Historisch Archief 1877-1940
Engelsche boeken
'ir.
RASSEN EN KLASSEN
Blank en Zwart botsen in Zuid-Afrika
R. BLIJSTRA
Laurens van der Post: In a Province
(Leonhard and Virginia Woolf, London)
M KEK dan ooit valt het in onze dagen moeilijk
om te twijfelen. Vóór men ook maareen
schuchtere poging heeft gedaan om de
beliK'helijkheid van een gefixeerd standpunt aan te
duiden, i» men door zijn tegenstander reeds inge
deeld in het leger der vijanden, of. als hij minder
beleefd is, in da't der half-zacht on. Flink is alleen
degene, die aan den eenen of aan den anderen
kant staat. Vroeger noemden wij zooicts gebor
neerd, doch tegenwoordig is de andere houding
burgerlijk of slap.
Blank of bruin, rijk of arm ! Dat zijn de tegen
stellingen, en een boek, dat ten aanzien van deze
problemen geen oplossing geeft, is onbevredigend
voor de scharen, die links en rechts met de armen
gestrekt of de vuisten gebald in r U en staan opge
steld en met minachting neerkijken op het troepje
armzaligen. dat. zij het ook bekommerd, koppig
rondscharrelt in het steeds nauwer wordende
straatje....
Tot dit troepje, dat men den soortnaam de
intellectueelen" hoeft gegeven, behoort ook de
hoofdfiguur van den roman In a provinee". Het
is bekend, dat meer dan veertig jaar lang in
Zuid.Vfrika een gecombineerd arbeiders-en
rassenvraagstuk bestaat, dat in al die jaren uitsluitend be
handeld is op een. wjjze. die de tegenover elkaar
staande partijen nog verder van elkaar vervreemdt.
In dezen roman wordt een eerste poging gedaan
om den toestand zuiver te teekenen. en het kan
ons verheugen dat de schrijver, hoewel hij in het
Engelsen schrijft, van afkomst een Hollander is.
Van Bredopool. de hoofdfiguur van dit boek. is
een kind van Hollandsche ouders die in den oorlog
tegen do Kngelschen gevallen zijn. en hij wordt
opgevoed in het door en door Hollandsche milieu
van zijn oom en tante, die den Boerenoorlog be
schouwen als het begin van alle kwaad. In Kaap
stad (in het boek Port Benjamin genoemd) komt
Van Bredepoel in aanraking met oen inlamlschen
JIIMHIIIHIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIlmlIlimiHllll
bediende, Kenon, die in de wereldstad ondergaat",
zooals dat heet. Door een samenloop van omstan
digheden en door een zekere slapheid in de vriend
schap van den blanke keert Kenon 'gedesillusio-,
neerd naar zfón geboortedorp terug en Van Brede
poel, die wel inziet, dat hij tegenover den jongen
neger te kort geschoten is, gaat zich hoe langer
hoe meer voor het sociale vraagstuk, dat in
XuidAfrika onverbrekelijk Htm hot rassonvraagstuk
is gekoppeld, interesseeren. Maar ook hier komt
hij niet verder dan een vage, zij het ook oprechte
sympathie voor de onderdrukten.
Johan van Bredepoel is het type van den man.
die in de huidige omstandigheden zUn draai niet
kan vinden, die bevriend is niet den communist
doch zijn methoden veroordeelt, en sympathiseert
met den neger zonder hem daadwerkelijk te helpen.
Merkwaardigerwijze en waarschijnlijk tegen zijn
wil kleedt de schrqver echter de betoogen van Van
Bredepoel tegen aotie minder klemmend en over
tuigend in dan de argumenten van van Bredepoels
vriend, den communist ischen agitator. Het gevolg
. i", dat hij by het slot met de hoofdfiguur geen raad
meer weet. Deze. wordt getroffen door een kogel
vnn ,.nationnal"-gozinde farmers, die gezworen
hebben- Burgess, den communistiachen leider, te
dooden omdat deze de negers heeft ,,opgehitst"
tegen het blanke gezag. Xulk een dood is den auteur
in de pen gegeven door de ontwikkeling van hot
vorhaal. In de laatste regels van het boek tracht du
schrijver nog eens duidelijk zijn bedoelingen te.
vertolken:
Johan l Kenon! Arme, ongelukkige sterve
lingen, vat moed! Monschon als Burgess zaaien
nog steeds uit liefde voor de onderdrukten de zaden
van een vreosolijken haat. Maar eens zullen do
nieuwe generaties wellicht do liefde aan haar zijde
hebben.'
Helfs deze uitlating kan echter niet beletten,
dat de omstandigheden er toe dwingen de strijdende
partijen te doen voortbestaan on do twijfelaars te
doen ondergaan, en het is de verdienste van den
schrijver, dat hij voor dit uiterste niet terugschrikt.
! EENHEID IN DE'SPREEKTAALI
DE eerste Algemeene Leden
vergadering van de
Vereentging tot Bevordering van Eenheid
in de Spreektaal" in de Jaarbeurs
te Utrecht werd door afgevaar
digden uit verschillende plaatsen in
ons land bijgewoond. De afgevaar
digde van Amsterdam bekleedde
den voprzittersstoel en opende
de bijeenkomst met een rede.
Na de aanwezigen welkom te
hebben geheeten, herinnerde de
voorzitter aan het doel der
Verccnfging: een einde te maken aan
den chaotischen toestand, waarin
de uitspraak der Xederlandsche
taal verkeert. Om tot eenheid te
komen/aldus Amsterdam, moeten
wij de ferregaaride zlqrdighoid
bestrijden, die soofelc Nederlan
ders, zelfs lieden fan soogenaamde
bcschafing, eigen is. So is het hem
dikwijls opgefallen, hoeseer buiden
Amsterdam de 5 en de z- worden
ferwizzcld. Óf is het te ontkennen,
dat woorden als zoep, zuiker, seep,
see, sout, soetje, ofcral in ons land
ferkecrd worden uitgesproken?
Selfs heeft de zrijftaat, die hier
oferigcns niet aan de orde is in
plaats van de correcte uitspraak der
; hoofdstad te folgen, deze vputen
pfergenornen. Een ander bewijs van
zlordigheid is het weglaten van de
s in het woord tegenswoordig.
Alleen Amsterdam heeft desuivere
uitspraak van het woord
bcgravenis, dat' immers komt van
begrafen, geëerbiedigd. Spreker
t wij vel t er; niet aan, of de
fergadering sal.het met hem eens sijn,
dat wc naar eenheid moeten
strelen, en dat Amsterdam daarbij
de leiding moet hebben. ' '
Rotterdam is het daarmee niet '
eens. Amsterdam hop beslis onge
lijk. Zijn spreekt de s en de JT
averechts verkeerd uit. Afgeloppe,
aldus Rotterdam.
, 's Gravenhage ziet niet in,
waagom Amstcgdam den toon zou
moeten aangeven. Maag ook
Gottcgdam mag dat niet doen. Hun
hebben geen van beiden 'daagtoe
het gecht. Dit zou cegdcg toe
komen aan de gesidentie.
Rotterdam. Waarom nou an de
rcsidensjc ?
Middelburg beklaagt zich, dat
Olland weer alles naar zijn and
wil zetten. De' Oofdstad en de
Of stad, Hamsterdanv n den Aag,
dat is toch niet geel Nederland ?
Waarom is ons hidiootn niet net
zoo goed? .-'.....'.
's Hfrlogenbosch. Da hebdege
mis! Ge zegt ncn/; waar die nie
oort l
Dordrecht. U heb te veel praas
voor nen boer. .
's Hertogenbosch, \Va ? Ik hé....
Dordrecht. Ik h c!.... Men
zeg: ik heef.
Groningen. En de n .aan het
eind van een woord? -Die wordt
overal weggelaat'n behalve bij ons.
Utrecht. U zegt hem dubbeld.
Indië. Maar gullte spreek de r
niet uit, ja. ,
's Gravenhage. Pcgmitteeg.. U
gplt cgirice. Deze let t eg wogdt
. uitgcspgoken als een zachte g.
Amsterdam. Daar gaan ik niet
mee accoord. Deze letter wordt,
op enkele uitsonderingen na, in 't
geheel niet uitgesproken. Die uit
sonderingen sijn: Verrek....
's Gravenhage. Ik pgotegstecg
tegen deze pnpaglemcntaigc taal!
Verschillende afgevaardigden
sluiten zich hierbij aan.
Rotterdam echter betoogt dat
jullie niet moeten Icgge te
zanikc.
Een stem: Liggen !
Rotterdam. Dat legt eran. Mijn
inziens nep de voorzitter de zaak
goed uitgelege.
'De stem: Ligt eraan! Uit
gelegd !
A mstetddm roept de sprekers tot
de orde. Hij hoopt dat allen van
deze eerste fcrgadering een goeden
indruk mogen meebrengen.
D e stem: Meenemen !
Amsterdam constateert dat de
laatste spreker geen afgcfaardigde
is. Iemand moet hem hebben
meegenomen.
De stem : Meegebracht!
Amsterdam: Wie is u? Ik kan
u niet.
De stem: Kea l
.Amsterdam: Ik verzoek den heer
Ken heen te gaan. Hij fcrstoort
hier de orde. Dat ken ik niet
toestaan. " \' .
De stem: Kan!.
A mstèrdam. Nu heet u weer Kan.
Dat ken niet bestaan.
De stem. Kan ! .
Amsterdam. Ik kan geen Kan
c'ri geen Ken. .
Rotterdam. Ik weet wie sijn- is.
Ik herkon 'm d rek ! Maar ik ken.
niet op zijn naam komme....
De stem: Kan i
Rotterdam. Dat lieg-ie l (Tumult.
De voorzitter hamert; De eigenaar
van de stem wordt verwijderd.
De vergadering wordt voortgezet.)
..?' ' ?'?'.' V.
Deze eerlijkheid en dit zuiver gevoel vo<>
compositie, die den auteur er toe brengen ook
hen op te offeren, die zijn sympathie hebben, dez
zin tevens voor de heroiek der handelende hoofd
figuren, kenmerken den geheelen roman.
De verhouding tusschen den blanke, Van B redt ?
poel, en den neger Kenon is in de eerste plaats
gebaseerd op zuiver menschelijk contact. Immers
deze Hollandsche Zuid-Afrikaan beschouwt den
inboorling niet, zooals zoovele Hollandsche roman
schrijvers dat doen, als een museumstuk, als ee-i
achterlijke of als een beklagcuswaaidige. Htj.
vervalt dus niet in tonnen als: het pittoreske, lu t
primitieve of het ellendige negerleven. Met
anderwoorden: hij maakt zich niet belachelijk door als
vreemdeling de psyche van een hem
vreemd*menschensoort te willen puilen; hij zoekt geen
verschil, maar overeenkomst, hij zoekt geen kiem
en geen neusvorm, maar hart en hoofd. Hjj is
geen gecamoufleerd aestheet als Augusta de Wit.
geen gecamoufleerd sight-seeer al» Henri Boivl
en geen gecamoufleerd kolonist als Székely-LuloR
Dat de hoofdfiguur van Bredepoel het onderspit
moet delven is tegen den zin van den auteur.
maar niet t egoast aande dat trekt hij met ijzeren
consequentie de eindconclusie. En hierin ligt dnu
ook de waarde van hot boek: dat het sterk is iu
zijn half-zachtheid."
IN KORT BESTEK
Ferenc Körmendi: Via Bodenba<h
(Beent, Amsterdan)
DE moeite en de zorgvuldigheid, waarmede < <?
acteur een thema voor ce/i ..loot Dag"-vertelli» 4
tot dezen roman van driehonderd bladzijden
uitspu:is beslist bewonderenswaardig. Hij liet niets voorbi
gaan: jeugdherinneringen en pubertcits-reminiscei
tics, vrije gudachtcn-associatie en zclf-analyse, en all-
wat de moderne psychologie den schrijver slcdv.
bieden kan, heeft hij te pas gebracht. Het spoorboek;
en het treinrcglement. techniek, litteratuur, muzii->;
en economie hebben het hunne bijgedragen. Er k<
men bovendien in den roman, naar een oppervlakkig
schatting, ongeveer honderd personen voor. die met <!??
handeling in het geheel niets hebben uit te staar:
school- en krijgsmakkcrs van don hoofdpersoon, ih
alleen gcncemd worden, omdat zij zwarte molicn
droegen of graag boterhammen aten. O. die jjoetl
Krcucl l Het is nog mooi, dat mijnheer Cicorg Kovii.
slechts tot Berlijn reist. Hij had net zoo goed na.
Londen kunnen reizen via Hoek van Holland r'
dan zouden wij misschipn wel de naamlijst van /.i;
«chi'elf bataillon hebben moeten loeren kennen en d.
zou wel wat veel geweest zijn.
Een schrijver moet eerbied voor net woord hebbe»
Körmendi heeft dit niet en dat wreekt zich vroep i'?
laat bij den lezer. Gide zegt ergens, dat de aandacl <
van den auteur ook aan banaliteiten leven ingiet'- n
dezen roman voelen wij echter geen aandacht, slcclt ?>
ven moeizaam streven, en wanneer wij niet wisten, d t
het vroeger verschenen ..Erfgenamen" na ,,Via Bodt- ?
bach". geschreven werd, zouden wij nooit gcloov< »',
dat Körmendi zich .van deze litteraire mislukking n ;?
zou kunnen herstellen. Doch hij heeft dit gedaan, n
hut xal daarom het beste zijn. dit boek te vergeten.
RO-A
Pierre Joürda, Stendhal, i'homme et
? l'oeuvre (Desclée de Brouwer, Par j)
EU zijn reeds verscheidene boeken over ila me-
cwaardige literaire en. ook mcnschelijke figuur, 'i^
,",Stendhal" heet, geschreven n toch blijft de vr; »s
naar ..Stendhal" bestaan: men wacht nog altijd f
het juiste boek. dat niet alleen zijn leven, maar ? 'k
zijn werk volkomen'karakteriseert.
Meestal overheersclit een bepaald gezichtspu t.
gekozen naar mat&mcn al of niet sympathiseert met < >n
lucnschen zijn werk. Over den ..erotischen Stcndh l"
werd de hestc studie tot nog toe geschreven di>or
Stefan Zweig, maar in een volledige leveusue^vi.^ -rij;
slaagden'noch Paul Hazard, noch Arbclet en in zeker -u
zin ook niet Pierre Joiirda, u-iens boek thans voor « i?
ligt. Misschien komt dat, doordat de Stendhal v .n
het leven sle«:hts een begeleidende figuur is van
dfflanderen Stendhal, die zichzelf /.Vereffend" heeft in
zijn boeken. Stendhal heeft zelf het type van ;:;n
levensbeschrijving gegeven in zijn ,,Vie de H< >;ri
Brulard" en de ..waarheid over Stendhal" blijft
cvr-azócr een fictie als een vermenging van Henry Brul'!"'
«iet de persoon, die Hcn.fy Beylc heet en zich Stem?''-'
noemde. Daarom bevredigt geen enkele z.g.
waarhei'^getrouwe weergave, samengesteld uit de tallooze tcp »?
spraken, die er bestaan tusschen beide personen, h* <*?
veel dankbare stof zij ook opleveren voor een psyi'"';
logisch-critische beschouwing (van den ,,plagiat''V"
Stendhal b.v.)!
Maar is aan den ccncn kant ook Jourda's Stenil '?>'
niet 'geworden, \x-at. ons kon bevredigen, aan «»'<n
anderen kant is het een der beste inleidingen tot J*
verschillende problemen van het geval-Stendli.il'
geschreven door een groot bewonderaar en goed kenner
van zijn werk. En dat is al veel, gezien het feit, dat.»*
nog zijn, en niet de minsten, die Stendhal blijven
bo-schouwen als een schrijver van den tweeden rang
C. v. .W.
Het Haagsche
Museum
Vorm en functie
HET gele museum (de baksteen van het ge
bouw is geel) ligt aan een Laan in het nieuwere
gedeelte van Den Haag; als mijn kennis
mij niet bedriegt, meer naar den zandkant dan
naar de veenzijde. Het is omgeven door water en
tuinen, het is een museum in een tuinstad als ge
wilt, of in het tuingedecltc van de stad. niet ver
van daar. waar Jacob Oats, de drastische, vrome
en wat geld aangaat zeer verstandige Hollander.
. zijn roem genoot en aan zijn welvaart de passende
theologische klccdij gaf.
Het gele museum is in menig opzicht een gebouw
naar den Hollandschen aard; ge zoudt naast eeti
anderen trek..de soberheid van ons Calvinisme
kunnen erkennen, de wat dogmatische soberheid,
die, als noodzakelijke uitlaat, bepaalde feesten en
bepaalde dingen van het leven, gebeurtenissen,
gebruikt, waar onze geest, wat log. als een beer te
dansen gant. Het is een verdienste van Berlage
en het was niet anders van hem te verwachten.
dat hij dat. een deel van ons volk natuurlijk.
Calvinisme niet zou ontkennen, al lijkt, door het
geel van het gebouw, dit Calvinisme Tets aan
't feesten. Het museum het vertoont meer
trekken van dezen aard. Hot is geen groot,
wijdkoepelend gebouw het is huiftrlijk; het is, nu
/eker zoo pas gereed, proper. Het is een werkelijke
bchuizina van een aantal schilderijen; er is in do
grootere vertrekken ten opzichte van do groot o
schilderijen, die wij maken en die wij zeker thans
als groot beschouwen, een verhouding, die wij
als juist aanvaarden, als juist gevoelen, ofschoon
ik, en dat is een quaestie van lichtval, nog niet
voldoende kon onderzoeken of het licht niet te
sterk schittert op den bovenkant van het Hfluldoiij.
Het museum is van binnen een werkelijke behui
zing; van buiten is het duidelijk een plaats, oen
reeks ruimten, waar ge begrijpt dat oen aantal
dingen worden opgeborgen. De grootere ruimten
van het museum voldoen dus aan een aantal
eischen, toj^vijl er aan andere iets minder wordt
voldaan; ze hebben deze zalen" iete te gestrekt
in de richting van de grootste afmeting. De ..kabi
netjes" die als een krans van kapellen liggen om
dat complex van de grootere ruimte, hebben
echter een fout. die hun werking ten opzichte van
de schilderijen niet gunstig maakt; hunne ver
houdingen toch verzwakken de opwaartsoho be
weging in het schilderij (wanneer deze schilderijen
boven een zeer kleine hoogte x breedte gaan).
Ik kan niet zeggen, dat ik het arehitektonisdi ook
een zeer sterke vondst vindt, de vondst der kastjes
(mot het bovenlicht) in den muur. Het geeft aan
de gangen iets van een gelegenheid voor een
eommercieele uitstalling. Kleuren waren bij
Berlage altijd iets gevaarlijks, zoodra zij wezen
lijk kleur" moesten zijn. Hij was daarvoor
bouwkun tig te ascetisch ingesteld, een ascetisme, dat
in een tijd. die vernieuwt (wat steeds een ge
deeltelijk ontkennen is) zijn nut. misschien te
ruimschoots, hooft getoond. Toch mis ik iets. dat
ik uit deze ontkenning en uit deze zwakheid ten
opzichte van de kleur" gaarne had gevonden en
wat daarenboven uitstekend is voor het schilderij,
hoewol meedoogettloos voor het onzuivere werk.
Ik had gaarne gezien, dat de muren wit waren
gehouden en: niet wit door wit marnier, niet wit
door een nieuwe verf of wit door euri piis-ontdc-kte
materie, maar wit van het zuivere wit van' een
gekalktcn muur, van een gewitten muur. Ten
eerste, ge weet het. doet dit ryke wit goed achter
het zuivere, Hollandsche schilderij; ten tweede is
het, voortreffelijk zijn functie verrichtend van
achtergrond, goedkoop; ten derde, is de witkalk
snel en goedkoop weer frisch opnieuw te krijgen;
n is het den calvinist ischen aard niet vertrouwd
en eigen; hoorde het niet bij Berlage; diende"
het niét op een soberste wijs? (raat het niet te saam
met de lange gang, die het museum beneden eerst is,
en die aan dat museum beneden iets geeft als ware
het een druntclplaats voor uitleggende philosophen,
die van tijd tot tijd vaag kijken naar een
Konijnenburgsche voorstelling, met een Konijnonburgschc
spreuk er onder en met een onzuivergevoelde lijn,
'getrokken over evenver van den grond vcrwy derde
schedels? Het wit van de witkalk, zooiets, was hier
passend geweest.... Dat wit had ook welgepast'
bij een grijze vloerbedekking . (het toegepaste
rubber, op den vloer, dat zoo er -hout onder ligt,
dat hout zal kunnen verstikken, neemt het holle
AMSTERDAMSCHE STADSGEZICHTEN
.1
Het badseizoen
Gro«nt-van ch- Roêlof"
dor vootstappon"we.l weg. maar*?komt dat
hot omdat hot nop nieuw is? krnst
nogpnaangenaamondor het" rubber van zolen en hakken!)
Hot trok» museum in 'Den Haag is moer oen met
bepaalde bedoeling gegroepeerde reeks van ver
trekken, vnn ruimten dan dat het een gebouw is
als grooto mnssa. \vnar de onderdoelen straf
en sterk vnn afhangen. Ik zei .u reed: dat
i*'Hollandsch.... Po omgeving, de gemaakte omgeving
van het gebomv heeft bekoring en hu zeker, een
bekoring vair openheid. Dat komt door de tuinen
on door de ei» voor gelegen vijvers, wot^rbassins.
die gescheiden zijn door oen overdekte galerij, die
als een lange, smalle brug over dat water lijkt te
voeren, terwijl de langs het gebouwencomplex ge
legen tuin gelegenheid gaf tot een aangenaam
vertoon van do kunst van het tuinieren.
Het museum, ten slotte. ia een bergplaats, een
bergruimte. Er wordt iets geborgen. Wat er ge
borgen is, van wie te veel, van wie te weinig en
hoe hot er geborgen is dat is de inhoud voor
het derde artikel. PI.ASSCHAERT
KRITIEKEN
PAG. 6 DE GROENE No.3028
Aarts, MJ Vun H'lHficlIne, Amsterdam
BIJ den dood van Aarts heb ik enkele woorden
geschreven over dit grootendèels verborgen
leven. Dit beteekent niet altijd, dat ge in het werk
de verborgenheid vindt, het bloeien in een andere
streek, noch de grootschheid van zulke verborgen
heid . zoonis Redon bloeide en toch verborgen is.
Maar zóó wjj aannemen, dat vele keeren de ver
borgene zich in zijn werk openbaart als in een
onwéerstaahbre bekentenis, zoo zien we dat ook
bij Aarts, zij het niet op de meest verschrikkende
of .ten diepst roerende wijs. Daarvóór was bij
Aarts te veel realiteit in zijn eenzaamheid. Maar
toch de Aarts, dien. wij «als openbaar gezel
kenden en wiens figuren herinneren in hun lichaams
bouw enz., in hun sfeer soms aan de figuren
van de groep Le Nain, verborg achter deze figuren
nog andere, ons minder bekend en diédoor deze
tentoonstelling voor ons nu hun werkelijkheid"
krijgen. En dan blijkt, dat in Aarts niet alleen de
figuur bestond, die den arbeid vertolkte en die
van den nutteloozen drentelaar langs God 's wegen,
mnup dat ook tweu na uw- verbonden" gestalten
PAG.'7 DE GROENE No. 3028
daar bestonden on waarvan n de Lust
(aanleiding tot het'Loven Ji.i-h waarvan do andere.
de tegenpartij, de Dood is. waarvan beurtelings
d'een den ander droeg en waar soms beide nis iu
een verwarring vol diepten dezelfde geleken. Dat
is iets dat wij door deze tentoonstelling niet
v«-rbaasd maar toch verrast erkenden.
Het portret: een opmerking
IEDEREEN"; die Veel schilderijen ziet. weet hoe
l uiterst nauwkeurig alles ..luisteit*' in zulk
kunstwerk als in ieder kunstwerk. Alles.-alle
samenstellende doelen, moet ondergeschikt zijn
aan het geheel, want het geheel!* de. hoofdziink:
als zoodanig komt het kunstwerk tot ons on blijft
?bij.on*. Alles wat. daar stoort, stoort hoe langor
hoe moer. en hot kan veroorzaken, dat oen iets.
dat ons durend genot moet en moest geven, oen
onwil in ons ivekt. klein bij het begin, maar steeds
grooter wordend bij het meer bezien. Het is mijn
plan niet hier alles op te sommen wat storen kan
een afzonderlijk artikel (met vele illustraties) is
daarvoor noodig; het is n der vele artikelen.
diémij nog resten te schrijven. Er zijn dus talloozo
dingen, die verstoren. Er zijn merkwaardige
dingen, die zulk soort ;stoornis kunnen veroor
zaken. Een ervan heb ik laatst kunnen vaststellen.
In een schilderij, dat zeker niet gebaseerd was op
oustuhnigheden, .maar waarin meer gestreefd
was dan naar wat anders, op het rustige der dingen.
was in het gezicht van een vrouw nan n der
deelén van het gezicht een te fel accent gegeven.
dat contrasteerde met al het overige. Het gezicht
had daardoor n plaatselijke intensiteit gekregen,
die strijdig dus was met het overige. Eri wat was
daarvan het gevolg; welk gevoel wekte deze fout
onweerstaanbaar op? Een gevoel, op den duur
van lichamelijke vermoeienis; de toeschouwer
voelt altijd dat overdrevene; deed mee aan dat
overdrevene; ondervond, ten slotte, een lichame
lijke vermoeienis door het óuwillkeurig meedoen
aan dat overdrevene. ? Pr«
KUNSTHANDEL SANTEE LANDWEER
KEIZERSGRACHT 463 BIJ DE LEIDSCHESTRAAT
MARC CHAGALL
l 7 J U N 1-20 JULI
?KROP
? onder
Duyin
kirt»
?dat h
URE.
* d«?n
uiei u
?rd«
eer
t e* n
k»ZOI
a -t'
eet
der
die
nor
paoch
u'et
i-er
-en
(U
2n
en
m
ar
/
ie
n
r,
?e
a
b -;
l