Historisch Archief 1877-1940
Zóó ziet u de weide en het bijt je
dat gonst van bloem tot bloem....
....maar als de bij kon teekenen,
wat zij zag, zou zij dit schetsen
Dieren kijken u aan
MAAR ZIJ ZIEN HEEL IETS ANDERS DAN U DENKT
IS het wel eens bij u opgekomen, dat een dier
misschien een heel anderen indruk heeft van de
wereld waarin wij leven? Ja, dat het dier mis
schien wel in een andere wereld leeft dan wij
meuschen ? In ieder geval bent u allen toch wel eens in
de gelegenheid geweest en bent u dat naar alle
waarschijnlijkheid dagelijks nog, om zoo in uw
allernaaste omgeving de dieren gade te slaan en te
constateeren, dat ze toch op allerlei gebeurtenissen
en bij het zien van verschillende objecten heel
anders reageeren dan wij menschen dat zouden doen.
Waarom ziet een kat zoo goed in het donker en
ziet ze werkelijk wel wat?
Waarom vangt een houd geen muizen?
Waarom loopen al die kleine beestjes zoo gauw
weg, wanneer ik een lichtstraal in een donkere
ruimte laat vallen?
Waarom vliegen op zomeravonden die uiltjes zich
dood tegen de lamp in plaats van op de vlucht te
gaan?
Ziehier een aantal vragen, waarop men langen
tijd het antwoord schuldig bleef en die eerst in de
laatste tientallen van jaren aan een grondiger
onderzoek zijn onderworpen en inderdaad ook voor
een groot gedeelte schijnen opgelost. .
We mogen wel met zekerheid aannemen, dat lang
niet alle wezens dezelfde dingen als hetzelfde zien.
We kunnen het ook anders formuleeren en zeggen:
De dieren hebben ieder voor. zich een eigen wereld,
die er heel anders uitziet dan onze menschen wereld.
d.w.z, dan de wereld die wij menschen waarnemen.
Ze leven wel in dezelfde wereld, maar ze nemen de
dingen die er zich in bevinden anders of in het
geheel niet waar.
De leider van het Institut f r Umweltforschung",
Von Uexküll. heeft naar aanleiding van tal van
proefnemingen een theorie opgesteld, waarmee hij
de processen en toestanden in de dierenwereld wil
verklaren. Hg stelde het begrip Umwelt" op en
bedoelt daarmede de eenheid, welke de objecten
en andere wezens uit de omgeving, die voor een
bepaald dier van beteekenis zijn, vormen. Aan elk
wezen kent hij zulk een eigen Umwelt toe.
Ieder wezen is overeenkomstig zijn bouw, struc
tuur of organisme anders, maar altijd even vol-.
maakt aan zijn omgeving aangepast. Van biologisch
standpunt mogen we nooit zeggen dat uen wezen
van hoogere orde volmaakter is dan een van lagere
orde. Dit zou een volkomen dwaze opvatting zijn.
Niemand zal het toch in zijn hoofd halen om te
zeggen, dat een yliegmachine volmaakter is dan
een fiets. Per slot van rekening komt het bij do
beoordeeling van de volmaaktheid niet aan op de
gecompliceerdheid van de structuur, maar op den
meerderen of minderen graad van aanpassing van
een product aan de gestelde eisenen* en van dat
standpunt uit kan een fiets, natuurlijk heel góéd
volmaakter zijn dan een
vliegmachine.Zooals iedere, vergelijking gaat pok deze niet
geheel op, maar zy is naar ik hoop voldoende -om te
doen begrijpen, wat bedoeld werd toen we zeiden,
dat een wezen van hoogere orde niet altijd vol
maakter genoemd mag worden dan een van lagere
orde. Ieder wezen is binnen zijn soort meer of
minder volmaakt, maar de aanpassing aan zijn
omgeving is altijd volmaakt.
In verband met zijn theorie over de aanpassing
van den. bouw van het dier aan zijn omgeving
' wees Von Uexküll er op, dat de bouw van het dier
?i.
t
zijn waarnemiugswereld schept en dat- daarom
iedere aanpassing volmaakt is.
Ieder wezen bezit nu ook een Innenwelt, die
gevormd wordt door de prikkelingen in het zenuw
stelsel door de Umweltfactoren opgeroepen.
Ook moet men duidelijk onderscheid maken
tusschen Umwelt en Umgebung. Wat voor een
dier van lagere orde Umgebung is kan voor een
wezen van hoogere orde Umwelt zijn. Dit komt
natuurlijk, omdat voor een wezen van hoogere orde
tengevolge van zijn bouw heel andere factoren uit
de hem omringende wereld aanspreken dan voor
een van lagere orde. Het eene wezen kan dus als het
ware met zijn Umwelt binnen de Umwelt van een
ander leven.
WAAR 0>l is de reactie van een uiltje op licht nu
zoo heel anders dan b.v. van die beestjes, die
allemaal voor het licht op de vlucht gaan? Omdat
de een heel anders afgestemd is op lichtprikkels
dan de ander. Interessant zijn in dit verband de
gedragingen van den zee-egel, die geen oogen, maar
wel een zeer gevoelige huid heeft, waarop een
lichtstraal als een aanraking werkt. Daardoor gaat
hij voor het licht op de vlucht.
Ook in de verhouding der dieren onderling blijkt,
hoe het eene dier al of niet bij het andere past.
Buit, vijand en geslachtspartner vormen als het
ware voor ieder dier «yn Umwelt. Uit onderzoe
kingen in het Institut für Umweltforschung is
gebleken, dat men vooral uit proeven aangaande de
optische waarnemingswereld een veel beter begrip
krijgt voor het gedrag der dieren. Door berekening
der zenuwcellen op het netvlies van een dier pro
beerde men een indruk te krijgen van de optische
prestaties van het oog. Zoo heeft men teekeningcn
kunnen maken als de hierbij afgebeelde,' waaruit
blijkt dat b.v. een bij een stuk begroeide weide
heel anders ziet dan de mensen, omdat zijn netvlies
veel minder optisch gevoelige zenuwcellen bezit.
Hoe meer zenuwcellen het oog bezit, hoe meer
van het landschap dat men waarneemt in kleine
deeltjes uiteenvalt, en een des 'te meer geleed
geheel wordt waargenomen.
Een bekend verschijnsel in de dierenwereld is de
z.g. mimicry, d.L het veranderen van de huidkleur
van een dier overeenkomstig de kleur vau de
omgeving. Ook de zeeschorpioen doet dit. Zet men
nu het beest een gekleurden bril op, dan kan men
nagaan of het zijn kleur verandert overeenkomstig
de kleuren, die de omgeving nu door den bril
gekregen heeft, ofwel overeenkomstig de natuurlijke
kleuren van de omgeving.
Niet alleen de aard van de waargenomen ob
jecten, maar ook de snelheid waarmee ze voorbij
gaan schijnt van invloed te zijn op het al of niet
.waarnemen ervan. Dit wordtnagegaan oponze foto,
waar men onderzoekt met welke snelheid men een
filmpje kan laten draaien, opdat de hond zijn
collega op de.film nog herkent.
Ook ruimte en tijd schijnen in de verschillende
Umwelte een geheel verschillende waarde te be
zitten. Dit alles doet ons inzien, dat er naast het
kleine wereldje waarin wij menschen leven nog
honderden andere werelden bestaan, en dat de
onze maar een klem deel uitmaakt van al die naast
elkaar staande en toch weer met elkaar verbonden
eenheden. .
EMY
PAG. a DE GROENE Ne. 3032
In en om de spreekkamer
Medische tarieven
IN verbnnd mot oV veranderde levensomstandig
heden zal het waarschijnlijk nootlig blijken
dat wij geiu-csliiM-11-n on/.e tarieven gaan her/Jen.
Wij kunnen dit doen op tu-ee manieren, hety.ij
dat wij ons daarbij huilden aan eventueel^ besluiten
die de Maatschappij ter Jlevordering der
(«eneoskiuule in dit opzicht zal nemen, hetzij «lat wij 'iet
geheel individueel doen en daarbij aan den patiënt
datgene rekenen, wat wij zelf denkeu dat recht
en billijk is, en wat zijn financieele draagkracht
niet te bovutt zal gaan.
Tot de laatste» categorie van menschen behoor
ik zelf. l k heb mij vandaag plotseling gerealiseerd.
dat ik al medische advie/.en geef voor de somma
van 5 cent. (Je zult moeten toegeven dat het niet
te duur is. En ik geef ze niet alleen op mijn
spwckuur. Ik ben ook aan huis te ontbieden".
Vanmorgen moest ik even op het Bureau van
den Burgerlijken Stand zijn en had daarvoor
mijn auto op het Kerkplein geparkeerd.
Terugkoerende wil ik aan den bewaker, een klein, kwiek
kereltje, zoon van het oude volk, mijn schuld
voldoen, maar bemerk daarbij dat mijn beurs
volmaakt leeg is. Ik vraag hem of hij bankpapier
wisselen kan (een flauw trucje zult u zeggen !)
of dat ik zelf even naar een winkel gaan zal om
dat te doen. Maar daar wil mijn bewaker niets
van weten. Neen dokter, u komt hier nog wel
eens voorbij. Onthoudt u mijn nummer maar.
No. 20, dan krijg >k het bij gelegenheid wel eens."
Ik snuffel nog even in al mijn zakken rond.
vind daarbij nog vijf losse centen die ik hem al
vast op afbetaling geef, en na d*? plechtige ver
zekering dat ik hem niet-zal vergeten en de
resleerendo vyf zoo spoedig mogelijk aan zal,
i-eiken, stijg ik in mijn auto en wil wegrijden.
Maar dan bedenkt Sammie zich plotseling en
roept mij nog even aan. Je kunt nooit weten."
moet hij gedacht hebben. Zoo'n snuiter mocht
eens niet terugkomen. Ik ? moet in ieder geval
zien dat ik, zoo al geen geld, dan toch waar voor
mijn geld krijg."
Dokter," zegt hij, nu u toch hier bent zou ik u
wel even wat willen vragen! Myn vrouw is ziek en on
langs geopereerd en nu hebben zich verschijnselen
voorgedaan en nu zou ik graag willen weten?."
Ik heb mijn auto weer afgezet en, uit het portier
gebogen, geef ik hem zoo goed mogelijk bescheid.
Het is lang geen gemakkelijke kwestie waarover
heel wat te zeggen valt, en die nauwkeurig van
alle kanten bekeken moet worden. Haar eindelijk
ben ik klaar en kan ik mijn tocht vervolgen,
ik blij niet het in mij gestelde vertrouwen, en de
man tevreden met het niet te duur betaalde advies.
Maar nu ik weer thuis ben en het geval'nog
eens rustig overdenk kom ik tot de conclusie
dat wij, wat betreft het honorarium, niets zekers
zijn overeengekomen en ik vraag mij af: ben ik
nu nog zedelijk verplicht ainmie y.ijn vijf centen
te gaan brengen, of mag ik aannemen dat wc elkaar
niet gesloten beurzen betaald hebben? Ik zou er
eigenlijk den Geneeskundigen Eereroad wel eens over
willen consultcercn. Du. P. H. VAN KH l lom:
Proef genomen bij een hond bij het waarnemen
van bewegende beelden
1500 kilometer radio
EEN MUZIKALE REIS DOOR EUROPA
NEEN, kijkt u maar nii>t op mv
kalender, hut i* hcusch geen
l April en hel opschrift is» ouk
geen drukfout. Uil artikel gaat wer
kelijk over lóOO kin ratlio vu wel
rudiumu/iek uit een speciaal auto-ontvang
toestel, waarmede \vij een reis van
1500 kin nnar Builtipt-^l maakten.
Uit den aard der /.aak is de'ont
vangst mogelijkheid in een auto veel
kleiner dun in een normaal huis. De
uuteune, die men bij een gewoon huis
»ou boog mogelyk y.et. in bij een auto
in of vlak op de kap aangebracht, wat
al vele tientallen procenten in ge
luidssterkte scheelt; verder is de
lengte van een auto nu eenmaal geen
10 of 20 meter, zoudnt ook hier een
onvoordeelige concessie aan de an
tenne moet worden gedaan.
Rijden we nu geheel buiten of in
«eer ruime straten, dan zal ev toch
nog een meer dan voldoende ontvangst
mogelijk zijn, maar ai? er dan ook nog
grutte ijzermassa's in de buurt
komeu, zooals bijv. een gebouw van
gewapend beton , dan is het ook uil
met de ontvangst: de antenne wordt
dan zoodanig afgeschermd, dat de
ontvangen signalen veel te zwak
wor.len.
Dit telkens harder en zachter wor
den van de muziek (wanneer we rijden
tenminste) is een eigenaardige gewaar
wording. Het lijkt wel wat op fading,
maar gaat natuurlijk niet gepaard met
vervorming, terwijl de onderbrekingen
ook veel korter zgn. Bijden we door
een nauwe straat, dan is de muziek
za-jht, terwijl een zijstraat zich door
een golf" muziek aankondigt. Dat
zija dingen waaraan je wennen moet.
In de buurt van Amsterdam hoor
den we ons draadloos goedenmorgen
wenschen, maar- aan het eerste deel
van het pvogramrartWiebben 'w© niet
veel gehad, want de stad met haar vele
tramstoringen is nu juist niet du
plants om rustig van auto-radio te
genieten. Toen Am«terdaiu achter
ons lag werd de ontvangst weer goed
en het ochtendconcert benevens het
gosde weer brachten ons in de beste
stemming, die nog verhoogd werd dooi
de prachtige wegen (tot Zeveuaar toe
zoifa, wat bewijst dat er toch een
nut lig gebruik wordt gemaakt van je
wegenbelasting).
Doe dichter men bij Hilversum
komt hoe.... zachter de ontvangst
wordt. Vlak bij den zender is het
geluid zelfs zoodanig, dat de
volumeregeling op maximum móet worden
gejtof. Dit is een verschijnsel, dat we
bij vrijwel alle zenders opmerkten en
dat technici ook wel bekend is.
Op weg naar Arnhem is de ont
vangst zeer weinig constant: nu eens
veel ie hard, don weer vrijwel onhoor
baar. Een auto-ontvanger is dus een
ideaal apparaat om een gunstige
plaats op te zoeken voor
radioontvangst.
Do morgenwijding hebben we niet
gehoord, niet uit anti-godsdienstige
overwegingen, maar wel uit een
veiligheidsoogpunt. Muziek toch is
abjoluut niet hinderlijk, maar een
spreker daarentegen leidt den be
stuurder sterk af. Onwillekeurig spant
men zich in om te luisteren 6n men
concentreert zich op het gesprokene,
waardoor natuurlijk minder aandacht
flUfj den weg besteed kan worden.
Meest ik drie dingen op een rijtje
plaatsen, die alle drie den bestuurder
af lolden, dan zou ik beginnen met:
radtomuziek, dan een pratende passa
gier en als ergste een spreker voor de
mf.'rofdon. Heb is wel eigenaardig,
want deze man verwacht heclemual
geen antwoord terwijl een passagier*
daar wel op rekent, en toch brengt de
onzichtbare je verder in de war dan je
buurman die op antwoord zit te
wachten.
De Duitsche grens werd zonder
eenigc moeite gepasseerd. De papieren
waren in orde en de bagage mocht
gelukkig ingepakt blijven. Ook de
radio-ontvanger en de dikke streng.
die over de gehecle autokap liep en
een proef-antenne bevatte, konden de
nieuwsgierigheid van de douane
beambten niet gaande maken.
Na Arnhem is van de HoUaudsche
zenders vrijwel nie.ts meer te hooren.
waartegenover staat, dat verschil
lende Duitsche zender» met groote
kracht doorkomen. Van Engelsche
zenders is al lang geen sprake meer,
de Fransche en Belgische zenders
daarentegen komen juist beter door.
Wat zal ik u eigenlijk nog vertellen
over den verderen tocht door
Duitschluud? Dat we den tweeden dag tot
Regensburg kwamen, of dat we in
Frankfort op het bekende Hümerplein
koffiedronken, of dat we geen enkelen
lekken band hadden, of dat onze
Hongaarsche reisgenoot vertelde
dat de Donau, in Budapest zooveel
mook-r was dan in Regensburg, of dat
we tusschen Keulen en Regensburg
door prachtige bosschen gereden zijn
n over bei-gen van 550 in moesten?
.Ik weet het eigenlijk niet, want
hoofd?/aak van dit artikel moet radio zijn.
maar ik moet u toch aanraden als u in
de gelegenheid bent het oude Neuren
berg te bezoeken.
De radio-ontvangst is in deze
bergachtige streek zeer onberekenbaar.
Als men boven op een berg zit en dus
een goede ontvangst verwacht is het
juist zacht, en zit men ergens in een
dal, dan weet men niet hoe snel men
het toestel moet temperen. Een
vasten regel heb ik dan ook niet
kunnen vinden, hoewel er natuurlijk
toch wel een zeker systeem" in zal
zitten. Het is namelijk zeer wel
mogelijk, dat zich tusschen ons en den
zender juist op het oogenblik, dat we
op een berg zijn, een nog hoogere berg
bevindt, terwijl zich bijvoorbeeld het
dal geheel vrij ten opzichte van den
zender uitstrekt. De natuur is wat
dat aangaat zeer onberekenbaar en
de radio-ontvangst is niet muider
'grillig.
De derde dag bracht ons in de buurt
van Passau over de Oostenrijksche
grens. Toen ik den douanebeambte
heel beleefd opmerkzaam maakte op
onze auto-radio scheen hij niet precies
te weten wat hij met zoo'n buitenissig
ding moest beginnen en zei: Sprechen
Sic bit t e nicht davon." Ik vroeg hem
of we er dan aan de andere zijde geen
loei mee kregen, maar ook daar moest
ik er moor niets van zeggen, raadde hij
aan. Wel werd ons op het hart gedrukt
toch vooral geen Duitsche kranten
mee over de grens te nemen, want dat
was etrcng verboden, zelfs als
pakpapier. Overigens werd ook hier onze
bagage weder met rust gelaten.
Even voorbij Weenen kwam de
Weensche zender in zicht meer ook
niet, want de afstand tot den weg is
zeer groot. Hoorbaar is mj niet. Eerst
na een 50 km kwam, Weenen door,
kort. daarop gevolgd door Budapest.
Merkwaardig ia, .dat .de zender
Budapest, die toch ook betrekkelijk
dicht bij de stad Ugt, overal in de
stad goed en krachtig is te hooren. De
kwaliteit is geweldig en we .hebben er
dan ook steeds met genoegen naar
geluisterd.
In Budapest, een der mooiste steden
van de wereld, stonden alle boomen
in bloei; heel de natuur was in
lentetooi. Maar 's avonds viel er twintig
centimeter sneeuw. Inderdaad, de
natuur is grillig l
D. C. VAN REIJENDAM
Onontbeerlijk voor Uw vrije dagen
is een goede voorraad
ISOCITHOM
- v s n P/fi lm -£
De
nieuwe
DUN10P
is superieur!
Laat daarom, alvorens met Uw
wagen op reis te gaan, nieuwe
Dunlop 90" banden monteeren.
Zij zullen het genoegen van Uw
vacantie verhoogen.
uw
GARAGE-HOUDER
HEEFT
DUNLOP BANDEN
IN
k VOORRAAD '
Ned. Dunlop Rubber- en Banden Mi).
Amsterdam ? Dan. Willinkplein 12-20
Tel. 93656-93756
Ik zeg
De 1000 krokodillen
op den Grebbeberg
i
N De Groene" van 15 Juni meent Dr.
Kuiper, Directeur van de Rctterdamsche
Diergaarde; dat ik mij schuldig maak aan
v.real American humbug" reclame door te
beweren, dat krokodillen 500 jaar en ouder
kunnen worden.
Volgens Dr. Kutper is het onmogelijk, dat
krokodillen, waarvan* ik op 't oogenblik een
duizendtal in mijn park heb, zulke fantastische
leeftijden kunnen bereiken. Dr. Kuiper zal
dit beter weten dan ik en ik zal dan ook de
laatste zijn om het te bestrijden. Doch een
feit is het, dat van deze dieren zér weinig
bekend is. Zoo schrijft b.v. niemand minderdan'
Brehtn: Hoe oud ze (krokodillen) worden is
onbekend... zeker meerderemenschenlevens."
Toen men indertijd in Duitschland ook een
dergelijke krokodillen-show organiseerde, hin
gen boven de verblijfplaatsen borden met de
de geschatte leeftijden ten hierop kwamen
ook leeftijden van 500 tot 800 jaar voor.
Het is zeer goed mogelijk, dat in de berichten
over mijn park, die geregeld in de pers ver
schijnen, de leeftijden van de krokodillen wel
eens wat worden overdreven, doch iemand
met gezond verstand zal toch niet in zijn hoofd
krijgen om de humoristische fantasieën vaneen
knap journalist, die o.a. praat van beesten.
die misschien al eens het vlèesch hebben
geproefd van de trotsche krijgers van
Montezuma, ernstig te nemen.
Dr. Kuiper noemt ntiju reclame
Amerikaansche humbug, ik noem ze doelmatig, en
dat ze dit inderdaad is, bewijst wel het feit,
dat mijn geachte opponent zelf een van de
eeréten was, die afkwam op het bericht, dat
ik in mijn park 1000 levende krokodillen zou
krijgen. Bij die gelegenheid hebben wij ons
zeer vriendschappelijk onderhouden en sprak
Dr. Kuiper zijn bewondering uit over mijn
inrichting.
?Daarmede strookt toch niet de minachtende
uitdrukking klein Dierenpark''. Mijn park
iS trouwens 10 H.A. groot, op fraaie wijze
aangelegd en bezit «en zeer bezienswaardige
collectie dieren;
Ik wil gaarne wat toegeven wat betreft de
leeftijden der krokodillen, omdat ik moeilijk
kan bewijzen hoe oud deze reptielen worden.
Doch zelfs de ,man, die vroeger kippenvoer
fabriceerde", stelt het heelemaal niet op prijs
om van een. volgens hem. hoogstaand weten
schappelijk mensch minder faire opmerken te
moeten incasseeren.
C. W. OUWÉHAND A.ZN.
Eigenaar Ouwehand's Dierenpark, Rhenen
?
? l
II
PAG. 9 DE GROENE No. 3032
t