjj moeten nog blij zijn op den koop toe, dat MI* althans iets wordt getoond van Eisenstel-t'? geniale medewerkers en de actieve, ondernemei d< directie van Alhambra" verdient zeker een p'h ini voor haar durf. Het zou onredelijk en ondankbaar zijn.; niet te erkennen dat hier nog veel te genie en valt. Daar is in de eerste plaats do prachtig* aanhef die wonderbare droom, diégeniale over peinzing aan den voet der Azteken- en Mimimonumenten. Dan is er dat phvnomenalo woï'vii met het levende type, dat do weergaloozc ktns» der Kussen zoo bij uitstek in herinnering brengt.Zie hoe de famtmsc Tissézoo'n masker best-ied heeft het modelleert in zijn licht-en-dohko» liet een plotselinge tragiek verleent door een n tfk hoofdbeweging.... het doet leven door een fronsen der wenkbrauwen. Zie hoe het 3K-xicaanschu land voor u open ligt, achter de oubfr wegelijke contouren van den reuzen-cactus ??? een visioen van warme exotische schoonheid- U"1 is inderdaad camera-kunst van de hoogste ->rdf en maakt den plicht van lederen f ilmbelangstelli nde om althans datgene te zien wat hem van dit ir«rfc waardige werk geboden wordt, tot een groot n intens genot. Maar Eisenstein. is het niet.... de torso ka» nog zonder vrees voor. rivalen verder droom» i»'" de schemering der xmuea....! i, et geaproken. tën het resultaat van alles won, dut ,,-sloten werd bij de Duitse regering een protest u te dienen tegen de behandeling van de schrijvers .ildaar, en bij de regering van Haïti tegen de behan'.ding van Jules Romains. In de huidige opvatting draagt, een dergelijke iindelwüzo stellig een politiek karakter. Het is i-rweer tegen een dictatuur die zich uitstrekt tot ? -n gebied dat tot voor kort nog taboe werd be- -houwd door de mees ten. Maar kunst of literatuur , jn geen beschermde domeinen in die zin dat de i illectievc calamiteiten van het leven, de oconoi , ische, sociale, politieke of religieuze zonder , l recte invloed kunnen blijven op dit gebied. Men I. -eft het lang gemeend, en vele romantici blijven l -t tot op heden geloven; maar de naakte feiten l -wijzen het tegendeel, en de onloochenbare prac\ |k bewijst de these aan welke dit P.E.N.-Congres ? «g niet toe gekomen is: dat de hedendaagse i unstenaar niet buiten het leven kan staan, * i :h i i-t op een voetstuk kan plaatsen au dessus de la i lötóe". Daar het gcheele leven, zonder restricties, , ii-h op bizondere wijze in hem concentreert, móet ; ij ook noodwendig politiek denken, dat is: menin: fit koesteren die ook onvermijdelijk het nieuwe, .beschermde domein" der politiek doordringen. vis hij niet koploos is en laf, is hij gedwongen zijn l .tp te riskeren en zijn moed te tonen. Desnoods i -gen wil en dank. Deze stelling, in een extremere vorm dan ze hier : -poneerd is, werd door de Russen verdedigd, dip i* antwoord op de uitnodiging toe te treden tot . ? P.E.N.-Club, te kennen gaven, dat zij zich ? ochts interesseerden voor een genootschap dat . ? vrijheid van alle menschelyke expressie nastreef? .en niet slechts van de artistieke. In ronde wopr? ii: zij voelden enkel voor een kultuur-bolsje?<? <tische" en rcvolutionnair-politiserende vereni;. i£. En het was te begrijpen, dat de Internatiot, U' P.E.N.-Club. die hoofdzakelijk bestaat uit l» isibcle heren op leeftijd en goedwillende dames il nog altijd van verbroedering door de kunst" il -men, er zelfs niet over denken kon deze richting ii te slaan. Men heeft het dan ook vermeden nader, op de y. k in te gaan en te onderzoeken of het algemeen;i.- ivnardo leerstuk van Wells, dat de kunstenaar /.i u buiten het lagere", politieke leven te houden ii -ft, niet de voornaamste oorzaak is van het ?fl ods meer alarmerende feit, dat ? hetgeen men ui uwere kunst noemt, veelal zo hopeloos oninteiv -amt is., en steeds meer vervreemdt van de naar . # stelijke en aestbetische waarden hunkerende *sa. Om de mensheid te kunnen interesseeren ft de kunstenaar zich te bemoeien met datgene de mensheid interesseert. Ja, hij moet juist ene zijn, diéde mensheid toont wat haar in » kelijkheid interesseert, zonder dat zij het zich/? misschien nog bewust zwos. Zulk een kunsteii. r is dan bovendien vooruitstrevend, een baan-lii ;er. ? ?<oe staat men in Nederland tegenover deze «li ,en? Ik ben geen lid van de P.E.N.-Club on. u,. 'dus niet, wie er daar een mening op na houdt,' i»' 'n welke die meningen zijn. Maar ieder heeft ku: nen constateren dat na de houding die een . \V.> ^e maal door de Nederlandse gedelegeerde, in- touw Jo van Ammers-Küller, op het congres is <- genomen, de opinies in het Hollandse centrum blijkbaar niet gewijzigd hebben. De philippica Toller toen tégen Duitschland hield, werd dóór 'ederlandse delegatie bestreden, men weigerde ; eren tegen een bevriende" natie. ?maal liet de Nederlandse delegatie (mevrouw To). van Rhyn-Naeff en de heer Joh. Koning) Hol; ,nd wederom als enige van de dertig vertegen'iiigde landen tegen de motie van Klaus Mann nen, die het Congres vroeg te protesteeren het onrecht door de Duitse regering haar lx*1'' schrijvers aangedaan, en niet name tegen de gev.i :igenschap van Carl von Ossietzky en Ludwig Rei- on de ontvoering van Berthold Jacob. ^ l!-, ben ook niét genoeg thuis m de dessous" der rlandse literatuur om te weten op welke '"!en hét vaderlandse P.E.N.-Centrum en haar "sentanten een uitzonderingspositie wénsen in IK men. In ieder geval was de reden die de heer l Koi,iiig ter vergadering mededeelde: dat men tin beoordelen of die personen werkelijk wergemaltraiteerd", van een onsterfelijke belain h. v\ .1 <lif de te l teg« niet «lei, ... .-...?w^r* «* y * ***? ^^*« ^*««rv^«»* vr*4^«»V MVr*«« chel-<kheld. Want, zoals men hem terecht antw°0:'1de, daarover had de wereldpers kolommen en kolommen geschre ven. Er zijn nu eenmaal van die dingen waarbij men zich niet onpar tijdig" kan houden, zon der de schijn van dom heid of lafheid op zich te laden. Zelfs wanneer men zich daarbij op liberaal" standpunt tegt te plaatsen, en niet ongenegen is zo-in-hetalgemene-weg mee te protesteren. Wil men zich op de heilige Traditie beroepen, dan mag ik de vraag stellen of de Geuzen ook zo in-het-algemeneweg protesteerden? Of Anna Byns en Vondel minder waren door het noemen van namen? Te denken dat men door het afstemmen van een protest-motie liberaal" handelt, is het toppunt van reine naïveteit, is misschien koninklijk hau tain, maar het getuigt tevens van een totaal gemis aan solidariteitsgevoel en strijdbaarheid. En het Is zeker geen reden niet op te komen tegen het onrecht, bepaalde kunstbroeders of collega's aan gedaan, omdat er nog zoveel anderen zijn die niet bQ name genoemd worden". Ook bij de beminnelijkste interpretatie blijkt het standpunt van het Nederlandse P.E.N.-Centrum zeer onklaar en zeer onmannelijk. En zeker is het, dat onze georganiseerde pennelikkers degenen zijn die thans het meest de oplossing van Mr. Wells blijken toegedaan: de Internationale P.E.N.