De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 20 juli pagina 6

20 juli 1935 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

Uit de Natuur Mér prikkeldraad Dr. JAC. P. THIJSSE EEN Amsterdamsch gemeenteraadslid heeft tot het Dagelijksch Bestuur de vraag ge richt, waarom er zoo veel prikkeldraad wordt aangebracht in de Waterleidüigduinon. De wandelaars voelen zich daardoor belemmerd en ontstemd. B. en W. hebben geantwoord, dat het heelemaal niet zoo erg is en hun bewering met ge tallen gestaafd. Ik vind, dat zij volkomen gelijk hebben en zou nog graag een paar kilometers draad versperring er by willen zien» juist ten behoeve en ten voordeele van die wandelaars en natuurvrienden. Het is toch in hun eigen belang, dat het duinlandschap weer een flinke begroeiing krijgt. Bij een oordeelkundige behandeling kan die be groeiing op menige plaats weer zoo stevig worden, dat zföeen drukke bewandeling kan verduren. Het prikkeldraad mag dan verdwijnen en vindt wel licht elders weer een nuttig gebruik. Wij blijven nog altijd trouw aan ons ideaal, om al de Holland* sche duinen te maken tot een voortreffelijk wandcloord voor iedercer. * ? * Ik heb al uit den trcure beweerd, dab al onze duinen, van Oadzand tot Rottum toe, nog nooit, zoo lang hier menschen wonen, de gelegenheid heb ben gehad om te toouen, waartoe zij in staat zijn n.l. te worden tot het mooist denkbare woudpark: allerhande boschpartijtjcs, meest loof hout, maar ook wel leuke jenevorbesbossehen, dan ook hellin gen met duindoorn en duinroosjes; boschranden en afzonderlijke boschjes van al de heesters, be roemd om hun kleurige bloemen en vruchten, duin meertjes en moerassen met hun onvolprezen bloemcnrykdom, dan ook grasvlakten en grashellingen en misschien ook stuifplekkeri en dat alles weer in den loop der eeuwen wisselend van gestalte en samenstel, doch altijd mooi en rijk. Brokstukken van al dergelijk moois zijn hier en daar zelfs nu te vinden en geven voedsel aan onze verbeelding. Maar sinds eeuwen, ja sinds duizenden jaren heb ben de menschen de duinen misbruikt, ze overbe last met wild en met vee, stuntelige cultuurprobeersels gepleegd en bovenal zich schuldig gemaakt aan roof van hout en van water. Ge moet daar de boeken van Van Stein en Van Dieren maar eens op nalezen. De duinwaterleidingbcdrijven hebben een zware schuld to vereffenen. Van delgen is geen sprake, want veel wat zij misdreven hebben is onherstel baar. Daartoe behoort in de eerste plaats de ver nietiging van de flora en fauna der vochtige duin valleien. We moeten dit beschouwen als een groot offer, gebracht aan de volksgezondheid. Natuurlijk zal ieder mensch het toejuichen, dat de duinwater leidingen Holland, zoo goed als bevrijd hebben van typhus en cholera en wij prijzen gaarne Jacob van Leimop (aan wiou Amsterdam zijn waterleiding te dankon heeft) om zyu wakker pionierswerk. Maar we zijn nu toch wel biy, dat de waterwinningstechniek oen heel eind verder is dan in de dagen, toen de Oranjekom werd gegraven en nog meer verheugt het ons, dat binnenkort hoogst waarschijnlijk van de duinen niet meer heb uiterste zal behoeven te worden gevergd. De kans is groot, dat het Uselmeer en de Groote Rivieren heb Wes ten des lands te hulp komen. En", zeggen de pes simisten, dan zitten we in de duinen met al de kostbare installaties, die min of meer overbodig worden". Nog lang niet heelemaal overbodig", zeggen de optimisten, en dan hebben we de waterwinplnatsen, duizenden en duizenden hektoren duingcbicd in de veilige handen van een Wijze en Welwillende Overheid. Dan kunnen die duinen worden tot een park voor iedereen, zonder groot spraak een echt Nationaal Park". D AAK zijn wc zelfs al een heel eind mee op streek. In de Amsterdamsche Waterleiding duinen en in de Provinciale duinen van NoordHolland gaat het er hoe langer hoe beter uit zien en dat is voornamelijk hieraan te danken, dab men het konijn beteugelt en' het publiek leidt langs goede banen. Hier en daar stribbelt het publiek tegen en schrijft Ingezonden Stukken en noemt den Directeur van de Provinciale Waterleiding tyran en autocraat. Maar hy heeft in de Berger duinen een systeem ingevoerd, dat naar ik hoop in de volgende kwarteeuw overal waar heb noodig is, toepassing zal vinden: een af heining bestand tegen mensch en konijn, met in de toegangswegen tourniqucts, bestand tegen konijnen en fietsen. Déze duinen toch moeten zijn een wandelpark. Als wij nu dat tourniquet door zyn en verder wandelen, dan merken we, dat we opeens in een veel rijker wereld vevkeeren dan a^n gene zjjde: een boom-. leeuwerik fladdert zingend boven ons hoofd, een rwulp vervult de vallei met zijn sonoor geluid, in een boschjc van eik en berk tegen een helling staat het vol bloemen, duinroosjes bedekken elders een helling, et.>n plek, waar het eenige jaren geleden nog stoof, is dichtgegroeid met helm en zandzegge en er komt ook al beemdgras en braam. Het pad wijst zich vanzelf en wij behoeven heb niet te ver laten, want het slingert langs al de mooiste partijen. Het roestige prikkeldraad en het betonnen door gangetje wordt een dankbare herinnering. Over een paar jaar raakt die afscheiding waarschijnlijk wel vanzelf" begroeid. .''.-? ': . * '* Daar moet ik het nog even over hebben. Het is verwonderlijk zooveel er in de duinen vanzelf" wil groeien, zelfs in de om hun schraalheid bekende duinen van Burgen of Terschelling. In de Kennemer duinen is dat fabelachtig. Daarom zou ik de Wijze Overheid wel luidkeels willen toeroepen: haast u vooral niét met beplanten en bebosschen, laat u niet van de wijs brengen door goedkoope aanbiedingen van de Sicrheestercentrale of derge lijke crisislichamcn, want de duinen zelf weten beter dan zij of gij, wat goed voor hen is. Ga niet ter wille van werkverschaffing of werkverruiming den boel weer bederven. Er is nog genoeg werk te verrichten met het aanbrengen van prikkeldraad en het accentuecren" van de voetpaden..Maak' ook eenige rondom volkomen ontoegankelijke percéelen, waar velerlei vogels veilig.kunnen broeden. Dan kunnen vandaar uit de toegankelijke gebie den, die toch altijd kans hebben om van de wan delaars te lijden te krijgen, weer worden bevolkt. Dit eilandensysteem", zooals ik het graag noem, zullen we wel moeten blijven toepassen. De Direc tie van heb Staatsboschbeheer doet heb op de Noprdzeo-eilanden met groot succes. Er is ook heel wat prikkeldraad noodig om Texel's Belang te verdedigen. Ik ben er wel zeer dankbaar voor,, dat ik in deze en oudere dingen een nieuwen, beteren tijd mag beleven. . . JV Thijsse's tuinman \Eli." zet tuinman Jansen en schoffelde heelemaal in orde is 't tiiet." Hij schoffelde vak kundig en voorzichtig niet te diep, zorgvuldig een plantje sparend dat een gewone tuinman onkruid zot noemen maar dat voor Thijsse en dus voot Thijsse' tuinman een bijtcndere waarde had. ,,Ziezoo," zij hij, ,,nu nog een buitje regen en dan zij» ze weer lekker les. De paden bedoel ik. Ja, ik weet wel da doctor Thijsse niet houdt van dat geschoffel. Je moet alle maar laten groeien, zegt hij. D.- natuur weet het veel bete dan wij. Maar als ik de paden niet een beetje bijhoud zit t de menschen sltaks niet.meer waar ze mogen loopen ei waar niet." ,,Zeker, zeker, Thijsse's Hof is een natuurtuin. Maai een natuurtuin waar we graag alle mogelijke duinplantci naast elkaar in willen hebben en houden. En als di allemaal op dat cêne hoekje grond tot hun recht zulln komen, moeten we wel geregeld zoo'n klein beetje helpn en den boel onderhouden. Dat is het verschil, ziet u: vooi een generaal zetten ze een monument van steen neer, dat kost een hnop geld, maar als het er eenmaal staat heb tt et geen omkijken meer naar?misschien eens in deiien jaar eens schoonmaken of zoo. Doctor Thijsse heelt niets -enigs over zich, en daarom hebben ze tien jaar geleden Tl.ijsse's Hof voor hem opgericht. Een levend monument or doctor Thijsse, hier in Bloemendaul. Een kind heeft <7 wat aan en een ptofessor heeft et wat aan. Wat wil je waaier. Maar dat monument moet geregeld een beetje onderhouden werden. En dat verbeten ze wel eens." ..Wie} Nou de menschen, zoo in 't algemeen. Je kunt lid worden van Thijsse's Hof, voor een klein bedrag o) «t« gtoot bedrag net wat ieder missen kan. Et zijn Zoveel menschen die door doctor Thijsse van de natuur hebben leeren genieten: als die geregeld een kleinigheid bijdragen, is het bestaan van Thijsse's Hof voot altijd ver zekerd. En dan konden we hier de pomp laten slaan die « f zoo nocdig hebben om het water op peil te houden...." , Ja, maar Thijsse's Hof is doctor Thijsse zelf, en doctor Thijsse zou niet willen dat et voor hem zelf reclame werd ?^ maakt. Als hij wist dat ik er met u over had gepraat .vu hij 'l misschien niet eens prettig vinden. Zoo is hij nu ftumaal: alles voor een ander en niets voor zichzelf." .Maar heelemaal in orde is 't toch niet," zei Thijsse's tinnman en schoffelde. Dr. JAC. P, THJSSE 70 JAAR Een storende" lijn; dt weldadige afrastering In de Berger duinen DR. JAC. P, THIJSSE, de jubilaris die op '-'a Juli a.s. 70 jaar wordt, kan terug zien op een arbeidzaam leven on een ongeëvenaarde staat van dienst. De samenstellende krachten on capaciteiten, welke iemand tot een goed en groot mensen, tot een buitengewoon man stempelen, zijn vele en verscheidene; Dr. Thijsse heeft deze al wel in bijzondere mate. Iedereen kent hen natuurkenner en muinaar, als pionier in de deren der natuurbeschermers, als een 'voortrcfi propagandist voor de idee der natuurbeschern als schrijver van In Sloot en Plas" en de an van de serie, van Het vogeljaar", Het Int Leven der Vogels", Omgang met Planten" ei van Verkade-albums. Je zou over hem kunnen schrijven als spre als onderwijsman en paedagoog, als ornitholoo plantenkenner, als paddestoelenman en entc loog. Maar niet iedereen beseft wat voor een v treffeUJk natuur-journalist Thijsse is. In dit g is hij nog door niemand overtroffen. HU heeft daarbij nimmer willen beleeraren", vandaar hij zoo'n uitstekend lecraar en docent, zoo'n düldig paedagoog is. Slechts zy die de zwarighe« van het mtftier van den natuur-journalist aan lijve bobben ondervonden, kunnen beoorde wat het zeggen wil, elke week met een schets c een natuur-historisch onderwerp op de proppei komen, waard om geschreven en gelezen te wort Wie zijn artikelen in krant of weekblad leest, allicht tot de overtuiging kornet», dab hij zijn p nevruchten zoo maar uit de mouw schudt. D ' indruk wordt gevestigd door de gemakkeUjkb waarmee men hem leest n volgt. Vaak sprak hem over zijn journalistieken arbeid. Tóen ik j begon", vertelde hij mij," gebeurde het vaak i ik mijn stukjes voor De Groene" of De Lever Natuur" schreef in het kqffiéuurtje, op school ik overbleef en zoo. Dat lukt me nu niet meer. 11 kost altyd concentratie, heel vaak zeer vél moei' Maar vooral is het daarvoor noodig, veel buit rond te slenteren. Als ik niet buiten kom, kan' onmogelijk schrijven. Veel buiten wandelen * kijken, opnemen en waarnemen, niéuwe indrukk» opdoen, veel zien, dab is de eenige kans dab frisch en spontaan bhjft. Je moet den büitenwic meenemen, oorspronkelijk zijn en bUjven, eigt werk leveren, eigen waarnemingen en eigen wai delingen. En je hóeden Voor bloote naschrijver en voor fantastisch gebazel. Zoo'n stukje voor D Groene" b.v. Op mijn vrije Zondagen maak T. PAG. 10 EN II DB GROENE Ne. 3033 's morgens vaak een wandeling, soms maar een uurtje, ook wel een f linken tippel. Dan kom ik tegen de koffie thuis en begin dan meteen aan den opzet, aan heb begin. Soms heeft heb onderwerp niets te maken met datgene, wat ik op mijn ochtend wandeling zag of waarnam. En meer dan eens ztfn tor het schreven van een enkel kolommetje meer » twee dozijn wandelingen noodig geweest. fdzaak is veel wandelen en zwerven. Dat is snige weg om frisch en levend tébleven: in je en, in je schrijven." vijsse is een geboren verteller en iedereen die hoorde in voordracht, causerie, inleiding of ?raak zal dab beamen'. Ook in z^n schrijven hij vertellen, boeiend en onderhoudend veri. Je zoudt ook kunnen zeggen: Thtfsse schrijft s hij vertelt. Nimmer zoekt hij zijn kracht in - of gezwollen woorden of in lyrische ontboeogen, waaraan sommige andere natu rhistoe publicisten zich nog wel eens bezondigen. ' heeft Thijsse een broertje aan dood en u en 3h eigenlijk ook. Maar Wat weet Thijsse in zijn >ud toch een stemming te bereiken, een be te sfeer te scheppen. Zeer gevoelig, nimmer cnenteel, steeds spontaan en begaafd, ons izendédoor zijn' enorme vormen- en feiten is, wist hy de schrijverij voor krant'en tijd"t meer dan veertig jaar vol te houden. n vroegere collega's van heb Kehnemer Lyceum den hem wel eens met zijn schrijverij. In de rustpoozen tusschen de lesuren ? wipte mj j den schooltuin in en als hij dan aandachtig wegingen van een vroege vocrjaarshommel e, klonk heb gekscherend: Thijsse. daar weer een stukje voor De Groene l Maar hoe. aaien moest hij niet een hommel gade'slaan, larpver te kunnen schrijver ? Zeldzaam groot a terreinkennis, verbluffend zijn feeling" }ie belangrijke of interessante eigenschappen an: Toen hU in 1030 heb Kennemer Lyceum el zegde, maakte hij met zijn vrouw een reis naar Indie'. Hij zag toen kans daar ^monumenten te ontdekken, want m] was .e voor heb eerst de aandacht op de beteeken de Rawa Tjipanggang vestigde, een der rijkste gedeelten uib heb Rawa Lakbok»x. Het zal voor Ttujsse een groote voldoening £ zijn, te weten dab dib gebied thans op de . yan onze Indische Natuurmonumenten ? JAN P. STRIJBOS /n Tn/jsse's Hof. Rechts: bij de toortsen ; boven: In gesprek met tuinman Jansen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl