Historisch Archief 1877-1940
t'"
Schilderkunst
More ChogoH: Au dessus de la vic
Kritiek van het Museum
ALBERT PLASSCHAERT
Het nieuwe Museum in Den Haag
WANNEER bouwen dienen is", dan is voor
Bei-lage het nieuwe museum ten eerste
bergplaats geweest, beschutting, en ten
tweede tontoonstellings-mogolijkheid-. Hiervoor
waren noodzakelijk in zijn gedachte een aantal
ruimten en ten opzichte van de groepcering dezer
ruimten was zijn kunstenaarschap verantwoordelijk.
Het "museum is dus beschutte bergplaats, wél te
verlichten tentoonstellingsruimten voor beelden,
schilderijen, kunst uy verheid. Wil het dus een goed
museum zyn. dan moet het o.a, voldoen aan do
verlichtingsfuncties voor het uitgestalde: er moeten
ruimten zijn^ waar de beelden gbed te zien z'gn,
waar de schilderyen het zuiverst licht hebben,
waar de kunstnijverheid haar spheer kan
verkrijgen. Behalve aan de mathematische ver
houdingen in het museum, die ik reeds besprak
(hoogte x breedte x lengte), moet dus, ook aan
de daaraan, zoo niet onafscheidelijk, toch eng
gebonden, lichtval gedacht worden, en aan de
hoedanigheid van het licht. Tot nog toe heb ik
het licht in het nieuwe museum steeds bevonden
als iets, dat de kleur" wel niet krachteloos maakt, ???
maar haar toch iets ontneemt van de bekoring,
van het bloeyon". Dat is voor mij meer teleur
stellend, dan dat, bij donker weer buiten, de zalen
spoedig donker worden (ook dat ondervond ik!).
Nu schenen er echter-nog een aantal manipula
ties mogelijk te zijn ten opzichte van den licht
val ; scholing daarin moge verbetering brengen....
Het beeldhouwwerk in het museum staat geeste
lijk in het verdomhoekje". Er zijn, gelukkig,
geen groot e beelden noch groote groepen tot nu
? toe in ondergebracht; wat er ongeveer van deze
geaardheid .is, is niet gelukkig gestald noch gesteld.
Hierin lijken mij toch verbeteringen mogelijk; een
adviseerend beeldhouwer aan een museum lijkt
mij een noodzakelijke aanvulling.
Zijn dit dus bezwaren, die ik tegen het museum
zelf heb, wat de verlichting" aangaat - ik kan
me ook-voorstellen, dat het nieuwe museum ver
rassingen biedt van gelukkiger geaardheid, ook
voor den directeur en voor de conservatoren. Tot
nog toe was het steeds een behelpen geweest. Dit
behelpen betrof zoowel do hoeveelheid dei- wer
ken, die er ten toon te stellen was, als de wijze,
waarop deze massa te verwerken was. Ik zal hier
nog niet mijne meening uiten, over hoe alles
gehangen is en wat er haxigt (de niét allerbest
gekozen Permeke by voorbeeld. hangt
alleróngelükkigst; te hoog) want ik weet, dat hangen"
van een'aantal, van een groot getal schilderijen,
moeilijk is en meestal den eersten keer niet lukt,
maar mislukt! Hel is iets wat iedereen weet, die
wat zorg heeft voor zijn eigen kamers en ze wil
vinden als een zorgvuldig-sluitcnd geheel! Wc
moeten hier aan de leiding van het museum
minstens n jaar gunnen voor schifting, ver
plaatsing, aanvulling (waarom koopt het museum
niet n der laatste, groote, Kruyder's?).
Wat de directie enz. van het museum nu reeds
wel weten kan en dat is een geluk, dat haar
nog niet gebeurde is, door dat het museum
ruim genoeg werd, dat ze nu niet meer onkundig
kan z|jn noch zich kan houden over wat zij als
verzameling bezit. Nu haar bezit haar welbekend
' kan worden, kan zy haar kritischen zin gaan
scherpen en kalm-aan constateeren, waar zij
overschatte, waar zij onderschatte; waar zij door
goedmoedigheid zich liet dwingen. De directie
kan van nu af voor de toekomst gaan schiften,
en ik hoop. dat bij deze schifting zij zich ten
eerste zal bekommeren om de schoonheid en niet
om mogelijk andere relaties. Een museum is niet
een toevlucht het is een plaats der eere. Voor
dakloozen moet men zacht zijn; niet zacht te zijn
behoort men voor indringers, die door het museum
hun ijdelheid willen botvieren, '
Handelt het museum, de directie van het museum
zóó, dan kan haar do onachtzaamheid, bij de
officieele opening, tegenover de schilders, de
beeld, houwers, de pottebakkers, de glazeniers wat ge
makkelijker worden vergeven. Natuurlijk zal haar
keuze uit het voorhanden, werk, niet steeds de
keuze van andere belangstellenden zijn, maar toch
kan haar de erkentelijkheid dan ten deel vallen,
dat zij het beste deed wat zy kon doen ??en dat
zy, dat wordt spoedig genoeg gevoeld, niet tran
sigeerde uit lafheid of uit maatschappelijke
slimmigheid ten opzichte van sommigen. ?
Een paar honderd slechte schilderyen minder
is een ruime winst voor den bezoeker. Hij kan dan
begrijpen, waarom een museum de moeite waard
is, maar ook tot waartoe zUn volk, zijn land reikt;
hij kan dan, beter dan op andere oogènblikken,
genieten van de eer, die ons land, by buien, door
zyn schilders geniet. Hij wordt dan niet verward
meer door overdaad van 'sommigen; hy wordt
dan in het rechte spoor gebracht, wat vergctenen
? of te weinig-gewaardeerden aangaat. Een museum
moet ook een correctie wezen op ieders kennis
der schoonheid; n museum mag verrassen en
door verrassingen leeren het gevoel hunkert
immers naar verrassingen.,.. Ongetwijfeld vinden
wij sommige werken hier nog niet, die blijvend
zullen * verrassen; zeker vulden'wij er, waar de
verrassing van al versleten is.... >
Mare Chagall
BIJ Santee Landweer, Am»tcrdam
HET leven van Chagall het is een leven,
zooals ge dat kunt en zelfs wilt verwachten
van een leven, dat in Rusland, en joodsch,
begon en dat de bevrijding van Parijs gekend heeft.
Parys is de plaats der bevrijding geweest voor
zoovelen in de negentiende eeuw, dat het overbodig
lijkt nog eens te zeggen. Daarom is Parijs alleen
reeds voor goed onsterfelijk l En voov Chagall,
die niets zou kennen dan wat zyn instinct, zijn
gevoel hem zou leeren hy heeft nooit grooter
winft gevonden dan in Parys; zelfs het nieuwe
Rusland heeft hem nooit zoo gevoed als Parijs,
hoewel bewys van de innerlijke zekerheid in
dezen schilder Parys heeft hem zyn aard niet
doen verliezen; de baat van Parys is voor Chagall
geweest; de schaêvau Parijs heef t hij niet geleden.
De tentoonstelling by Santee Landweer is een
tentoonstelling, die tot den laatstèn tijd reikt en
die voor hen, die dit werk ten halve kennen, het
hun ten heele kan leeren. De allereerste eigenschap
van Chagall is, en dat is zuiver joodsch! dat het
werk onmiddellijk het levende, de handelingen van
het leven geeft, dat het drama" is in den
oorspronkeiyken zin van dat woord. En dat handelen
van het leven, dat pulseeren van het leven is niet
alleen in de menschen, het is in het geheele leven;
het is in. de bloemen, die hij schildert en soms om
lijnt; het is soms meer openbaar, soms meer
verschuwcl, verstild of teruggetrokken het is er,
altijd; zonder dat levende is er geen Chagall
Het leven is in de kleur en in de lijn. Tot die rust
toe kan het in een werk zijn; vast of vlietend kan
het, de kleur, Chagall's bekorendstc eigenschap,
«leed» een waarde geven, waar-naar velen streven
en waarvoor velen hun leven lang vechten
tevergeefs ! En er is in dezen joodschcn schilder
nog een eigenschap, de phantasie, een phantasie.
die spheer kan geven, waar ge e.erst argwanend
het werk aanziet, evenzeer als ge dadelijk bespeurt
by het werk, dat deze die behield, die anderei;
. lang zouden hebben: de naïveteit.
Het is daarom, om dit alles, om het
onmiddellijkherkende en om het anderszins verrassende, dat hel
iedereen de moeite waard moet zijn deze tentoon
stelling te gaan zien. PLASSCHAEBT
In en om de spreekkamer
WETENSCHAPPELIJKE
PROBLEMEN
DOKTER, je bent een beste vent> maar .10
moet niet probeeren geleerd tegen me s e
doen," zei onlangs een patiënt tegen m*.
Ik had me voor dezen man veel moeite gegeven.
Aan zyn tallooze, dikwijls tegenstrijdige klacht» n
had ik de grootste aandacht geschonken. Ik h«<l
ze zoo goed mogelijk trachten te verhelpen «n
tenslotte had ik getracht ze tot n systeem sam-n
te voegen en n enkelo grondoorzaak te bedenken,
een afwijking in de interne secret ie, waardoor ilit
geheele ziekteproces te verklaren zou zijn.
Dat ik mijn best voor hem gedaan hadwrrd
door hem ten zeerste op prijs gesteld, maar dat ik
voor mij zelf trachtte dit geval op
wetenschap)'elijke wijze te behandelen vond maar matige belang
stelling en zelfs hcelcmaal geen waardeering.
De man wist wat theorieën waard zijn. En ,'??
heb toen wel heel goed gevoeld dat de groot e
kracht van ons vak hierop berust: dat wy art><?n
een stel eenvoudige zwoegers" zijn, dat wij ten
allen tijde gaarne bereid zijn ons vóór onze
|Wtiënten op te offeren en ons uiterste best voor hen
te doen en dat ze ons om die reden, maar alleen </"»
ook daarom, onze kleine ménschciyke zwakheden.
ónze neiging om te theoretiseeren en geleerd te doen
'? en de tallooze domheden die daar weer het gevolg
van zijn, willen vergeven. ?
Bestaat er eigenlijk wel n onderdeel van dt
geneeskunde waarover wij niet do fraaiste theo
rieën hebben opgebouwd, die wij genoodzaflU
waren korten tijd later weer to laten varen, i'n
ziekte bij de behandeling waarvan wij niet d*
ongelooflijkste fouten en vergissingen begaan.
Rebben, maar die het publiek tenslotte gi-duM
heeft omdat'het intuïtief voelde dat wy, antf
stumperds, hét toch zoo aUerverschrikkeiykst goed
met hen meenen? En het merkwaardige van alles
is dat wy met dit voortdurende vallen en «'Ctf
* opstaan toch tenslotte ook wel telkens een eipdj*
verder komen.
, Een bewya hiervoor is b.v. het
diqbetesvraagstuki
SPAREN VOOR EIGEN HUIS
Bouwspaarkassen: een aantrekkelijk systeem
W. H. MEIJBURG
Bouwkai* volgens renteloos Bysteera
DE idee om door collectieve besparingen na
verloop van jaren een onbelaste woning
te verwerven is niet van onze dagen. Meer
dan een eeuw geleden ontstonden in Engeland en
Amerika reeds corporaties; die in verschillenden
vorm dit doel nastreefden en ook by ons is de
woningbouwvereniging waarbij de leden-nuurdcrs
na een reeks van jaren de onbczwaarde eigendom
van het bewoonde perceel in uitzicht wordt ge
steld niet onbekend. Daarnaast zien we met be
langstelling de enorme vlucht, die het
Bausparwesen" in Duitschland in de afgeloopen tien jaar
heeft genomen. In het bijzonder viel daarby mijn
aandacht op de bouwkas volgens het rentelooze
systeem en waar ook in ons land den laatsten tyd
bescheiden pogingen in het werk worden gesteld
om in deze richting iets te bereiken, zullen we eens
nagaan op welke grondslagen deze is opgetrokken.
Een onbeperkt aantal deelnemers wordt
geleilelijk tot de bouwkas toegelaten. Ieder schrijft in
voor een door hom te bepalen bouwkapitaal en
Segint bühet sluiten van het contract maandelijks
??en klein bedrag te storten, dat in verhouding
?taat tot hcst verlangde kapitaal. Heeft de
bouwis, die in deze functie als spaarkas optreedt, een
/.?kei- hinlraK v'Tjfiuwl, dan geschiedt toewijzing
«au houwkapitaal aan de spaarders mot du hoogste
*|iaarpreHtatie, dio men berekent uit de gestorte
(??dragen enden tijdsduur, dat dozo in het bezit
\.iii d»1 bomvknx zijn geweest. Noms wordt de
gei ycnhcid geboden de toewijzing to bespoedigen
? i«ioi' extra bijdragen naast de verplichte stortingen,
vuarniede dan ter berekening van de
spaarI rest at ie geheel of. ten dcelo wordt rekening ge-,
(..?uden,
Xa do toewijzing wordt het spaarfonds de
hypon'cairo crediteur van hem die met het kapitaal
/.«ju huis heeft gebouwd of gekocht. Do annuïteiten,
\< ;iarin deze renteioozb hypotheek wordt afgelost
K innen aanzienlijk hooger worden 'gesteld dan de
\-rplichte besparing vóór de toewijzing, daar do
l .ij de behandeling van suikerziekte speelt do
» >eiHng een buitengewoon belangrijke rol en wij
?/. jri reeds vélo jaren tot het inzicht gekomen dat
? ?u dieet arm aan koolhydraten daarvoor het
i ..-est geschikt is. Maar nu is kort geloden oen
? tdcrzoeker Stolte gekomen diéeen
koolhydraat? >;ke, z.g. ,,vrije kost" propageert. Het eene jaar
l -veelt Petrén aan, om lijders aan suikerziekte
l lofdzakclijk mot vet te voeden en het eiwit en do
l«"olhydraten zoo ;vool mogeiyk te beperken. En
»? n paar jaar later verklaren Porges on Adlcrsborg,
il-tt vet do bron van allo kwaad is on schrijven,
viider sterke beperking van don vottoevoer, veel
«?wit en koolhydraten aan hun patiënten voor!
Kn toen kwam Bant ing, die, uitgaande van do
(???ds lang bestaande theorie dat suikerziekte op
?tii onvoldoende inwendigsecretorischc functie vari
?i ? buikspoekselklicr berust, al zwoegende en
l libendo en fouten inakendo en zo weer
ver1' lerende, het insuline vond en daarmede aan do
\\ -reld een reusachtigen dienst bewees on duizenden
xi kon hun geluk en hun gezondheid weergaf en
v. l waardige arbeidskrachten van hen maakte.
'_??? zoudt zoo'donken,, dat hiermede hot
diabetesvi. ui gat uk was opgelost en dat wij hot gevoegelijk
v.i-dcr tot een j.museumstuk" zouden kunnen
iit.'kcn ! Mis! Hot is brandcndor dan ooit! De,
vnag van de glycogeenvorming in do
lichaams«?iien'on' voor alles in dio van de spieren, de vraag
fnirom deze glycogeenvorming bij diabetes
gesi, nrd is, welke factoren daarop van invloed zijn
t'ti l loc het lichaam dit feit tracht te cOmpensecrèn,
?In. alles boeit ons nog even heftig, alsof w^j nog
m»T geen enkel geneesmiddel voor deze ziekte de '
hadden. Kn dat dergelijke
onderaltijd maar weer oven interessant bhjven ?
('ühun wctcnschappolijko adepten vindon, dio
v»»'i naakt te goeder trouw tot do meest
verschilhrló.en zelfs tegenovei-gosteldo resultaten komen,
yht.lt zijn oorzaak hiqrin,-'dat er geen enkele ziekte
V/f/nif die maar aan n enkele oorzapk haar ontstaan
'e it'tnken heef h maar dat er altijd taUooze oorzaken
bestaan, die het menschelijk lichaam en elkaar
rl ing beïnvloeden.
.^??n zou deze waarheid ook in een anderen vorm
i ?tien gieten en zeggen dat er eigenlijk heelemaal
i; ziekten bestaan alleen maai1 zieke menschen. ?
Dr, P. H. VAX Dfin Hopo
uitgave aan huishuur voor den spaarder, die nu
zijn eigen woning heeft betrokken, is vervallen.
En zoo komt na een aantal jaren het huis
onbczwaard in zyn bezit. De kosten van het bouw
spaarfonds worden gedekt uit een inleggeld, een
afsluitprovisie by toewijzing van'het bouwkapitaal
en een percentage aan administratiekosten 'over
stortingen subs. aflossingen.
Het beeld, dat hierboven wordt gegeven, is wel
aantrekkeiyk. We zonderen maandelijks een klein
bedrag, na .kortercn of langeren tijd krijgen we de
middelen in handen om. ons huis te bouwen, en
wat wy daarna maandelijks betalen is geen huur
meer doch aflossing, die eens een einde neemt en
waardoor wy ons dus maandelijks verrijken.
Hoe lang moet men op eigen huls wachten r
NU komt echter de vraag, op welk tijdstip de
toewijzing van het bouwkapitaal kan ge
schieden. Vooropgesteld wordt, dat dit tijdstip
uiteraard niet by voorbaat is te bepalen.
Bij een gesloten bouwspaarkas, dio bjjv. niet
meer dan honderd deelnemers kan tellen, is duide
lijk, dat de oudste leden of spaarders, die hun
kapitaal het eerst toegewezen krijgen, aan den
voordeeligen kant staan, doch de bovenste helft
der leden lang zullen moeten blijven doorsparen
alvorens voor hen uit do stortingen en de steeds
aangroeiende aflossingen het voor deze laat
komers benoodigde kapitaal i» opgebracht.
Bij een open spaarkas liggen do verhoudingen
gunstiger, omdat door do geleidelijke toetreding
van nieuwe leden een zekere continuïteit wordt
gewaarborgd. Dan zullen do ? oudere spaarders
soms vry snel voor een renteloos voorschot worden1
aangewezen, waarmede de wensen van het ideal
home" voor hen wordt vervuld. De kans speelt
ook hier evenals in de
levensverzekeringsoveroenkomst zyn rol.
Hierin ligt dus een eerste factor, dat door be
hoorlijk acquisitie de geleidelijke toevloeiïng van
nieuwe leden wordt verzekerd. Op ? den
langenduur zal dan na regelmatigen groei een
cvenwichtstoestand moeten ontstaan, waarbij do
totaalsom der nicuwo contracten en der
afloopendo contracten alsmede het totaal der toege
wezen bouwsommen in den loop van hot jaar
elkaar weinig mogen ontloopen. Dr. Krahn heeft
in een interessant artikel den spaartijd bij een
uitgebalanceerde" bouwkas berekend en krijgt
als uitkomst zestien jaar.
Deze theoretische langste wachttijd" wordt
aanzieniyk verkort tydens de groeiperiode, die we
op ecnigo tientallen jaren mogen stellen. Boven
dien zullen extra bijdragen boven de verplichte
spaarstortingen den gemiddelden wachttijd ver
korten.
Een beweging van sociale beteekenfs
HET is een verheugend verschijnsel, dat in
Duitschland naast de talryke particuliere
instellingen ook de openbare bouwspaarkassen in
een behoefte voorzien en niet een bedrag van
350 millioen H.M. aan loopéndo contracten de
macht en omvang van dezo beweging
demohstreeren. De toewijzingen werden hier nog op
abnormale wijze vergroot door, een aanzienlijk
staatscrediet, verleend met de bedoeling het
bbuwbedrijf te stimulecren.- Bovendien vormt in
Duitschland, zooals ik in een van mijn vorige
artikelen uiteenzette, de jareu^nge belastingvrij
dommen by nieuw gebouwde eig«, "-oningen nog
een bijzondere aantrekkelijke noot.
Ik onderstreep, dat naast de renti! > ??? hvj...
\hcekverleening 'ook het type voork' ;M. ,. . -h»j
een geringe rente aan de spaarders wc ? ?«! t %?:>;«? l
en over het voorschot een matige n-nt" ,\.>j\lt
berekend. De strijd wolko van beid' lyp.-u y.i.'.-li
het meest voor het doel eigent duurt nog voort.
Men mag verder niet uit het oog verliezen, dat de
abnormaal hooge rentevoet in Duitschland den
groei van deze bouwspaarkassen sterk in'de hand
heeft gewerkt.
De sociale botèekeiiis van deze beweging is niet
to onderschatten, vooral wanneer zij dienstbaar
wordt gemaakt aan het voeren van oen actieve
wolvaartspolitiek. Mocht,doze loot hier opschieten,
hetzij in particulieren ondernemingsvorm dan wel
als openbare instelling, dan brengt het algemeen
belang mee, dat door wettelijke regeling on scherpe
onpartijdige controle dit Vertrouwen op goeden
grondslag kan wordon. gegeven.
sGRAVENHAGE IN BEELD: Vredespaleis
Teekening voor De Groene van Ch. Roelofsz
PAG. 6 OE GROENE hto.3«9
Wet Kasteel van
PAC.7 DE GROENE No.3029
t. is een
die
'isschien
hiera«Q|
onder?dat hij
URE,
' t
r d. ,
ec-<i
t d r
a.«,'iiV
k' u
U' ? ?
aiUi
zot
a li
eet
der
. die
paDC)I
lijk
tiet
rer
:en
ai
3n
en
in
ar
»/
Ie
.n
r,
?e
|!ï;.