De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 13 juli pagina 5

13 juli 1935 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Zóó ziet u de weide en het bijt je dat gonst van bloem tot bloem.... ....maar als de bij kon teekenen, wat zij zag, zou zij dit schetsen Dieren kijken u aan MAAR ZIJ ZIEN HEEL IETS ANDERS DAN U DENKT IS het wel eens bij u opgekomen, dat een dier misschien een heel anderen indruk heeft van de wereld waarin wij leven? Ja, dat het dier mis schien wel in een andere wereld leeft dan wij meuschen ? In ieder geval bent u allen toch wel eens in de gelegenheid geweest en bent u dat naar alle waarschijnlijkheid dagelijks nog, om zoo in uw allernaaste omgeving de dieren gade te slaan en te constateeren, dat ze toch op allerlei gebeurtenissen en bij het zien van verschillende objecten heel anders reageeren dan wij menschen dat zouden doen. Waarom ziet een kat zoo goed in het donker en ziet ze werkelijk wel wat? Waarom vangt een houd geen muizen? Waarom loopen al die kleine beestjes zoo gauw weg, wanneer ik een lichtstraal in een donkere ruimte laat vallen? Waarom vliegen op zomeravonden die uiltjes zich dood tegen de lamp in plaats van op de vlucht te gaan? Ziehier een aantal vragen, waarop men langen tijd het antwoord schuldig bleef en die eerst in de laatste tientallen van jaren aan een grondiger onderzoek zijn onderworpen en inderdaad ook voor een groot gedeelte schijnen opgelost. . We mogen wel met zekerheid aannemen, dat lang niet alle wezens dezelfde dingen als hetzelfde zien. We kunnen het ook anders formuleeren en zeggen: De dieren hebben ieder voor. zich een eigen wereld, die er heel anders uitziet dan onze menschen wereld. d.w.z, dan de wereld die wij menschen waarnemen. Ze leven wel in dezelfde wereld, maar ze nemen de dingen die er zich in bevinden anders of in het geheel niet waar. De leider van het Institut f r Umweltforschung", Von Uexküll. heeft naar aanleiding van tal van proefnemingen een theorie opgesteld, waarmee hij de processen en toestanden in de dierenwereld wil verklaren. Hg stelde het begrip Umwelt" op en bedoelt daarmede de eenheid, welke de objecten en andere wezens uit de omgeving, die voor een bepaald dier van beteekenis zijn, vormen. Aan elk wezen kent hij zulk een eigen Umwelt toe. Ieder wezen is overeenkomstig zijn bouw, struc tuur of organisme anders, maar altijd even vol-. maakt aan zijn omgeving aangepast. Van biologisch standpunt mogen we nooit zeggen dat uen wezen van hoogere orde volmaakter is dan een van lagere orde. Dit zou een volkomen dwaze opvatting zijn. Niemand zal het toch in zijn hoofd halen om te zeggen, dat een yliegmachine volmaakter is dan een fiets. Per slot van rekening komt het bij do beoordeeling van de volmaaktheid niet aan op de gecompliceerdheid van de structuur, maar op den meerderen of minderen graad van aanpassing van een product aan de gestelde eisenen* en van dat standpunt uit kan een fiets, natuurlijk heel góéd volmaakter zijn dan een vliegmachine.Zooals iedere, vergelijking gaat pok deze niet geheel op, maar zy is naar ik hoop voldoende -om te doen begrijpen, wat bedoeld werd toen we zeiden, dat een wezen van hoogere orde niet altijd vol maakter genoemd mag worden dan een van lagere orde. Ieder wezen is binnen zijn soort meer of minder volmaakt, maar de aanpassing aan zijn omgeving is altijd volmaakt. In verband met zijn theorie over de aanpassing van den. bouw van het dier aan zijn omgeving ' wees Von Uexküll er op, dat de bouw van het dier ?i. t zijn waarnemiugswereld schept en dat- daarom iedere aanpassing volmaakt is. Ieder wezen bezit nu ook een Innenwelt, die gevormd wordt door de prikkelingen in het zenuw stelsel door de Umweltfactoren opgeroepen. Ook moet men duidelijk onderscheid maken tusschen Umwelt en Umgebung. Wat voor een dier van lagere orde Umgebung is kan voor een wezen van hoogere orde Umwelt zijn. Dit komt natuurlijk, omdat voor een wezen van hoogere orde tengevolge van zijn bouw heel andere factoren uit de hem omringende wereld aanspreken dan voor een van lagere orde. Het eene wezen kan dus als het ware met zijn Umwelt binnen de Umwelt van een ander leven. WAAR 0>l is de reactie van een uiltje op licht nu zoo heel anders dan b.v. van die beestjes, die allemaal voor het licht op de vlucht gaan? Omdat de een heel anders afgestemd is op lichtprikkels dan de ander. Interessant zijn in dit verband de gedragingen van den zee-egel, die geen oogen, maar wel een zeer gevoelige huid heeft, waarop een lichtstraal als een aanraking werkt. Daardoor gaat hij voor het licht op de vlucht. Ook in de verhouding der dieren onderling blijkt, hoe het eene dier al of niet bij het andere past. Buit, vijand en geslachtspartner vormen als het ware voor ieder dier «yn Umwelt. Uit onderzoe kingen in het Institut für Umweltforschung is gebleken, dat men vooral uit proeven aangaande de optische waarnemingswereld een veel beter begrip krijgt voor het gedrag der dieren. Door berekening der zenuwcellen op het netvlies van een dier pro beerde men een indruk te krijgen van de optische prestaties van het oog. Zoo heeft men teekeningcn kunnen maken als de hierbij afgebeelde,' waaruit blijkt dat b.v. een bij een stuk begroeide weide heel anders ziet dan de mensen, omdat zijn netvlies veel minder optisch gevoelige zenuwcellen bezit. Hoe meer zenuwcellen het oog bezit, hoe meer van het landschap dat men waarneemt in kleine deeltjes uiteenvalt, en een des 'te meer geleed geheel wordt waargenomen. Een bekend verschijnsel in de dierenwereld is de z.g. mimicry, d.L het veranderen van de huidkleur van een dier overeenkomstig de kleur vau de omgeving. Ook de zeeschorpioen doet dit. Zet men nu het beest een gekleurden bril op, dan kan men nagaan of het zijn kleur verandert overeenkomstig de kleuren, die de omgeving nu door den bril gekregen heeft, ofwel overeenkomstig de natuurlijke kleuren van de omgeving. Niet alleen de aard van de waargenomen ob jecten, maar ook de snelheid waarmee ze voorbij gaan schijnt van invloed te zijn op het al of niet .waarnemen ervan. Dit wordtnagegaan oponze foto, waar men onderzoekt met welke snelheid men een filmpje kan laten draaien, opdat de hond zijn collega op de.film nog herkent. Ook ruimte en tijd schijnen in de verschillende Umwelte een geheel verschillende waarde te be zitten. Dit alles doet ons inzien, dat er naast het kleine wereldje waarin wij menschen leven nog honderden andere werelden bestaan, en dat de onze maar een klem deel uitmaakt van al die naast elkaar staande en toch weer met elkaar verbonden eenheden. . EMY PAG. a DE GROENE Ne. 3032 In en om de spreekkamer Medische tarieven IN verbnnd mot oV veranderde levensomstandig heden zal het waarschijnlijk nootlig blijken dat wij geiu-csliiM-11-n on/.e tarieven gaan her/Jen. Wij kunnen dit doen op tu-ee manieren, hety.ij dat wij ons daarbij huilden aan eventueel^ besluiten die de Maatschappij ter Jlevordering der («eneoskiuule in dit opzicht zal nemen, hetzij «lat wij 'iet geheel individueel doen en daarbij aan den patiënt datgene rekenen, wat wij zelf denkeu dat recht en billijk is, en wat zijn financieele draagkracht niet te bovutt zal gaan. Tot de laatste» categorie van menschen behoor ik zelf. l k heb mij vandaag plotseling gerealiseerd. dat ik al medische advie/.en geef voor de somma van 5 cent. (Je zult moeten toegeven dat het niet te duur is. En ik geef ze niet alleen op mijn spwckuur. Ik ben ook aan huis te ontbieden". Vanmorgen moest ik even op het Bureau van den Burgerlijken Stand zijn en had daarvoor mijn auto op het Kerkplein geparkeerd. Terugkoerende wil ik aan den bewaker, een klein, kwiek kereltje, zoon van het oude volk, mijn schuld voldoen, maar bemerk daarbij dat mijn beurs volmaakt leeg is. Ik vraag hem of hij bankpapier wisselen kan (een flauw trucje zult u zeggen !) of dat ik zelf even naar een winkel gaan zal om dat te doen. Maar daar wil mijn bewaker niets van weten. Neen dokter, u komt hier nog wel eens voorbij. Onthoudt u mijn nummer maar. No. 20, dan krijg >k het bij gelegenheid wel eens." Ik snuffel nog even in al mijn zakken rond. vind daarbij nog vijf losse centen die ik hem al vast op afbetaling geef, en na d*? plechtige ver zekering dat ik hem niet-zal vergeten en de resleerendo vyf zoo spoedig mogelijk aan zal, i-eiken, stijg ik in mijn auto en wil wegrijden. Maar dan bedenkt Sammie zich plotseling en roept mij nog even aan. Je kunt nooit weten." moet hij gedacht hebben. Zoo'n snuiter mocht eens niet terugkomen. Ik ? moet in ieder geval zien dat ik, zoo al geen geld, dan toch waar voor mijn geld krijg." Dokter," zegt hij, nu u toch hier bent zou ik u wel even wat willen vragen! Myn vrouw is ziek en on langs geopereerd en nu hebben zich verschijnselen voorgedaan en nu zou ik graag willen weten?." Ik heb mijn auto weer afgezet en, uit het portier gebogen, geef ik hem zoo goed mogelijk bescheid. Het is lang geen gemakkelijke kwestie waarover heel wat te zeggen valt, en die nauwkeurig van alle kanten bekeken moet worden. Haar eindelijk ben ik klaar en kan ik mijn tocht vervolgen, ik blij niet het in mij gestelde vertrouwen, en de man tevreden met het niet te duur betaalde advies. Maar nu ik weer thuis ben en het geval'nog eens rustig overdenk kom ik tot de conclusie dat wij, wat betreft het honorarium, niets zekers zijn overeengekomen en ik vraag mij af: ben ik nu nog zedelijk verplicht ainmie y.ijn vijf centen te gaan brengen, of mag ik aannemen dat wc elkaar niet gesloten beurzen betaald hebben? Ik zou er eigenlijk den Geneeskundigen Eereroad wel eens over willen consultcercn. Du. P. H. VAN KH l lom: Proef genomen bij een hond bij het waarnemen van bewegende beelden 1500 kilometer radio EEN MUZIKALE REIS DOOR EUROPA NEEN, kijkt u maar nii>t op mv kalender, hut i* hcusch geen l April en hel opschrift is» ouk geen drukfout. Uil artikel gaat wer kelijk over lóOO kin ratlio vu wel rudiumu/iek uit een speciaal auto-ontvang toestel, waarmede \vij een reis van 1500 kin nnar Builtipt-^l maakten. Uit den aard der /.aak is de'ont vangst mogelijkheid in een auto veel kleiner dun in een normaal huis. De uuteune, die men bij een gewoon huis »ou boog mogelyk y.et. in bij een auto in of vlak op de kap aangebracht, wat al vele tientallen procenten in ge luidssterkte scheelt; verder is de lengte van een auto nu eenmaal geen 10 of 20 meter, zoudnt ook hier een onvoordeelige concessie aan de an tenne moet worden gedaan. Rijden we nu geheel buiten of in «eer ruime straten, dan zal ev toch nog een meer dan voldoende ontvangst mogelijk zijn, maar ai? er dan ook nog grutte ijzermassa's in de buurt komeu, zooals bijv. een gebouw van gewapend beton , dan is het ook uil met de ontvangst: de antenne wordt dan zoodanig afgeschermd, dat de ontvangen signalen veel te zwak wor.len. Dit telkens harder en zachter wor den van de muziek (wanneer we rijden tenminste) is een eigenaardige gewaar wording. Het lijkt wel wat op fading, maar gaat natuurlijk niet gepaard met vervorming, terwijl de onderbrekingen ook veel korter zgn. Bijden we door een nauwe straat, dan is de muziek za-jht, terwijl een zijstraat zich door een golf" muziek aankondigt. Dat zija dingen waaraan je wennen moet. In de buurt van Amsterdam hoor den we ons draadloos goedenmorgen wenschen, maar- aan het eerste deel van het pvogramrartWiebben 'w© niet veel gehad, want de stad met haar vele tramstoringen is nu juist niet du plants om rustig van auto-radio te genieten. Toen Am«terdaiu achter ons lag werd de ontvangst weer goed en het ochtendconcert benevens het gosde weer brachten ons in de beste stemming, die nog verhoogd werd dooi de prachtige wegen (tot Zeveuaar toe zoifa, wat bewijst dat er toch een nut lig gebruik wordt gemaakt van je wegenbelasting). Doe dichter men bij Hilversum komt hoe.... zachter de ontvangst wordt. Vlak bij den zender is het geluid zelfs zoodanig, dat de volumeregeling op maximum móet worden gejtof. Dit is een verschijnsel, dat we bij vrijwel alle zenders opmerkten en dat technici ook wel bekend is. Op weg naar Arnhem is de ont vangst zeer weinig constant: nu eens veel ie hard, don weer vrijwel onhoor baar. Een auto-ontvanger is dus een ideaal apparaat om een gunstige plaats op te zoeken voor radioontvangst. Do morgenwijding hebben we niet gehoord, niet uit anti-godsdienstige overwegingen, maar wel uit een veiligheidsoogpunt. Muziek toch is abjoluut niet hinderlijk, maar een spreker daarentegen leidt den be stuurder sterk af. Onwillekeurig spant men zich in om te luisteren 6n men concentreert zich op het gesprokene, waardoor natuurlijk minder aandacht flUfj den weg besteed kan worden. Meest ik drie dingen op een rijtje plaatsen, die alle drie den bestuurder af lolden, dan zou ik beginnen met: radtomuziek, dan een pratende passa gier en als ergste een spreker voor de mf.'rofdon. Heb is wel eigenaardig, want deze man verwacht heclemual geen antwoord terwijl een passagier* daar wel op rekent, en toch brengt de onzichtbare je verder in de war dan je buurman die op antwoord zit te wachten. De Duitsche grens werd zonder eenigc moeite gepasseerd. De papieren waren in orde en de bagage mocht gelukkig ingepakt blijven. Ook de radio-ontvanger en de dikke streng. die over de gehecle autokap liep en een proef-antenne bevatte, konden de nieuwsgierigheid van de douane beambten niet gaande maken. Na Arnhem is van de HoUaudsche zenders vrijwel nie.ts meer te hooren. waartegenover staat, dat verschil lende Duitsche zender» met groote kracht doorkomen. Van Engelsche zenders is al lang geen sprake meer, de Fransche en Belgische zenders daarentegen komen juist beter door. Wat zal ik u eigenlijk nog vertellen over den verderen tocht door Duitschluud? Dat we den tweeden dag tot Regensburg kwamen, of dat we in Frankfort op het bekende Hümerplein koffiedronken, of dat we geen enkelen lekken band hadden, of dat onze Hongaarsche reisgenoot vertelde dat de Donau, in Budapest zooveel mook-r was dan in Regensburg, of dat we tusschen Keulen en Regensburg door prachtige bosschen gereden zijn n over bei-gen van 550 in moesten? .Ik weet het eigenlijk niet, want hoofd?/aak van dit artikel moet radio zijn. maar ik moet u toch aanraden als u in de gelegenheid bent het oude Neuren berg te bezoeken. De radio-ontvangst is in deze bergachtige streek zeer onberekenbaar. Als men boven op een berg zit en dus een goede ontvangst verwacht is het juist zacht, en zit men ergens in een dal, dan weet men niet hoe snel men het toestel moet temperen. Een vasten regel heb ik dan ook niet kunnen vinden, hoewel er natuurlijk toch wel een zeker systeem" in zal zitten. Het is namelijk zeer wel mogelijk, dat zich tusschen ons en den zender juist op het oogenblik, dat we op een berg zijn, een nog hoogere berg bevindt, terwijl zich bijvoorbeeld het dal geheel vrij ten opzichte van den zender uitstrekt. De natuur is wat dat aangaat zeer onberekenbaar en de radio-ontvangst is niet muider 'grillig. De derde dag bracht ons in de buurt van Passau over de Oostenrijksche grens. Toen ik den douanebeambte heel beleefd opmerkzaam maakte op onze auto-radio scheen hij niet precies te weten wat hij met zoo'n buitenissig ding moest beginnen en zei: Sprechen Sic bit t e nicht davon." Ik vroeg hem of we er dan aan de andere zijde geen loei mee kregen, maar ook daar moest ik er moor niets van zeggen, raadde hij aan. Wel werd ons op het hart gedrukt toch vooral geen Duitsche kranten mee over de grens te nemen, want dat was etrcng verboden, zelfs als pakpapier. Overigens werd ook hier onze bagage weder met rust gelaten. Even voorbij Weenen kwam de Weensche zender in zicht meer ook niet, want de afstand tot den weg is zeer groot. Hoorbaar is mj niet. Eerst na een 50 km kwam, Weenen door, kort. daarop gevolgd door Budapest. Merkwaardig ia, .dat .de zender Budapest, die toch ook betrekkelijk dicht bij de stad Ugt, overal in de stad goed en krachtig is te hooren. De kwaliteit is geweldig en we .hebben er dan ook steeds met genoegen naar geluisterd. In Budapest, een der mooiste steden van de wereld, stonden alle boomen in bloei; heel de natuur was in lentetooi. Maar 's avonds viel er twintig centimeter sneeuw. Inderdaad, de natuur is grillig l D. C. VAN REIJENDAM Onontbeerlijk voor Uw vrije dagen is een goede voorraad ISOCITHOM - v s n P/fi lm -£ De nieuwe DUN10P is superieur! Laat daarom, alvorens met Uw wagen op reis te gaan, nieuwe Dunlop 90" banden monteeren. Zij zullen het genoegen van Uw vacantie verhoogen. uw GARAGE-HOUDER HEEFT DUNLOP BANDEN IN k VOORRAAD ' Ned. Dunlop Rubber- en Banden Mi). Amsterdam ? Dan. Willinkplein 12-20 Tel. 93656-93756 Ik zeg De 1000 krokodillen op den Grebbeberg i N De Groene" van 15 Juni meent Dr. Kuiper, Directeur van de Rctterdamsche Diergaarde; dat ik mij schuldig maak aan v.real American humbug" reclame door te beweren, dat krokodillen 500 jaar en ouder kunnen worden. Volgens Dr. Kutper is het onmogelijk, dat krokodillen, waarvan* ik op 't oogenblik een duizendtal in mijn park heb, zulke fantastische leeftijden kunnen bereiken. Dr. Kuiper zal dit beter weten dan ik en ik zal dan ook de laatste zijn om het te bestrijden. Doch een feit is het, dat van deze dieren zér weinig bekend is. Zoo schrijft b.v. niemand minderdan' Brehtn: Hoe oud ze (krokodillen) worden is onbekend... zeker meerderemenschenlevens." Toen men indertijd in Duitschland ook een dergelijke krokodillen-show organiseerde, hin gen boven de verblijfplaatsen borden met de de geschatte leeftijden ten hierop kwamen ook leeftijden van 500 tot 800 jaar voor. Het is zeer goed mogelijk, dat in de berichten over mijn park, die geregeld in de pers ver schijnen, de leeftijden van de krokodillen wel eens wat worden overdreven, doch iemand met gezond verstand zal toch niet in zijn hoofd krijgen om de humoristische fantasieën vaneen knap journalist, die o.a. praat van beesten. die misschien al eens het vlèesch hebben geproefd van de trotsche krijgers van Montezuma, ernstig te nemen. Dr. Kuiper noemt ntiju reclame Amerikaansche humbug, ik noem ze doelmatig, en dat ze dit inderdaad is, bewijst wel het feit, dat mijn geachte opponent zelf een van de eeréten was, die afkwam op het bericht, dat ik in mijn park 1000 levende krokodillen zou krijgen. Bij die gelegenheid hebben wij ons zeer vriendschappelijk onderhouden en sprak Dr. Kuiper zijn bewondering uit over mijn inrichting. ?Daarmede strookt toch niet de minachtende uitdrukking klein Dierenpark''. Mijn park iS trouwens 10 H.A. groot, op fraaie wijze aangelegd en bezit «en zeer bezienswaardige collectie dieren; Ik wil gaarne wat toegeven wat betreft de leeftijden der krokodillen, omdat ik moeilijk kan bewijzen hoe oud deze reptielen worden. Doch zelfs de ,man, die vroeger kippenvoer fabriceerde", stelt het heelemaal niet op prijs om van een. volgens hem. hoogstaand weten schappelijk mensch minder faire opmerken te moeten incasseeren. C. W. OUWÉHAND A.ZN. Eigenaar Ouwehand's Dierenpark, Rhenen ? ? l II PAG. 9 DE GROENE No. 3032 t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl