Historisch Archief 1877-1940
V-i
\ l
Bloscopy
De ,,litteraire
L. J. JORDAAN
f l
film
John M. Stahl: Imitation of life (Tuschinski)
James Whale: One more river" (AlhambraJ
(beide te Amsterdam)
E H bestaat een (overigens niet onverklaar
bare) neiging om Sacrilège!" te roepen
bij iedere adaptatie van een vermaard litte
rair werk door de film. Men moet er nog aan wen
nen de jonge film datgene toe te staan, wat aan
opera en toonecl reeds lang vergund werd: in het
letterkundige proÜuct inspiratie te zoeken voor
'een eigen oorspronkelijke schepping. Niemand
. denkt er meer aan de waarde van Berlioz'
Damnation" of Gounod's "Faust" te toetsen aan een ver
gelijking met Goot hè'? tragedie, om van
gelegenhcidstrauspositics als de dramatische bewerkingen
naar Mevr. Székely's romans maar te zwijgen.
Wie One more river" kent, zal dan ook
moeten constateeren, dat de filmbewerking aan
zienlijke wijzigingen heeft aangebracht. Inderdaad
werd Halsworthy's novelle van een 11.000 regels
proza en dialoog teruggebracht tot nog geen 4.000
regels filmdialoog, meer dan de helft plus twee
belanprijke figuren werden geëlimineerd terwijl
tenslotte het zwaartepunt der personages werd
verlegd van de Dinny"-figuur (de eigenlijke
heldin) nnar het tweedeplanskarakt«-r .,Clare". De
nc ede bevat twee tragedies, die van Dinny Cherrel
en die van haar zuster Lady Clare Corven. De
eerste vormt een zuiver geestelijk proces, waar de
film nog niet aan toe is de laatste is bewogen
en vol actie'.... de bewerker had geen keus: hij
was op de laatste aangewezen.'
Het valt niet te ontkennen, dat haar litteraire
afkomst nog op de fihn drukt. Zrj kiest dikwijls
om aan de moeilijkheid te ontkomen de plaats van
den geringst en weerstand: het, gesproken woord.
Er wordt Veel téveel in dit werk verklaard".
Er is dientengevolge een neiging om te chargeeren
en comedie te spelen, als natuurlijke compensatie
voor de talrijke en lange gesprekken. De tamelijk
bas-comique detectiverol, alsmede de hinderlijk
tooueelmatige Lady Mout zijn van dit pis-aller de
onaangename consequenties. Maar wanneer men
> het gevaarlijke manoeuvreeren tusschen tooncel
en litteratuur achter den rug heeft, komt eensklaps
de even onverwachte als schitterende opzwaai.
Niet zonder schrik ziet de beschouwer zich voor de
noodzakelijkheid gesteld, alles wat hij reeds als
uiteenzetting" beleefde nog eens door te maken
in den vorm van een overspel-proces. Maar hier
wacht hem de groot e verrassing: een der volmaakt
ste en boeiendste fragmenten die de film kent.
Dit is van een geladenheid en een spanning, als de
eigenlijke handeling maar al te vaak ontbeert. Hier
werken camera en microfoon op een volkomen
beheerschte en origineele wijze samen. Het film-oog
en -oor worden hier levende organismen, die mot
de zitting meedeinen, er door ontroerd en getroffen
worden en deze episode maken tot een prachtig
bewogen stuk film, dat geen liefhebber mag missen.
Misschien beantwoordt een dergelijke culminatie
niet aan de aspiraties van den litterairen beschou
wer, de filmliefhebber komt er dubbel-en-dwars
mee op zijn kosten. Om deze rechtzaal-scène alleen
moet men One more river" gezien hebben!
*. *'
E EX dergelijk aspect levert die andere
TJniversal"-film, Imitation of life", van John M. Stahl.
Niemand, die Fanny Hurst's uitvoerigen en ietwat
taaien roman kent, zal in het snelle»
beknopte'filmwerk een volledige transpositie verwachten. Maar
toch valt het niet te ontkennen, dat de film hier
tot problemen doordringt, die zij met vaste hand
en dikwijls sterke emotionaliteit onder de publieke
aandacht brengt. Ik denk daarbij niet in de eerste
plaats aan de grondgedachte van het litteraire
werk; het conflict van de business-vrouw, die aan
het eind van een succesvolle loopbaan eensklaps
voor het eeuwige vraagstuk van hart of verstand"
komt te staan. Dit i.*; in de film vrij vaag gebleven
en sterk verdoezeld achter allerlei sentimenteele
elementen. Maar het voor Amerika zoo praegnante
rassen-vraagstuk (et tu, Brute J) beleeft in Imi
tation of life" een aangrijpende expositie. Het
kleine negerinnetje, dat dank zij haar bijna blanke
huidskleur in den afgrond is gestort, welke tusschen
twee levenshoudingen gaapt: de resignatie en de
hoop, is tot een tragische en representatieve figuur
uitgegroeid. Vooral in den aanvang, zoolang het
kind nog school gaat, wordt dit probleem van den
kleurling met klemmende soberheid gesteld. Het
zijn kleine, volkomen onsentimenteele belevenis
sen: het vriendinnetje, dat haar voor negerin
scheldt, de brandende schaamte, wanneer de bécle
klas ontdekt dat haar moeder zwart is.... het zijn
even navrante als eenvoudige conflicten, maar die
in al hun neutrale koelheid een wereld van ellende
openbaren.' In duizend scherp geobserveerde
détails leven deze menscheri een eigen leven, wor
stelen zij met hun eigen problemen. Het begint met
een kleuter, die haar speelgoed-eend wil hebben en
om haar kwek-kwek" roept. Het eindigt met den
zelfden uitroep, wanneer de moeder terwille van
dit verlangen .haar hartstochtelijk begeerd levens
geluk prijs geeft. Tusschen deze beide simpele
beelden ligt de tragedie van kleine toevalligheden
en menschelijk dwalen besloten: wonderlijk spel
van humor en tragiek....
Stahl heeft met zijn Back Street" indertijd een
wereldsucces geoogst.... het wil mij voorkomen,
dat hij met dit aanzienlijk bescheidener en minder
pret ent ie use werk zijn toenmalige prestatie heeft
overtroffen.
In hoeverre heeft de film de tcndenzen van den
roman benaderd? Wij constateeren aanzienlijke
tekortkomingen, naast positieve winsten. De
groote these boet by deze synopsis ongetwijfeld in.
Voor mijn gevoel zijn er echter episoden en détails
(vooral in het eerste deel), die het boek in sober
heid en fijnheid evenaren, zoo.niet overtreffen.
Onze voorloopige conclusie moet dus ongetwijfeld
luiden, dat 'het litteraire werk, bijzonderlijk de
groote roman, nog geen ideale stof voor de film
levert wat den vorm betreft. Er moet te veel ge
comprimeerd worden en de geestelijke waarden
zijn nog moeilijk te realiseeren. Maar dat de keuze
van het onderwerp het niveau van de film doet
stijgen en haar tot merkwaardige en schoone resul
taten kan voeren, dat hebben deze beide interes
sante TJniversal'M'ilms bewezen.
Elstree versus Hollywood
Victor Saville: The Iron Duke"
(Alhambra, Amsterdam)
WIJLEN Mossel, de cellist, bezat een
Stradivarius vermoedelijk zelfs een echte
in ieder geval een instrument,dat wonder
schoon van lijn, bouw en vernis was en door alle
kenners met welbehagen werd aanschouwd. Alleen
gelijk Mossel het kernachtig uitdrukte: het.
verd-mde ding klonk niet!" Wie <llt aesthethisrh.
mirakel aanstreek, hoorde slechts een droge,
doodtoon. Niemand kon zeggen waar het aan lag, ma» r
de waarheid was onmiskenbaar. Het was een cell-i
om onder een stolp te zetten, oin verrukt te b< ?
staren, om er de fouten van andere instrumentt-n
mee te demonstreeren.... je kon er alleen geen
muziek uit halen.
Ik moet vaak aan deze ergernis van mijn oud» u
leermeester denken wanneer de Engelsche fihi ,*
de revue passeeren. Zij bezitten een distinctie d»
imponeert, zoowel als een technische
geaeheveerilheid, welke boven allen lof verheven is. Zij
behun'delen interessante historische onderwerpen
dot»-gaans met een ernst en een goeden smaak, d «?
helaas in de filmwereld zeldzaam zijn. Zij word» u
gedragen door acteurs-raet-een-titel in plaats v; n
door omhooggevallen cowboys en revue-gir'«.
Kortom: het zijn films voor schoolmeesters ? u
pedanten.... maar zij klinken" niet!
Sir George Arliss is een groot acteur, een m: n
van eruditie en talent, die (cultureel gesprokt ij
tien Crawfords in zijn linker- en tien Gary Coóp< is
in zijn rechter zak kan bergen. Maar hij ia ge u
filmspeler! Voor camera en microfoon wordt z ju
bewuste, klassieke acteeren tot een hinderi jk
doen-alsof", en Victor Saville is er de man n H
naar om dwars tegen al deze zelfverzekerde
ti>oneelkünst in te ketteren. Hij lijkt de laatste om
«Kgulden woorden dezer declamatie op een gegcM'ii
oogenblik naar den duivel te pturcn en ze te
ond«Tbreken door een brok stormachtige natuur. ? t'ii
rennende menigte of desnoods door een simj «'If
hand of voet. Hij durft de gezapige cadans MUI
. dezen woordenvloed niet op te offeren aan «'t
eigen rythme der film, en zoo zien wij Sir Gei nt*
Arliss vermomd als den hertog van Wellington .?
een eerbiedwaardige maar ietwat wakkcligc o» «Ir
heer, getooid met de pluimen en den sabel van en
Iron Duke" en mét een welbespraaktheid als «lit
ijzeren personage waarschijnlijk nimmer beztu*»
heeft.
, Misschien zijn er liefhebbers, die. dit soort van
rcspectabiliteit een zegen voor de vulgaire,
onjredisciplineerde film' houden. Zoo jn, dan sprrkeu
wij verschillende talen en schijnt iedere disci*^
hopeloos. Want wie dit dorre, brave hnit«'tif
tooneel aanvaardt, die heeft nooit den thrill". '
demonische, fascineérende, meesleepende weising
der echte film loeren kennen. Film, dat wil zop^»1
.stuwing der beeld visioenen, rythmische bewmw
heid, botsing der contrasten. Dat wil zeggen: J'
. zwiepende boomkruin naast het trillende -iW'
sprietje, de davering van den orkaan naast !>«''
gestamelde woord. Dat wil zeggen: de macht Vflf
den kosmos naast de teederheid van het aller
intiemste. Van dit alles is (vooralsnog) niets te be
speuren m de Engelsche film, al haar achten*
waardige qualiteiten ten spijt. Npch in lienff
VIII", noch in Nèll Gwynn", noch in TIn Iw»
Duke".
Hollywood is het oord der buitenste mteliec' utf!*
duisternis, Elstree het centrum der cinegrnl'js*1*
respectabiliteit. Maar in de spannende mat'-U o&
het wonderlijke, ondefinieerbare medium ,.1'H»1
staan de kansen voorloopig: x *o l
Lou/ie Bcovers In
\m\
totfonof//fe(Tuich/nski, Amsterdam)
f AG. B DE
GROENE N*3*!
, *»-N »
* "t
Literatuur in Frankrijk
DE NIEUWE GIONO
Een groot schrijver met een gevaarlijk talent
J. GRESHOFF
IK kon geen tweede voorbeeld van een schrijver,
die zich zoo spoedig als Giono een internationale
gemeente en een wereldreputatie verwierf.
Reeds bij zijn eerste boek riep men om het
.inrdst, dat men hier met een meesterwerk te doen
>ad. Een meesterwerk was het lang niet. Toch
.as het enthousiasme te begrijpen. Temidden van
><m letterkundige productie, welke zich binnen
? ?ugo grenzen bleef bewegen, wierp Giono ineens
i -ts nieuws: een nieuwe toon en een nieuw
wootw; "bruik ten bate van een nieuw wereldbeeld. Deze
? lementaire nn t uur lyriek bracht den lezers,
ge? -end aan subtiele zielsontlcdingcn, rst in
stomi. ie verbazing en daarna tot een redeloos
enthouEr is on blijft in die eerste boeken van Giono
; ..(.T veel moois. Er spuit een echte, uit onbekende
? iiepten opkomende,, panische kracht uit op. En
l ier en daar toont Giono zich als een voortreffelijk
?.. -hrijver. Maar ik heb nooit het denkbeeld van mij
? l' kunnen zetten, hoe, in weerwil van die hooge
i waliteitcn, al dit werk toch wel buitengewoon
l rimair was.
Lc Chant du Mondo" was het eerste boek van
Mono dat mij bevredigde; de gestalten hebben
ihnrin een legendarische grootheid gekregen,
zonil -r iets van hun intensiteit te verliezen. Het zijn
i :ér-dan-mcnschcn, maar toch zóó menschelijk
iu-bleven, dat wij er volledig mee in verbinding
l * innen treden. Giono vertelt hierin niets bijzonders;
i'üiar ook de allereenvoudigste gebeurtenissen weet
l> j zóó te vertellen, dat het openbaringen worden.
We mouten in du kunst steeds rekening houden
n «<t een verschijnsel, dat zich niet verklaren laat.
l--i wel dit: een volmaakt welslagen maakt alle
t- uten goed. Le Chant du Monde" is een typisch
v«orbeeld van zulk een welslagen. Alle fouten,
u-'lke mij in Gionp's vroegere boeken
tegenston?I' u. zijn hier nóg aanwezig, maar het zijn deugden
«? worden ! Wat mij vroeger hinderde bewonder ik
tl. ius;'wat mij gewild leek, schijnt nu natuurlijk.
l {et was moeilijk om na een gaaf en uniek werk
stuk als Le Chant du Monde" een terugslag te
uii: gaan. Maar was het dan ook noodig om reeds
z<» > spoedig weer met een dikken roman voor den
dn 4 te komen? Enkele maanden na ;',Lc Chant
du Monde" verscheen Que ma Joie demeure"
(K'l. Grasset, Paris 1035). Hierin zien wij wederom
ol (riono's onmiskenbare on hooge kwaliteiten,
Hun r de eenheid en de betoóvering ztfn verbroken;
?w«ut daarnaast erkennen wij vele en pijnlijke
foul«i". Hier is dus geen sprake van een welslagen dat
all-s redt. Integendeel. In geen van' zijn boeken
za^.-a wij zpo sterk do mechaniek van Giono's
kunst. Met andere woorden, wij ontdekken op een
P'ji'lijke wijze zUn maniertjes.
l'" grootste vijand van een schrijver is hijzelf.
£n Uier wordt Giono dan ook telkens slachtoffer
v«i'./.ijn gestabiliseerde mentaliteit. HU gaat ónder
u 'ün eigen rethorica. Mijn hoofdbezwaar tegen
dit boek is do leegto. Het telt ftOÓ bladzijden met
een materie juist genoeg om er tweehonderd meo
te vullen. De anecdote is kinderlijk simpel en de
ideologie is het al niet minder. Het gevoel is weinig
geschakeerd en mist iedere subtiliteit. Nu zou men
kunnen denken, dat dit streven naar grooten een
voud en natuurlijkheid voortkwam uit een
zielsbehoefte van den schrijver: maar dit voelen,
helaas, wij geen oogenblik aldus. Het maakt voor
ons deel uit van een litterair procédé, gebaseerd op
esthetische vooroordeelen. Bovendien bemerken
wij veel te sterk en voortdurend den symbolischen
opzet van het verhaal.
DE boeren van dit boeit leven op hun plateau in
een onafgebroken zwaren arbeid: zij weten niet
waarvoor zij werken omdat zij niet weten waar
voor züleven. Dan komt een acrobaat, die zwerver
geworden is, bij hen en leert hun de verlossende
vreugde van het nuttelooze. Zij gaan bloemen plan
ten, alleen om der wille van de schoonheid. Zij
houden feestmalen om der wille van de vriend
schap. Deze mentaliteit culmineert ten slotte in
de aanwezigheid van een tam hert, dat als een
soort heilig dier aanbeden wordt.
Deze geschiedenis met het hert zou buitenge
woon aardig kunnen zijn, maar zij is het niet. Om
de doodeenvoudige reden, dat wij er niet in
gelooven. Principieel bestaat er geen bezwaar'tegen
wijze dieren, die een beslissende rol in het leven
der menschen spelen. Zijn wij niet bereid alles te
gelooven, wanneer een kunstenaar het maar
geloofwaardig maakt? Met sprookjes is er geen keus. Als
ze niet zóó zijn, dat wU ze met hart en ziel aan
vaarden, worden het ook meteen kinderachtige
praatjes voor de .vaak. waar we ons alleen maar
aan ergeren kunnen. Giono is hl*?r te kort gescho
ten. Hij heeft zijn fabel geen leven weten in t
blazen. Het blijft een verzinseltjè, dat noch
origineel, noch bijzonder grappig is: man fühlt
den Absicht und man wird verstimmt l Ook het
tragisch einde pakt niet, om dezelfde reden.
Que ma Joie demeure" is een mislukte Giono.
in weerwil van een aantal bladzijden natuurlyriek
en eenige scènes van primitief menschenleven,
welke tot het allerbeste behooren van wat hij ooit
schreef. Lezers die Giono niet kennen raad ik ten
sterkste af dit boek ter hand te nemen. Men moet
inderdaad iets van dezen schrtyver gelezen hebben,
maar dan beginne men met Le Chant du Monde",
dat hem hot zuiverst en het volledigst vertegen
woordigt.. Er zjjn echter ook doorgewinterde be
wonderaars van Giono, hem zóó trouw, dat alles
van zijn hand hun belang inboezemt. Deze zullen
natuurlijk ook Que ma Joie demeure" willen
lezen. Zij zullen er uit leeren, dat Giono een zér
gevaarlijk talent heeft. Een talent dat geen mid
denweg toelaat. Giono schrijft, als hij niet een
goed boek schrijft, een boek dat op een pijnlijke
wijze zijn tekortkomingen en zijn fouten doet zien.
PAG. $ DE CROENENo.3029
~r - «t^r *
Openluchtconcert in de Hollywood Bowl
' Mengelberg komt
naar de Bowl"
Ken ahonnéuit CaHforni» schrijft ons; '? jj
?r \ITGELATEX -'van vreugde waren tce. twn
j j icc net per geluk het staartje van ilc rad n~
^-' aankondiging hoorden en daaruit vernam'1 s
dat Mr. Mengelberg in de Bowl sou komen dirigeer'n.
Met een onzeker gevoel zijn ice gaine gaan
informeercn om nadere bijzonderheden. En het ia irowr: hij
komt.
Vijftien lange /aren hebben irij geen eonecrt onder
Mengelberga.leiding gehoord. T n de goede dagen van
onzen Amsterdanisehen studietijd dronken icc het
muzikale glas geregeld teeg tot den laatste druppel. En
hoeiret irc in later /aren meermalen verlangd, vurig
verlangd hebben naar een klein deel van icat ons vroe»
ger pu zoo ruime mate irerd toegemeten, mogen tce
niet anders dan icaardeeren-tcat we Indertijd hebben
mogen genieten. *
Maar nu komt Dr. Mengelberg ons geheugen en
oiize ziel persoonlijk tcat opfrissehen.
Xutuurlijk. u-e krijgen hier ons deel aan goede
muziek. «Maar niettemin komt het herhaaldelijk.voor.
dat «v, wanneer iee een of ander eoneert via radio en
grammofoonplaat finoren, zeggen: Dat klinkt-nu net
of hft Mengelbergmuziek is. En met groot e voldoe'
? n ing hooren ice dan meermalen de aankondiging, dat
het juiat gespeelde eoneert onder leiding was van
Willem Mengelberg.
En nu komt Mengelberg naar de Botd. En
icaar«ehijnlijk sullen velen in Holland wel eens iets
.willen iceten omtrent deze bowl.
De Hollywood Bowl was in den goeden ouden tijd
de uitverkoren plaats voor executie*. Maar een vij/tien
jaren geleden nam een groep ingezetenen van Holly
wood initiatief, de -Bowl aan te koopen om er een
openluchttheater van te maken. De bekende A
merikaunschc methode: pennies van kinderen, uerd toe
gepast, en met behulp van donaties enz. werd de Bowl
gekocht en aan Los Angelos County cadeau gedaan. .
De, coünty verhuurt.nu de Bowl aan de Hollywood
Bowl Associatie voor een dollar per jaar. Van Juli
tot September heeft de Southern California
Symphony Association de Boicl gehuurd om er haar
zomerconcerten te geven.
De Boicl biedt plaats voor 20.000 personen. Bijna
overal is démuziek uitstekend te hooren. Dat het
publiek .deze concerten waardeert blijkt uit het feit,
' dal in 1034. 270.000 mcnsehen de uitvoeringen bij
woonden. Het grootste aantal verkochte kaarten vóór
een concert was ruim 16.000. Door elkaar worden
per concert. 8.000 toegangsbewijzen verkocht.. Het
totale aantal toehoorders sinds de concerten zijn be
gonnen wordt geschat op 3.250.000.
Zeventig dirigenten zijn in de dertien jaar dat de %
concerten hebben plaats gehad hier opgetreden. De
meesten van hen kwamen speciaal over voor deze
leiding. Het aantal composities dal ten gehoor e ia
gebracht bedraagt 825. Meer dan 200 componisten
zijn in dit oeuvre vertegenwoordigd.
Voor wie een seizoenkaart neemt kost hel bijwonen.
van een concert.... 25 cent!
T. C. SPKÜIT
KROP
lë's
fna 23
is eea
|die heus
iym ge.
,
'hieraan(
onder.
URE,
i den
niet.»
?t ? t
?u ?.?!!»
K> i;
IJ
. « 'i
zoi
a ih'
een
der
die
nog
?paoch
lijk
liet
ver
:e«
ai
Sn
en
an
ar
s.'
Ie
in
r»
i\
'-i.