De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 20 juli pagina 2

20 juli 1935 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Nieuwe politieke partijen A. C. JOSEPHUS JITTA Naar aanleiding van de herziene uitgave van Nederland's Geestesmerk" door Prof. J. 'Huizinga'. VERLEDEN jaar verscheen van de hand van den Leidschen hoogleeraar J. Huizinga de bekende brochure van even 25 bladzijden over Nederland's Geestesmerk. Ik heb het voor recht gehad onder prof. Huizinga's gehoor te zijn, toen hu deze rede voor de eerste maal uitsprak, op den Oen Mei 1034 te Zeist voor een gehoor van studenten van allerlei richting. Het onderwerp van de conferentie was de eenheid van het Nederlandsche volk en gedurende enkele dagen werd dat onderwerp behandeld door sprekers van vrijwel alle politieke richtingen. Men beperkte zich niet tot de aanhangers van de zes partijen, die in het Kabinet-rolijn vertegenwoordigd zu'n. Ook een socialistisch spreker en een volgeling van den heer Mussert vond voor dat zeer gemengde publiek een zeer aandachtig gehoor. Dit was wel de voornaamste indruk, die men van deze conferentie medenam, dat, niettegen staande de zeer groote verscheidenheid, op zich zelf reeds typeerend voor een dergelykNederlandsch publiek, men zich ter dege bewust was van liet bestaan van een eenheid. Alle sprekers deden een beroep op het bestu deel vnn on/o nationale traditie, al verbeeldde ieder zich, dat juist zijn moderne opvattingen het beste strookten met dat glorieuze verleden. Ongelukkigerwijze, duurde het verblijf van prof. Huizinga op deze conferentie slechts enkele uren. Vandaar misschien, dat ook deze conferentie er het hare toe zal hebben bijgedragen om sinds dien in prof. Huizinga de opvatting te versterken. dat onze politieke ontwikkeling uns hoe langer hoe vérder van die eenheid afvoert. Het geschrift van prof. Hui/in^m verdient onver deelden lof. Het is geschreven in dien karakteris tieken, misschien eenigszins te pj-eeiouson stijl. dien men van prof. Huizinga kent. Het is boeiend van het begin tot het einde. Het behandelt een van de belangrijkste onderwerpen, dat er op dit oogcn* blik voor ons volk bestaat. Men kan slechts de hoop uitspreken, dat zooveel mogelijk Nedorlandoi-s van dit geschrift zullen kennis nemen en dat zij x.ieh van ile gedachten, die daarin vervat'zijn. zullen doord'ringeii. Dit boekje heeft blijkbaar reeds groot o. belang stelling getrokken. Onlangs voi-sehcon een tweede herzienn uitgave. I)o/o verschilt van 'do eerste uitgave voornamelijk doordat daarin aan het «lot zeven nieuwe bladzijden zijn opgenomen, waarindo schrijver blijk geeft vnn een zeer pessimist ischon kijk op de ontwikkeling van on/e politieke partijen. Ik bepaal mij in het volgende uitsluitend tot deze zeven bladzijden. In de eerste uitgave had prof. Huizinga gecon stateerd, dat op den duur onze bestaande staats partijen alt* alle aardsche dingen zullen veran deren on verdwijnen, /uilen zij zich oplossen in een corporatieven staat? De hemel beware ons er vour", zegt prof. Huizinga. Hij verwacht, dat de partijen naar elkander toe zullen groeien door het verflauwen der tegenstellingen. Een Vereoniging van Nederlandschc partijen van orde, recht on vrijheid, 'die vooiloopig het karakter zou kunnen dragen van een concern, lijkt hem niet meer in het gebied der onmogelijkheden te liggen. Dat elke Nederlandsche volkseenheid zal moeten gedacht worden als eenheid in verscheidenheid, zal men bij voorbaat moeten toestemmen. Samenwerking on danks ' verschil van opvatting staat hooger dan eendracht op zich zelf. Van dit gematigde optimisme van den schrijver is een jaar later, bij het verschijnen van de tweede, herziene uitgave, geen spoor meer over. De schrijver is in dit opzicht?waardoor toch? volkomen pessimist geworden. Z(jn scherpe critiek op de bestaande politieke partyen, waarin heel wat voorkomt, dat men als juist moet erkennen, voert den boventoon. Van die part gen is niets goeds meer te verwachten. Hoe moet die verbetering dan tot stand komen? Door het afschaffen van de evenredige vertegen woordiging en den stemdwang en door het op richten van enkele nieuwe partijen, die zullen beantwoorden aan een eenvoudige indeeling naar politiek temperament. Heel helder is die laatste formuleering niet. Wij zijn het trouwens gewend, dat in dézen tijd de groote hervormers zich bepalen tot scherpe critiek op het bestaande en hun nieuwe denkbeelden in enkele zeer vage bewoordingen formuleeren. Bedoeld zal wel zijn: een vooruitstrevende partij. een behoudende partij <*n misschien nog een ge matigde party*. Niets ware mg' liever geweest, dan te kunnen constateeren. dat in dit voortreffehjk geschrift voor het netelige vraagstuk van de ontwikkeling van onze politieke partijen een bevredigende op lossing zou zijn aangegeven. Dat is echter aller minst het geval. Ik ben geen onverdeeld bewonderaar van het stelsel der evenredige vertegenwoordiging. Wan neer men mij aannemelijk maakt, dat er door ver vanging van het bestaande stelsel door hot oude districtenstelsel oen belangrijke verbetering zou intreden» dan zal ik over de evenredige vertegen woordiging geen traan laten. Maar was het vroeger met het districtenstelsel boteren is het aannemelijk. dat het beter zal gaan. wanneer wij tot dit stelsel torugkocrcn? Wanneer wij tot do 100 districten voor de ver kiezing van de leden van de Tweede, Kamer terugkoeren, zullen de catulidatcn in die districten torh voornamelijk door de bestaande partijen worden gesteld en waarin schuilt de verbetering, 'wanneer de meerderheid in de Tweede Kamer niet aan do' meerderheid van do kiezers beantwoordt? Men moot -hot nut van een zuiver evenredige vertegenwoordiging zeker niet'overschatten, maar er i» nog minder roden om /Jch illusies te maken over een vertegenwoordiging, die met opzet niet naar een zekere evenredigheid van het kjozersrorps is samengesteld. Het goede, dat prof. Huizinga er van verwacht,.móet zitten in de nieuwe partijon en niet in het vom mierde stelsel. .Stemdwang hebben wij in Nederland niet. Niemand is verplicht, te .stemmen. Wie bezwaar heeft om to stemmen, kan zijn stembiljet oninguvuld in de bus worpen. Hij kan zelfs, indien hij om print-ipieclc redenen daaraan do voorkeur geeft. zonder zich aan een strafbnarfeit schuldig te maken. weigeren het stembiljet van don voorzitter van het stembureau in out vangst t o nonion. Kr bestaat bij ons geen stemdwang. slechts opkomst plicht. Wil men dozen dwang afschaffen, mij. goed. Ik hecht er niet veel aan. .Maar dat daardoor op zich x.elf een verbetering zou introdon, kan ik niet inzien. De verbetering, die prof. Hui'/.inga verwacht. moet dua komen va n de t wee of drie nieuwe partijen. beantwoordende aan de monsehelijk» tempera menten, die de bestaande partijen zullen ver vangen. Men verbaast er zich over, dat een historicus van een terecht zoo hooggeprezen naam als prof. Huizinga zoo maar iu eens do'bestaande politieke partijen, die het product zijn- van een lange histo rische ontwikkeling, meent te kunnen vervangen door een zoo typisch rationalistisch product als de partijen beantwoordend aan de menschclijke temperamenten. Ik zie nog niet, dat zij gesticht zullen worden on eenmaal gesticht aanhangers van beteekenis zullen winnen.. Ik onderschrijf voor een belangrijk deel de critiek van prof. Huizinga op de bestaande partijen. Ik verwacht van zijn negatieve en positieve midde len geen heil. Maar ik ben gelukkig optimistischer dan hij op dit oogenblik is,; maar ook niet veel optimistischer dan hU verleden jaar was. ten Kamer net volledig pension per dag en per persoon t/m 31 Augustus vanf 5.?totfó.25 rv "«*»*, k y ?3^W *??? Colijn Twee leiders ifcachetijke tijden Cort'.vonrder Lfnden aanzit*!! van de vorming van wat hij noemt e«-n concern van de bestaande partijen van orde. recht] en vrijheid. Prof. llui'/.hign ziet niets van dien aai d aan «Ie U kim. Xou dat misschien komen, omdat hij p-wend j is eeuwen mot zijn blik te omvadcmon? Ik /.ie dut concern zeer concreet, v la k voor onze oogen j:ioei"n|] in het Kabmot-Colijn. Het is nog maar een t:oginf; maar het is een realiteit, waarop de. stoutste optimist enkele jaren geleden nog niet durfde hopen. Daarom ben ik optimistischer dan prof. Huizinga in de verwachting, dat binnen niet al te langen tijd uit de bestaande verhoudingen ook in politiek opzicht de eenheid van ons volk duidelijker aan den dag zal komen, dan tot voor kort te verwachten viel. DE GROO T&O UDE MAN CORT V.4.V flJSR-LIXDKS, vormt M* <>-g>\beeld vnn ('ulijn. Colijn leerd lol il? J.ti/eilt verkoren, nmtir verloor ;ijn kroon, dn-l >j der Linden tem/ 'vonrbettlemd lol aan:! f n ~«»M-(T /Mv/fM/ir, Miiar hij heelt de'Legende gewonnen. Turn Cort run der Linden zijn kabinet vormde.'n J'iJ-'f. teitit hij zieïi geroepen tot politiek kuntslunudterrk. n iel voor hel Itielderwhap »« ren &«iwn«f»» lijd. Toen Colijn wertl geroepen in HW1 U'ial hij, at Ju-I Knik ritutr In-m hunkerde, minir tui xtond In-in nawhien minder duidelijk voor den yi-enl. dut '?*?«?»» tv netelige werkelijkheid hmi zon ontmoeten <d# ie, U'i'lkr hij. terwijl, drs? ri'yi-h'n icnrilen j/ewr/uve.',' n9{? poóyl ie overwinnen. fort van der Linden irerd door de Hinlor-t >eyiltiyd met eervolle? beproef! nyem Colijn had Si/i in dicnul te nietten van praeulubèle rencachtln /?«. D<~ {loden sijn mei hen. die geroepen worden om ?>?His torie ie dienen, niet met hen. die zij mrt leidt > plich ten bczteaart,- .;"..??' ?Bovendien.: Cort r a n der Linden luid een !?'in'tkt>: taak, die kon mislukken, maar die het moyelr>k tra» te, volbrengen; van Colijn wordt hel inricht v» / icwht, dat aan een radeloos volk ontbreekt. yeidraliteitshandhaving in een oorlogsperiode i* een t> mensehelijk'Z tra re opdracht, miinr fi<>' 'n ?;«.'».'. opdraeht. waarvoor codes bestaan. Een oud-Minister verklaarde mij cetts. dat Nederland si j n'.neutraliteit ?gewonnen: had door zijn gedetailleerd, formalisme. Voor den strijd tegen de occonomische ineenstorting. van onze dagen bestaan yecn codes. Zoo kon de waakschc laveerkunst van Cort van der Linden het m hip van staat tcilende howlen, maair de geniale intuïtie, de kracht van den impnbiieveren Colijn levert geen waarborg, dat hij een verwachting vervult, die men gererhtigd was te ntcllen, Er+ 'fijn mevr punten rtin vergelijking tusaehen beide figuren. Corl ««n der Linden ncc't de basii gelegd voor de ?yortö.jen*»mcmcerk(ny. die door Colijn ie verwezenlijkt. Zonder ondcrwijs-hevrediging .en algemeen kiesrecht zou het nationale kabinet van thans niet bestaan, of anders beslaan. De grondwet^ herziening van Cort van der Linden heeft het partijliberalisme in kiem vernietigd', de nationale recon structie van Colijn hee/t het partijloos liberalten* opnieuw tot leven gewekt. En in deze twee figure* ontwaart men. evenals bij het aanschouicen va* Thorbfekc en Groen, hoc moeilijk het voor Dr. Kuy tier moet geweest zijn, de antithese open te houden imder de algemeene liberaal-christelijke gezindheid i-an ons volk. Colijn wordt een liberaal gescholden «/oor zijn Kersteniaansche geloofsgenooten: de oude Cort van der Linden verklaart, bij zijn binnentreden in het voorportaal der eeurwige Rust, dat hij het hoofd buigt vóór de Ordonnantirn Gods. Maar wederom een tegenstelling: Corl van der Linden had bondgenootcn van bricckenia; Colijn moet het oog openhouden, terwijl hij door een zwerm vijandige muggen wordt omringd. Ingewijden leunnen zich den groo'ten Cort van der Linden niet denken zonder den grooten De Savornin Lohman. Het is wijlen De Savornin Lohman geweest, ilie Cort, vlak na zijn optreden, in een persoonlijk yesprek tot de onderwijsjiacifiealie bewogen heeft. Men benijdt figuren, die, naar de overbekende zegswijze luidt: in het harnas sterven. Benijdenswaar diger ia misschien hij, die na volbrachte levenstaak de Legende om zich heen gesponnen ziet. die een 6flhaalde overwinning overhoudt uit den nood van een vervagend verleden. Aan Cort van der Linden a de genade verleend van een waardig otium. Hij was de volkomen vertegenwoordiger van een tijd 'ie soliede was en onomkoopbaar. . ??!>>* .myfiméen drager van anachronistische deugden an de hoogste orde, en hoezeer de grijsheid hém in de taisle jaren van zijn lange leven noopte tot rust, r lag voor ons allen een onbewust gevoel van veiligheid n het weten dat deze mensch, tijdgenoot van De'avornin Lohman, van Tydeman, van Bos, onder ns ademde. Velen hebben den Minister Cort van der Linden «kenschetst', de schrijver dezer regelen had het vooracht, den grooten staatsman téontmoeten, toen hij, ; er van hel staatsgewoel, in de langdurige resignatie ertoefde, die aan het einde vooraf ging. In zulke 'ogenblikken vatt het accent op den M«-pi'rh. .Onvergetelijk is de indruk van dit laatste bezoek. 'Iet is de indruk van een oud en ongemeen hoffelijk iian, die moeizaam ia in de formuleering zijner herinneringen, maar die het verleden afzoekt met lezelfde exacte nauwkeurigheid, waarmee hij eenmaal iet heden beheerschte. Indien ooit in 'de toekomst een voorbeeld genoemd' noet worden van regentenwaardigheid, dan zal'de taant Cort van der Linden verschijnen op de lippen yan het nageslacht. ? WEEKTRDHPET VAN DEN WIJZEN OLIFANT PAG. 2 DE GROENE No. 1031 DE Julimaand is de maand der nationale herdenkingen. Vlaanderen herdenkt zijn Gulden Sporenslag, Frankrijk viert op den 14den Juli zijn nationalen feestdag. Deze twee in wezen tegengestelde fcwten hebben geen van bei de geleid tot errstige incidenten, maar toch geeft het nationale feest van Frankrijk dit jaar stof tot beschouwing. Het schijnt, dat de fascistische vloed golf, die er over de wereld stuwt, ook Frankrijk geenszins onberoerd laat. De Croix de Feu, de Vuurkruisers, trokken bij de Nationale Betooging" de aandacht. In Frankrijk met zijn telkens wisse lende kabinetten ziet het er even ernttig, zoo niet ernstiger uit dan in de andere landen van Europa en de bezuinigingsdecreteti. waarbij op alles, ook op de salarissen zal worden besnooid, voorspellen voor Frankrijk «pannende dagen. Spannend, spannender nog dan zij geweest is, wordt ook de verhouding tusschen Italiëen Abessinië. De Negus heeft zich in de afgeloopen week zoo stellig mogelijk verklaard tegen eiken gebiedsafstatd, met. een openlijke vrijmoedigheid, die even gevaarlijk Is als sympathiek. Zal Mmsolim' nu toch weer, langs een achterdeurtje zich do bemidde ling van den Volkenbond laten welgevallen? Er zijn vage berichten die er op wijzen, en in ieder geval neemt -Italiëde leepc houding aan, dat het niet om deze Abessynischc quacstic do Volkenbond zal verlaten, maar dat het zich uit den Volkenbond zal laten zetten, wanneer het voor de overige Volkenbondsleden als schcnner dor internationale rechtsorde wordt gebrandmerkt. Men hoort in de verklaringen omtrent deze gedragslijn zooietsvan: Kom maar op als je durft!" Er rullen wol juridische spitsvondigheden worden uitgedacht. wanneer het zoover is. Italië* speculeert er niet zonder reden op. dat men in den Volkerbond den wil en den moed mist tot zulke drastische maatregelen, waardoor van den Volkenbond niet veel meer zou overblijven dan een romp-parlement. De overval is wel zorgvul dig voorbereid, want van Engeland, dat Italiëgaar ne ziet doodloopen in zijn eigen avontuur, om dan de leiding der JÖuropeesche politiek te herwinnen, is ook geen tegenstand te verwachten. Intusschen rijzen er interessante problemen in een nabij verschiet, onder andere: wat er met het Kanaal van Suez zal gebeuren, eu of men het recht zal hebben en eventueel doen gelden om het te sluiten. . ?'?*?> Maar wendec wij ons af van het Abessijnsch avontuur, waarvan het wordt duidelijk, zoodra men de klimatologische en de terreinsomstandigheden van Abesriniëin oogenschouw neemt Italiënog wel eens gehavend terug kan komen (en met Italiëde dictatuur?) en laat ons even onzen blik werpen op het uiterste Oosten van ons werelddeel. De Kleine Entente staat vast aaneen, de tanden geklemd. tegen de restauratie der Habsburgers. Na, de Habsburger-wetten is er ter stond een ontmoeting gevolgd tusschen de staats» hoofden van Zuid-Slaviëen van Roemenië, en die ontmoeting liet evenmin als de communiqué's en verklaringen der Kleine-Entente-machten aan dui delijkheid iets to wenschcn over. Dat wil zeg gen, gegeven de situatie van Europa: voorloopig voor de Habsburgers geen kans. ? Maar in de afgeloopen week trok Oostenrijk niet de aandacht door de politiek, doch door het smartelijk' verlies dat zijn Bondskanselier Schuschnigg leed tengevolge 'van het droevig ongeval, aan zijn echtgcnoote overkomen.' Tegenover dit persoonlijk leed, zon ken de strjjdwapens, die de partijen in Oostenrijk immer tegen elkaar gereed hebber. . ?' ' '?'. ' ':- ?*'.*.*' : .: ??.'. ?' Die Waflfen nieder" was ook het motief van de merkwaardige samenkomst, die er in Berlijn heeft plaats gehad tusschen de Britschc en Duitsche oudBtrijders. Het geeft te denken, dat de FÜhrer per soonlijk de Britfiche oud-strijders ontving, en dat de onder-Führer Hess, ondanks een tijdelijke inva liditeit, opzettelijk voor de plechtigheid is over gekomen. Men schijnt ernst te maken1 met de toenadering. Op het zelfde oogenblik, waarop de Britten en Duitachers, die elkaar vijftien jaar geleden naar het leven stonden, broederschap dron ken, hield déFramche ambassadeur in Duitschland, Francois Foncet, te Parijs een redevoering, die blaakte van Fransch-Duitsche toenaderingsgezindheid. Men zou verheugd kunnen zijn, diep in zijn hart, over de prijzenswaardige bezonkenheid, PAG. 3 DE GROENE No. 3033 waaruit de verwachting geboren wordt omtrent een eindelijke verzoening der volken, indien niet in hetzelfde Berlijn, waar de toenadering tusschen voormalige tegenstanders zoo treffend tot uiting kwam, ergerlijke anti-semitische betoogingen had den plaats gehad, Wat aan cultuur en menschelijkhcid door do eenc hand wordt gegeven, men ontneemt het haar met de andere. * * ? * ? Een olifant,- die aan het beschouwen elaat en commentaren wil uitbazuinen omtrent de gebeur tenissen des daags, beleeft tegenwoordig benauwde oogenblikken. Want benauwde oogenblikken be leefde ui de afgeloopen week de K.L.M., die nu in korte spanne tij ds vier ernstige ongevallen heeft te boeken: in de laatste week twee, met slechts een tusschenruunte van enkele etmalen. Waarom is do olifant benauwd? Omdat hij weliswaar zijn respect voor de ondernemingsgeest van onze nati onale luchtvaart-maatschappij niet heeft verloren maar zich toch afvraagt, of haar dienst niet al krampachtig wordt opgevoerd. Of zU voldo^ gelegenheid geeft aan haar piloten om zich g1* met alle omstandigheden vertrouwd te makt. de diensttijden goed zijn. geregeld, of men eb. juiste politiek volgt ten aanzien van dn aanrchaff ing van materiaal, kortom, of de voorzichtigheid in overeenstemming is met de voortvarendheid. Het is mogelijk, het is waart chijnlijk, dat al die vragen bevestigend worden beantwoord, maar ook bij bevestigende beantwoording blijft de eisch bestaan eener ijrootere openbaarheid van de uit komsten der onderzoekingen en een grootere grondigheid in de officieel e verklaringen, die er niet altijd in slagen het publiek gerust to stellen (óók indien er voor ongerustheid niet de geringste aanleiding zou bestaan). Op het oogenblik, waarin dit mijn lied geblazen wordt, is, met een kalmte, een onbelangrijke zaak waardig, het openbare Kamerdebat begonnen over het befaamde bezuinigings-ontwerp. Wanneer dit blad gedrukt zal zijn, valt er waarschijnlijk meer over te zeggen. De prognose omtrent het lot tvan het kabinet-Colijn, is niet zoo onverdecldgunstig als een poos geleden. Een deel der Katho lieke pers doet gevaarlijk, een ander doel is bezig bakzeil te halen. Alle hoop der stuurlieden van het Rcgeeringsvaartuig schijnt op het werkfonds van Minister Gelissen gevestigd to zyn. En temidden van alle onheil en gespannenheid worden de nationale viering» n voortgezet. Am sterdam prijkt met zijn Rcmbrandt-tentoonstelling, Utrecht vierde zijn fecstweek mot een tooverachttge openlucht-voorstelling van den Midzomernachtsdroom, Den Bosch zong: wij gaan nog niet naar huis, nog lang niet, nog lang niet l" en werd een gedenksteen rijker, die voor Antoon Derkin deren. Den Briel verecnigdc in twee gedenksteenen den letterkundigen roem van Jacob van Maerïant en den maritiemèn roem van Maarten Harpertszoon Tromp. En tenslotte, ademt Oss meer op, eiken dag, waarin déonthullingen voortschrijden. De oude Cort van der Lulden ontviel aan de nationale gemeenschap, en de Amstcrdamsche hoogleeraar Prinsen aan, de studie der literatuur. Over deze beide betreurde dooden <? . elders in dit blad een woord van her! IN HOUD: 4. Ernst K., Wapens voor Abessynië. 5. Mr. A, de Jong Wzn.. Rotterdam in nood. Ch. Roelofsz., Tijdgenootcn, 0. .Prof. Dr. W. Vogelsang, Kasteel Nijenrode.7. C. v. Steenderen Jr.* Dictator. -R., Prof. J. Prinsen'.' 8. J. Greahoff. Neel Doff. A. Plasschaert, Kritieken. 0. H. Scholte, Tooncel. F. C., Alfrcd Dreyfus. 10-11. Dr. Jac. P. Thijase, Mér prikkeldraad. Thijsse's tuüiman. Jan P. Strijbos, Dr. ThUsse 70 jaar. 12-13. Erica", De dagen der rozen. J. H. Bolt, Sociaal besef in de opvoeding. E. Lokhorst, Pic-nic. Mode. 14. Ik zeg. 16. Henr. van Eijk, Hoe goed iets verkeerds soms kan zijn. 16. De Kleine Krant. 17. Kladschrift van Jantje.?Alida Zevenboóm, Oroquante croquetjes. -^ Charivaria. 18. "A. Viruly, Af scheid van mijn haas. 19. Puzzles. Schaken. . ! j \\:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl