De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 6 juli pagina 3

6 juli 1935 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

N-, F Bruxelles-Kermesse J. GRESHOFF IN den beginne was het woord. Daarom heeft bij den aanvang der tentoonstelling minister Van Isackcr acht en veertig Vlaamsche rede voeringen uitgesproken. Hij kon moeilijk anders, want de heer Adolphc Mnx sprak acht eh veertig Fransche redevoeringen uit. En, tentoonstelling of geen tentoonstelling, de tweetaligheid gaat vóór, .Misschien is het niet juist over acht on veertig redevoeringen te spreken: het waren acht en veertig variaties op n thema. Bij de opening van het Foolsche paviljoen verheerlijkte Zijne Excellentie den Poolschcn volksgeest, gewaagde van de eeuwen oude banden, welke Polen en Belgiëonverbrekelijk te samen houden en loofde den smaak en den ijver aan het tot standkomen van de Poolschc afdceling besteed. Nu knn men Poolsch vervangen door Nederlandsen, Tsjechisch, Irnnach, Palestijnsch, zonder dat de geest, do banden, de y\*cr en de smaak ook maar eonigszins in hut gedrang komen. De hoeren. Vnn Isackcr en Max hebben hun voordrachtstournée beëindigd.. Er zijn. geen inhuldigingsmaaltijden meer en de journalisten krijgen eindelijk gelegenheid een beetje op adem te komen en hun dormst oor niesen te bezweren. De tentoonstelling is nu werkelijk af, open en zonder voorbehoud overgeleverd aan het publiek. Ik kan zeggen, dat ik er zoo langzamerhand kind aan huis geworden bon. .Ik heb er vele. uren plichts getrouw doorgebracht, zooveel tlat ze aaneengereid zeker een week van mijn loven vertegenwoordigen. Is da.t een reden om er met kennis vnn zaken over te oordeelen; of mjs ik, beu door to veel, de hoognoodige onbevangenheid? Waarschijnlijk hapert er iets aan mijn traditioneel geweten. Het is bovendien altijd goed zichzelf een beetje te wantrouwen. Daarom begin ik met het oordeel van een ander, van vele anderen. De formule, welke mij het vaakst ter oore kwam, luidt: Bij nader inzien valt het toch niet mé." liet meerendeel der be-' zoekers wordt, niet zonder redon, geïmponeerd door den grootschon opzet, door den breedea aanleg en door de schoonheid van meer dan n gebouw. Wanneer zij dan echter hun belangstelling uit gaan strekken tot de onderdeden, wanneer zij paviljoen na paviljoen doorgcslenterd hebben, komen zij tot de teleurstellende conclusie, hoe zij eigenlijk weinig of niets nieuws vermochten te ontdekken* H* '*??**. De grootste sensatie pp de tentdonsteff/ng Waar ligt de schuld? Is dit een verwet dat ha het bijzonder de Brusselsche wereldtentoonstelling treft? Geenszins. Het instituut der wereldtentoon stellingen is verouderd en heeft nog slechte een zeer gering bestaansrecht. De gronden hiervan ?liggen, dunkt mij, voor een ieder bloot. Er is geen tentoonstellingsbestuur ter wereld, dat een normaal ontwikkeld man van nu nog iets nieuws kan bieden. Zoodra er in welken verlaten uithoek van de wereld ook een uitvinding gedaan wordt van onder geschikten aard, weet binnen een week iedere be langstellende daar het fijne van, dank zij reeksen dagbladartikelen, foto's en filmjournalen. En juist op zoo'n expositie waar alles er op gericht is belang stelling te wekken, voelt de men", die altijd gauw blaségeweest is, maar al te duidelijk hoe alles schoii da gewesen ist. Zelfs in het Lunapark loopen de menschen met verveelde gezichten langs de sensationeelste ver makelijkheden. De rutschbanen worden wat hooger en wat kronkeliger, maar daar draait niemand zijn hoofd meer voor om; parachutespringen van vijf en twintig meter is een vrij flauwe grap en schom mels die heelemaal rond slingeren zouden allen maar aardig kunnen zijn, als er gegarandeerd icderen avond een meisje uit viel, hetgeen echter slechts zelden gebeurt, omdat dat te duur zou worden en de liefhebbers met dikke riemen worden vastgesjord Ik heb herhaaldelijk in dit Lunapark de trage menigte geobserveerd: met een begrafenisschuifelgang voortgaande, hier en daar even voor een kraampje halt-makende, maar altijd stevig met de hand op de portemonnaie. Vroolijkheid laat zich nu eenmaal niet dwingen. Wanneer men werkelijk innerlijk verheugd is, amuseert men zich op de allerprimitiefste boerenkermis. O, het is een prachtig Lunapark hier in Brussel, van alle Wonderen voorzien, en als het er stomvervelend is, ligt het heusch niet aan de onder nemers en hun attracties, maar aan de onover winnelijke gemeUjkheid van het publiek. De men schen van heden dragen overal hun zorgen, hun" sjagrijn en hun baloorlgheden mede, waar zij dan ook overal en steevast de atmosfeer mee be derven. Wij hebben heusch zulke ingewikkelde constructies niet noodig om vrooljjk en dartel te zijn. Wanneer men ons verlost van onzen druk, wanneer men om ons heen weer normale en menschelijke, nationale en internationale, verhoudingen herstelt, zijn wij dadelijk weer zoo gelukkig als kinderen, dan zien we grijsaards met den Leeuw knikkeren of van pure pret stuivertje wisselen. Zij die overigens beweren, dat er niets nieuws is, omdat zij alles al op plaatjes gezien hebben, bohooren tot de ongelukkigen zóó ontaard door den schijn dat zij er volkomen door bevredigd worden, en die uit de werkelijkheid slechts teleur stellingen putten. Want voor menschen, die er in geslaagd zijn hun gezonde nieuwsgierigheid te handhaven, is er nog hél wat merkwaardigs en . moois te zien op ieder gebied. Op dat van kunst, techniek, handel en nijverheid, maar in het bij zonder op- dat der populaire psychologie. Het is mér dan de moeite waard om de stemmen der bezoekers te beluisteren. Wanneer men byvoor beeld 's Zondagsmiddags zich opstelt bij den uit gang van. het paviljoen aan de moderne kunst gewijd, hoort men een reeks onomwonden meenin gen, welke goud waard zijn. Nooit wordt men er zich zoo sterk van bewust, dat de kunst werkelijk mijlen ver van de massa verwijderd is. Van de honderden menschen, die ik op die plaats voor mij heb laten defileeren, heb ik er niet n gezien, die rustig het lokaal verliet. De meeste meenen ver plicht te zijn duidelijk hun hilariteit kenbaar te maken. Andere, meest bejaarde personen geven uiting aan hun verontwaardiging. -Maar allen hebben den indruk,. en steken dien niet onder stoelen of banken, dat er iets niet in orde is met do schilders. Het denkbeeld dat er iets niet in orde zou kunnen zijn bij het publiekK komt bQ deze waardige staatsburgers niet op. Neen, dan geeft de afdceling Voedingswaren" heel wat meer reden tot tevredenheid. Ook het automobielwezen valt algemeen in den smaak. Over de architectuur zijn de mecningen verdeeld. De Hollanders, die op dit 'gebied krachtige kruiden gewend' zijn, vinden het meerendeel der gebouwen niet modern genoeg, terwijl de Belgische en de "Fransche middenman al die kale keten veel te modern vindt: Voor zijn begrip ontbreekt hier alles wat een bouwwerk PAG. 4 DE GROENE No. 3031 NV ARMHEM5CHE HYPOTHEEKBANK HYP KAPITAAL BESCHIKBAAR Dintcrit M? 5J.VAnZU5T- MT J.F.VtHSTECVtH bewonderenswaardig maakt. Vooral de afwezig heid van frontzuilen wordt pynlijk gevoeld; het aantal bloemfestoenen ha stuc is te klein; ook zyn er geen engeltjes genoeg. Het eenige waarover eenparigheid heerscht, is het Waterwerk. Opvallend is wijders de voorliefde voor excen trieke voertuigen. Men kan zich over het terrein in een speelgoedtreintje voortbewegen of ha een achttiende-eeuwscho karos; maar men kan ook (en dat is het toppunt van zaligheid) zich door een jonkman in uniform laten voortduwen ha een tweepersoonsklimaatschieter op wielen van een taximeter voorzien. Voor dit laatste vehik"! toonen, naar het uiterlijk der reizigers te oordeelen, gepensionneerde kolonels met hun vrouwen een groote voorliefde; somt* bestygt ook mevrouw alleen den rolstoel en loopt de kolonel er naast. Voor wie dit alles nog niet exotisch genoeg is, st»-an er kameelen gereed. Ik kan uit eigen ervaring medodeelen, dat een zwaarlijvige* dame uit Kortrijk boven op een bruine bult gezeten een boeiend schouwspel biedt. By zondere gewaden trekken overigens de aan dacht niet. Marokanen, Egyptenaren, negers in. uniform en .Letlandscho meisjes ha nationaal costuum zyn, om zoo te zeggen, niet van de lucht, Zoodat lieden, die tot eiken prijs de aandacht willen trekken, hun toevlucht ? tot het badpak moeten nemen. Een echtpaar daarin gehuld werd omstuwd door een menigte die bujkbaar nor» nooit aan een strand geweest was. ? Aangezien de gebouwen vroeg dicht gaan on men niet den heelen avond slenteren kar, zoekt men ten slotte zyn toevlucht ha Oud-Belgi>;: huis aan huis café's en waar het, volgens mi.m werkvrouw, een bar gemecne boel -moet zijn. ik ben er herhaaldelijk wezen kijken, maar ik heb nk ts gemeens kunnen ontdekken. Dit wil echter niet zeggen dat het er niet is. Het is slechts een illu stratie van. het spreekwoord, dat den reinon alles rein is. Het is heel goed mogehjk om zich op de Brusselsche tentoonstelling te amuseeren, maar dan natu-t men een beetje belangstelling en een beetje na tuurlijke vroolijkheid zélf meebrengen. Met tiic eigenschappen bezield, kan men zich overigens ook Op Urk langdurig en kostelijk amuseeren. Batavia Centrum, Juni 1033 ENKELE maanden geleden heeft, tijdens c>en internationaal congres te Manilla, een Ameri kaan do opmerking gemaakt, dat by het samentreffen van vertegenwoordigers van ver schillende hinden Japanners steeds het nadeel ondervonden van hun taal en van de moeite, welke zy hebben by het spreken van een der gangbare Westersche talen. Zelden is een spijker zoo op den kop geslagen. Japan, dat door zijn ligging een afgesloten gebit! vormt, treft bij zijn pogingen om nict-postersche' mogendheden nader te komen een marge aan. welke het land door moet, wil een verstandhouding ontstaan, waarbij het mogelijk wordt door weder zijdsch begrijpen tot overeenstemming te gerakenVertrouwenwekkend contact met vreemdelingen is voor hen moeilijk. In Japan blijven dezen «en 'kolonie op zichzelf en Japanners in andere landen klitten aaneen, omdat het leven daar volkomen onbegrepen aan hen voorbygaat. De opvoeding in het eigen land, de groeiende macht van de laatste 20 jaren, het gemakkelijk overvleugelen van coacurrenten op handelsgebied kon daarbij niet ander) dan het superioriteitsgevoel, dat dezen Oosterlin gen toch reeds tegenover vreemdelingen eigen wA in sterke mate verhoogen en zoo zijn de Japanners in een positie gekomen, waarbij het hun vaak niet meer mogeUjk is, de belangen van andere.landen op geiyke hoogte te stellen met de hunne. JapanBche producten zyn het goedkoopst, dus bes.ta** een recht op afzet en het beginsel van den keizerlijken weg" brengt mede, dat een land, hetwelk economisch reeds veroverd werd, pok politiek ra*? worden geannexeerd. Is het niet teekenend, dat i» de Japan Chronicle als een compliment voor & Japanners stond geschreven, dat zy zich in Nedef landsch-Indiësteeds aan de wetten des lands onder worpen hadden? , Scandale de familie rjR was eens een Engelsch gentleman, die een H Franache vrouw had, mei wie hij een bui?*?«/? tengemeen gelukkige verbintenis voor het leven gesloten had. Dat komt meer voqr. De Fransche vrouw valt niet genoeg te prijzen. Wat ook meer voorkomt en dat valt minder te prijzen was des gentlemans eigenaardigheid om zoo nu en dan eens een slippertje te maken. En zoo gebeurde het, dat een, van meneer en mevrouw in tiemste vrienden, toevalligerwijze een Italiaan, er getuige van was dat de gentleman zich zóó maar, om zoo te zeggen in het openbaar, met een allervreemdsoortigste juf/rouw had ingelaten. Daar had je de poppen aan het dansent Nu was onze Italiaansche vriend zeer, wat je zoo noemt, commercieel" aangelegd en hij had juist zijn oog laten vallen op eenige fraaie landerijen, die wel is waar noch te huur, noch te koop waren, maar waarop hij toch hoopte de hand te kunnen leggen, wanneer hij den boer, die van geslacht op geslacht deze akkers had omgeploegd, het vuur maar na genoeg aan de schenen kon leggen. Ongelukkigerwijs had onze Engelsche gentleman daar ook een stem in 't kapittel* Hoe dat zoo gekomen was, doet er niet toi'. Wie het wil weten, moet het maar naslaan in de archieven van den Volkenbond. .En zijn tenminste geleerden, die zeggen dat er bepalingen bestaan, waarin te lezen staat dat al die boertjes en al die landerijen onder be scherming staan van dat lichaam. Maar ik geloof daar niet veel van. Kort en goed, toen onze gentleman eens een bezoek bracht aan Signor Mussolini en het gesprek" voor zichtig over zekere netelige kwesties wilde hénloodsen en daartoe betuigde, dat, wat er ook gebeurd mocht wezen, zijn liefde voor Marianne onwankelbaar was, zag de Duce dat voor hem de tijd gekomen was om een rijpe vrucht te plukken. In het burgerlijke heet dreigen met onthulling van familic'schandalcn een voudigweg chantage, maar onder diplomaten heet dat politiek. ' Het bleek dan ook wel dat Eden niet veel tegen Signor Mussolini's wenschen kon inbrengen. Hij sat in 't nauw en deed uit zijn ruime beurs een hoog bod -r- maar Mussolini liet duidelijk merken wat hij op zijn beurt Eden kon verwijten en hield voet bij stuk. En dal is de Abessijnsche geschiedenis in een notedop. AJAX Het recht van den sterkste Teeken/ng voor Oe Groene Amsterdammer van F. Mazeve/d De politie-agent bemoeit zich er liever niet mee WIJ Deze misvatting is slechts een enkele uiting van de positie, welke Japan zichzelf toekent. De moeite om zich verstaanbaar te maken en de woorden van <;en vreemdeling te verstaan, wat nog iets anders is dan ze to begrijpen, heeft daarbij een zekere schuwheid doen ontstaan tegenover voorstellen, die wat plotseling in een gesprek of op een confe rentie te berde worden gebracht. Het is werkelijk geen toeval, dat internationale besprekingen met Japan zulk een gerekt leven hebben. Eerst moet Japan van hét standpunt wor den afgebracht, dat het alleen te dccreteeren n de ander alleen te aanvaarden heeft, om daarna veel tijd te gebruiken voor het krijgen van een inzicht in de bedoeling van de wederpartij. Toen dr. Nagaoka, de leider van de Japansche delegatie voor de handelsbesprekingen te Batavia, te Tandjong Priok aankwam, lanceerde hy reeds van boord een soort proclamatie, waarna eigenlijk mets anders stond dan een lofrede op Japan, dat het wel naar Indiëhad willen-komen om daar voor te schrijven op welke wijze de handel mét Nederiandsch-Indiëvoortaan geregeld zou worden. Dat dr. Meyer Rannefb nog geen uur later een tegenproclamatie uitgaf, heeft de delegatie met stom heid geslagen. Beschouwde Nederland zich als de gelijke van Japan? Het op een avondfeest laten wachten van de Kosten, ónder wie de leden van den Raad van Indiëen alle directeuren van de departementen, omdat de Japansche delegatie met enkele spéciale gcnoodigdën aan tafel zat en nog niet afgegeten was, Is een symptoom van gelijke orde. Indien ooit een land gestraft is door de moeilijk heden van zyn taal waardoor noódzakeltfke samen werking met anderen dikwijls tot een puzzle wordt, dan'wel Japan. Conferenties met andere mogend heden hebben zonder uitzondering een gaiyk ver loop, Japan komt met een voorstel, waar de ande ren niet eens over praten willen. Een tegenzet volgt en de Japansche gedelegeerden zeggen I reject", niet omdat zij geen zaken wenschen te doen, anders waren zy niet ter conferentie gekomen, doch we gens het niet dadelijk kunnen begrijpen van de bedoeling. .Om hiertoe te geraken is tijd noodig, gewoonlijk veel tijd, en het telkens onderbroken worden van conferenties waarin Japan een voor name rol speelt, geschiedt werkelijk niet ten einde gelegenheid te geven tot etentjes of ander vermaak, doch is een gevolg van de vele uren, zoo niet dagen, welke een Japanner behoeft om eerst van zijn eigen standpunt af te dalen en daarna iets van dat van een ander te begrijpen. Een van.de zeer weinige Hollanders, die het Japansch evengoed als hun moedertaal spreken, zeide mij eens: Het klinkt misschien wat hard, maar het is soms minder moeilyk aan een gewonen koelie iets duidelijk te maken, ? dan aan Japansche afgevaardigden. Dezen zitten zoo vastgegroeid aan hun eigen mentaliteit, dat zij de woorden van een ander slechts als klanken hooren, die later pas beteekenis voor hen gaan krijgen. Wij moeten eigenlijk tot ben spreken als tot kin deren." . , Dat een Japanner tegenover een gewoonlijk in het Engelsen gesteld denkbeeld begint met te zeggen I reject" is daarom, van zyn standpunt, bezien, zoo dom nog niet. . ' ? In Nederlandsen-Indië, dat thans zooveel met het land van de Bazende Zon van noode heeft, ondervindt men dageiyks de boven beschreven moeilijkheden. Welke handelsman heeft geen be zoek gehad van een glimlacbenden Japanner, die hem eenige klanken, vermoedelijk'in het Engelsen, toesipt, weer glimlacht, sist, en ten slotte heengaat, als.de Hollander hem niets anders kan zeggen dan Beg pardon"? Er zouden comedies, mogeiyk ook ; tragedies te schrijven'zyn van glimlachen, bandendrukken, sissen, buigen, vragende oogen en wenk brauwen n ten slotte het verdwijnen van den be zoeker. ' Japansch wordt gesproken met de tong tegen de ondertanden,! de tanden op elkaar en de lippen zoo PAG. 5 DE GROENE Na. 3031 goed als dicht. Zelfs Indien een landgenoot ons op deze wy'ze wat vertelde, zouden wjj hem niét ver staan. Ver den mond open te doen geldt in Japan als niet beleefd. De taal van sisklauken staat als een muur tusschen het Westen en dit deel van het Oosten. De geest e&gesteldheden blijven wederzijds vreemd; gebruiken, gewoonten en gedachten kunnen niet worden verklaard. Als valschheid en ontrouw wordt uitgelegd, wat by de mogelijkheid van uitpraten welwillender kwalificatie zou verwerven. Een Japanner in den vreemde voelt zich daarbij, nog meer dan in zyn eigen land, kind van zyn keizer. Alleen hem heeft hij te gehoorzamen. Het recht van het land waar hij gastvrijheid geniet, om hetzelfde van hem te verlangen, gaat aan hem voorby. Om redenen van praktisch belang doet hij echter wat van hem verlangd wordt. Het is dwaasheid te beweren, dat elke Japanner van huis uit een spion is, doch nadien hy ha het buitenland vertoeft en hy krijgt een opdracht zich ergens van op de hoogte te stellen, dan gehoor zaamt hy. Het is immers zyn keizer, die het .van hem verlangt?' , Japan heeft veel van den Westerling overgeno men, hy beconcurreert hem met zyn eigen uitvin dingen, maar toch is hy het Westen daardoor niet nader gekomen. Het beginsel van den keizerlijken weg is hem bekend. Het is schoon, van imperialis tisch standpunt bezien, doch tevens geyaariyk, ook al geschiedt het traceeren voorloopig nog alleen aan d? zijde van den minsten weerstand. Voor loopig. ' ' ? 'C. IN JONQNY SUR VEVEY (700 M; hoog) . op de Mont Pel erin Oenfcrsee, bevindt zich de Ecole nouvelle ménagère, een huishoud kostschool in de vrye natuur, waar jonge meisjes in de beneden l Alpen, nevelvry gezond klimaat, ontspanning en zorgvuldige persoonlijke opvoeding genieten. Fran0ch«- en Ennelsche taaidiploma's. Sport. Afdeellng voor kinderen. Engllsb home ««hooi. Directie: Si m e Anderlttbrcn i i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl