Historisch Archief 1877-1940
N-,
F
Bruxelles-Kermesse
J. GRESHOFF
IN den beginne was het woord. Daarom heeft
bij den aanvang der tentoonstelling minister
Van Isackcr acht en veertig Vlaamsche rede
voeringen uitgesproken. Hij kon moeilijk anders,
want de heer Adolphc Mnx sprak acht eh veertig
Fransche redevoeringen uit. En, tentoonstelling
of geen tentoonstelling, de tweetaligheid gaat vóór,
.Misschien is het niet juist over acht on veertig
redevoeringen te spreken: het waren acht en veertig
variaties op n thema. Bij de opening van het
Foolsche paviljoen verheerlijkte Zijne Excellentie
den Poolschcn volksgeest, gewaagde van de eeuwen
oude banden, welke Polen en Belgiëonverbrekelijk
te samen houden en loofde den smaak en den ijver
aan het tot standkomen van de Poolschc afdceling
besteed. Nu knn men Poolsch vervangen door
Nederlandsen, Tsjechisch, Irnnach, Palestijnsch,
zonder dat de geest, do banden, de y\*cr en de
smaak ook maar eonigszins in hut gedrang komen.
De hoeren. Vnn Isackcr en Max hebben hun
voordrachtstournée beëindigd.. Er zijn. geen
inhuldigingsmaaltijden meer en de journalisten
krijgen eindelijk gelegenheid een beetje op adem
te komen en hun dormst oor niesen te bezweren. De
tentoonstelling is nu werkelijk af, open en zonder
voorbehoud overgeleverd aan het publiek.
Ik kan zeggen, dat ik er zoo langzamerhand kind
aan huis geworden bon. .Ik heb er vele. uren plichts
getrouw doorgebracht, zooveel tlat ze aaneengereid
zeker een week van mijn loven vertegenwoordigen.
Is da.t een reden om er met kennis vnn zaken over
te oordeelen; of mjs ik, beu door to veel, de
hoognoodige onbevangenheid? Waarschijnlijk hapert er
iets aan mijn traditioneel geweten. Het is bovendien
altijd goed zichzelf een beetje te wantrouwen.
Daarom begin ik met het oordeel van een ander,
van vele anderen. De formule, welke mij het
vaakst ter oore kwam, luidt: Bij nader inzien
valt het toch niet mé." liet meerendeel der be-'
zoekers wordt, niet zonder redon, geïmponeerd door
den grootschon opzet, door den breedea aanleg
en door de schoonheid van meer dan n gebouw.
Wanneer zij dan echter hun belangstelling uit gaan
strekken tot de onderdeden, wanneer zij paviljoen
na paviljoen doorgcslenterd hebben, komen zij tot
de teleurstellende conclusie, hoe zij eigenlijk weinig
of niets nieuws vermochten te ontdekken*
H*
'*??**.
De grootste sensatie pp de tentdonsteff/ng
Waar ligt de schuld? Is dit een verwet dat ha
het bijzonder de Brusselsche wereldtentoonstelling
treft? Geenszins. Het instituut der wereldtentoon
stellingen is verouderd en heeft nog slechte een
zeer gering bestaansrecht. De gronden hiervan
?liggen, dunkt mij, voor een ieder bloot. Er is geen
tentoonstellingsbestuur ter wereld, dat een normaal
ontwikkeld man van nu nog iets nieuws kan bieden.
Zoodra er in welken verlaten uithoek van de
wereld ook een uitvinding gedaan wordt van onder
geschikten aard, weet binnen een week iedere be
langstellende daar het fijne van, dank zij reeksen
dagbladartikelen, foto's en filmjournalen. En juist
op zoo'n expositie waar alles er op gericht is belang
stelling te wekken, voelt de men", die altijd
gauw blaségeweest is, maar al te duidelijk hoe alles
schoii da gewesen ist.
Zelfs in het Lunapark loopen de menschen met
verveelde gezichten langs de sensationeelste ver
makelijkheden. De rutschbanen worden wat hooger
en wat kronkeliger, maar daar draait niemand zijn
hoofd meer voor om; parachutespringen van vijf
en twintig meter is een vrij flauwe grap en schom
mels die heelemaal rond slingeren zouden allen
maar aardig kunnen zijn, als er gegarandeerd
icderen avond een meisje uit viel, hetgeen echter
slechts zelden gebeurt, omdat dat te duur zou
worden en de liefhebbers met dikke riemen worden
vastgesjord
Ik heb herhaaldelijk in dit Lunapark de trage
menigte geobserveerd: met een
begrafenisschuifelgang voortgaande, hier en daar even voor een
kraampje halt-makende, maar altijd stevig met
de hand op de portemonnaie.
Vroolijkheid laat zich nu eenmaal niet dwingen.
Wanneer men werkelijk innerlijk verheugd is,
amuseert men zich op de allerprimitiefste
boerenkermis.
O, het is een prachtig Lunapark hier in Brussel,
van alle Wonderen voorzien, en als het er
stomvervelend is, ligt het heusch niet aan de onder
nemers en hun attracties, maar aan de onover
winnelijke gemeUjkheid van het publiek. De men
schen van heden dragen overal hun zorgen, hun"
sjagrijn en hun baloorlgheden mede, waar zij dan
ook overal en steevast de atmosfeer mee be
derven. Wij hebben heusch zulke ingewikkelde
constructies niet noodig om vrooljjk en dartel te
zijn. Wanneer men ons verlost van onzen druk,
wanneer men om ons heen weer normale en
menschelijke, nationale en internationale, verhoudingen
herstelt, zijn wij dadelijk weer zoo gelukkig als
kinderen, dan zien we grijsaards met den Leeuw
knikkeren of van pure pret stuivertje wisselen.
Zij die overigens beweren, dat er niets nieuws is,
omdat zij alles al op plaatjes gezien hebben,
bohooren tot de ongelukkigen zóó ontaard door
den schijn dat zij er volkomen door bevredigd
worden, en die uit de werkelijkheid slechts teleur
stellingen putten. Want voor menschen, die er in
geslaagd zijn hun gezonde nieuwsgierigheid te
handhaven, is er nog hél wat merkwaardigs en .
moois te zien op ieder gebied. Op dat van kunst,
techniek, handel en nijverheid, maar in het bij
zonder op- dat der populaire psychologie. Het is
mér dan de moeite waard om de stemmen der
bezoekers te beluisteren. Wanneer men byvoor
beeld 's Zondagsmiddags zich opstelt bij den uit
gang van. het paviljoen aan de moderne kunst
gewijd, hoort men een reeks onomwonden meenin
gen, welke goud waard zijn. Nooit wordt men er
zich zoo sterk van bewust, dat de kunst werkelijk
mijlen ver van de massa verwijderd is. Van de
honderden menschen, die ik op die plaats voor mij
heb laten defileeren, heb ik er niet n gezien, die
rustig het lokaal verliet. De meeste meenen ver
plicht te zijn duidelijk hun hilariteit kenbaar te
maken. Andere, meest bejaarde personen geven
uiting aan hun verontwaardiging. -Maar allen
hebben den indruk,. en steken dien niet onder
stoelen of banken, dat er iets niet in orde is met
do schilders. Het denkbeeld dat er iets niet in orde
zou kunnen zijn bij het publiekK komt bQ deze
waardige staatsburgers niet op. Neen, dan geeft de
afdceling Voedingswaren" heel wat meer reden
tot tevredenheid. Ook het automobielwezen valt
algemeen in den smaak. Over de architectuur zijn
de mecningen verdeeld. De Hollanders, die op dit
'gebied krachtige kruiden gewend' zijn, vinden het
meerendeel der gebouwen niet modern genoeg,
terwijl de Belgische en de "Fransche middenman al
die kale keten veel te modern vindt: Voor zijn
begrip ontbreekt hier alles wat een bouwwerk
PAG. 4 DE GROENE No. 3031
NV ARMHEM5CHE HYPOTHEEKBANK
HYP KAPITAAL BESCHIKBAAR
Dintcrit M? 5J.VAnZU5T- MT J.F.VtHSTECVtH
bewonderenswaardig maakt. Vooral de afwezig
heid van frontzuilen wordt pynlijk gevoeld;
het aantal bloemfestoenen ha stuc is te klein; ook
zyn er geen engeltjes genoeg. Het eenige waarover
eenparigheid heerscht, is het Waterwerk.
Opvallend is wijders de voorliefde voor excen
trieke voertuigen. Men kan zich over het terrein
in een speelgoedtreintje voortbewegen of ha een
achttiende-eeuwscho karos; maar men kan ook
(en dat is het toppunt van zaligheid) zich door
een jonkman in uniform laten voortduwen ha een
tweepersoonsklimaatschieter op wielen van een
taximeter voorzien. Voor dit laatste vehik"!
toonen, naar het uiterlijk der reizigers te oordeelen,
gepensionneerde kolonels met hun vrouwen een
groote voorliefde; somt* bestygt ook mevrouw alleen
den rolstoel en loopt de kolonel er naast. Voor wie
dit alles nog niet exotisch genoeg is, st»-an er
kameelen gereed. Ik kan uit eigen ervaring
medodeelen, dat een zwaarlijvige* dame uit Kortrijk
boven op een bruine bult gezeten een boeiend
schouwspel biedt.
By zondere gewaden trekken overigens de aan
dacht niet. Marokanen, Egyptenaren, negers in.
uniform en .Letlandscho meisjes ha nationaal
costuum zyn, om zoo te zeggen, niet van de lucht,
Zoodat lieden, die tot eiken prijs de aandacht
willen trekken, hun toevlucht ? tot het badpak
moeten nemen. Een echtpaar daarin gehuld werd
omstuwd door een menigte die bujkbaar nor»
nooit aan een strand geweest was. ?
Aangezien de gebouwen vroeg dicht gaan on
men niet den heelen avond slenteren kar, zoekt
men ten slotte zyn toevlucht ha Oud-Belgi>;:
huis aan huis café's en waar het, volgens mi.m
werkvrouw, een bar gemecne boel -moet zijn. ik
ben er herhaaldelijk wezen kijken, maar ik heb nk ts
gemeens kunnen ontdekken. Dit wil echter niet
zeggen dat het er niet is. Het is slechts een illu
stratie van. het spreekwoord, dat den reinon alles
rein is.
Het is heel goed mogehjk om zich op de
Brusselsche tentoonstelling te amuseeren, maar dan natu-t
men een beetje belangstelling en een beetje na
tuurlijke vroolijkheid zélf meebrengen. Met tiic
eigenschappen bezield, kan men zich overigens
ook Op Urk langdurig en kostelijk amuseeren.
Batavia Centrum, Juni 1033
ENKELE maanden geleden heeft, tijdens c>en
internationaal congres te Manilla, een Ameri
kaan do opmerking gemaakt, dat by het
samentreffen van vertegenwoordigers van ver
schillende hinden Japanners steeds het nadeel
ondervonden van hun taal en van de moeite, welke
zy hebben by het spreken van een der gangbare
Westersche talen.
Zelden is een spijker zoo op den kop geslagen.
Japan, dat door zijn ligging een afgesloten gebit!
vormt, treft bij zijn pogingen om nict-postersche'
mogendheden nader te komen een marge aan.
welke het land door moet, wil een verstandhouding
ontstaan, waarbij het mogelijk wordt door weder
zijdsch begrijpen tot overeenstemming te
gerakenVertrouwenwekkend contact met vreemdelingen
is voor hen moeilijk. In Japan blijven dezen «en
'kolonie op zichzelf en Japanners in andere landen
klitten aaneen, omdat het leven daar volkomen
onbegrepen aan hen voorbygaat. De opvoeding in
het eigen land, de groeiende macht van de laatste
20 jaren, het gemakkelijk overvleugelen van
coacurrenten op handelsgebied kon daarbij niet ander)
dan het superioriteitsgevoel, dat dezen Oosterlin
gen toch reeds tegenover vreemdelingen eigen wA
in sterke mate verhoogen en zoo zijn de Japanners
in een positie gekomen, waarbij het hun vaak niet
meer mogeUjk is, de belangen van andere.landen
op geiyke hoogte te stellen met de hunne.
JapanBche producten zyn het goedkoopst, dus bes.ta**
een recht op afzet en het beginsel van den
keizerlijken weg" brengt mede, dat een land, hetwelk
economisch reeds veroverd werd, pok politiek ra*?
worden geannexeerd. Is het niet teekenend, dat i»
de Japan Chronicle als een compliment voor &
Japanners stond geschreven, dat zy zich in Nedef
landsch-Indiësteeds aan de wetten des lands onder
worpen hadden? ,
Scandale de familie
rjR was eens een Engelsch gentleman, die een
H Franache vrouw had, mei wie hij een
bui?*?«/? tengemeen gelukkige verbintenis voor het
leven gesloten had. Dat komt meer voqr. De Fransche
vrouw valt niet genoeg te prijzen.
Wat ook meer voorkomt en dat valt minder te
prijzen was des gentlemans eigenaardigheid om
zoo nu en dan eens een slippertje te maken. En zoo
gebeurde het, dat een, van meneer en mevrouw in
tiemste vrienden, toevalligerwijze een Italiaan, er
getuige van was dat de gentleman zich zóó maar, om
zoo te zeggen in het openbaar, met een
allervreemdsoortigste juf/rouw had ingelaten. Daar had je de
poppen aan het dansent
Nu was onze Italiaansche vriend zeer, wat je zoo
noemt, commercieel" aangelegd en hij had juist zijn
oog laten vallen op eenige fraaie landerijen, die wel
is waar noch te huur, noch te koop waren, maar
waarop hij toch hoopte de hand te kunnen leggen,
wanneer hij den boer, die van geslacht op geslacht deze
akkers had omgeploegd, het vuur maar na genoeg aan
de schenen kon leggen. Ongelukkigerwijs had onze
Engelsche gentleman daar ook een stem in 't kapittel*
Hoe dat zoo gekomen was, doet er niet toi'. Wie het
wil weten, moet het maar naslaan in de archieven van
den Volkenbond. .En zijn tenminste geleerden, die
zeggen dat er bepalingen bestaan, waarin te lezen
staat dat al die boertjes en al die landerijen onder be
scherming staan van dat lichaam. Maar ik geloof
daar niet veel van.
Kort en goed, toen onze gentleman eens een bezoek
bracht aan Signor Mussolini en het gesprek" voor
zichtig over zekere netelige kwesties wilde hénloodsen
en daartoe betuigde, dat, wat er ook gebeurd mocht
wezen, zijn liefde voor Marianne onwankelbaar was,
zag de Duce dat voor hem de tijd gekomen was om
een rijpe vrucht te plukken. In het burgerlijke heet
dreigen met onthulling van familic'schandalcn een
voudigweg chantage, maar onder diplomaten heet dat
politiek. '
Het bleek dan ook wel dat Eden niet veel tegen
Signor Mussolini's wenschen kon inbrengen. Hij
sat in 't nauw en deed uit zijn ruime beurs een hoog
bod -r- maar Mussolini liet duidelijk merken wat hij
op zijn beurt Eden kon verwijten en hield voet bij
stuk. En dal is de Abessijnsche geschiedenis in een
notedop. AJAX
Het recht van den sterkste
Teeken/ng voor Oe Groene Amsterdammer van F. Mazeve/d
De politie-agent bemoeit zich er liever niet mee
WIJ
Deze misvatting is slechts een enkele uiting van
de positie, welke Japan zichzelf toekent. De moeite
om zich verstaanbaar te maken en de woorden van
<;en vreemdeling te verstaan, wat nog iets anders
is dan ze to begrijpen, heeft daarbij een zekere
schuwheid doen ontstaan tegenover voorstellen,
die wat plotseling in een gesprek of op een confe
rentie te berde worden gebracht.
Het is werkelijk geen toeval, dat internationale
besprekingen met Japan zulk een gerekt leven
hebben. Eerst moet Japan van hét standpunt wor
den afgebracht, dat het alleen te dccreteeren n de
ander alleen te aanvaarden heeft, om daarna veel
tijd te gebruiken voor het krijgen van een inzicht
in de bedoeling van de wederpartij.
Toen dr. Nagaoka, de leider van de Japansche
delegatie voor de handelsbesprekingen te Batavia,
te Tandjong Priok aankwam, lanceerde hy reeds
van boord een soort proclamatie, waarna eigenlijk
mets anders stond dan een lofrede op Japan, dat
het wel naar Indiëhad willen-komen om daar voor
te schrijven op welke wijze de handel mét
Nederiandsch-Indiëvoortaan geregeld zou worden. Dat
dr. Meyer Rannefb nog geen uur later een
tegenproclamatie uitgaf, heeft de delegatie met stom
heid geslagen. Beschouwde Nederland zich als de
gelijke van Japan?
Het op een avondfeest laten wachten van de
Kosten, ónder wie de leden van den Raad van
Indiëen alle directeuren van de departementen,
omdat de Japansche delegatie met enkele spéciale
gcnoodigdën aan tafel zat en nog niet afgegeten
was, Is een symptoom van gelijke orde.
Indien ooit een land gestraft is door de moeilijk
heden van zyn taal waardoor noódzakeltfke samen
werking met anderen dikwijls tot een puzzle wordt,
dan'wel Japan. Conferenties met andere mogend
heden hebben zonder uitzondering een gaiyk ver
loop, Japan komt met een voorstel, waar de ande
ren niet eens over praten willen. Een tegenzet volgt
en de Japansche gedelegeerden zeggen I reject",
niet omdat zij geen zaken wenschen te doen, anders
waren zy niet ter conferentie gekomen, doch we
gens het niet dadelijk kunnen begrijpen van de
bedoeling. .Om hiertoe te geraken is tijd noodig,
gewoonlijk veel tijd, en het telkens onderbroken
worden van conferenties waarin Japan een voor
name rol speelt, geschiedt werkelijk niet ten einde
gelegenheid te geven tot etentjes of ander vermaak,
doch is een gevolg van de vele uren, zoo niet dagen,
welke een Japanner behoeft om eerst van zijn eigen
standpunt af te dalen en daarna iets van dat van
een ander te begrijpen. Een van.de zeer weinige
Hollanders, die het Japansch evengoed als hun
moedertaal spreken, zeide mij eens: Het klinkt
misschien wat hard, maar het is soms minder
moeilyk aan een gewonen koelie iets duidelijk te maken,
? dan aan Japansche afgevaardigden. Dezen zitten
zoo vastgegroeid aan hun eigen mentaliteit, dat zij
de woorden van een ander slechts als klanken
hooren, die later pas beteekenis voor hen gaan krijgen.
Wij moeten eigenlijk tot ben spreken als tot kin
deren." . ,
Dat een Japanner tegenover een gewoonlijk in
het Engelsen gesteld denkbeeld begint met te
zeggen I reject" is daarom, van zyn standpunt,
bezien, zoo dom nog niet. . ' ?
In Nederlandsen-Indië, dat thans zooveel met
het land van de Bazende Zon van noode heeft,
ondervindt men dageiyks de boven beschreven
moeilijkheden. Welke handelsman heeft geen be
zoek gehad van een glimlacbenden Japanner, die
hem eenige klanken, vermoedelijk'in het Engelsen,
toesipt, weer glimlacht, sist, en ten slotte heengaat,
als.de Hollander hem niets anders kan zeggen dan
Beg pardon"? Er zouden comedies, mogeiyk ook
; tragedies te schrijven'zyn van glimlachen,
bandendrukken, sissen, buigen, vragende oogen en wenk
brauwen n ten slotte het verdwijnen van den be
zoeker. '
Japansch wordt gesproken met de tong tegen de
ondertanden,! de tanden op elkaar en de lippen zoo
PAG. 5 DE GROENE Na. 3031
goed als dicht. Zelfs Indien een landgenoot ons op
deze wy'ze wat vertelde, zouden wjj hem niét ver
staan. Ver den mond open te doen geldt in Japan
als niet beleefd.
De taal van sisklauken staat als een muur
tusschen het Westen en dit deel van het Oosten. De
geest e&gesteldheden blijven wederzijds vreemd;
gebruiken, gewoonten en gedachten kunnen niet
worden verklaard. Als valschheid en ontrouw wordt
uitgelegd, wat by de mogelijkheid van uitpraten
welwillender kwalificatie zou verwerven.
Een Japanner in den vreemde voelt zich daarbij,
nog meer dan in zyn eigen land, kind van zyn
keizer. Alleen hem heeft hij te gehoorzamen. Het
recht van het land waar hij gastvrijheid geniet, om
hetzelfde van hem te verlangen, gaat aan hem
voorby. Om redenen van praktisch belang doet hij
echter wat van hem verlangd wordt.
Het is dwaasheid te beweren, dat elke Japanner
van huis uit een spion is, doch nadien hy ha het
buitenland vertoeft en hy krijgt een opdracht zich
ergens van op de hoogte te stellen, dan gehoor
zaamt hy. Het is immers zyn keizer, die het .van
hem verlangt?' ,
Japan heeft veel van den Westerling overgeno
men, hy beconcurreert hem met zyn eigen uitvin
dingen, maar toch is hy het Westen daardoor niet
nader gekomen. Het beginsel van den keizerlijken
weg is hem bekend. Het is schoon, van imperialis
tisch standpunt bezien, doch tevens geyaariyk,
ook al geschiedt het traceeren voorloopig nog alleen
aan d? zijde van den minsten weerstand. Voor
loopig. ' ' ? 'C.
IN JONQNY SUR VEVEY (700 M; hoog)
. op de Mont Pel erin Oenfcrsee, bevindt zich de Ecole
nouvelle ménagère, een huishoud kostschool in
de vrye natuur, waar jonge meisjes in de beneden
l Alpen, nevelvry gezond klimaat, ontspanning
en zorgvuldige persoonlijke opvoeding genieten.
Fran0ch«- en Ennelsche taaidiploma's. Sport.
Afdeellng voor kinderen. Engllsb home ««hooi.
Directie: Si m e Anderlttbrcn
i i