-Club een gezellig onderonsje te laten zijn van di minores", die zich bepalen tot leuke uitstapjes en gezellige kransje?. Waar het trouwens van jaar tot jaar meer op gaat lijken, elsof er heus niets ergs passeert in deze lieve samenleving. ^^_^_^^ Boeken . GESCHIEDENIS VAN DEN NEDERLANDSCHËN STAM DE Geschiedenis van den Nederlandschen Stam", geschreven door Prof. Dr. P. Geyl is een omvangrijk werk, over onze historie. Er ligt aan deze geschiedbeschouwing een bizondere opvatting ten grondslag. Prof. Geyl gaat niet uit van den Nederlandschen Staat, maar van den Nederlandschen stunt, dat wil zeggen van hen, die het Nederlandsche taalgebied bewonen. In de Inleiding tot zijn uitvoerig werk, die wij aan treffen vóór het eerste deel, motiveert de schrijver zijn standpunt. De geschiedschrijvers van vóór den oorlog zoo doet Prof. Geyl uitkomen ? laten het nationaal besef beheerschen door het staatsverband. Zy meenden, dat het nationaliteitsgevoel, dat wortelt in nheid van taal en be schaving, zijn uitdrukking zou zoeken in den zelfstandigen Staat. Volgens Prof. Geyl Is daar naast plaats voor een geschiedbeschouwing, welke nitt het staatsverband, maar de taal-eenheid en cultuur-eenheid, die dikwijls door de staatkundige grenzen wordt doorsneden, tot uitgangspunt neemt. De Nederlandsche taal en cultuur, aldus Prof. Geyl houden niet op bij onze staatkundige grenzen; over die grenzen heen, wordt zij in Vlaanderen voortgezet. u'kent tocrTmijn tante clairisse? waar 'n goeie film loopt, nou, daar is ze in de uitkijk" daar draait thans by candlelight", die zal ze dus zeker niet missen! De geschiedkundige periode, waarover het tweede deel van Prof. Geyl's geschrift handelt, beschrijft de jaren 1609 tot 1648. Wij zien de Zuidelijke Nederlanden, het tegenwoordig Belgi dus, onder het bewind van Albert en Isabella, en we ontwaren hoe daar, In het Zuiden, de vorstelijke Macht het leidend beginsel is. Er is een groot ver schil tusschen het Zuiden en het Noorden In die eerste jaren der zeventiende eeuw, het verschil in den invloed der geestelijkheid op het maat schappelijk en politiek leven. Nog een ander be langrijk verschilpunt tusschen het Noorden en het Zuiden doet de schrijver uitkomen. In het Noorden was er een Regeering van de beter ge situeerde burgerij, in het Zuiden werd, onder het Centraal Bewind, het bestuur door een adellijk tintje overtogen. Intusschén, hoe groot de religieuse tegen stellingen tusschen het Noorden en het Zuiden mochten zijn, er was n belangstelling, die de Noord- en Zuid-Nederlandsche gewesten met elkander verbond, de humanistische, die, inter nationaal georiënteerd, zich openbaarde in zin voor kunsten, en wetenschappen, voor den klassieken geest, en het Latijn als omgangstaal. Als Hugo de Groot in 1621, na zijn ontsnapping uit Loevestein. te Antwerpen komt, vindt hij er een kring zooals Den Haag noch Amsterdam hem hadden kunnen' bieden. De godsdienstgeschillen tusschen Remonstranten en Contra-Remonstranten worden ons door Prof. Geyl in zijn tweede hoofdstuk uitvoerig beschreven, geschillen, die eindigen met de bevestiging der Calvinistische heerschappij door de Synode van Dordt. Maar de schrijver laat ons den Libertijnschen inslag zien van de Calvinistische schering. Hij toont ons dan, hoe er ook andere dan Calvini stische tendenzen waren in het geestesleven van ons volk, tijdens het twaalfjarig bestand. Op treffende wijze bespreekt Prof. Geyl de periode na de hen-at t ing van den 80-jarigen oorlog, in 1621, de mislukte pogingen om de eenheid tusschen de Noordelijke en Zuidelijke gewesten te herstellen, en daarna den vrede van Munster, de koloniale expansie en de eerste Engelsche oorlogen. Prof. Geyl heeft door zijn methode een belang rijken voorsprong op andere geschiedschrijvers. Hij hakt zich een weg door de grillige aaneen schakeling van historische gebeurtenissen, hij heeft een bepaald- motief waarom hij zijn historie beschouwing groepeert. Dat motief is het verschil in lotsbepaling tusschen de Noordelijke en Zuide lijke Nederlanden, bij gemeenschap In taal, in afstamming, in onderbewust elkander toege dragen sympathie. Hierin ligt de beteekenis van zijn in hooge mate belangwekkend geschrift. R. BENAUWENISSEN ONLANGS, bij de opening van de lueht' lijn Amsterdam'Milaan, kwam een iw rukte journalist mededeelen, dat hij om ticaalf uur nog voor Atnéricain" zat, .op het Leidacheplein in Amsterdam. En '« middags om vijf stapte hij al fier rond op den Milaanschen grondt waarschijnlijk juichend.- er zijn geen afstanden meert En een vermaard piloot der K.L.M, kwam in hetzelfde majeur zijn blijdschap uitspreken, dat men voortaan in 3l/t dag (of was 't in 3l/i uur?) naar Indiëzou kunnen vliegen. Neen, er zijn geen afstanden meer. Maar 't is zeer de vraag of men, het menschdom, daar zoo blij om kan zijn Er was eens een jonge schilder, leerling van de Rijksacademie, die tegen een commissielid op' merkte, dat men al zoo ongeloofelijk veel zien en. beleven kon, als men enkelnaar Amstelveen ging wandelen. JÓe Gewichtige-Heer had namelijk uit den rijkdom van indrukken, door den jongen man .getoond, afgeleid, dat hij veel en ver gereisd moest hebben. - , Tegenwoordig hebben de menschen de heele wereld .noodig om wat te beleven. En weldra zullen ze er niet genoeg aan hebben. Ome eenvoudige .Aarde wordt zoo klein en benauwd, en op den duur zoo eender. Er valt in de, tegenwoordig selfs vrij verre, nabijheid niets meer te beleven en in de verte ook nauwelijks meer. Men moet al tot Oeganda of Melbourne of Tokio gaan om misschien het gevoel te krijgen in een andere icereld" te zijn. Onze grootouders ondervonden dat al, zoodra zij in Cltef aankwamen, en dat was iegelijk goedkooper en veel meer doeltreffend* Want de menschheid heeft behoefte aan vernieuwing en verfrissching van indrukken. Maar het wordt al moei lijker die te verkrijgen, nu alles zoowat hetzelfde en dadelijk bereikbaar wordt. De steeds ver ergerende .Beschaving zorgt er voor, dat wij overal een gelijk en gelijkvormig comfort vinden, en de vliegmachine, dat wij overal dadelijk zijn. Zoo slijt onze belangstelling aan alle kanten af en zullen wij allengs ónze levensverfrissching op de sterren moeten zoeken, of haar maar weer, net als Oods Koninkrijk, in ons zelven moeten vinden, zotuier van plaats te veranderen. Maar in geen geval is er reden tot juichen, omdat de Aarde zoo klein en eentonig geworden is. Het is er, behalve dan om practische redenen, niet om te doen ergens, maar ergens anders aan te komen. Daartoe chter moet de heele wereld niet hetzelfde zijn. Wat ze al meer wordt, en zoo delft de mensch dagelijks mei lust het graf van zijn eigen tevenskracht en levensmoed in een wereld, die toch al niet bijzonder opwekkend scheen. F. C» 'KROP; hieraan} ?dat hij ' URL. M. J d,n Liet n T d'" ee.i t e« nk», nfdt zot ft-t' ec-: der di np: paoch Ujk tiet 'rer :en tl J 2n en »n ar ».' Ie ^ P, ?e s fAG. 9 DI GROENE Na. 3024 i/'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl