Historisch Archief 1877-1940
Uit de Natuur
Mér prikkeldraad
Dr. JAC. P. THIJSSE
EEN Amsterdamsch gemeenteraadslid heeft
tot het Dagelijksch Bestuur de vraag ge
richt, waarom er zoo veel prikkeldraad
wordt aangebracht in de Waterleidüigduinon. De
wandelaars voelen zich daardoor belemmerd en
ontstemd. B. en W. hebben geantwoord, dat het
heelemaal niet zoo erg is en hun bewering met ge
tallen gestaafd. Ik vind, dat zij volkomen gelijk
hebben en zou nog graag een paar kilometers draad
versperring er by willen zien» juist ten behoeve en
ten voordeele van die wandelaars en
natuurvrienden. Het is toch in hun eigen belang, dat het
duinlandschap weer een flinke begroeiing krijgt.
Bij een oordeelkundige behandeling kan die be
groeiing op menige plaats weer zoo stevig worden,
dat zföeen drukke bewandeling kan verduren. Het
prikkeldraad mag dan verdwijnen en vindt wel
licht elders weer een nuttig gebruik. Wij blijven
nog altijd trouw aan ons ideaal, om al de Holland*
sche duinen te maken tot een voortreffelijk
wandcloord voor iedercer.
* ? *
Ik heb al uit den trcure beweerd, dab al onze
duinen, van Oadzand tot Rottum toe, nog nooit,
zoo lang hier menschen wonen, de gelegenheid heb
ben gehad om te toouen, waartoe zij in staat zijn
n.l. te worden tot het mooist denkbare woudpark:
allerhande boschpartijtjcs, meest loof hout, maar
ook wel leuke jenevorbesbossehen, dan ook hellin
gen met duindoorn en duinroosjes; boschranden
en afzonderlijke boschjes van al de heesters, be
roemd om hun kleurige bloemen en vruchten, duin
meertjes en moerassen met hun onvolprezen
bloemcnrykdom, dan ook grasvlakten en grashellingen
en misschien ook stuifplekkeri en dat alles weer in
den loop der eeuwen wisselend van gestalte en
samenstel, doch altijd mooi en rijk. Brokstukken
van al dergelijk moois zijn hier en daar zelfs nu te
vinden en geven voedsel aan onze verbeelding.
Maar sinds eeuwen, ja sinds duizenden jaren heb
ben de menschen de duinen misbruikt, ze overbe
last met wild en met vee, stuntelige
cultuurprobeersels gepleegd en bovenal zich schuldig gemaakt
aan roof van hout en van water. Ge moet daar de
boeken van Van Stein en Van Dieren maar eens
op nalezen.
De duinwaterleidingbcdrijven hebben een zware
schuld to vereffenen. Van delgen is geen sprake,
want veel wat zij misdreven hebben is onherstel
baar. Daartoe behoort in de eerste plaats de ver
nietiging van de flora en fauna der vochtige duin
valleien. We moeten dit beschouwen als een groot
offer, gebracht aan de volksgezondheid. Natuurlijk
zal ieder mensch het toejuichen, dat de duinwater
leidingen Holland, zoo goed als bevrijd hebben van
typhus en cholera en wij prijzen gaarne Jacob van
Leimop (aan wiou Amsterdam zijn waterleiding
te dankon heeft) om zyu wakker pionierswerk.
Maar we zijn nu toch wel biy, dat de
waterwinningstechniek oen heel eind verder is dan in de
dagen, toen de Oranjekom werd gegraven en nog
meer verheugt het ons, dat binnenkort hoogst
waarschijnlijk van de duinen niet meer heb uiterste
zal behoeven te worden gevergd. De kans is groot,
dat het Uselmeer en de Groote Rivieren heb Wes
ten des lands te hulp komen. En", zeggen de pes
simisten, dan zitten we in de duinen met al de
kostbare installaties, die min of meer overbodig
worden". Nog lang niet heelemaal overbodig",
zeggen de optimisten, en dan hebben we de
waterwinplnatsen, duizenden en duizenden hektoren
duingcbicd in de veilige handen van een Wijze en
Welwillende Overheid. Dan kunnen die duinen
worden tot een park voor iedereen, zonder groot
spraak een echt Nationaal Park".
D AAK zijn wc zelfs al een heel eind mee op
streek. In de Amsterdamsche Waterleiding
duinen en in de Provinciale duinen van
NoordHolland gaat het er hoe langer hoe beter uit zien
en dat is voornamelijk hieraan te danken, dab men
het konijn beteugelt en' het publiek leidt langs
goede banen. Hier en daar stribbelt het publiek
tegen en schrijft Ingezonden Stukken en noemt
den Directeur van de Provinciale Waterleiding
tyran en autocraat. Maar hy heeft in de Berger
duinen een systeem ingevoerd, dat naar ik hoop
in de volgende kwarteeuw overal waar heb noodig
is, toepassing zal vinden: een af heining bestand
tegen mensch en konijn, met in de toegangswegen
tourniqucts, bestand tegen konijnen en fietsen.
Déze duinen toch moeten zijn een wandelpark. Als
wij nu dat tourniquet door zyn en verder wandelen,
dan merken we, dat we opeens in een veel rijker
wereld vevkeeren dan a^n gene zjjde: een boom-.
leeuwerik fladdert zingend boven ons hoofd, een
rwulp vervult de vallei met zijn sonoor geluid, in
een boschjc van eik en berk tegen een helling staat
het vol bloemen, duinroosjes bedekken elders een
helling, et.>n plek, waar het eenige jaren geleden
nog stoof, is dichtgegroeid met helm en zandzegge
en er komt ook al beemdgras en braam. Het pad
wijst zich vanzelf en wij behoeven heb niet te ver
laten, want het slingert langs al de mooiste partijen.
Het roestige prikkeldraad en het betonnen door
gangetje wordt een dankbare herinnering. Over
een paar jaar raakt die afscheiding waarschijnlijk
wel vanzelf" begroeid.
.''.-? ': . * '*
Daar moet ik het nog even over hebben. Het is
verwonderlijk zooveel er in de duinen vanzelf"
wil groeien, zelfs in de om hun schraalheid bekende
duinen van Burgen of Terschelling. In de
Kennemer duinen is dat fabelachtig. Daarom zou ik de
Wijze Overheid wel luidkeels willen toeroepen:
haast u vooral niét met beplanten en bebosschen,
laat u niet van de wijs brengen door goedkoope
aanbiedingen van de Sicrheestercentrale of derge
lijke crisislichamcn, want de duinen zelf weten
beter dan zij of gij, wat goed voor hen is. Ga niet
ter wille van werkverschaffing of werkverruiming
den boel weer bederven. Er is nog genoeg werk te
verrichten met het aanbrengen van prikkeldraad
en het accentuecren" van de voetpaden..Maak'
ook eenige rondom volkomen ontoegankelijke
percéelen, waar velerlei vogels veilig.kunnen broeden.
Dan kunnen vandaar uit de toegankelijke gebie
den, die toch altijd kans hebben om van de wan
delaars te lijden te krijgen, weer worden bevolkt.
Dit eilandensysteem", zooals ik het graag noem,
zullen we wel moeten blijven toepassen. De Direc
tie van heb Staatsboschbeheer doet heb op de
Noprdzeo-eilanden met groot succes. Er is ook heel
wat prikkeldraad noodig om Texel's Belang te
verdedigen.
Ik ben er wel zeer dankbaar voor,, dat ik in deze
en oudere dingen een nieuwen, beteren tijd mag
beleven. . .
JV
Thijsse's tuinman
\Eli." zet tuinman Jansen en schoffelde
heelemaal in orde is 't tiiet." Hij schoffelde vak
kundig en voorzichtig niet te diep, zorgvuldig
een plantje sparend dat een gewone tuinman onkruid zot
noemen maar dat voor Thijsse en dus voot Thijsse'
tuinman een bijtcndere waarde had.
,,Ziezoo," zij hij, ,,nu nog een buitje regen en dan zij»
ze weer lekker les. De paden bedoel ik. Ja, ik weet wel da
doctor Thijsse niet houdt van dat geschoffel. Je moet alle
maar laten groeien, zegt hij. D.- natuur weet het veel bete
dan wij. Maar als ik de paden niet een beetje bijhoud zit t
de menschen sltaks niet.meer waar ze mogen loopen ei
waar niet."
,,Zeker, zeker, Thijsse's Hof is een natuurtuin. Maai
een natuurtuin waar we graag alle mogelijke duinplantci
naast elkaar in willen hebben en houden. En als di
allemaal op dat cêne hoekje grond tot hun recht zulln
komen, moeten we wel geregeld zoo'n klein beetje helpn
en den boel onderhouden. Dat is het verschil, ziet u: vooi
een generaal zetten ze een monument van steen neer,
dat kost een hnop geld, maar als het er eenmaal staat heb tt
et geen omkijken meer naar?misschien eens in deiien
jaar eens schoonmaken of zoo. Doctor Thijsse heelt niets
-enigs over zich, en daarom hebben ze tien jaar geleden
Tl.ijsse's Hof voor hem opgericht. Een levend monument
or doctor Thijsse, hier in Bloemendaul. Een kind heeft
<7 wat aan en een ptofessor heeft et wat aan. Wat wil je
waaier. Maar dat monument moet geregeld een beetje
onderhouden werden. En dat verbeten ze wel eens."
..Wie} Nou de menschen, zoo in 't algemeen. Je kunt
lid worden van Thijsse's Hof, voor een klein bedrag o)
«t« gtoot bedrag net wat ieder missen kan. Et zijn
Zoveel menschen die door doctor Thijsse van de natuur
hebben leeren genieten: als die geregeld een kleinigheid
bijdragen, is het bestaan van Thijsse's Hof voot altijd ver
zekerd. En dan konden we hier de pomp laten slaan die
« f zoo nocdig hebben om het water op peil te houden...."
, Ja, maar Thijsse's Hof is doctor Thijsse zelf, en doctor
Thijsse zou niet willen dat et voor hem zelf reclame werd
?^ maakt. Als hij wist dat ik er met u over had gepraat
.vu hij 'l misschien niet eens prettig vinden. Zoo is hij nu
ftumaal: alles voor een ander en niets voor zichzelf."
.Maar heelemaal in orde is 't toch niet," zei Thijsse's
tinnman en schoffelde.
Dr. JAC. P, THJSSE 70 JAAR
Een storende" lijn; dt weldadige
afrastering In de Berger duinen
DR. JAC. P, THIJSSE, de jubilaris die op '-'a
Juli a.s. 70 jaar wordt, kan terug zien op
een arbeidzaam leven on een ongeëvenaarde
staat van dienst. De samenstellende krachten on
capaciteiten, welke iemand tot een goed en groot
mensen, tot een buitengewoon man stempelen, zijn
vele en verscheidene; Dr. Thijsse heeft deze al
wel in bijzondere mate. Iedereen kent hen
natuurkenner en muinaar, als pionier in de
deren der natuurbeschermers, als een 'voortrcfi
propagandist voor de idee der natuurbeschern
als schrijver van In Sloot en Plas" en de an
van de serie, van Het vogeljaar", Het Int
Leven der Vogels", Omgang met Planten" ei
van Verkade-albums.
Je zou over hem kunnen schrijven als spre
als onderwijsman en paedagoog, als ornitholoo
plantenkenner, als paddestoelenman en entc
loog. Maar niet iedereen beseft wat voor een v
treffeUJk natuur-journalist Thijsse is. In dit g
is hij nog door niemand overtroffen. HU heeft
daarbij nimmer willen beleeraren", vandaar
hij zoo'n uitstekend lecraar en docent, zoo'n
düldig paedagoog is. Slechts zy die de zwarighe«
van het mtftier van den natuur-journalist aan
lijve bobben ondervonden, kunnen beoorde
wat het zeggen wil, elke week met een schets c
een natuur-historisch onderwerp op de proppei
komen, waard om geschreven en gelezen te wort
Wie zijn artikelen in krant of weekblad leest,
allicht tot de overtuiging kornet», dab hij zijn p
nevruchten zoo maar uit de mouw schudt. D '
indruk wordt gevestigd door de gemakkeUjkb
waarmee men hem leest n volgt. Vaak sprak
hem over zijn journalistieken arbeid. Tóen ik j
begon", vertelde hij mij," gebeurde het vaak i
ik mijn stukjes voor De Groene" of De Lever
Natuur" schreef in het kqffiéuurtje, op school
ik overbleef en zoo. Dat lukt me nu niet meer. 11
kost altyd concentratie, heel vaak zeer vél moei'
Maar vooral is het daarvoor noodig, veel buit
rond te slenteren. Als ik niet buiten kom, kan'
onmogelijk schrijven. Veel buiten wandelen *
kijken, opnemen en waarnemen, niéuwe indrukk»
opdoen, veel zien, dab is de eenige kans dab
frisch en spontaan bhjft. Je moet den büitenwic
meenemen, oorspronkelijk zijn en bUjven, eigt
werk leveren, eigen waarnemingen en eigen wai
delingen. En je hóeden Voor bloote naschrijver
en voor fantastisch gebazel. Zoo'n stukje voor D
Groene" b.v. Op mijn vrije Zondagen maak T.
PAG. 10 EN II DB GROENE Ne. 3033
's morgens vaak een wandeling, soms maar een
uurtje, ook wel een f linken tippel. Dan kom ik
tegen de koffie thuis en begin dan meteen aan den
opzet, aan heb begin. Soms heeft heb onderwerp
niets te maken met datgene, wat ik op mijn ochtend
wandeling zag of waarnam. En meer dan eens ztfn
tor het schreven van een enkel kolommetje meer
» twee dozijn wandelingen noodig geweest.
fdzaak is veel wandelen en zwerven. Dat is
snige weg om frisch en levend tébleven: in je
en, in je schrijven."
vijsse is een geboren verteller en iedereen die
hoorde in voordracht, causerie, inleiding of
?raak zal dab beamen'. Ook in z^n schrijven
hij vertellen, boeiend en onderhoudend
veri. Je zoudt ook kunnen zeggen: Thtfsse schrijft
s hij vertelt. Nimmer zoekt hij zijn kracht in
- of gezwollen woorden of in lyrische
ontboeogen, waaraan sommige andere natu
rhistoe publicisten zich nog wel eens bezondigen.
' heeft Thijsse een broertje aan dood en u en
3h eigenlijk ook. Maar Wat weet Thijsse in zijn
>ud toch een stemming te bereiken, een be
te sfeer te scheppen. Zeer gevoelig, nimmer
cnenteel, steeds spontaan en begaafd, ons
izendédoor zijn' enorme vormen- en feiten
is, wist hy de schrijverij voor krant'en
tijd"t meer dan veertig jaar vol te houden.
n vroegere collega's van heb Kehnemer Lyceum
den hem wel eens met zijn schrijverij. In de
rustpoozen tusschen de lesuren ? wipte mj
j den schooltuin in en als hij dan aandachtig
wegingen van een vroege vocrjaarshommel
e, klonk heb gekscherend: Thijsse. daar
weer een stukje voor De Groene l Maar
hoe. aaien moest hij niet een hommel gade'slaan,
larpver te kunnen schrijver ? Zeldzaam groot
a terreinkennis, verbluffend zijn feeling"
}ie belangrijke of interessante eigenschappen
an: Toen hU in 1030 heb Kennemer Lyceum
el zegde, maakte hij met zijn vrouw een
reis naar Indie'. Hij zag toen kans daar
^monumenten te ontdekken, want m] was
.e voor heb eerst de aandacht op de
beteeken de Rawa Tjipanggang vestigde, een der
rijkste gedeelten uib heb Rawa
Lakbok»x. Het zal voor Ttujsse een groote voldoening
£ zijn, te weten dab dib gebied thans op de
. yan onze Indische Natuurmonumenten
? JAN P. STRIJBOS
/n Tn/jsse's Hof. Rechts: bij de toortsen ;
boven: In gesprek met tuinman Jansen