De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 22 juni pagina 5

22 juni 1935 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

V-i \ l Bloscopy De ,,litteraire L. J. JORDAAN f l film John M. Stahl: Imitation of life (Tuschinski) James Whale: One more river" (AlhambraJ (beide te Amsterdam) E H bestaat een (overigens niet onverklaar bare) neiging om Sacrilège!" te roepen bij iedere adaptatie van een vermaard litte rair werk door de film. Men moet er nog aan wen nen de jonge film datgene toe te staan, wat aan opera en toonecl reeds lang vergund werd: in het letterkundige proÜuct inspiratie te zoeken voor 'een eigen oorspronkelijke schepping. Niemand . denkt er meer aan de waarde van Berlioz' Damnation" of Gounod's "Faust" te toetsen aan een ver gelijking met Goot hè'? tragedie, om van gelegenhcidstrauspositics als de dramatische bewerkingen naar Mevr. Székely's romans maar te zwijgen. Wie One more river" kent, zal dan ook moeten constateeren, dat de filmbewerking aan zienlijke wijzigingen heeft aangebracht. Inderdaad werd Halsworthy's novelle van een 11.000 regels proza en dialoog teruggebracht tot nog geen 4.000 regels filmdialoog, meer dan de helft plus twee belanprijke figuren werden geëlimineerd terwijl tenslotte het zwaartepunt der personages werd verlegd van de Dinny"-figuur (de eigenlijke heldin) nnar het tweedeplanskarakt«-r .,Clare". De nc ede bevat twee tragedies, die van Dinny Cherrel en die van haar zuster Lady Clare Corven. De eerste vormt een zuiver geestelijk proces, waar de film nog niet aan toe is de laatste is bewogen en vol actie'.... de bewerker had geen keus: hij was op de laatste aangewezen.' Het valt niet te ontkennen, dat haar litteraire afkomst nog op de fihn drukt. Zrj kiest dikwijls om aan de moeilijkheid te ontkomen de plaats van den geringst en weerstand: het, gesproken woord. Er wordt Veel téveel in dit werk verklaard". Er is dientengevolge een neiging om te chargeeren en comedie te spelen, als natuurlijke compensatie voor de talrijke en lange gesprekken. De tamelijk bas-comique detectiverol, alsmede de hinderlijk tooueelmatige Lady Mout zijn van dit pis-aller de onaangename consequenties. Maar wanneer men > het gevaarlijke manoeuvreeren tusschen tooncel en litteratuur achter den rug heeft, komt eensklaps de even onverwachte als schitterende opzwaai. Niet zonder schrik ziet de beschouwer zich voor de noodzakelijkheid gesteld, alles wat hij reeds als uiteenzetting" beleefde nog eens door te maken in den vorm van een overspel-proces. Maar hier wacht hem de groot e verrassing: een der volmaakt ste en boeiendste fragmenten die de film kent. Dit is van een geladenheid en een spanning, als de eigenlijke handeling maar al te vaak ontbeert. Hier werken camera en microfoon op een volkomen beheerschte en origineele wijze samen. Het film-oog en -oor worden hier levende organismen, die mot de zitting meedeinen, er door ontroerd en getroffen worden en deze episode maken tot een prachtig bewogen stuk film, dat geen liefhebber mag missen. Misschien beantwoordt een dergelijke culminatie niet aan de aspiraties van den litterairen beschou wer, de filmliefhebber komt er dubbel-en-dwars mee op zijn kosten. Om deze rechtzaal-scène alleen moet men One more river" gezien hebben! *. *' E EX dergelijk aspect levert die andere TJniversal"-film, Imitation of life", van John M. Stahl. Niemand, die Fanny Hurst's uitvoerigen en ietwat taaien roman kent, zal in het snelle» beknopte'filmwerk een volledige transpositie verwachten. Maar toch valt het niet te ontkennen, dat de film hier tot problemen doordringt, die zij met vaste hand en dikwijls sterke emotionaliteit onder de publieke aandacht brengt. Ik denk daarbij niet in de eerste plaats aan de grondgedachte van het litteraire werk; het conflict van de business-vrouw, die aan het eind van een succesvolle loopbaan eensklaps voor het eeuwige vraagstuk van hart of verstand" komt te staan. Dit i.*; in de film vrij vaag gebleven en sterk verdoezeld achter allerlei sentimenteele elementen. Maar het voor Amerika zoo praegnante rassen-vraagstuk (et tu, Brute J) beleeft in Imi tation of life" een aangrijpende expositie. Het kleine negerinnetje, dat dank zij haar bijna blanke huidskleur in den afgrond is gestort, welke tusschen twee levenshoudingen gaapt: de resignatie en de hoop, is tot een tragische en representatieve figuur uitgegroeid. Vooral in den aanvang, zoolang het kind nog school gaat, wordt dit probleem van den kleurling met klemmende soberheid gesteld. Het zijn kleine, volkomen onsentimenteele belevenis sen: het vriendinnetje, dat haar voor negerin scheldt, de brandende schaamte, wanneer de bécle klas ontdekt dat haar moeder zwart is.... het zijn even navrante als eenvoudige conflicten, maar die in al hun neutrale koelheid een wereld van ellende openbaren.' In duizend scherp geobserveerde détails leven deze menscheri een eigen leven, wor stelen zij met hun eigen problemen. Het begint met een kleuter, die haar speelgoed-eend wil hebben en om haar kwek-kwek" roept. Het eindigt met den zelfden uitroep, wanneer de moeder terwille van dit verlangen .haar hartstochtelijk begeerd levens geluk prijs geeft. Tusschen deze beide simpele beelden ligt de tragedie van kleine toevalligheden en menschelijk dwalen besloten: wonderlijk spel van humor en tragiek.... Stahl heeft met zijn Back Street" indertijd een wereldsucces geoogst.... het wil mij voorkomen, dat hij met dit aanzienlijk bescheidener en minder pret ent ie use werk zijn toenmalige prestatie heeft overtroffen. In hoeverre heeft de film de tcndenzen van den roman benaderd? Wij constateeren aanzienlijke tekortkomingen, naast positieve winsten. De groote these boet by deze synopsis ongetwijfeld in. Voor mijn gevoel zijn er echter episoden en détails (vooral in het eerste deel), die het boek in sober heid en fijnheid evenaren, zoo.niet overtreffen. Onze voorloopige conclusie moet dus ongetwijfeld luiden, dat 'het litteraire werk, bijzonderlijk de groote roman, nog geen ideale stof voor de film levert wat den vorm betreft. Er moet te veel ge comprimeerd worden en de geestelijke waarden zijn nog moeilijk te realiseeren. Maar dat de keuze van het onderwerp het niveau van de film doet stijgen en haar tot merkwaardige en schoone resul taten kan voeren, dat hebben deze beide interes sante TJniversal'M'ilms bewezen. Elstree versus Hollywood Victor Saville: The Iron Duke" (Alhambra, Amsterdam) WIJLEN Mossel, de cellist, bezat een Stradivarius vermoedelijk zelfs een echte in ieder geval een instrument,dat wonder schoon van lijn, bouw en vernis was en door alle kenners met welbehagen werd aanschouwd. Alleen gelijk Mossel het kernachtig uitdrukte: het. verd-mde ding klonk niet!" Wie <llt aesthethisrh. mirakel aanstreek, hoorde slechts een droge, doodtoon. Niemand kon zeggen waar het aan lag, ma» r de waarheid was onmiskenbaar. Het was een cell-i om onder een stolp te zetten, oin verrukt te b< ? staren, om er de fouten van andere instrumentt-n mee te demonstreeren.... je kon er alleen geen muziek uit halen. Ik moet vaak aan deze ergernis van mijn oud» u leermeester denken wanneer de Engelsche fihi ,* de revue passeeren. Zij bezitten een distinctie d» imponeert, zoowel als een technische geaeheveerilheid, welke boven allen lof verheven is. Zij behun'delen interessante historische onderwerpen dot»-gaans met een ernst en een goeden smaak, d «? helaas in de filmwereld zeldzaam zijn. Zij word» u gedragen door acteurs-raet-een-titel in plaats v; n door omhooggevallen cowboys en revue-gir'«. Kortom: het zijn films voor schoolmeesters ? u pedanten.... maar zij klinken" niet! Sir George Arliss is een groot acteur, een m: n van eruditie en talent, die (cultureel gesprokt ij tien Crawfords in zijn linker- en tien Gary Coóp< is in zijn rechter zak kan bergen. Maar hij ia ge u filmspeler! Voor camera en microfoon wordt z ju bewuste, klassieke acteeren tot een hinderi jk doen-alsof", en Victor Saville is er de man n H naar om dwars tegen al deze zelfverzekerde ti>oneelkünst in te ketteren. Hij lijkt de laatste om «Kgulden woorden dezer declamatie op een gegcM'ii oogenblik naar den duivel te pturcn en ze te ond«Tbreken door een brok stormachtige natuur. ? t'ii rennende menigte of desnoods door een simj «'If hand of voet. Hij durft de gezapige cadans MUI . dezen woordenvloed niet op te offeren aan «'t eigen rythme der film, en zoo zien wij Sir Gei nt* Arliss vermomd als den hertog van Wellington .? een eerbiedwaardige maar ietwat wakkcligc o» «Ir heer, getooid met de pluimen en den sabel van en Iron Duke" en mét een welbespraaktheid als «lit ijzeren personage waarschijnlijk nimmer beztu*» heeft. , Misschien zijn er liefhebbers, die. dit soort van rcspectabiliteit een zegen voor de vulgaire, onjredisciplineerde film' houden. Zoo jn, dan sprrkeu wij verschillende talen en schijnt iedere disci*^ hopeloos. Want wie dit dorre, brave hnit«'tif tooneel aanvaardt, die heeft nooit den thrill". ' demonische, fascineérende, meesleepende weising der echte film loeren kennen. Film, dat wil zop^»1 .stuwing der beeld visioenen, rythmische bewmw heid, botsing der contrasten. Dat wil zeggen: J' . zwiepende boomkruin naast het trillende -iW' sprietje, de davering van den orkaan naast !>«'' gestamelde woord. Dat wil zeggen: de macht Vflf den kosmos naast de teederheid van het aller intiemste. Van dit alles is (vooralsnog) niets te be speuren m de Engelsche film, al haar achten* waardige qualiteiten ten spijt. Npch in lienff VIII", noch in Nèll Gwynn", noch in TIn Iw» Duke". Hollywood is het oord der buitenste mteliec' utf!* duisternis, Elstree het centrum der cinegrnl'js*1* respectabiliteit. Maar in de spannende mat'-U o& het wonderlijke, ondefinieerbare medium ,.1'H»1 staan de kansen voorloopig: x *o l Lou/ie Bcovers In \m\ totfonof//fe(Tuich/nski, Amsterdam) f AG. B DE GROENE N*3*! , *»-N » * "t Literatuur in Frankrijk DE NIEUWE GIONO Een groot schrijver met een gevaarlijk talent J. GRESHOFF IK kon geen tweede voorbeeld van een schrijver, die zich zoo spoedig als Giono een internationale gemeente en een wereldreputatie verwierf. Reeds bij zijn eerste boek riep men om het .inrdst, dat men hier met een meesterwerk te doen >ad. Een meesterwerk was het lang niet. Toch .as het enthousiasme te begrijpen. Temidden van ><m letterkundige productie, welke zich binnen ? ?ugo grenzen bleef bewegen, wierp Giono ineens i -ts nieuws: een nieuwe toon en een nieuw wootw; "bruik ten bate van een nieuw wereldbeeld. Deze ? lementaire nn t uur lyriek bracht den lezers, ge? -end aan subtiele zielsontlcdingcn, rst in stomi. ie verbazing en daarna tot een redeloos enthouEr is on blijft in die eerste boeken van Giono ; ..(.T veel moois. Er spuit een echte, uit onbekende ? iiepten opkomende,, panische kracht uit op. En l ier en daar toont Giono zich als een voortreffelijk ?.. -hrijver. Maar ik heb nooit het denkbeeld van mij ? l' kunnen zetten, hoe, in weerwil van die hooge i waliteitcn, al dit werk toch wel buitengewoon l rimair was. Lc Chant du Mondo" was het eerste boek van Mono dat mij bevredigde; de gestalten hebben ihnrin een legendarische grootheid gekregen, zonil -r iets van hun intensiteit te verliezen. Het zijn i :ér-dan-mcnschcn, maar toch zóó menschelijk iu-bleven, dat wij er volledig mee in verbinding l * innen treden. Giono vertelt hierin niets bijzonders; i'üiar ook de allereenvoudigste gebeurtenissen weet l> j zóó te vertellen, dat het openbaringen worden. We mouten in du kunst steeds rekening houden n «<t een verschijnsel, dat zich niet verklaren laat. l--i wel dit: een volmaakt welslagen maakt alle t- uten goed. Le Chant du Monde" is een typisch v«orbeeld van zulk een welslagen. Alle fouten, u-'lke mij in Gionp's vroegere boeken tegenston?I' u. zijn hier nóg aanwezig, maar het zijn deugden «? worden ! Wat mij vroeger hinderde bewonder ik tl. ius;'wat mij gewild leek, schijnt nu natuurlijk. l {et was moeilijk om na een gaaf en uniek werk stuk als Le Chant du Monde" een terugslag te uii: gaan. Maar was het dan ook noodig om reeds z<» > spoedig weer met een dikken roman voor den dn 4 te komen? Enkele maanden na ;',Lc Chant du Monde" verscheen Que ma Joie demeure" (K'l. Grasset, Paris 1035). Hierin zien wij wederom ol (riono's onmiskenbare on hooge kwaliteiten, Hun r de eenheid en de betoóvering ztfn verbroken; ?w«ut daarnaast erkennen wij vele en pijnlijke foul«i". Hier is dus geen sprake van een welslagen dat all-s redt. Integendeel. In geen van' zijn boeken za^.-a wij zpo sterk do mechaniek van Giono's kunst. Met andere woorden, wij ontdekken op een P'ji'lijke wijze zUn maniertjes. l'" grootste vijand van een schrijver is hijzelf. £n Uier wordt Giono dan ook telkens slachtoffer v«i'./.ijn gestabiliseerde mentaliteit. HU gaat ónder u 'ün eigen rethorica. Mijn hoofdbezwaar tegen dit boek is do leegto. Het telt ftOÓ bladzijden met een materie juist genoeg om er tweehonderd meo te vullen. De anecdote is kinderlijk simpel en de ideologie is het al niet minder. Het gevoel is weinig geschakeerd en mist iedere subtiliteit. Nu zou men kunnen denken, dat dit streven naar grooten een voud en natuurlijkheid voortkwam uit een zielsbehoefte van den schrijver: maar dit voelen, helaas, wij geen oogenblik aldus. Het maakt voor ons deel uit van een litterair procédé, gebaseerd op esthetische vooroordeelen. Bovendien bemerken wij veel te sterk en voortdurend den symbolischen opzet van het verhaal. DE boeren van dit boeit leven op hun plateau in een onafgebroken zwaren arbeid: zij weten niet waarvoor zij werken omdat zij niet weten waar voor züleven. Dan komt een acrobaat, die zwerver geworden is, bij hen en leert hun de verlossende vreugde van het nuttelooze. Zij gaan bloemen plan ten, alleen om der wille van de schoonheid. Zij houden feestmalen om der wille van de vriend schap. Deze mentaliteit culmineert ten slotte in de aanwezigheid van een tam hert, dat als een soort heilig dier aanbeden wordt. Deze geschiedenis met het hert zou buitenge woon aardig kunnen zijn, maar zij is het niet. Om de doodeenvoudige reden, dat wij er niet in gelooven. Principieel bestaat er geen bezwaar'tegen wijze dieren, die een beslissende rol in het leven der menschen spelen. Zijn wij niet bereid alles te gelooven, wanneer een kunstenaar het maar geloofwaardig maakt? Met sprookjes is er geen keus. Als ze niet zóó zijn, dat wU ze met hart en ziel aan vaarden, worden het ook meteen kinderachtige praatjes voor de .vaak. waar we ons alleen maar aan ergeren kunnen. Giono is hl*?r te kort gescho ten. Hij heeft zijn fabel geen leven weten in t blazen. Het blijft een verzinseltjè, dat noch origineel, noch bijzonder grappig is: man fühlt den Absicht und man wird verstimmt l Ook het tragisch einde pakt niet, om dezelfde reden. Que ma Joie demeure" is een mislukte Giono. in weerwil van een aantal bladzijden natuurlyriek en eenige scènes van primitief menschenleven, welke tot het allerbeste behooren van wat hij ooit schreef. Lezers die Giono niet kennen raad ik ten sterkste af dit boek ter hand te nemen. Men moet inderdaad iets van dezen schrtyver gelezen hebben, maar dan beginne men met Le Chant du Monde", dat hem hot zuiverst en het volledigst vertegen woordigt.. Er zjjn echter ook doorgewinterde be wonderaars van Giono, hem zóó trouw, dat alles van zijn hand hun belang inboezemt. Deze zullen natuurlijk ook Que ma Joie demeure" willen lezen. Zij zullen er uit leeren, dat Giono een zér gevaarlijk talent heeft. Een talent dat geen mid denweg toelaat. Giono schrijft, als hij niet een goed boek schrijft, een boek dat op een pijnlijke wijze zijn tekortkomingen en zijn fouten doet zien. PAG. $ DE CROENENo.3029 ~r - «t^r * Openluchtconcert in de Hollywood Bowl ' Mengelberg komt naar de Bowl" Ken ahonnéuit CaHforni» schrijft ons; '? jj ?r \ITGELATEX -'van vreugde waren tce. twn j j icc net per geluk het staartje van ilc rad n~ ^-' aankondiging hoorden en daaruit vernam'1 s dat Mr. Mengelberg in de Bowl sou komen dirigeer'n. Met een onzeker gevoel zijn ice gaine gaan informeercn om nadere bijzonderheden. En het ia irowr: hij komt. Vijftien lange /aren hebben irij geen eonecrt onder Mengelberga.leiding gehoord. T n de goede dagen van onzen Amsterdanisehen studietijd dronken icc het muzikale glas geregeld teeg tot den laatste druppel. En hoeiret irc in later /aren meermalen verlangd, vurig verlangd hebben naar een klein deel van icat ons vroe» ger pu zoo ruime mate irerd toegemeten, mogen tce niet anders dan icaardeeren-tcat we Indertijd hebben mogen genieten. * Maar nu komt Dr. Mengelberg ons geheugen en oiize ziel persoonlijk tcat opfrissehen. Xutuurlijk. u-e krijgen hier ons deel aan goede muziek. «Maar niettemin komt het herhaaldelijk.voor. dat «v, wanneer iee een of ander eoneert via radio en grammofoonplaat finoren, zeggen: Dat klinkt-nu net of hft Mengelbergmuziek is. En met groot e voldoe' ? n ing hooren ice dan meermalen de aankondiging, dat het juiat gespeelde eoneert onder leiding was van Willem Mengelberg. En nu komt Mengelberg naar de Botd. En icaar«ehijnlijk sullen velen in Holland wel eens iets .willen iceten omtrent deze bowl. De Hollywood Bowl was in den goeden ouden tijd de uitverkoren plaats voor executie*. Maar een vij/tien jaren geleden nam een groep ingezetenen van Holly wood initiatief, de -Bowl aan te koopen om er een openluchttheater van te maken. De bekende A merikaunschc methode: pennies van kinderen, uerd toe gepast, en met behulp van donaties enz. werd de Bowl gekocht en aan Los Angelos County cadeau gedaan. . De, coünty verhuurt.nu de Bowl aan de Hollywood Bowl Associatie voor een dollar per jaar. Van Juli tot September heeft de Southern California Symphony Association de Boicl gehuurd om er haar zomerconcerten te geven. De Boicl biedt plaats voor 20.000 personen. Bijna overal is démuziek uitstekend te hooren. Dat het publiek .deze concerten waardeert blijkt uit het feit, ' dal in 1034. 270.000 mcnsehen de uitvoeringen bij woonden. Het grootste aantal verkochte kaarten vóór een concert was ruim 16.000. Door elkaar worden per concert. 8.000 toegangsbewijzen verkocht.. Het totale aantal toehoorders sinds de concerten zijn be gonnen wordt geschat op 3.250.000. Zeventig dirigenten zijn in de dertien jaar dat de % concerten hebben plaats gehad hier opgetreden. De meesten van hen kwamen speciaal over voor deze leiding. Het aantal composities dal ten gehoor e ia gebracht bedraagt 825. Meer dan 200 componisten zijn in dit oeuvre vertegenwoordigd. Voor wie een seizoenkaart neemt kost hel bijwonen. van een concert.... 25 cent! T. C. SPKÜIT KROP lë's fna 23 is eea |die heus iym ge. , 'hieraan( onder. URE, i den niet.» ?t ? t ?u ?.?!!» K> i; IJ . « 'i zoi a ih' een der die nog ?paoch lijk liet ver :e« ai Sn en an ar s.' Ie in r» i\ '-i.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl