Historisch Archief 1877-1940
Nieuwe politieke partijen
A. C. JOSEPHUS JITTA
Naar aanleiding van de herziene
uitgave van Nederland's
Geestesmerk" door Prof. J. 'Huizinga'.
VERLEDEN jaar verscheen van de hand
van den Leidschen hoogleeraar J. Huizinga
de bekende brochure van even 25 bladzijden
over Nederland's Geestesmerk. Ik heb het voor
recht gehad onder prof. Huizinga's gehoor te zijn,
toen hu deze rede voor de eerste maal uitsprak,
op den Oen Mei 1034 te Zeist voor een gehoor van
studenten van allerlei richting. Het onderwerp van
de conferentie was de eenheid van het
Nederlandsche volk en gedurende enkele dagen werd dat
onderwerp behandeld door sprekers van vrijwel
alle politieke richtingen. Men beperkte zich niet
tot de aanhangers van de zes partijen, die in het
Kabinet-rolijn vertegenwoordigd zu'n. Ook een
socialistisch spreker en een volgeling van den heer
Mussert vond voor dat zeer gemengde publiek een
zeer aandachtig gehoor.
Dit was wel de voornaamste indruk, die men
van deze conferentie medenam, dat, niettegen
staande de zeer groote verscheidenheid, op zich
zelf reeds typeerend voor een dergelykNederlandsch
publiek, men zich ter dege bewust was van liet
bestaan van een eenheid. Alle sprekers deden een
beroep op het bestu deel vnn on/o nationale
traditie, al verbeeldde ieder zich, dat juist zijn
moderne opvattingen het beste strookten met dat
glorieuze verleden.
Ongelukkigerwijze, duurde het verblijf van
prof. Huizinga op deze conferentie slechts enkele
uren. Vandaar misschien, dat ook deze conferentie
er het hare toe zal hebben bijgedragen om sinds
dien in prof. Huizinga de opvatting te versterken.
dat onze politieke ontwikkeling uns hoe langer hoe
vérder van die eenheid afvoert.
Het geschrift van prof. Hui/in^m verdient onver
deelden lof. Het is geschreven in dien karakteris
tieken, misschien eenigszins te pj-eeiouson stijl.
dien men van prof. Huizinga kent. Het is boeiend
van het begin tot het einde. Het behandelt een van
de belangrijkste onderwerpen, dat er op dit oogcn*
blik voor ons volk bestaat. Men kan slechts de hoop
uitspreken, dat zooveel mogelijk Nedorlandoi-s van
dit geschrift zullen kennis nemen en dat zij x.ieh
van ile gedachten, die daarin vervat'zijn. zullen
doord'ringeii.
Dit boekje heeft blijkbaar reeds groot o. belang
stelling getrokken. Onlangs voi-sehcon een tweede
herzienn uitgave. I)o/o verschilt van 'do eerste
uitgave voornamelijk doordat daarin aan het «lot
zeven nieuwe bladzijden zijn opgenomen, waarindo
schrijver blijk geeft vnn een zeer pessimist ischon
kijk op de ontwikkeling van on/e politieke partijen.
Ik bepaal mij in het volgende uitsluitend tot deze
zeven bladzijden.
In de eerste uitgave had prof. Huizinga gecon
stateerd, dat op den duur onze bestaande staats
partijen alt* alle aardsche dingen zullen veran
deren on verdwijnen, /uilen zij zich oplossen in
een corporatieven staat? De hemel beware ons
er vour", zegt prof. Huizinga. Hij verwacht, dat de
partijen naar elkander toe zullen groeien door het
verflauwen der tegenstellingen. Een Vereoniging
van Nederlandschc partijen van orde, recht on
vrijheid, 'die vooiloopig het karakter zou kunnen
dragen van een concern, lijkt hem niet meer in het
gebied der onmogelijkheden te liggen. Dat elke
Nederlandsche volkseenheid zal moeten gedacht
worden als eenheid in verscheidenheid, zal men bij
voorbaat moeten toestemmen. Samenwerking on
danks ' verschil van opvatting staat hooger dan
eendracht op zich zelf.
Van dit gematigde optimisme van den schrijver
is een jaar later, bij het verschijnen van de tweede,
herziene uitgave, geen spoor meer over. De schrijver
is in dit opzicht?waardoor toch? volkomen
pessimist geworden. Z(jn scherpe critiek op de
bestaande politieke partyen, waarin heel wat
voorkomt, dat men als juist moet erkennen, voert
den boventoon. Van die part gen is niets goeds
meer te verwachten.
Hoe moet die verbetering dan tot stand komen?
Door het afschaffen van de evenredige vertegen
woordiging en den stemdwang en door het op
richten van enkele nieuwe partijen, die zullen
beantwoorden aan een eenvoudige indeeling naar
politiek temperament.
Heel helder is die laatste formuleering niet. Wij
zijn het trouwens gewend, dat in dézen tijd de
groote hervormers zich bepalen tot scherpe critiek
op het bestaande en hun nieuwe denkbeelden in
enkele zeer vage bewoordingen formuleeren.
Bedoeld zal wel zijn: een vooruitstrevende partij.
een behoudende partij <*n misschien nog een ge
matigde party*.
Niets ware mg' liever geweest, dan te kunnen
constateeren. dat in dit voortreffehjk geschrift
voor het netelige vraagstuk van de ontwikkeling
van onze politieke partijen een bevredigende op
lossing zou zijn aangegeven. Dat is echter aller
minst het geval.
Ik ben geen onverdeeld bewonderaar van het
stelsel der evenredige vertegenwoordiging. Wan
neer men mij aannemelijk maakt, dat er door ver
vanging van het bestaande stelsel door hot oude
districtenstelsel oen belangrijke verbetering zou
intreden» dan zal ik over de evenredige vertegen
woordiging geen traan laten. Maar was het vroeger
met het districtenstelsel boteren is het aannemelijk.
dat het beter zal gaan. wanneer wij tot dit stelsel
torugkocrcn?
Wanneer wij tot do 100 districten voor de ver
kiezing van de leden van de Tweede, Kamer
terugkoeren, zullen de catulidatcn in die districten torh
voornamelijk door de bestaande partijen worden
gesteld en waarin schuilt de verbetering, 'wanneer
de meerderheid in de Tweede Kamer niet aan do'
meerderheid van do kiezers beantwoordt?
Men moot -hot nut van een zuiver evenredige
vertegenwoordiging zeker niet'overschatten, maar
er i» nog minder roden om /Jch illusies te maken
over een vertegenwoordiging, die met opzet niet
naar een zekere evenredigheid van het kjozersrorps
is samengesteld. Het goede, dat prof. Huizinga
er van verwacht,.móet zitten in de nieuwe partijon
en niet in het vom mierde stelsel.
.Stemdwang hebben wij in Nederland niet.
Niemand is verplicht, te .stemmen. Wie bezwaar
heeft om to stemmen, kan zijn stembiljet
oninguvuld in de bus worpen. Hij kan zelfs, indien hij
om print-ipieclc redenen daaraan do voorkeur geeft.
zonder zich aan een strafbnarfeit schuldig te maken.
weigeren het stembiljet van don voorzitter van het
stembureau in out vangst t o nonion. Kr bestaat bij
ons geen stemdwang. slechts opkomst plicht. Wil
men dozen dwang afschaffen, mij. goed. Ik hecht er
niet veel aan. .Maar dat daardoor op zich x.elf een
verbetering zou introdon, kan ik niet inzien.
De verbetering, die prof. Hui'/.inga verwacht.
moet dua komen va n de t wee of drie nieuwe partijen.
beantwoordende aan de monsehelijk» tempera
menten, die de bestaande partijen zullen ver
vangen.
Men verbaast er zich over, dat een historicus
van een terecht zoo hooggeprezen naam als prof.
Huizinga zoo maar iu eens do'bestaande politieke
partijen, die het product zijn- van een lange histo
rische ontwikkeling, meent te kunnen vervangen
door een zoo typisch rationalistisch product als
de partijen beantwoordend aan de menschclijke
temperamenten. Ik zie nog niet, dat zij gesticht
zullen worden on eenmaal gesticht aanhangers van
beteekenis zullen winnen..
Ik onderschrijf voor een belangrijk deel de
critiek van prof. Huizinga op de bestaande partijen.
Ik verwacht van zijn negatieve en positieve midde
len geen heil. Maar ik ben gelukkig optimistischer
dan hij op dit oogenblik is,; maar ook niet veel
optimistischer dan hU verleden jaar was. ten
Kamer net volledig pension
per dag en per persoon
t/m 31 Augustus
vanf 5.?totfó.25
rv
"«*»*,
k
y
?3^W
*???
Colijn
Twee leiders ifcachetijke tijden
Cort'.vonrder Lfnden
aanzit*!! van de vorming van wat hij noemt e«-n
concern van de bestaande partijen van orde. recht]
en vrijheid.
Prof. llui'/.hign ziet niets van dien aai d aan «Ie U
kim. Xou dat misschien komen, omdat hij p-wend j
is eeuwen mot zijn blik te omvadcmon? Ik /.ie dut
concern zeer concreet, v la k voor onze oogen j:ioei"n|]
in het Kabmot-Colijn. Het is nog maar een t:oginf;
maar het is een realiteit, waarop de. stoutste
optimist enkele jaren geleden nog niet durfde
hopen. Daarom ben ik optimistischer dan prof.
Huizinga in de verwachting, dat binnen niet al te
langen tijd uit de bestaande verhoudingen ook in
politiek opzicht de eenheid van ons volk duidelijker
aan den dag zal komen, dan tot voor kort te
verwachten viel.
DE GROO T&O UDE MAN
CORT V.4.V flJSR-LIXDKS, vormt M*
<>-g>\beeld vnn ('ulijn. Colijn leerd lol il? J.ti/eilt
verkoren, nmtir verloor ;ijn kroon, dn-l >j
der Linden tem/ 'vonrbettlemd lol aan:! f n ~«»M-(T
/Mv/fM/ir, Miiar hij heelt de'Legende gewonnen.
Turn Cort run der Linden zijn kabinet vormde.'n
J'iJ-'f. teitit hij zieïi geroepen tot politiek
kuntslunudterrk. n iel voor hel Itielderwhap »« ren &«iwn«f»»
lijd. Toen Colijn wertl geroepen in HW1 U'ial hij, at
Ju-I Knik ritutr In-m hunkerde, minir tui xtond In-in
nawhien minder duidelijk voor den yi-enl. dut '?*?«?»» tv
netelige werkelijkheid hmi zon ontmoeten <d# ie,
U'i'lkr hij. terwijl, drs? ri'yi-h'n icnrilen j/ewr/uve.',' n9{?
poóyl ie overwinnen.
fort van der Linden irerd door de Hinlor-t
>eyiltiyd met eervolle? beproef! nyem Colijn had Si/i in
dicnul te nietten van praeulubèle rencachtln /?«. D<~
{loden sijn mei hen. die geroepen worden om ?>?His
torie ie dienen, niet met hen. die zij mrt leidt > plich
ten bczteaart,- .;"..??'
?Bovendien.: Cort r a n der Linden luid een !?'in'tkt>:
taak, die kon mislukken, maar die het moyelr>k tra»
te, volbrengen; van Colijn wordt hel inricht v» / icwht,
dat aan een radeloos volk ontbreekt.
yeidraliteitshandhaving in een oorlogsperiode i*
een t> mensehelijk'Z tra re opdracht, miinr fi<>' 'n ?;«.'».'.
opdraeht. waarvoor codes bestaan. Een oud-Minister
verklaarde mij cetts. dat Nederland si j n'.neutraliteit
?gewonnen: had door zijn gedetailleerd, formalisme.
Voor den strijd tegen de occonomische ineenstorting.
van onze dagen bestaan yecn codes. Zoo kon de
waakschc laveerkunst van Cort van der Linden het m hip
van staat tcilende howlen, maair de geniale intuïtie,
de kracht van den impnbiieveren Colijn levert geen
waarborg, dat hij een verwachting vervult, die men
gererhtigd was te ntcllen,
Er+ 'fijn mevr punten rtin vergelijking tusaehen
beide figuren. Corl ««n der Linden ncc't de basii
gelegd voor de ?yortö.jen*»mcmcerk(ny. die door Colijn
ie verwezenlijkt. Zonder ondcrwijs-hevrediging .en
algemeen kiesrecht zou het nationale kabinet van
thans niet bestaan, of anders beslaan. De grondwet^
herziening van Cort van der Linden heeft het
partijliberalisme in kiem vernietigd', de nationale recon
structie van Colijn hee/t het partijloos liberalten*
opnieuw tot leven gewekt. En in deze twee figure*
ontwaart men. evenals bij het aanschouicen va*
Thorbfekc en Groen, hoc moeilijk het voor Dr. Kuy
tier moet geweest zijn, de antithese open te houden
imder de algemeene liberaal-christelijke gezindheid
i-an ons volk. Colijn wordt een liberaal gescholden
«/oor zijn Kersteniaansche geloofsgenooten: de oude
Cort van der Linden verklaart, bij zijn binnentreden
in het voorportaal der eeurwige Rust, dat hij het hoofd
buigt vóór de Ordonnantirn Gods.
Maar wederom een tegenstelling: Corl van der
Linden had bondgenootcn van bricckenia; Colijn
moet het oog openhouden, terwijl hij door een zwerm
vijandige muggen wordt omringd.
Ingewijden leunnen zich den groo'ten Cort van der
Linden niet denken zonder den grooten De Savornin
Lohman. Het is wijlen De Savornin Lohman geweest,
ilie Cort, vlak na zijn optreden, in een persoonlijk
yesprek tot de onderwijsjiacifiealie bewogen heeft.
Men benijdt figuren, die, naar de overbekende
zegswijze luidt: in het harnas sterven. Benijdenswaar
diger ia misschien hij, die na volbrachte levenstaak
de Legende om zich heen gesponnen ziet. die een
6flhaalde overwinning overhoudt uit den nood van een
vervagend verleden. Aan Cort van der Linden
a de genade verleend van een waardig otium.
Hij was de volkomen vertegenwoordiger van een tijd
'ie soliede was en onomkoopbaar.
. ??!>>* .myfiméen drager van anachronistische deugden
an de hoogste orde, en hoezeer de grijsheid hém in de
taisle jaren van zijn lange leven noopte tot rust,
r lag voor ons allen een onbewust gevoel van veiligheid
n het weten dat deze mensch, tijdgenoot van
De'avornin Lohman, van Tydeman, van Bos, onder
ns ademde.
Velen hebben den Minister Cort van der Linden
«kenschetst', de schrijver dezer regelen had het
vooracht, den grooten staatsman téontmoeten, toen hij,
; er van hel staatsgewoel, in de langdurige resignatie
ertoefde, die aan het einde vooraf ging. In zulke
'ogenblikken vatt het accent op den M«-pi'rh.
.Onvergetelijk is de indruk van dit laatste bezoek.
'Iet is de indruk van een oud en ongemeen hoffelijk
iian, die moeizaam ia in de formuleering zijner
herinneringen, maar die het verleden afzoekt met
lezelfde exacte nauwkeurigheid, waarmee hij eenmaal
iet heden beheerschte.
Indien ooit in 'de toekomst een voorbeeld genoemd'
noet worden van regentenwaardigheid, dan zal'de
taant Cort van der Linden verschijnen op de lippen
yan het nageslacht. ?
WEEKTRDHPET
VAN DEN WIJZEN OLIFANT
PAG. 2 DE GROENE No. 1031
DE Julimaand is de maand der nationale
herdenkingen. Vlaanderen herdenkt zijn
Gulden Sporenslag, Frankrijk viert op den
14den Juli zijn nationalen feestdag. Deze twee in
wezen tegengestelde fcwten hebben geen van bei
de geleid tot errstige incidenten, maar toch geeft
het nationale feest van Frankrijk dit jaar stof tot
beschouwing. Het schijnt, dat de fascistische vloed
golf, die er over de wereld stuwt, ook Frankrijk
geenszins onberoerd laat. De Croix de Feu, de
Vuurkruisers, trokken bij de Nationale Betooging"
de aandacht. In Frankrijk met zijn telkens wisse
lende kabinetten ziet het er even ernttig, zoo niet
ernstiger uit dan in de andere landen van Europa
en de bezuinigingsdecreteti. waarbij op alles, ook op
de salarissen zal worden besnooid, voorspellen voor
Frankrijk «pannende dagen.
Spannend, spannender nog dan zij geweest is,
wordt ook de verhouding tusschen Italiëen
Abessinië. De Negus heeft zich in de afgeloopen week
zoo stellig mogelijk verklaard tegen eiken
gebiedsafstatd, met. een openlijke vrijmoedigheid, die even
gevaarlijk Is als sympathiek. Zal Mmsolim' nu
toch weer, langs een achterdeurtje zich do bemidde
ling van den Volkenbond laten welgevallen? Er
zijn vage berichten die er op wijzen, en in ieder
geval neemt -Italiëde leepc houding aan, dat het
niet om deze Abessynischc quacstic do Volkenbond
zal verlaten, maar dat het zich uit den Volkenbond
zal laten zetten, wanneer het voor de overige
Volkenbondsleden als schcnner dor internationale
rechtsorde wordt gebrandmerkt. Men hoort in de
verklaringen omtrent deze gedragslijn zooietsvan:
Kom maar op als je durft!" Er rullen wol
juridische spitsvondigheden worden uitgedacht.
wanneer het zoover is.
Italië* speculeert er niet zonder reden op.
dat men in den Volkerbond den wil en den moed
mist tot zulke drastische maatregelen, waardoor
van den Volkenbond niet veel meer zou overblijven
dan een romp-parlement. De overval is wel zorgvul
dig voorbereid, want van Engeland, dat Italiëgaar
ne ziet doodloopen in zijn eigen avontuur, om dan
de leiding der JÖuropeesche politiek te herwinnen,
is ook geen tegenstand te verwachten.
Intusschen rijzen er interessante problemen in een
nabij verschiet, onder andere: wat er met het
Kanaal van Suez zal gebeuren, eu of men het
recht zal hebben en eventueel doen gelden om het
te sluiten. .
?'?*?>
Maar wendec wij ons af van het Abessijnsch
avontuur, waarvan het wordt duidelijk, zoodra
men de klimatologische en de
terreinsomstandigheden van Abesriniëin oogenschouw neemt
Italiënog wel eens gehavend terug kan komen
(en met Italiëde dictatuur?) en laat ons even
onzen blik werpen op het uiterste Oosten van ons
werelddeel. De Kleine Entente staat vast aaneen,
de tanden geklemd. tegen de restauratie der
Habsburgers. Na, de Habsburger-wetten is er ter
stond een ontmoeting gevolgd tusschen de staats»
hoofden van Zuid-Slaviëen van Roemenië, en die
ontmoeting liet evenmin als de communiqué's en
verklaringen der Kleine-Entente-machten aan dui
delijkheid iets to wenschcn over. Dat wil zeg
gen, gegeven de situatie van Europa: voorloopig
voor de Habsburgers geen kans. ? Maar in de
afgeloopen week trok Oostenrijk niet de aandacht
door de politiek, doch door het smartelijk' verlies
dat zijn Bondskanselier Schuschnigg leed tengevolge
'van het droevig ongeval, aan zijn echtgcnoote
overkomen.' Tegenover dit persoonlijk leed, zon
ken de strjjdwapens, die de partijen in Oostenrijk
immer tegen elkaar gereed hebber. .
?' ' '?'. ' ':- ?*'.*.*' : .: ??.'. ?'
Die Waflfen nieder" was ook het motief van de
merkwaardige samenkomst, die er in Berlijn heeft
plaats gehad tusschen de Britschc en Duitsche
oudBtrijders. Het geeft te denken, dat de FÜhrer per
soonlijk de Britfiche oud-strijders ontving, en dat
de onder-Führer Hess, ondanks een tijdelijke inva
liditeit, opzettelijk voor de plechtigheid is over
gekomen. Men schijnt ernst te maken1 met de
toenadering. Op het zelfde oogenblik, waarop
de Britten en Duitachers, die elkaar vijftien jaar
geleden naar het leven stonden, broederschap dron
ken, hield déFramche ambassadeur in
Duitschland, Francois Foncet, te Parijs een redevoering,
die blaakte van Fransch-Duitsche
toenaderingsgezindheid. Men zou verheugd kunnen zijn, diep in
zijn hart, over de prijzenswaardige bezonkenheid,
PAG. 3 DE GROENE No. 3033
waaruit de verwachting geboren wordt omtrent een
eindelijke verzoening der volken, indien niet in
hetzelfde Berlijn, waar de toenadering tusschen
voormalige tegenstanders zoo treffend tot uiting
kwam, ergerlijke anti-semitische betoogingen had
den plaats gehad, Wat aan cultuur en
menschelijkhcid door do eenc hand wordt gegeven, men
ontneemt het haar met de andere.
* * ?
* ?
Een olifant,- die aan het beschouwen elaat en
commentaren wil uitbazuinen omtrent de gebeur
tenissen des daags, beleeft tegenwoordig benauwde
oogenblikken. Want benauwde oogenblikken be
leefde ui de afgeloopen week de K.L.M., die nu
in korte spanne tij ds vier ernstige ongevallen heeft
te boeken: in de laatste week twee, met slechts
een tusschenruunte van enkele etmalen. Waarom
is do olifant benauwd? Omdat hij weliswaar zijn
respect voor de ondernemingsgeest van onze nati
onale luchtvaart-maatschappij niet heeft verloren
maar zich toch afvraagt, of haar dienst niet al
krampachtig wordt opgevoerd. Of zU voldo^
gelegenheid geeft aan haar piloten om zich g1*
met alle omstandigheden vertrouwd te makt.
de diensttijden goed zijn. geregeld, of men eb.
juiste politiek volgt ten aanzien van dn
aanrchaff ing van materiaal, kortom, of de voorzichtigheid
in overeenstemming is met de voortvarendheid.
Het is mogelijk, het is waart chijnlijk, dat al die
vragen bevestigend worden beantwoord, maar ook
bij bevestigende beantwoording blijft de eisch
bestaan eener ijrootere openbaarheid van de uit
komsten der onderzoekingen en een grootere
grondigheid in de officieel e verklaringen, die er
niet altijd in slagen het publiek gerust to stellen
(óók indien er voor ongerustheid niet de geringste
aanleiding zou bestaan).
Op het oogenblik, waarin dit mijn lied geblazen
wordt, is, met een kalmte, een onbelangrijke zaak
waardig, het openbare Kamerdebat begonnen over
het befaamde bezuinigings-ontwerp. Wanneer dit
blad gedrukt zal zijn, valt er waarschijnlijk meer
over te zeggen. De prognose omtrent het lot
tvan het kabinet-Colijn, is niet zoo
onverdecldgunstig als een poos geleden. Een deel der Katho
lieke pers doet gevaarlijk, een ander doel is bezig
bakzeil te halen. Alle hoop der stuurlieden van
het Rcgeeringsvaartuig schijnt op het werkfonds
van Minister Gelissen gevestigd to zyn.
En temidden van alle onheil en gespannenheid
worden de nationale viering» n voortgezet. Am
sterdam prijkt met zijn Rcmbrandt-tentoonstelling,
Utrecht vierde zijn fecstweek mot een
tooverachttge openlucht-voorstelling van den
Midzomernachtsdroom, Den Bosch zong: wij gaan nog niet
naar huis, nog lang niet, nog lang niet l" en werd
een gedenksteen rijker, die voor Antoon Derkin
deren. Den Briel verecnigdc in twee gedenksteenen
den letterkundigen roem van Jacob van Maerïant
en den maritiemèn roem van Maarten
Harpertszoon Tromp. En tenslotte, ademt Oss meer op,
eiken dag, waarin déonthullingen voortschrijden.
De oude Cort van der Lulden ontviel aan de
nationale gemeenschap, en de Amstcrdamsche
hoogleeraar Prinsen aan, de studie der literatuur.
Over deze beide betreurde dooden <? .
elders in dit blad een woord van her!
IN HOUD:
4. Ernst K., Wapens voor Abessynië. 5. Mr.
A, de Jong Wzn.. Rotterdam in nood.
Ch. Roelofsz., Tijdgenootcn, 0. .Prof. Dr. W.
Vogelsang, Kasteel Nijenrode.7. C. v.
Steenderen Jr.* Dictator. -R., Prof. J. Prinsen'.'
8. J. Greahoff. Neel Doff. A. Plasschaert,
Kritieken. 0. H. Scholte, Tooncel. F. C.,
Alfrcd Dreyfus. 10-11. Dr. Jac. P. Thijase,
Mér prikkeldraad. Thijsse's tuüiman.
Jan P. Strijbos, Dr. ThUsse 70 jaar. 12-13.
Erica", De dagen der rozen. J. H. Bolt,
Sociaal besef in de opvoeding. E.
Lokhorst, Pic-nic. Mode. 14. Ik zeg. 16. Henr.
van Eijk, Hoe goed iets verkeerds soms kan
zijn. 16. De Kleine Krant. 17. Kladschrift
van Jantje.?Alida Zevenboóm, Oroquante
croquetjes. -^ Charivaria. 18. "A. Viruly, Af
scheid van mijn haas. 19. Puzzles. Schaken.
.
! j
\\: