Historisch Archief 1877-1940
Links bee/dhouwkunst. .redf oude kunst /n /iet n/'euwe Gemeentemuseum, Oen Haag
Het Haagsche museum geopend
EEN ANDERE BESCHOUWING
Albert Plasschaert
D K upcning, do off ideële opening, van het
niouwe Haagsche Museum het is een
verrukkelijk iet» geweest voor de dagbladen
en ten eeiwto voor vele' ofTicieele lieden, die door
hun ambt noodzakelijkerwijs bij zulke opening
moeten zijn. Hiertoe behoort zelfs de militaire
mncht: de militaire bevelvoerder der Residentie
stond dan nok paeifiok" tusachen de burgers, als
oen bewijs hoe een generaal niet altijd van uit zyn
tent ol' van uit oen binnonkort-historinch kasteel
«?on aanval leidt van achter de HoUandftchc
waterlinie on hoi» hij op voortreffelijkc wijze werkzaam
(oen discipel toch van don tweeden generaal van
'Da u i van I-sseH) niet altijd onzen polderoorlog
loidl. Wij. dio allen verzot zijn, op verbroedering
on op oen sterk, paraat, "leger tegelijk
(veelzijdiggeheimkoord is onze geest!) wij genoten in stilte
oh nu tor ponno van dozc gebeurtenis; ons hart was
zollk wat vermoeid na liet genieten. Maar niet
alleen genoten wij van deze tegenwoordigheid van
?oen. van hen, wien gehoorzaamheid en onderge
schiktheid aan hot hoogst gezag-in-deze van de
jeugd af-aan wordt bijgebracht; wy genoten tege
lijk, hoc rustig onze goedhartige generaals en
andere officieren, tactiel en bovenal theoretische
tacliei, elke maand hun penningen kunnen gaan
holen, gekleed in ''s Kqnings Rok. Wij genoten '
hol is iets, dat wij altijd doen bij officieele gelegen
heden; ons kinderlijk hart geniet altijd van speel
goed J Wij genoten meer; wij begrepen hoe doctor
van Goldov, een allei-beminnelijkst maar hardnek
kig mensch,zich moes£ gevoelen, hu na velerlei en
'angstige vertraging en ha pijnlijke wijziging van
grootschc plannen, toch het Museum er eindelijk
stond, zoo goed als gereed was en hoc de Haagsche
bevolking wat haar elite aangaat, de elite in kunst
opzicht, niets minder meende te kunnen doen, dan
hem nna-t het gewone salarte, nog een geschenk
hem aan te bieden om hem te eeren, voor z|jn
volhardenden ijver na vele bergplaatsen ons te begif
tigen" met een werkelijk Museum; den Haag, der
Residentie, een wezenlijk hof der schilderkunst,
eindelijk waardig. Wij genoten, dat deze blozende
man met den zwaren snor, stond te midden van
zijn domein, needrig toch trotsch, zenuwachtig en
toch zeker; hy kreeg nu eindeujk een vast, voor
hem gebouwd kantoor. (
Wij genoten ...... Wy zagen tallooze officieelen
onze, schilderkunst en onze beeldhouwkunst ver
dedigen; wij wisten niet, dat de belangstelling in
de uitingen der schilderkunst en der beeldhouw*
kunst bij hen, die gewooniyk geen personae gratae
zijn bij de schilders en de beeldhouwers (déze
bet ? ?.
Hal in het nieuwe Gemeentemuseum, Oen Haag "
schouwen hen in hun hart als vreemden) zoo onge
rept was, zóó aangrypend, dat ze zelfs eenige uren
van hun drukken werkkring beschikbaar hadden
(elke officieele werkkring is altyd druk) om zich te
verzamelen, waar zy daarna niet dikwijls meev
verschijnen (hun belangstelling heeft iets
spamrindisch). Wy zagen er de dames, wier ambt vanzelv
hun tegenwoordigheid insloot; de dame du palais"
der schoone kunsten van Amsterdam, hoewel mooi-.
van juridischen aanleg! kwam zelfs niet met ledip
handen; zij bood een wandschildering aan van
Ruling, zóó maar, klakkeloos, gedurfd zelfs, wan*
de stijl van Berlage en die! van Röling lijken n<>^
niet zeer vertrouwd met elkaar! Maar dat is
voimoedeiyk een fout, een mijner fouten. dit hier neer t ?
schry ven l Om deze dame du palais" stonden
ando'ren opgehoopt, gestuwd. Wy zagen den off icieelen
vertegenwoordiger der kunsten in het tegenwoor
dige en ha vroegere ministeries, den schehnschon
heer Visser, een Drent als ns Smeenge; we zagen
hem, die ons altijd aan stoeten (geen cavalier ie;
doet denken en aan de hei met Drentsche schapen
(dieren en menschen gaan dikwijls op elkander
geiyken; ook schilders en de dieren, die zy gnani
schilderen lijden aan deze mimikrie; zie b.v. een
Tcxelaar). WU zagen hem rustig staan; hy kon:
..het klappen van' deze zweep ! Er waren nog ande
ren, wier naam officieel in verband mei de kunst
genoemd wordt; directeuren en wetenschappelijke
assistenten, conservatoren van dat, wat buiten hen
om alleen de eeuwigheid werkelyk conserveert. Bij
God, wat een rijkdom zagen wy l Wy wisten wel.
dat wy m ons land (het land immers van Rembrnndi,
arm gestorven) rijk waren aan beschaafde verstaan
ders van het kunstwerk; aan menschen ryk aan
fiches", aan kenners van den achterkant en vavi
den voorkant van het schildery, aan heeren, di<
zich naar alle, wereldsteden, zelfs naar de afgeh ?
genstédorpen begeven om hun kennis te vergroo
ten en dan boeken te schrijven, die in hun kringen
groot gezag bezitten. Wy zagen ze en wy genoten,
hoewel dezen broeders eenigszins vreemd, van hun
ne zekerheid? van hun beslissende jurisdictie, van
hun,competentie, die in den laateten tyd alleen
doqr de vrijbuiters, die wyzen op de niet altyd
volledige feilloosheid hunner expertises, werd aan
getast. Wy voelden in hen den triumph van den
.geest en begrepen waartoe geert kan voeren;
hóehij velen leidt tot op hooge plaatsen, waar zy zelf
, zelfverzekerd, zelfs niet duizelen op dit top-punt.
.En niet eenzydig zyn ze; ze trachten niet alleen
.het nieuwe te verstaan en te waardeëren; hun
beJangstelling in de wetenschap doet hen ook de
conPAG. 12-13 DE C
«H-vatoren van het oude eeren; Monumentenzorg
w. is eveneens aanwezig.- wiens plicht het is de
voegere generaties te verdedigen. Er waren nog
onverwachte anderen, ook leveranciers, die de
ii aterialen hadden geleverd voor Berlage's
gel» «uw. Wanneer ik meer neiging bezat tot statistiek,
/??u ik u het getal moeten bepalen van al de
aanwe/u-en, verdedigen van eigen belangen en eigen
posities maar dit is iets eer voor de journalistiek.
TJET museum van Berlage is de behuizing der
beeld** houwkunst, der schilderkunst, der versierende
kun,*t n in den Haag. Het is de behuizbig van de werken
>?? n kunstenaars en van wie als zoodanig gelden.
lid is echter merkwaardig om vast te stellen, dat op
?l- :e ojicning de kunstenaars (waren zij niet genood?)
c-»-» goed als afwcsin waren. De beeldhouwer van
l;?-i-lage liep er rond in zijn eenzaamheid; werd hy
u-'vraagd als leverancier?" Maar waar waren
i' --h de overigen, die op de eerste plaats hier
had?l-u moeten zijn gevraagd? Zijn de wetenschappe
lijke leiders der musea in ons land zoo vervreemd
v. i n degenen, waardoor zy ten slotte bestaan, dat
/.ii ze by den minsten officieelen schok vergeten?
Is dat het geval, dan moeten wy een sanatorium
?(v.'.or hen oprichten? Of zijn de schilders en
beeld,li"iiwcrs in zulk officieel ge\-al onpracsentecrbaar?
'M-ia'r waarom kiezen de leiders der musea zulke
linlen om lang over te studeercn? Waarom
werji'-ii" zij zich dan niet liever op de levens der
«renefii >ls en der gouverneurs der provincies; op de
? levens der referendarissen en op die der
leveran? ei- re? Bij Zeus; hoe komt het dat deze fatsocnlyken
"i studieuzen zich zoo vergissen? Waarom maken
/i- van hun musea niet oen uitstalplaats van
ge«?"iifyto" generaals, van schimmelvrijc ambtenaren,
v..ii schilders, die niets met de schilderkunst te
inaken zoo als een Haver Droese enz.? Waarom
l'tongen zij zulke, hun belangrijke Heden niet tot
li*'t volk en maken van al deze dooden een levend
iimseum? Waarom doen zy dat niet? Zij zouden.
<11 n de kunstenaars niet behooren te vergeten bij
<1< opening der musea» hunner musea; zy konden
?dr- ambtenaren uitnoodigen, die tot de bereden
ambtenaren" hoorden of die reserve-officier waren
bij het luchtwapen? Niemand had eenige reden dan
t'il ontstemming, ik zeker niet, maar zooals nu ge
handeld werd is inderdaad niet fatsoenlijk, niet
l)--hooriyk gehandeld.
P.8. Een volgend artikel zal liet museum als
museum bespreken en d» wijze der uitstalling van
«lu schilderyen, enz. .
MONTREUX
Hotel CHATEAU
Genfersee
BELMONT
Op stofvrije hoogte met schitterend uitzicht op het
MEER en de ALPENWERELD ? ?
' Modern, Lift, Tennis, Garage, Pension
van frs 10.?af. Bijzondere condities voor Families
Prof. Dr. Willcm Mtngelberg poseert voor Antoon von Welie
Portretten van Van Welie
KOENE
Tentoonstelling Buffa dfe Zonen, Amsterdam?
HET werk van Van Welie, een internationaal
portrettist, is in Holland minder bekend dan
dat van de meer typische [Hollandsche
portrettisten. Het is niet alteen minder bekend, het
wordt er niet en werd er nooit met groote geestdrift
ontvangen. Dat niet toe te geven zou beginnen zyn
met'iets'foutiefs; het zou tevens het miskennen
zyn van bepaalde eigenschappen van de Hollanders.
De redenen van dat niet met geestdrift ontvangen
gedeelteUjk kunt gy ze begrypen uit wat ik
niet lang geleden schreef in een artikel over het
mondaine en over het staatsieportret. De Hol
lander is het meest vertrouwd met Het intieme en
met het psychologische portret. Daar voelt hy
zich thuis; dat begrypt lüj van nature uit. Komt
dat door een calvinistischen" trek in ons» land;
door een calvinistisch wezen, dat ons allen schuw
maakt voor vertoon; komt het door dien calvini
stischen trek, die, ook een dorpsche trek, wel
het lange of langzame innerujk wroeten kent, maar
die tevens daardoor onwillig is tegenover elk
vertoon naar buiten?
Het calvinistische verstaat een Van Dongen
nooit; het waardeert, een ander mondain Hol
landsen portret, dat indertijd van Thèrèse
Schwartze, weinig; het heeft dezelfde houding
tegenover Van Welie's werk. Heeft het echter
overal ongelijk in zulk weerstreven? De mon
daine portrettist is, dat ligt nu eenmaal in
bepaalde redenen en vloeit voort uit bepaalde
oorzaken, die portrettist i* aangewezen op bepaalde
kringen, die door geboorte of door finantieele
omstandigheden zijn natuurlijke prooi" zgn.
Deze prooi", dat moet hier gezegd worden, munt
zeker niet in al haar vertegenwoordigers en in al
haar vertegenwoordigsters uit door do gaven, die
wy het hoogst schatten en welke gaven die der
scheppenden zijn en der anderszins-begaafden.
De mondaine portretschilder staat dus .bij
den Hollander niet in de gratie, omdat, hogr
manls! in een klein land wij de anderen te veel
van den kiemen.kant kennen en alles wat dien
kleinen kant tooit en verbergt, onwillig aan
vaarden.
Een andere factor» die invloed heeft op de
maatschappeiyke verscbyning van het portret,
is Het Hof". Zoodra daar het portret niet alleen
meer als historisch portret" wordt gewaardeerd,
maar dm aesthetische en mondaine redenen ge
noten, kan dat Hof grooten invloed uitoefenen.
Wanneer wij echter nagaan welken invloed dat
Hof bij ons op dékunsten heeft gehad, hetzy
doorhet geschilderd hetzij door het gebeeldhouwd
portret, dan vinden wy dien invloed niet als be
langrijk; opdrachten uit de latere tyden
zyn'eenyoudigweg als weinig-inspireerend te noemen.
In een land als Holland, dat hoewel protestantsch
erf" geheeten, toch een groot deel katholieken
bevat,- zou de invloed der katholieken zeer gunstig
kunnen hebben gewerkt., Het katholieke deel
voelt . zich echter nog niet vry genoeg tegenover
het protestantschédeel (te zeggen, dat het
zichzelf calvinistisch kleurde, ware te veel) om. in het
staatsieportret te brengen, wat het geven kon.
Het heeft in een gespleten land als het onze,
* * i ? .
. Antoon van Welle: portret van la
Baronne d'Arnould de Vitrolles
voorzichtig te zijn wat de keuze der schilden
aangaat; het moet steeds een roomsen schilder
kiezen, zelfs al is de roomsche schilder niet de
grootste schilder. Noch het Hof noch de Bisschop
kunnen dus een versterkenden invloed uitoefenen,
die elders mogelijk is.
Vindt de mondaine schilder weinig natuurlijken
steun ui Holland (ernst en toewydiug is den
vrouwen hier spoedig eigen); niet overgroot is,
dat volgt uit het voorgaande, de inogelykheid
tot het staatsieportret; niet velen onzer schilders
zyn daarvoor geschikt; die er voor geschikt zijn,
hebben alty'd iets van vreemde eenden in de bijt.
EVENALS de tegenwoordige staat van zaken
een aantal prijzen van schilderyen, die alleen
in de mode waren, vernietigd heeft of op mensche
lijkcr maat gebracht, evenzeer heeft die tegen
woordige staat iets anders verwekt en wel, dat de
..trekvogels der schilderkunst", de mondaine
portrettisten, meer geregelde nesten, moeten be
trekken; meer in hét eigen land verblijven, meer
hun ras voelen. Ik geloof, dat vervreemding van
den eigen grond zelden de diepste duigen versterkt;
een zelfs gedwongen verbhjf in het oorspronkelyke
land schaadt zelden, baat dikwyls. Ik geloof niet.
dat Van Welie's werk schade ondervindt van zyn
verblyf hier te lande. Portretten als dat van Jhr.
P. Beelaerts van Blokland, van Dr. Endtz en van
diens vrouw, van prof. Russell zullen door soberheid
en door meer psychologische!! toeleg den meesten
Hollander? gemaklijker, inniger vertrouwd worden
dan de weidschor gewilde staatsieportretten en
dan zyn vlotter uiterlijk-vaardiger mondaine por
tretten. PJ.ASSCHAERT
| den
bietir
t d..,
ee/j
t em
Moe.-!
Hfdi
zot
n -t*
eei
der
die
no;
Palijk
uêt
ver
«i
Sn
en
in
ar
Ie
n
r,
?e
s ?