Historisch Archief 1877-1940
f
Muziek
IGOR STRAWINSKY VERTELT
Leven en streven van een musicus in onzen tijd
CONSTANT VAN WESSEM
EEN schrijver over zijn eigen leven heeft
eens gezegd, dat zelfs door het vertellen
in de ik"-persoon men er niet aan ontkomt
van zichzelf een personage te maken.
In de Chroniques de ma vie" *) vertelt Jgor
Strawinsky over zichzelf, of liever gezegd, hy
teekent uit zijn leven een aantal voorvallen op,
die te samen het beeld van dit leven geven.
Waarschijnlijk is voor Strawinsky wat hy opteekende
ook het belangrijkste van zijn leven geweest:
maar het valt op, dat hij er toch ook mee beoogt
zichzelf en zijn muziek toe te lichten, zyn houding
in het leven en tegenover de muziek in het alge
meen. Hy heeft zich lang genoeg geërgerd, naar
hy' zelf zegt, over de woorden, die interviewers
hem in den mond hebben gelegd en die op een wy"ze
werden geïnterpreteerd, die niet de zynewas. De
Chroniques de ma vie" beoogen, meer dan intimi
teiten over zy'n leven prijs te geven, een soort
rectificatie van wat hem in de voorstelling, die
in de publieke opinie van hem ontstaan is, heeft
gehinderd: hij retoucheert als het ware zichzelf.
Daardoor heeft dit geschrift ongetwijfeld nan be
langrijkheid gewonnen, al zal het do op sensatie
belusl igdou teleurstellen: het boek is onromant isch
als zijn muziek. Maar voor hen, die vertrouwd zijn
met Strawinsky's kunst is het geheel van zijn geest.
Strawinsky begint met ccnigc van zyn eerste
muzikalu indrukken" te vertellen. Pit verhaal
b.v. past geheel in het kader; het gaat over ceri
oude n Russische n boer, die de kinderen amuseert
met zingen, hoewel hij, curieus genoeg, stom is.
De kinderen zijn bang voor hem, hij klakt erg
lawaaiig met de tong. Van zyn lied" zegt nu
Strawinsky: ?
Dit gezang het bestond maar uit twee sylla
ben, de eenige die hy kon uitbrengen en geheel
zonder zin, varieerde hij met een ongeloofely'ke
vaardigheid in een zeer vlug tempo. Hij begeleidde
dit geklok op de volgende wijze: Hy hield de palm
van de rechterhand in den linkeroksel geschoven
on met een snelle beweging deed hy de linkerarm
tegen de rechterhand op en neer gaan. Xoo liet
hij uit zijn hemd een opeenvolging van nogal
dubicuse geluiden, maar zeer rythmisch, te
voorschijn komen, die men, met een beetje goeden wil
kon Jcwalificecren als baisers de nourrice". Het
amuseerde me razend en thuis zette ik mij met veel
ijver aan het nabootsen van deze muziek, zoo vaak
en zoo goed, dat men my' verbood iny* verder van
dit indecente accompagnement te bedienen. Nu
bleven er alleen nog de twee trieste syllaben over,
dio voor mij hun attractie verloren".
Voor wie weet welk een bewonderaar en voor
vechter Strawinsky van Tschaikowsky i» geweest
is het interessant, wat hy over desten zegt, on ook
over H husky Korsakoff, wiens leerling hij ver
scheidene jaren geweest is, doch niet zonder critiek
Igor^Schwezoff met een zijner leerlingen
Moderne dans en klassiek ballet
Igor Schwezoff
5
l
s
r\E5schrijverJvan*ditartikei;iseen Rus f
L/..dieTteJ Amsterdam een dansschool l
leidt. H ij J heeft het eerst de aandacht |
op zich gevestigd door zijn autqbio- f
grafie Borzoi, the life of a dancer", l
| waarvoor hij een prijs van £ 1000 kreeg. J
rilllllMIIIIIIIIIMIIIItllllllllllllllllllllMlllltlllMIIMMIIIIMMIIlilllllllllllllllllllllllMIMM
DE'^klassieke 'dans, die in Holland ballet ge
noemd wordt, is als iedere groote kunst
gqj^baseerd op]een eeuwenoude traditie. Evenals
in de muziek de toonladders het fundament zyn
van alle muzikale vormen, zoo is de klassieke dans
opgebouwd op de vyf posities, waaruit zich alle
bewegingen ontwikkelen. De klassieke dans geeft
het lichaam de absolute mogelijkheid zich te bewe
gen en het hangt van den danser af, die na een jaren
lange training zijn lichaam volkomen beheerscht,
in welke richting hij zich wil ontwikkelen in over
eenstemming met zijn persoonlijkheid, mogelijk
heden en ideeën.
Men heeft wel beweerd dat de mensch door de
klassieke scholing in do tiadilioncele vormen zou
verstijven en dat de persoonlijkheid daardoor zou
worden gedood. Doch het traditioneele is de primi
tieve vorm van den klassieken dans, diéin de ver
dere ontwikkeling onbegrensde mogelijkheden geeft,
en wanneer men persoonlijkheid bezit, kan deze.
alleen in de studiejaren bedwongen zijn, om later
in een meer volkomen, sterke en behecrschte wijze
tot uiting te komen. " .
Niet ieder die danst mag n kan solo-danser zijn.
Ken eerste danser is iemand die persoonlijkheid
heeft. De. anderen vormen de entourage", het
volkomen technische materiaal .waarmede do
choreograaf: zyn ideeën weergeeft.
Men heeft ook beweerd, dat de z.g. moderne
dans-systemen (Laban, Wigman, enz.) de" rich
ting aanwezen waarin de danskunst zich moest
ontwikkelen. Het is niet te ontkennen dat deze
richtingen eenige goede zijden hebben, maar voor
. den theaterdans, zooals die op de groote tooneelen
vereischt wordt, in opera's bijv., zyn zy onbruik
baar, omdat deze systemen eigenlijk geen bepaal
den ondergrond hebben en de bewegingen meer uit
het gevoel dan uit overtuiging van de
lichaamsbeheersching voortkomen. Zij laten de danslust
zich botvieren in onbeheerschte vormen vari het
lichaam.
Bovendien moot men voor den theaterdans den
stijl en de grondslagen van de dansen in de ver
schillende tijdperken en de nationale dansen kermen.
De klassieke dons heeft dit alles in r.ich voreenigd,
verfijnd on technisch vervolmaakt.
Ik geef gaarne toe dat een dansavond van per
soonlijkheden zooals l sado va Duncan in haar jeugd,
en Mary Wigman waarschijnlijk mi nog, zeer inte
ressant is, maar helaas komen zulke persoonlijk
heden maar n op de duizend voor, en hét is jam
merlijk zooals honderden onpersoonlijke dansers
van dezelfde richting hun danslust als groote kunst
op het tooneel brengen.
In een ensemble zou men deze menschen niet
kunnen gebruiken, aangezien iedere onpersoon
lijkheid zich een persoonlijken stijl" aanmeet om
met deze cache-misêre" zijn onbeholpenheid te
bedekken. Als tooneelmateriaal zijn dansers met
klassieke scholing onontbeerlyk. Kurt Jooss, die
uit de Laban-Wigman richting is voortgekomen,
heeft- dan ook reuds sinds langen tijd de noodzake
lijkheid van de klassieke training ingezien.
Ook in Düitach'land, waar de z.g. moderne en
Duitaohe dans is opgebloeid, zijn in den laatsten tijd
verbluffende veranderingen te bemerken. Mary
Wigman, Palucca e.a; hebben.in hun scholen den
klassieken dans móeten invoeren, ,.damit die für
die Bührienlaufbahn sich interessierenden Schuier
die tftmerische Btthnenreife erreichen"! (Dit
laatste uit een bericht over de dansscholen van
Palucca en .Mary Wignw»')
De dans was, is en zal altijd met de muziek
verbonden zijn. Indien dus inde muziek een nieuwe
richting ontstaat, openen zich voor den dans ook
nieuwe wegen en mogelijkheden. Niet alleen de
stijl en de vormen van den dans evolutióneeren,
maar ook idee en inhoud. In onzen modernen tyd
zou het belachelijk zijn om een. ballet als Die
Zauberfloie" of Lac du Cygne" als een nieuwe
schepping op te voeren, maar'als een voorbeeld
van een groote en traditioneele dansperiodèkan
en mag men deze balletten als groote kunst niet
ontkennen, want slechts van het groote Oude uit
PAG. 12 DE GROENE Na. 3039
knn men nieuwe en belangrijke wegen vinden.
Hier in Holland is men nog niet heelemaal tot
het standpunt gekomen dat. de klassieke grondslag
het fundament der groote danskunst is. Ik kwam
naar Holland met den besten wil, hier een artis
tieke en volkomen geschoolde dansgroep te vor
men. Helaas heeft het publiek hier nog weinig
begrip en belangstelling voor de waarlijk moeilijk
te bereiken danskunst, en een ongegrond oordeel
wordt te vlug uitgesproken.
Heel langzaam begint in Holland in de nieuwe
generatie van dansers het bewustzijn te ontstaan,
dat men zonder grondige en jarenlange scholing
niets groots kan bereiken, en ben ik overtuigd dat
zij door harden arbeid en intensief willen het inte
resse van het groote publiek zal doen ontwaken.
op dezen leermeester, die nogal tegen de moderne
muziek gekant was, b.v. tegen Debussy en wiens
bewerkingen" van Moussorgsky's partituren hij
volmondig afkeurt. Van hen, die de sterkste in
vloeden hadden op zy'n jeugdcomposities was het,
naast Tschaikowsky, Wagner en Rimsky
Korenkoff, vooral Glazounow, wiens symphonieën hy
als model nam. Het onvoorwaardelijkst bewondert
hij echter Glinka.
Natuurlyk spreekt Strawinsky ook uitvoerig
over het ballet van St. Petersburg (welke stad
hy zoo ten onrechte in Petrograd omgedoopt
acht, omdat Peter de Groote de stad noemde naar
zyn schutspatroon en niet naar zichzelf).
Eerst een curieus zinnetje: Ik heb het altyd
verafschuwd naar muziek met gesloten oogen te
luisteren."- Hy wyst dan op den grooten bloei, die
? het Keizeriyk ballet in het begin van de 20ste
» eeuw onderging door de groote talenten van
dansers en danseressen (Xijinsky, Pavlova, Karsavina)
en van een jong balletmeester Pokine, die weldra
.voor Strawinsky den grooten balletmeest er Marius
Pepita overvleugelt in frischhcid en originaliteit.
Hy had toen al verbinding met Diaghilew, die
zoo'n groote invloed op zyn scheppingen voor het
ballet zou uitoefenen door zijn enthousiasme en
ondernemingslust.
Diaghilew wordt overigens zeer scherp en precies
gcteekend in zyn gulheid, zyn finantieele zorge
loosheid, zijn koppigheid en zijn jnlocaio op Stra
winsky 's kunst, die hij aan niemand anders' gunt.
Wij vernemen verder het ontstaan van het ver
maarde Petrouchkn": Bezig aan de Sacre du
printemps" wilde hij '/.ich eenige ontspanning
geven door voor orkest een soort eoncortsl uk ie
«?oinponoereii met piano-nolo. Al eomponcpreiid'
had ik zeer duidelijk do voorstelling van een
pop, die plotseling losgebroken, lipt geduld
van het orkest tot wanhoop brengt door zijn
diabolische» arpeggio-cascades, waarop het met
dreigende fanfares antwoordt. Er ontstaat een
verschrikkelijke verwarring, eindigend in do smar
telijke en klagende uitputting van do a ruif pop.
Toen ik na beëindiging eon titel liep te zoeken
voor dit bizarre stuk, dio met een enkel woord
het karakter ervan zou uitdrukken vond ik:
Petrouchka", de ongelukkige held van de
Russische poppenkast. Zoo ontstond het ballet,
Wjdat Strawinsky nog vóór de Sacre" voltooide.
f Over liqt beroemde schandaal bij do /première-.
van dit laatste to Parijs, welk schandaal hij in de
eerste en voornaamste plaats wijt ann do «vol
maakt ondoelmatige choregraphie .van Ntfinsky,
die volgens hem wel een groot danser, maar een
abominabel regisseur was, doch 'door 'Diiigliiléw'
om onbegrijpelijke ..redenen werd geprotegeerd, is
hij in zijn Chroniques" maar kort. Hy herinnert
er zich niet veel meer van, zegt hij, clan dat Dia
ghilew, om de opwinding in de zaal te kalmeeren,
met tusschenpoozen het licht uit en aan liet
draaien.
Ten slot te moet hier nog vermeld worden wat
Strawinsky over een essentieel punt zegt, namelijk
over de vertolking van zyn werk en van muziek
in het algemeen. Hij prijst Montèux, den orkest
leider der Russische balletten te Parijs, die zeer
precies zyn partituren heeft uitgevoerd". Dan
vervolgt hy:
Ik vraag van een dirigent niets meer, want
iedere andere houding van zijn kant gaat over in
vertolking, iets wat ik verafschuw. Want nood
wendig kan een vertolker alleen aan de vertolking
denken en assimileert zich aldus met een
traducteur" (traduttore-tradittore) wat, in de muziek,
een absurditeit is en voor den vertolker een bron
van ijdelheid, die hem onvermijdelijk tot den meest
belachelijken grootheidswaan brengt." Over het
wezen der muziek zelf lezen wij dit als Strawinsky's
meening:
Ik acht de muziek, in wezen, onmachtig iets
uit te drukken, wat ook: een gevoel, een houding,
een psychologischen toestand, een
natuurverschijnsel, etc. De uitdrukking is nooit do aangebo
ren eigenschap van de muziek. Wanneer de muziok
iets schijnt uit te drukken is dnt niets dan oen
illusie en geen werkelijkheid. Dat is alleen iets
toegevoegds, dat wij, hotzy door een zwijgende over
eenkomst, aldus als een etiket hebben aanvaard
on door gewoonte of onwetendheid met zijn wezen
versmelten. De muziek is het oenine domein waai
de mensch het hodon verwerkelijkt. Door do
onvolmaaktheid van zijn natuur is hij aangewezen
het verloopcn van den tijd in zijn stadia van
verledon on toekomst t o ondoiirnan zonder ooh
hot hot heden zelf reëel, .stabiel l o kunnen
maken. Hot phenomccn der muziek nu maakt
het ons mogelijk oen orde nnn do dingen to g«*ven.
daarbij vooral inbegrepen oen orde tusgclïcti
monsch en tijd. Om dat to -ren Hsooren w nood
zakelijk oen construct ie vereischt. Wanneer
eonmaal do constructie klaar is en do orde bereikt
is alles gozogd. Het te nutteloos er iots anders
in to zoeken of van te verwachten. Het is juist
deze constructie, deze bereikte, ordening, dio
in ons eon aandoening te woog 'brengt van oen
geheel apart karakter, in niets U» vergelijken met
aandoeningen,, ontsproten aan indrukken van het
dagelijkschc levoji. Men knn de aandoening, door
muziek opgewekt, niot beter uitdrukken dan door
haar te idontificeoren met die, wolko in ons het
aanschouwen van oen spel van architectureele
vormen opwekt. G oei hèbegreep dit goed, toon hij
do architectuur eon versteende toonkunst noemde."
l) Igor Strawinsky, C'hroniquesdv muvic. Itenotl
' cl .Siècle, Paris. ?,
Igor Schwezoff in een zijner dansen
Verzen van Marsman
iHIMIHnilimiHIIHIIIIIIIIHIimilllHIIHIIHiniMIIIMIMIIHIHIHIIIIMHHHIHHIIHIIIMII
S
i
i
s
i
MlT den bundel Porta Nigra", waarvoor
H. Marsman den Van der Hoogt-prljs zou
hebben gekregen indien hij niet vier jaar geleden
in De Groene" een scherp artikel tegen de
Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde
had gepubliceerd, drukken wij hieronder enkele.
verzen af. De bundel verscheen in 1934 bij
De Gemeenschap" te Utrecht.
s
l
I
HHIHIIIMIHHIIHHIHIHIHIHIHHIIIIIHHHIIIIHHmiHHIHUIIIIHIMMIIIIHIHIIHIIIHMlT
De grijsaard en de jongeling
fJrootsch en meesleepend wil ik leven f
hoort ge dat, vader, moeder, wereld, knekelhui*!
ga dan niet ver van huis,
en weer vooral ook het gespuis van vrouwen
buiten uw hart, weer het al uit uw kamer
laat alles wat tot n komt onder groote en
oorlogszuch(tiye namen
builen uw raam in den regen staan:
het is slecht te vertrouwen en niets gedaan.
alleen het yeruisrh
vuil uw bloed en van uw hart hel yehamer
vervtdle «w lichaam, verstaat ge, MIC leven, MM?kluis
zwicht nooit voor lippen:
samenzijn ia een leugen en alle kussen verraad;
alleen een hart dat tegen eigen ribben slaat
is een suieer hart op een zuivere maat.
zie naar mijzelf. '
ik heb in mijn jetiyd
mijn leren verslingerd aan duizend dingen
van felle en vurige muiten, oproeren, liefdes.. ..
?I-M wil la hei ullcs te zaïnen nu nog geweest?
ut-er hoeveel znl ik mij -niet blijven schamen?
en hoever! in er dat misschien nooit geneest?
de jongen kijkt door de geopende ramen
waarlangs de wereld slaat; zonder sich te beraden
stapt hij de deur uit. helder en zonder vrees.
De hand van den dichter
Cilctzcn grijpen en lecgen ;
veel jagen en reizen: .
'i'roiiii'Cti omhelzen en treelcn;
strijden óp felle puurden
en blinkende wateren splijten;
tipclen met licht f n donker; .
. de n dag en den nacht doorrijden
'ondfir tluweelen schaduw en
ilonkerende sterrcbcelden ....
het staat niet in mijn hand gegrift;
en een hand is een leven, een lot;
ik lees slechls in fijn scherp schrift
en dit geldt voor vroeger en later
weinig liefde en wijn. veel water,
soms een ra f kei. een zweep, maar
stellig nimmer een zwaard....
zoo }s mij .enkel bewaard
lan'izaam maar vast te verwijven'
'?in nijver monnikenwerk; "
bidden en verzen schrijven
geel op geel perkament.
en mijn hand alleen te verstrengelen
'met mijn eigen andere hand
en in een'cel te versterven
oud op OOM 'houten bank .
Verzet
Toen ze! de nlan: ik ben moe;
vijand, laat van mij al;
ik verweer mij niet meer;
ik t i;/ nog maar wat en wacht af
of ik gehaald word vannachl.
en de -priester: k breng u den heer....
. mrtn r hij met een laatsten slag . .
uheg het kruisbeeld weg van zijn mond
en krijschte: ga weg
neem mijn laatst bezit mij niet af:
mijn soutien gaan mee in-mijn graf.
? ?»'.., .'
Aan Anton van Duinkerken
fHj tegt' Tan mij:
hem rest geen andrc weg
dan zelfmoord of geloof;
f óf een verdoft'berusten)
maar gij vergeet, ' ? ,
dut men in open zee ?
ver 'van de veiVge kusten
reclit als een man'op. een recht schip kan staan
en onversaagd tot ann den dood toe strijden.
PAG. u DE GROENE Ne. 3029
f