De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 8 juni pagina 8

8 juni 1935 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

SCHOOL EN LEVEN J. Riemens-Reurslag DE werkloosheid der jeugd wees heen >iani- ecu groote leemte, die onze op voeding tot heden vertoont, alsof het doel van het leven is enkel on alleen ? arbeid te kunnen verrichten. ') Deze .arbeid neemt bij de opvoeding van de intellect ueele jeugd nog een veel en veel grootere pi wit s in, ??vreemd genoeg niet als doel. tnaiir als middel. Dat wil zeggen, dat de opvoeding er minder op gericht w.' straffe, nauwgezette,- consequente werkers te vormen, dan wel dat hét doel is het bereiken van een diploma. dat alleen door assidu werken ge haald kan worden. ? In liet algemeen wordt aange nomen, en wordt'ook van de ver onderstelling uitgegaan, dat de school is ingericht.voor kinderen met middelmatigen aanleg. Br; .T.- Luning Prak, dio c'est Tart de gro'nper les ehiffres door het intensief bestudeeren van statistieken tot allerlei merkwaardige gegevens is gekomen, komt tot een geheel andere conclusie. Hij onderscheidt op elke inrichting van onderwijs, Van lagere school af tot universiteit toe, drie groepen van leerlingen. De eerste groep omvat hen, die zonder moeite déschool afloopen, dat is dp groep van. het gave succes. De tweede groep behaalt ook liet'vereischte diploma, maar niet zonder .én tot zes keer te struikelen. Dit is de groep van het .lapwerk. De tierde groep is dégroep van de uitval. Zelfs bij de lagere school het is haast onbegrijpelijk. is het percen tage succes en lapwerk even groot, beide 40, n de. uitval bedraagt 20. Bij H.B.S. en gymnasium is het succesprocent 30, bij universiteiten ook. *) Zie De Groene van as Me i, f>ag. 14. Ru\v geschat kunnen we dus deze verdeel ing maken, dat van elke drie leerlingen van oen bepaalde inrichting van onderwijs er n vlot het eindpunt behaalt, n het eindpunt behaalt mot moeite en n uitvalt. De terreur van het diploma WAT bi-toekoiit dit «lies nu? Dit betoekent bij een dalende econo mische draagkracht dor ouders oen ontzettende belasting en opoffering, juist torwille van de groep lapwerk. aan wier .diploma's de maatschappij thans niet de minste behoefte heeft. D«t betoekent zeeën en zeeën van kinderleed, duor slechte repetities, door blijven zitton, door angstige kwartieren in wachtkamers voor don uitslag van een examen, angst, die zoo diep indringt in de ziel, dat zestigjarigen or nog van kunnen drooinen. Dat bot eekent minderwaardigheids gevoel, remming en ongeschikthoid' voor later werk. Dat beteékent, dat We langzamerhand kunnen spreken van de terreur van het diploma. Deze terreur van het diploma, waar onze generatie zoo aan gewend is, dat.ze het als een normaal verschijnsel ziet, is toch nog maar een uitvinding van jonge datum, en het is belang wekkend, deze kwestie in historisch verband tébezien. De tg*d van om streeks 1800 kende soms wel oen examen voor de universiteit, maar het slagen voor dit examen gaf alleen maar een soort testimonium, dat de examinandus een knappe jongen was; studecren mocht hij evengoed, ook als h|j was gezakt. Fröbel bijvoorbeeld had enkel maar lager onderwijs ge noten en heeft later gestudeerd. Spencer, die leefde in het midden van de negentiende eeuw, had een mooie jeugd gehad van algemeene vorming, Hij voelde zich aangetrokken De mode van morgen ei* n buulri'itt «/rmi tce een /«?<?<?</ rom/i/f/ i/t w/i :«?/? <//<»/?/<? klcnrcnnnnbintilh- lichtblauw en kiiHlnnjcbmin. D f ja/urn ///<?/ //??/ moderne ttdniotjv t-n lintxjiit'nloicn hultt is c/icnblnuic, tic driekwart imintcl h tjfritit en heeft P//CH revertt i-n vit e n geroerde drii'kieurt munteen. De miinlel in tiuk ilraui/bmir over nmtrre liijfniHHcntle fu {Kinnen. \'uor de eai-tinlie in een Imitiilaatti luimen irij lereiut een teil linnen tiiilleiir. leunen n wntral hel jnttjt' ninnerki'lijk in run unit. De nluilinif ilienl ult-clils ah rerttieriny en hel mutlel is zee r t/etu illeenl. Ken /><?drukte sijdrn blouse in beiyr. siciirl en yroen ntirdt eronder netlruijen, rerder een bijzonder ilallvune zicurlv Htroiihoeil en tin soo yclicfde tweekle.uriijc samcrttehornen in teil en swart. do»u* sociologische. philosophiHcho en «nik U'chnisflio Htudios. werd eei^t hiilpiimlerxvijzer on kroeg toon een aanstelling als ingenieur bij het aanleggon van do lijn Londen Ciloucoslor. Hij vond oen instrument uit om de snelheid van machines te nieten en kreeg' toon het toezicht op den aanleg van de hoelo lijn. Door deze betrekking werd hij in staat gesteld veel fossielen te verzamelen, waardoor hij geologie gingstudeeren en interesse kreeg voor do evolutie-theorie. Vanwege do steeds voortdurende malaise kon hij zijn betrekking als spoorweg!ngeniéur niet houden r dat kwam dus ook toen voor. In de tijden, dat hu' werkloos wafe, bestudeerde hij plantkunde en begon te publiceeren. Daardoor werd hij redacteur van The Kcoiiomist, en een bekend schrijver op sociaal gebied. Dit was alles omstreeks 18-10. Ook toen was er een tijd van depressie, maar een universeel man als Spencer kon van hot oone beroep in het andere overgaan, waar nu voor elk niet alleen ze ven jaar v» torst ud iegevraagd worden, niunr waar men ook zonder diploma onmogelijk inkomt. ,Met opzet heb ik.'-uitvoerig hierbij stilgestaan, om te wijzon op hét groote verschil van do opvoeding van nog geen eeuw geleden, die werkelijk tot einddoel had Freie Bahn den Tttchtigen", met het stijf aangetrokken keurslijf van in elkaar pussende diplomaatjes on diploma's, waar nu elke jongere in geperst moet worden. Ik zal niet zeggen, dat niet de meeste kinderen zich daar gemakkelijk in schikken. Men staat er'versteld .van, hoe groot het aanpassingsver mogen van do mensch is, en hoe men de kinderlijke geest knedon kan, maar hot zijn vaak de voor «K maatschappij moest waardevollen, die niet gemakkelijk in hot gareel loopon. die zich niet laten kneden, die «U schoolbanken van vier tot vier «-i, twintig jaar niet kumu-n verdragen, t-i. die terecht komen bij do proep uit vul Vaak vinden deze hot is alp-met bekend wel hun weg in het l«vi>i. hun initiatief doet hun een wei ontdekken. Het zijn lang niet alloma de nummers n vnn do klasse, d ? in het leven naar vuren komoi. schoolknapheid en gaan niet altijd samen. W Een school voor het icv< I A AR ik nu naar toe wi de i*lu volgende. Met de groo»o wvrk loosheid van de intellectucele jcut«i. ongeveer de helft der afgestudeeidri. is het meer dan ooit geboden, eonc-;z'uds na te gaan, aan welke bercepcn in de toekomst behoefte zal beftau-i en dit is eigenlek «-eu regeering' ? taak anderzijds te trachten, zocvei-l mogelijk den aanleg \an een kind Ubepalen, door alle bestaande iniddt ton en dit is een zaak van de outicts en de school. De leerlingen van de groep succes hebben geen In den slaapwagen I gegeven en zullen geen moeite gev-n. ze zullen ieder diploma kunnen )?<? machtigen, en de weg naar het U-MM zal voor hen alt g"d open blaan. IHMHI ... de groep lapwerk en de groep uitv.il. Is het eigenlijk wel gewet t tel. deze kinderen onder do terreur van. het te bereiken diploma te laten leven. er zooveel kindergeluk. zoovee) goM aan op te offeren, hun ee.n intellectuele opvoeding te geven waarbij de menscliwording geheel in het gedrang komt? Zou thans niet de tg* 1 gekomen v.ijn om langzamerhand a ui dit alho.-r schende diploma de g» hoorzaamhi-u op te zeggen? De selectie van lage«i scl«.»ol naai H.B.S. of gymnasium /.al <-p grtv <l van de nieuwere psyholugio v-»; fijner kunnen geschied, u. Pan zuil* n er dus direct een grootere kinderen overbleven, du- i baar onderwijs kunne)) en ilan grot p out niet mogen volgen. Is het nu niet «Ie tijd, een school voor het leven op te richten, waar gemeenschapszin woult aangekweekt en werklust, waar ond -twezen wordt, wat een ontwikkeld mensch van onze tyd weten nu>*'t. en niet mér, waar alle ballast boord wordt gegooid en waar, d. -«r een gezonde en zeer sobere levciswijze, de jonge mensch voorbci-i<l wordt voor een eenvpudig leven. Voor die beroepen, waar diplon.i'.* en dus lange studie voor noodig te> zullen er voldoende gegadigden zijn. Maar zy, die uitvallen, of die de eind paal halen met opoffering van lam jeugd, zij zullen met een mimfrr intellectueele opvoeding meer gedii ml zijn en beter berekend voor de roepen, -waar zij toch nu ook meeval in terecht komen. Beide belunghebbundei* : iliuui juJi.i}. pij en jongeren zullen er bij winn -n. BROER TJES LS kemphanen vlogen ze elkaar den heelen dag aan. Moeder ~ Freek plaagt- 'me' soo .'"... .... Moeder, Guus heeft mijn knikkers... (teef op, akelige jongen." En dan, ruk, ?fiats, daar rolden se weer vechtend over den vloer. Freek, groot en blond niet stevige vuisten, had een onuitgesproken minachting voor kleinen Guus, die don ker en tenger was. Vechten kon-ie niet. Maar slim was-ic uèl. Eigenlijk hem, Freek, een beetje te slim a/. Dat was juist het onuitstaanbare. ? En tóen kwam het heuglijke moment dat Guusje voorzitter werd van de stek tenclub. Freek liep geen stelten en had dus geen kans. Maar Guus deed het ''<* te beten op s*n jongens" en op s'» meisjes", wat een héele kunst was.ow die steltenclub kwam Freek niet «:'!7<bruid. Om je suf te lachen...., (Ur inaal meisjes waren het en maar "?* jongetje: Guus. Moest je ook zin f« hebben, hoor. Hij, Freek, zou féeslilfl voor zooiets bedanken /" J6, ze hebben 't jou niet een* <)(? vraagd", snerpte- Guus. En «(??«!'? vochten ze alweer. Maar toen kwant de dag, 'dat (?'"'" luid-snikkend thuis kwam, zijn sifitfH achter zich aanslepend. Wat was er 0' schied? Hij was geplaagd door de-rro welijke leden van de steltenclub, dlf »'rt' r leerden van vier tot acht jaren. Ze hadden- hem. voorop laten omdat hij voorzitter was en de K kan aiet slapen. Twee slaap middelen hebben niets .geholpen. '/oodm do trein stilstaat, ga ik ui ? middellijk zachtkens undcr y.e il naar |ii-t land der drooinen: heel voorzi/htig, op z|jn teenen, komt de slaap iiiderbij. Maar het geratel van den U ««in verjaagt hem weer. Kr zijn incnschen, die beweren, dat het bij Ii>'ii juist andersom gaat: dat het t--raas der wentelende wielen hen in .l.mp wiegt en het ophouden der be weging hen daaruit weer wakker rukt. i dan volgt onvermijdelijk het geval v; n den molenaar, die dadelijk wakker \\ «rd, zoudm de molen uphield te d<aaien. Ik haat dien molenaar en. uil niets meer van hem hoorcn. Op het oügenblik is hut tien uur it den avond, en morgenochtend om ii'-gen uur zijn wij pas waar wij wezen n-oeten. Dus nog elf kwade uren. Merkwaardig: zoodra ik het licht u'idraai, worden alle geluiden veel si -rker; het Ujkt wel. alsof het gehoor s< lierper wordt, zoodra het de conn. i-rent ie van het gezicht niet meer t« vreezen heeft. Dus kan het licht b g ven b randen.'I k lig met wgd open iMgim te kijken naar wijn pantalon. «? aan een haak hangt te slingeren. C-uu zij dank, een station 2 Buiten ut speciale, honderd maal beschreven jtemmengeroes; een brok eeuwiguiiveranderiyke spoorwegpoëzie. Onze conducteur verheugt zich ongetwijfeld i»ver de afwisseling, die elk stoppen van den trein hem bezorgt: het hapje fiissche lucht, het gesprek met de sUitionsbenmblen. lig* is een geschikte en heeft mij in de coupéalleen platen. Vermoedelijk zou ook zonder u,n hulp het bovenste bed leeg ge bleven zijn, maar hij deed alsof het ii id weet wat voor moeite gekost i<eft om het vrij te houden. Velen aveu de voorkeur aan het bovenste l)i d, maar daar is het warmer, en ut naar boven klauteren langs het kl'ine trapje is ongemakkelijk en l mt belachelijk. Daarentegen heeft in-n beneden de angst te doorstaan, tlit het bovenste bed zou kunnen tliorzakken. O. hoe heerlijk is het, al de trein stilstaat. De pantalon litmgt dan in kalmeerende rust aan l< 'i haak, niets klettert, niets dreunt. iii-'ts rammelt, en het wordt mij w» nderiyk stil-behagclijk temoede; grond wordt zacht, zacht als satijn: In' is zoo heerlijk er in weg te zinken, il< dingen lossen zich op, hebben ''H gewicht meer; hun vormen vervloeien als bouwsels uit snveuw in zonnewarmte.... en dan komt er «? i ruk en wij rijden verder. In de volgende coupéspreken er iv.oe met elkaar. Vaak, wanneer het ««?was van den trein voor nkele unden een eentonig sleepend karakt< '? aanneemt, kan ik de stemmen li'ioren, Een ervan behoort aan ren ?nn Cegeit\\ oordigster van het zwakke g» slacht en ik geef mij over aan fanta sieën van beminnelijke Hlaapwagonavoiitiircn. Hoe men in een slaapwagen tot avonturen komt kan ik mij hoegenaamd niet voorstellen. Hoe laat ? Drie uur in don morgen. Xog zes uur. De stemmen in de coup hiernaast zijn reeds lang verstomd. Ik moest noodig even over het gang pad; de conducteur zat in zijn hokje en dronk bier. Het was koud buiten. beweerde hij. en wij hadden ver traging. Hij woont in de stad waar wij aankomen, in een huurkazorne in een der voorsteden: als deze reis ten einde was. had hij achttien uur vrij; dan ging het dezelfde route weer terug. Zoo'n nacht kruipt voort als een slak. niet, conducteur? Dat valt wol mee. vond hy\ Zoo nu er» dan dutte hij een halfuurtje in zijn dieastvertrek, en als de trein stopte, ont waakte hij daardoor onmiddellijk net als de molenaar, die.... Merkwaardig gevoel, in een bed te liggen en meegevoerd te worden door den naeht. Het is erg warm in de coupé, maar wanneer ik het raampje open. komt liet lawaai met volle kracht naar binnen, en de koleiismook erbij. Het hoofdkussen i? een vormelooze. gloeien de iiwsrwi. Xuudiii ik er mijn hoofd op leg. hoor ik het kloppen van mijn slapen. Ik wentel mij om en om in mijn bed. als een kip aan het braadspit. maar een houding, die eenige oplucht ing belooft, kan ik niet vinden. en hoe levendiger ik mg een golvendkorenveld voorstel, de» te vroolijker Word ik. Wjj zijn weer in een station. Iemand gaat buiten langs den trein en slaat met een hamer tegen de wielen (spoorwegpoëzie). Ik probeer het met tellen, bij de vijfhonderd raak ik weer in het korenveld ver zeild, waarin ik thans maankop laat groeien, want van maankop naar slapen is een oude, voor de hand liggende associatie. Er zijn menschen. bedenk ik mij bitter, die in den trein even goed slapen als t huh. Zoodra de tiein zich i i beweging zet, sluiten zij de oogen, en als zij ze weer opslaan. zijn zij waar zy* wezen moeten. En er zijn anderen, die ook niet kunnen slapen, maar daarbij aan de koste lijkste dingen denken, terwijl ik in mijn slapeloosheid ben als een dier in zijn kooi, dat niets doet dan. met leegheid in kop on hart. tussuhen'de tralies heen en weerloopen. En plotseling staat er iemand voor het bed. de conducteur, en zegt, dat het thans meer dan tijd is. Hij had al herhaaldelijk naar binnen, gekeken. maar mijnheer was niet wakker te krijgen geweest. Maar ik geloof, dat hij dat maar zegt uit goedhartigheid, om mg het gevoel aan te praten, dat ik goed geslapen heb. Want daarvan hangt, heel wat af .voor de besluiten en handelingen van den wakenden monsch ! ALFKED POLO AR ,ide was er op stelten achteraan yeko»?< n en toen had Muriun hem met haar ?ftïen getrapt en Noortje had er om yeken en toen hadden ze hem allemaal K- «'menlijk uitgesliept. En dat liet hij k niet doen door at die alendige I i PAG. M DE GROENE No. 3027 Freek kwam binnengeslenterd, ram mend van de knikkers in z'n zak. Hij *«?/ hokkie'yeknard" tot hij de anderen «(/< s van beteekenis had afgewonnen, .Vr,<i tcas er geen aardigheid1' meer aan. B» .icaarom brulde Guus zoo? ''oen hij de, waarheid vemant, liep Fr< ek weer naar buiten.' Hecht naar de ;>/</;?, waar de leden van de steltenclub n»</ onmatig veel plezier hadden om het **il van hun voorzitter. Freek, breedywhouderd en met-stevige sportkousenplantte er zich midden tusschen. .?Wie'.van.jullie.-U Mariuri?" Ikke l" zei een uitdagend ding niet Zwarte poney, haast tot op haar neus. Zoo. Pats, nou die fa voor jou l" Marian kreeg een onzachtzinnigen duw te incasseeren en vlood jammerend* n ddt is voor .Noortje t" Noortje kreeg een tweede uitval te verwerken. Dat is, omdat jullie Guus zoo ge plaagd hebben, snap je. Guus is mijn broertje en jullie, meiden, mogen dolblij zijn dat-ie voorzitter van jullie snert' club wil wezen. Maar nou doel-ie het niet meer. O, zoo T- . Breed stapte Freek weg, ndgeoogd door de verschrikte kinderen. Dien dag hield de steltenclub op te bestaan. Een kwartier later vochten Guus en Freek weer. ' J. d. B.-v. S. Een groote brief Deze brief brengt U veel wetens waardige bijzonderheden omtrent het ideale behangsel het eenige behangsel, dat gegaran deerd kleurecht is en afwaschbaar.' Directe toezending van dezen grooten" brief volgt gratis en franco door af d. S. van Rath & Doodehëefver, Hoofdvestiging Prinsengracht 730-736, Amsterdam. Vraagt U dezen brief nog heden aan! s *x j vV Allén de gordel La Néa", volgens Dr. Fz. Glénard geconstrueerd tot leniging en voorkoming van de door hem ontdekte ziekte, de entéroptose, heeft door zijn sa menstelling uit een «lastlsch weefsel van drie verschillende krachtzönes, vari onder naar boven afnemend, dia uitwerking, alsof bij het dragen ervan de bulk met tle handen wordt opgehouden. Deze eigenschap, noodzakelijk voor eiken steungordel, Is bij La Néa", van blij venden aard (zet zich niet naar het lichaam). La Néa" Is dus de gordel voor diege nen, die tijden aan verzakking van organen ?5^T*V*V- ln d« buikholte, ook is hij een voor behoed middel tegen vermoeienis bij langdurig staan of gaan, of bij beoefenen van sport. Hij zit gemakkelijk en kleedt slank. Hij herstelt het figuur,bij uitzetting na het kraambed. ; . La Néa," Is bij de meeste H,H. Medici bekend. Raadpleegt daarom Uw Hulsarts of speciaal-Arts, omtrent dezen gordel. . La Néa", is voorhanden In rose en beige: Breedte 20 C.M. 25 c.M. 30 c.M. F. 10.5O 13.50 . -15. : daiwrttr. w, uinicinttr. 78, Mzttiricti 80. HOTTOWW-ÜTIECIIT- RIJHE6EI? MIMLEm? BIEDI-TILBÜIfl J. ?KROP hieraan) ?dat hij URE, !?-, t ei u eea t e« n Hfdt ZOl n. -t4 eéi derdie noj palijk liet rer :en «i 2n en ui ar .t.' O s » ? b , PAG. 15 DE GROENE No. 3027

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl