Historisch Archief 1877-1940
".-I.
N*
'II
Tooneet
Bioscopy
FILM-VREUGDE
L J, Jordaan
Luis Trenker: De verloren
zoon (Alhambra, Amsterdam)
TOEN Luis Trenker onder regie van Arnold
Fanck in de fameuse Heilige Berg" de
hoofdrol creëerde, kreeg hij een scène te
spelen, die op het kantje van een mislukking
.balanceerde. Het betrof een zeer dramatische
situatie, waarbij de acteur plotseling krankzinnig
werd en boven een afgrond hangend in wild gezang
losbreekt. Het weer was ruw.... precies wat het
zijn moest: ijzel, sneeuw, storm het licht, met
behulp van zorgvuldig opgestelde schijnwerpers,
wonderbaarlijk gelukkig. De eenige handicap
bleek een publiek van hotelgasten, dat uit den
omtrek tezamen was gestroomd om van het zeld-.
zame meevallertje eener heusche filmopname
te profiteeren en hardnekkig weigerde aan het
verzoek der filmmenschen, om den speler door
hun tegenwoordigheid niet te hinderen, te vol
doen. Fanck was wanhopig deze zeer tragische
en de uiterste concentratie vergende scène te
spelen temidden van een gezelschap ginnegappen
de, nieuwsgierige dames en heeren, leek hem
onmogelijk en woedend gaf hij het sein om te
stoppen.... men zou op een andere, minder druk
gefrequenteerde plaats verder draaien; Maar
Trenker was er in" zijn liefde voor het werk
en zijn instinct voor het juiste oogenblik deden
zich gelden: Doorspelen l" was zijn parool en.
hij liet zich kalmweg aan het touw zakken, dat
boven de gapende rotsspleet zweefde. Toen begon
hij in overeenstemming met het scenario
te zingen. In plaats van den onschuldigen tekst
dóór het manuscript aangegeven hief hij echter
coupletten aan, diémen uitsluitend in de kazerne
te hooren krijgt. Uit den afgrond stegen liederen
op, die tot dégepeperdste en gewaagdste Tiroler
Schnadahüpfl" behoorden en de geïndigneerde
toeschouwers op een overhaaste vlucht dreven.
Gelukkig was de Heilige Berg" een zwijgende
CHAMPAGNE KRUG
Agents: f. Onnes & Zn. Groningen
film en het flagrante conflict met den titel bleef
dus achterwege. De scène zelf werd een der schoon
ste en aangrijpendste oogenblikkcn in Fanck's
oeuvre! .
Dit voorval teekent Luis Trenker ten voeten
uit: doortastend, onvervaard en met onverstoor
bare blijmoedigheid zijn werk verrichtend
maar vooral bezeten door een groote. hartstochte
lijke vreugde aan den filmarbeid. Deze pootige
Zuid-Tirolér uit het Grödnertal met zyn
Holbeinkop en athletenbody, toonde van den aanvang
af een filminstinct, dat men bU een verschijning
van zyn slag wel in de laatste plaats zou venvach
ten. Behalve zijn decoratief uiterlijk en sportieve
capaciteiten, bezat hij het zuivere gevoel voor
beweging en expressie, dat den geboren filmspeler
kenmerkt en daarbij een intense belangstelling
voor de film als zoodanig. Bij het proefdraaien
bleek hij niet alleen Fanck's geestdriftigste mede
werker, doch tevens zijn onverbiddelijkste criticus
te wezen en menige scène viel onder hét mes van
Trenker's genadeloos: oordeel. Voor hém was
o, zeldzaamheid! niet .zijn persoonlijk succes
hoofdzaak, doch het slagen van het geheel.
Dit voortdurend contact met het filmprocea
in al zijn phascn van scenario, via opname naar
'montage?gaf hem een ervaring en kennis van
het métier, die menige beroepsregisseur hem kon
benijden en het leek wel haast onvermijdelijk,
dat hij, evenals die andere filmspcler, Willi Forst,
vroeg of laat tot de regie zou overgaan. Met dit
verschil dan, dat hij er niet tegenop zag tevens
de hoofdrol te vervullen. , ' . .
Een film van een enthousiast
ZIJN eerste proeve van dit moeilijke en gevaar
lijke simultaanspel gaf hij in de voortreffelijke
Rebel", waar hij echter nog een deel van het
directoraat aan Kurt Bernhardt -kon overlaten.
Met ,jDe verloren zoon" evenwel dreef hij geheel
op eigen wieken en nam hij zoowel de regie als de
hoofdrol voor zijn rekening. .
De eerste, impressie van dezen
merkwaardigen arbeid laat zich in vier woorden samen
vatten: vreugde aan de film! Er gaat door dit
werk een liefde en toewijding, die zich in alle
elementen openbaart. Spel, montage,
cameraPAG. B;DE. GROENE Nö.3028
Processfe uit Luis Trenker's fl/n) .,0e ver/oren zoon" (Afnombro.
werk het getuigt alles van een bijna verlieMe
belangstelling. Trenker filmt zooals de melomn m
musiceert: gepassioneerd en van een warme
genegenheid vervuld. Achter de imposante scho*
nheld der natuuropnamen, zoowel als het verte
derde spel met opdoemende en vervagende beeld n.
voelt men den enthousiast, die van geen
uitscleiden weet. Een ski-loop wordt voor hem een schier
eindeloos tooveren met het materiaal: fnijden Ie.
kruisende en harmonische bewegings- varia«:<s
bevallige, adembenemende en grillige bei
dwisselingen een beurtelings straf en wild rhythiue.
Zoo'ri fragment krijgt voor hem het karakter van
een fascineerende improvisatie, waarin hij v ch
verliest zonder daarbij altijd aan den samenh; ng
met de totaal-compositie te denken.
De consequentie» laten zich niet steeds ven
iijden: hij is vaak te uitvoerig, bij het breedspral ige
af. Er komen m deze geschiedenis van den b»
tgbewoner, die naar Amerika vertrekt en door heim
wee naar zyn vaderland teruggedreven wordt
episoden voor, die er een beetje raar en
ong-zcneerd tusschen zyn geschoven. Wanneer do
verloren zoon" midden in de misère van /,ün
werkloozenbéstaan te New York, visioenen van
zijn geliefde bergnatuur ziet verrijzen, dan nemen
wy dit gaarne als een begrijpelijk, schoon niet
al te oorspronkelijk intermezzo aan. Maar «
verwachten dit niet m den vorm van een l
?ngdurige Einlage", die plotseling aanvangt en «ven
'abrupt eindigt r?zonder zich om het visiomnire
karakter van zulk een fantasie, te bekommeren^
Wanneer de auteur ons door een exposémet~*de
situatie vertrouwd wil maken en op de ontwikke
ling van het geval voorbereiden, dan verlan.'en
wij geen uitvoerige documentaire over
h-nthakkende, ploegende en feestvierende ben-be
woners. Wanneer het manuscript den held v-»lgt
in zyn vrywillige ballingschap, dan kunnen vrij,
wél met iets, minder toe dan een minuti-use
schildering van het arbeidersleven in de Sv^tcf.
Maar wat ons telkens weer ontwapent, d» t is
de intense vreugde yan den maker aan zyn \vnrk>
Want al' die langademige a propos zyn ieder
op.zichzelf dan toch maar meesterstukjes en.het
plezier van den filmer deelt zich onweerstaan1 ?«»'
aan den toeschouwer mee. Zoo'n uitwyding ->ver
het Alpenlandschap is om den drommel geen «"He
mooie foto's het biyft met al zyn lengte een
ademend, levend stuk film. De breed-opgcyt'tte
aanhef is niets muider dan een aardrijkskunde!69
? het werd vóór alles het wonderbaariyk spel
met licht en vorm, dat den filmer van den sclmol'
meester onderscheidt. En tenslotte hoe boeiend
en suggestief is die Amerikaansche episode..»
Lichte kost en goede keuken
HENRIK SCHOLTE
Dr.Josephlne" In het
Rlka Hopper Theater
H UNO AH EN plegen tooneel te schrijven met
de bescheidenheid van een goeden kok, wiens
kennis van het métier omgekeerd evenredig
i- aan den levensduur van /.ija product. Wat bij
.-. 11 minder geroutineerden chef de cuisine nog
.nijd aardappelen, vleesch en groente blijft
o adat het dat au fond toch ook is, wordt bij hen
r u klein wonder, waarin men gelooft 7.00 lang men
li niger heeft. Er is een creatie van het bedrog,
il'e het tooneel, voor en in zoover het op de lichte
» -medie" steunt, zeker niet zoo maar mag afwyzen.
V unt het publiek van een schouwburg is niet dat
v.-n een volksgaarkeuken.
Ladislaus Fodor schrijft zoo behendig en heeft
«???n ? zoo geraffineerde mixtuur van de
eenvou«I i»sto ingrediënten, dat hij ongestraft iets serveeren
k.m, desnoods ook voor de tweede maal serveeren,
wit men van een ander niet slikt. Als de jonge
v ouwelyke en nu eens toevallig niet leelijke dokter
J-'sephine by een verwend rijkeluiszoontje geroepen
u.irdt, dat moeilijkheden heeft met de zenuwen
v m een dametje, waarvan hij zich niet los kan
n.aken, dan weet men vooruit den naam van het
p-recht: het wordt een kunstige goulash van
op zichzelf niet al te prima vleesch. De jonkman
?/. ,1 iets van zyn geblaseerde Don Junn-allure
i toeten laten vallen en de vrouwelijke dokter zal
\ijortaan een.ziekte moeten bestudeeren, die mer
»i sch niet gedetermineerd is, omdat zij even
algeDeen als ongeneeslijk is. Met andere woorden, het
k »mt voor elkaar, en de paprika ligt in de situatie
?i If. Alleen vraagt het den Hongaarschen kok om
m*-^mwm*mmmmmmmmmmmmmmmmmwimmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm
l. iar ietwat vrijmoedige gedetailleerdheid ten spijt!
Dit zyn echter opmerkingen, die de waarde
\ til deze Trenker-film niet vermogen te ^
schar u. De wat naïeve opzet van het werk
L'int regelrecht uit het gemoed van den maker
\ «ort en verleent het geheel een frissche charme
i* > een simpele oprechtheid, die zich schijnen
t manifesteeren in zyn .open, argeloos en innemend
i usker. Maar er zijn danrbij momenten, die even
? n schok geven van verrassing omdat zij
l >tseling een opzwaai markeeren» .die groote
«lagen van dezen kunstenaar doet venvachten.
l ? inr is de imposante overgang van de grillige
s< loonheid der Tiroolsche Alpen naar de rigide
li :izengebergten van den Amerikaansohen
metropul een frappante contrastwerking, die-even
?>? rspronkelijk als ongezocht mag heeten. Daar
is het fragment van den brooddiefstal: de zwerver,
«l ? een hot dug" kaapt en door een politieman
u-litervolgd wordt.... door stegen, over
schutti .gen n bruggen gaat de jacht, tot de agent
y.i a slachtoffer in het nauw heeft gedreven. Tegen
tv i muur geleund, staat de zwerver gulzig
h- i brood kauwende vóór hij gearresteerd wordt.
K u oogenblik kijkt de beambte dit beeld der ellende
? a* u.... dan verwijdert hy zich schouderophalend.
'/. -daar een stukje film, dat in navrantheid en
u'« voelige behandeling voor geen Chaplin
onder«i-ot. ?; ?..;.?'; ' ? .. '.'?.. ;
tën tenslotte is daar de prachtige maskerdans
l" t triomfante zonnewende-feest. Inderdaad een
/'? -'ut van licht en beweging van rijkdom .aan
v.'im en tint..... een brUlante groteske van
natuurii itieven en demonische koppen. Hier laat
Trenk- f al zyn passie voor de film zonder eenige
terugh'-uding den vrijen teugel: het wordt een
schittw-ende flonkering van vergiydende en verschiei
t«-.de beelden» die haar culminatiepunt bereikt
in het Manke, lichte slotaccoord van het Mariabeèld.
;. \Vy krygen films van allerlei karakter te zien:
ki..tppe en onhandige, amusante en vervelende,
zwaarwichtige en onnoozele. .Maar films, waarin
dt- liefde Voor het medium tot zulk een groote
vi'Ugde stygt zyn zeldzaam.
. l^aat ons Trenker's Verloren Zoon" in- eere
houden!
Dertig jaar wereldgeschiedenis"
y~*AAENE vestigen wij er de aandacht op dat
\J de dezerzijds zoo gunstig besproken film The
fitst World War" (Dertig jaar wereldgeschiedenis),
voor de Amsterdammers thans te zien is m het
R Salto Theater. Men late de gelegenheid'niet
voorby gaan, met dit belangrijke werk kennis
temaken!
Voor mooie lampen» n prima adres
? A C DIT DC CEINTUURBAAN 308
«J A\«J r k IV «9 AMSTtHDAM. TEL. 21OO6
Er Is maar n Jaspers op dt Ceintuurbaan.
iets, wat evengoed te flauw als t« scherp zou kunnen
smaken, drie uur lang warm te houden, met een
nasmaakje, dat aller tongen streelt. Dat men zich
dan heel vaag herinnert, dat men het vroeger n l
eens geproefd heeft, is minder belangrijk dan dat
men zich dat tijdens zyn honger niet bewust wa$.
De kunst van het koken is als de kunst van de
lichte comedie: maakwerk, vakwerk, de.» tijden»
den toer der acrobaten niet breekt noch ook zyn
simpele materialen verraadt.
Zulk stukjes, die men wel ziet maar liever niet
beschrijft, zyn in ons land gemeeniyk het moeilijkst '
te spelen. Hollandsche degelijkheid, die zelfs in
het spel niet buiten den ernst kan, pleegt gewoon
lijk te zwaar te accentueeren of wel 'de klip te om
zeilen door een vlakke reproductie, waarin de
charme verloren gaat. Het is by ons al te Vaak:
groot tooneel of geen tooneel. * Daarom zijn des
zomers onze schouwburgen gewoonlijk leeg.
Maar dit keer is door een toevallige combinatie
van acteurs de spijker op den kop getroffen. En
dat is daarom zoo belangrijk omdat zich hierbij
misschien invloeden hebben doen gelden die men
anders nog wel eens als een verraad aan het tooneul
beschouwt. De voornaamste acteurs van dezen
avond, Ficntje de la Mar, Jan van Ees, Cor Hermus,
hebben immers alle drie de bekoring van de film
studio niet kunnen weerstaan: Zij doen wat de
Duitsche acteurs vroeger .hebben gedaan; zij wisse
len tooneelspel met f ilmspel af en van enkelen moet
men misschien wel zeggen, dat zij tooneelspelen als
een variant op hun filmcarrière. Nu wil ik niets
ter verdediging van die Xederlandsche films aan
voeren: zij waren zonder uitzondering onder de
? maat en ik beschouw het nog steeds meer als een
overigens gerechtvaardigde broodwinning dan als
een artistieke promotie, wanneer een Nederlandsch
acteur zich m Duivendrenht laat denatureeren.
Maar iets leert de film den acteur in elk geval: een
zich dempen in zijn ongecontroleerde
extra-vaganties, een zeker raffinement in het overigens nog
wel eens verwaarloosde detail en vooral, een grooter
respect voor de kleinste uiterlijkheden, waarvan
niettemin het succes juist van zulk
boulevardtooneel maar al te dikwijls afhangt.
Daarbij moet men niet vergeten, dat in ander
opzicht dit boutevardtooneel juist het lijnrecht
tegendeel van het volks-amusement der film is. Als
een elastiek dat in zyn natuurleken staat terug
springt kunnen de acteurs, van de studio weer op
de-levende planken van het tooneel, terugvallen
op de essentie van alle .modern tooneel: een juist
en adaequaat gebruik van het woord1 in zijn su1:*
tieLste nuancen, zyn overtonen en zijn halftonen.
Men zag hier dus minder acteurs, die filmspel op
hét tooneel trachtten te enten (ook dat komt voor,
tot schade van beide), dan wel acteurs, die zuiver
der tooneelspeelden nu 7.ij door de film voor h u u
eigen overdryvingen en tekortkomingen
gevrywaard zyn. »
Misschien hecht ik hieraan te veel belang,,de
ervaring op dit gebied is nog veel te gering voor
positieve bewijzen. Maar ik weet wel, dat ik Fientje
de la Mar zelden zoo ingetogen, zoo rijp en zoo een
voudig, rechtuit menschelijk heb zien spelen als
deze keer in ..Dr. Josephine", die dan dunkt me
óók een stuk boven haar vertolking van jaren ge
leden staat toen het stuk nog op V n Hongaarsch
Dr. Juci" heette. Met Jan van Ees als een uiterst
fijn en innig en toch niet zoo hetnelbestormendc
rol spelenden partner bracht Fientje de la Mar zelfs
de onvermoede, geraffineerdste nuancen van deze
rol naar voren: een rol, die als sterrol gespeeld licht
onwaarschyniyk geworden zou zyn. Men speelde dit
stuk ui den trant waar het om vroeg, en zelfs meer
dan dat: men speelde het tot alle uithoeken,
zelfs daar waar Fodor de contouren maar vaag had
aangeduid. In het bizonder geldt dit ook voor de
rol van Cor Hermus als een dwaze, onhandige en
sentimenteelc cocu: een typetje, dat negen van de
tien acteurs (ook Nap de la Mar destijds)
yergrofd zouden nebben tot een aftandsch oud heertje,
'maar dat Cor Hermus dien merkwaardigen, excen
trieken fen toch in zijn zielige doorvoeldheid zoo
geloofwaardigen toon gaf, dien Fodor zelf, toen hy
deze figuur, zonder'al te veel brillanten dialoog aan
hem te verspillen, voorzien moét hebben. Ik geef
'het u te doen, uit een niet vast omUjnd, niet all
' daagsch karakter, dat tenslotte uit een honderd
clausen moet leven, zulk een figuur téscheppen,
die het gansche stuk achtergrond'en raison d'être
gaf, en behpridig tragi-komisch heenspeelde zelfs
over het niet zoo heelemaal in goeden toon
gehouPA0.9DI GROENE Ne.3031
den slot, als dit heertje er dan maar met de af
gedankte amourette van de hoofdpersoon tusschen
uit gaat. Deze laatste figuur, de makkelijkste, de
eenvoudigste van het stuk, was helaas de eenige
die in deze overigens in al zyn bescheidenheid hoog'
te loven voorstelling mislukte: om een juffertje
in dessous te kunnen spelen, moet men niet alleen
dessous hebben maar ook talent. En dat laatste
meende de toeschouwer in Minny Erfmann
hoofdschuddend te moeten betwijfelen.
Doch voor de rest: applaus en da capo.
Ter nagedachtenis
van Jac. Urlus
C. VAN WESSEM
EU waren onvergetelijke momenten in hut
muziekleven, waarop Urlus zong. In do
concertzalen was dat, als hij het Marschliod
uit de Negende van Beethoven inzette, met een
warmte en een overtuiging en toch met een edele
beheersching, waardoor hij nooit pralend of
pronkerig werkte. Of in Mahler's *led von der
Erde, het Trinklied of Von der Japend (dat hij
steeds zou hebben moeten bisseeren, ais de artis
tieke orde or zich niet togen verzette); er is dezer
dagen terecht de opmerking gemaakt, dat i»ij in
deze partyen onovertroffen is gebleven. .'.
Maar ook in de opera had Urlus zijn hoogte
punten, zg vergleden misschien iets meer in het
geheel dan in de concert ?/.aal. waar hij als solist
uiteraard werkzamer nog naar voren trad. Maar '
hoe hij als operazanger.- vooral in de muziek
drama's van. Wanner, gezongen heeft, bewijst wel,
dat hy in het buitenland de laatste is geweest, die
na Messchaert en Van Ho.iy. de Nederlandsen»
reputatie tot eon internationale hoogte hoeft
gebracht. '
Jac. Urlus was een zeer gelukkig begaafde, hij
had alles mee, niet alleen zyn prachtige,
omvangrijke tenorstem, waarmee hy altijd voornaam om
ging en nimmer op het effect zong, maar ook als
mensen was hy een harteiyk, gul en
kameraadschappelijk man, van eenvoudige afkomst, man r
door zyn ontwikkeling tot een hooge
artistiek»cultuur gekomen.
In zijn aardig boek. Mijn loopbaan"! vindt men
hem aan het woord zoo.als hy heelemaal was, men
kan dat nog eens opslaan, ook hiermee bewaart
hij voor ons .een blij venden indruk ' van zichzelf..
Zyn muzikale loopbaan is in hoofdzaak die van'
de Opera geweest. Hy werd voor déNederlandsche
opera ontdekt door De Grpot, zong onder Van
deiLinden, maar vrij spoedig al kreeg hy een engage
ment naar hut buitenland: Leipzig cischte hem
op en tot aan den oorlog bleef hij hoofdzakelijk
in Duitschland, waar hy vooral "zijn naam vestigde
als Wagnerzanger. De oorlog bracht ook hem
over onze grenzen terug, men kon hem weeb hooren
in de verschillende Nederlandsche opera-ensembles,
die met meer moed dan succes hebben geprobeerd
onze nationale belangstelling voor een eigen
Opera te winnen. Zijn optreden in onze concert
zalen, in de Groote zaal van het Concertgebouw
onder Mengelberp, die hém zoo hartelijk waar
deerde, dateert eerst van de latere jaren. Muur
juist daar, heeft hy ons indrukken gebracht, die
het sterkst in onze nagedachtenis aan den dezer
dagen na een ziekte van reeds twee jaren ver
scheiden zan.ger zullen biy ven voortleven.'
Aan Urlus' naam zal zich steeds voor ons blijven
verbinden de herinnering aan een pej-iode, die.
door zyn dood voortaan tot legende is geworden:
die van de Nederlandsche zangers, die waarlijk
op de hoogte van het internationale peil stonden.
een onvergetelijke periode in den roem' van ons
muziekleven, maar. naar het schynt, thans
onherroepeiyk voorby.
Een plastiek van HlüDO KROP
GRATIS
Zie den bon op pag. 23
» KROP i
klein»
?dat hij
URE,
i
niet u
?r d.
ee<i
t e<'n
niet V
k» n
Het i
afdt
zoi
a -t'
eei
der
die
no?
pa*
och
Ujk
liet
? ver
:eu
ui
3n;
en
Ml
ar
/'?
te
A
r, ?
-e
a
't
I!U'
T, ' '