Historisch Archief 1877-1940
Naar
Itallaansche Impressies
Gaëta Hoe je je nooit moet bemoeiei
met iets van een ander
HENRIËTTE VAN EIJK
hN KAKtljAAIbN
Verhalen uit de rookkamer
?'S.
i )
: j
AXGST1G. aan elkaai' vastge
klemd rijden wij in een wankel
rijtuigje weg uit Formia. waar
we uit de sneltrein Home-Napels zijn
gestapt. Zeer tot onze schrik is het
broodmagore 'paardje in galop over
gegaan. En het uiterlijk van onzen
hoogstens 14-jarigen koetsier, gekleed
in wat ns hemd. broek.en .schoenen
waren geweest, is meer schilderachtig
dan vertrouwenwekkend. Maar als wij
veilig een vijftal scherpe bochten heb
ben doorstaan en bovendien onze
eerste citroenen en sinaasappals aan
de bomen zien hangen, geven we ons
gewonnen. Wij kunnen enkel nog maar
enthousiast zijn. En opeens zien wij
de diepblauwe zee en meteen ons
einddoel: het oude stadje Gaëta. Een
lange en smalle kaap. een schilder
achtig gmvirwar van huizen gedomi
neerd door een Middeleeuw* kasteel.
op de achtergrond een rijkbegroeidc
berg met eert rond Homeins mauso
leum op de top.
Meteen zijn we al in hot vissersdorp
Elena: loge roze en witte huizen,
vissersscheepjes en drogende netten, ge
bruinde mannen in druk gesprek met
levendige gebaren, kleurig geklede
vrouwen, oude wijfjes aan het touwen
vlechten, krioelende kinderen, wap
perende was, echt Zuidelijk slordig en
gemoedelijk, armoedig en gezellig. En
dan rijden wij, door een bres in de
dikke vestingmuur, Gaëta zelf binnen
en houden stil op het plein, aan zee
gelegen* met prachtige palmboomen en
het onvermijdelijke monument voor
déoorlogsgevallenen. Daar is ook het
hotel. Een oneindig hoge trap op, waar
een heerlijke geur hangt van vers
gebakken brood?eronder woont een
bakker een lange en lege gang,
waar slechts een slaperige hond te
zien is. Ten einde raad trek ik. hem
aan zijn staart, hij blaft en onmiddel-,
lijk verschijnt er iemand. Deze truc
zouden wij bij gebrek aan bel nog
menigmaal toepassen. Wij krijgen
grote kamers met een overdekt bal
kon, dat uitzicht geeft op een tuintje
?met citroenbomen en witte irissen en
op de grimmige Middeleeuwse vesting.
Dan trekken wij do stad in. Het.
eerst naar de dom met züo eigenaar
dige bakstenen klokketoren; het in
wendige is lelijk, maar de prachtige'
Middeleeuwse paaskandelaar met zijn
wat onbeholpen maar zo expressieve»
reliëfs is alleen de reis al waard. Wij
ontmoeten er de pastoor; onder zijn
leiding zien wij het kleine museum in
een vervallen zijschip, dat nog rest, is
van de oude Gothische kerk. En de
pastoor geeft ons een gids mee, die
volgons ztfn eigen zeggen! de
markies van Carabas van Gaëta is en
alles wat wij aan huizen, villa's en
landerijen zien, bezit. Onder zijn ge
leide zwerven wij door hot stadje, be
wonderen er de dikke yestingmuwn,
die eeuwenlang Gaëta maakten tot
een veilig toevluchtsoord zoowel voor
de pausen: uit Rome als voor de ko
ningen uit Napels en zien er déenig
overgeblevene van de vier ijzeren
traliedeuren; die eertijds toegang ga
ven.. Wij gaan oneindig vele trappen
op onder Gothische bogen door langs
resten van oude paleizen en kruipen
den vervallen pakhuis binnen met een
prachtig Gothisch kruisgewelf.
Dan, de volgende dag, zien wüeen
prachtig, beschut strand, een indruk
wekkende loodrecht uitv de zee oprij
zende kale bergen met pynbomen be
groeide hellingen, kale rotsvlakten,
waar slechts lage struiken groeien en
ryen metershoge cactussen. W(j wan
delen en roeien en baden in zon en
zee. Ei wU z|jri allen vastbesloten in
dit gezegend'oord onze laatste levens-'
dagen te komen slijten. N. DUSAHT
DE Strijdbijl, het nieuwe week
blad van jonker van Hatburgh,
h* indertijd omhoog gestege.n
als een vuurpijl. Het is ook actueel, on
om góéd actueel te zijn moet je vooral
bij wezen, wat zo waren, wat betreft
kunst van kennissen, en politiek, en
wenken. En jonker van Hatburgh zei,
dat ze iemand in Abessyniëmoesten
hebben zitten om onafhankelijk te
zijn. Mij zei dat op een volledige
redactievergadering, staande, met een
rood hoofd, omdat hij hoopte en
verwachtte, dat ie /.elf zou gaan in
die functie, die 'm toekwam omdat ie
indertijd voor journalist had gestu
deerd, tot ie was gaan zien, dat je net
zoo goed gén journalist kunt zijn,
wat ie nu toch was geworden omdat ie
geen raad wist met z'n tijd en uit
roeping.
l H» redactievergadering; ging er
dadelijk op in, on jonker vmi Hathurgli
zei dat er haast bij was omdat ie terug
wilde zijn voor er wat ernstigs ge
beurde, en dus ging ie met een heel
eenvoudige uitrusting vanaf hot sta
tion uver land. ' ? - ; "
Korst had ie een typiste mee willen
nemen, maar achteraf denkt iedereen
dan ineens altijd liet ergste, en dus
ging ie zónder, ook omdat je er ten
slotte desnoods overal eentje krijgen
kunt.
Xa verloop van tijd kwamen de
eerste boriehton. dio ie zond via een
adres in 1'arij.s. omdat dn.t minder
argwaan schijnt op te wekken bij de
Abossyniërs. «Ho alles openmaken uit
angst volgens lu-m. Kn omdat ie daar
midden in oen gevaarlijke volksstain
zat." met .paarden on ravijnen on
hinderlagen en 'oen keizer niet een
zomiohoodjo. was jonker va n Hatburgh
voorzichtig tot hot uiterste wat
betreft zijn mededeel i ngon. die ie
geheel in oen persoonlijk ? cachot goot
om liet journalistieke karakter te
verdoezelen, en die dan na aankomst,
op do reductie werden uitgewerkt en
opgeblazen tot hun ware afmetingen.
Jlij schroef, dat ie vast o voet kreeg,
en dat io .zich aanstelde als iemand,
dio studio* maakt van landen en
volken ten bate dor wetenschap on
zooals ik al zei. nllos kwam en ging
over Parijs, wat noodig was, omdat
Abessyniëanders zou merken dat hij
do man was van De .Strijdbijl wat
gevaarlijk koi-i worden omdat De
Strijdbijl voorop ging in do
Abessljnsche kwestie.
'?-.'..'? - * * '-'".'
De artikelen worden intusschen
ontzettend interessant, zóó zelfs, dat
wo ze allemaal lazen, en allo andere
bladen waren woi-st, on jonker van
. Hatburgh wierp o.a. een helder licht
over do slavernij, die een slechte
gewoonte is van Abessynië, en hij zei:
Schandelijk !" (met oen vet hoofd),
en hoopte dat iemand '.t zou verbieden,
en hij vertelde afschuwelijke
bizonderhedon, waarna je niet meer kon eten
.als je ze uit had. De rubriek begon met
een slaaf, die Gain-Garn-Garn heette,
en die liederen zong bij een trom met
oen bas op oen borg. waar io koren op
en af moest sleepen aan een touw in
de zon, wat jonkor van Hatburgh had
gezien'toen ie voorbij galoppeerde op
z'n kameel en in 't volgend
nummerkwam Gam-Gani-Gam zélf aan het
woord, en vertelde de ergste verhalen
over boeren, en eten on zweepslagen,
tot De Star, een dagblad van tegen
overgestelde richting, met roet begon
te gooien en zei dat 't niet klopte, waar
De Strijdbijl de volgende week o?|.
middellijk op in ging door to zoggen.
dat ze De Star zouden nnnklnwn
wegens laster.
Als antwoord publiceerde Do St.-rr
toen iets onwaarschijnlijk» over e< i,
verzonnen gosehiedenis van een Hoi,..
Iemand uit de woestijn, die llnroiiu .,1
Barnboula heette, en die slaven luu|
waar io geen raad moe wist (\VM
natuurlijk niet wanr was). Deze man.
die Do Star uit z'n teen moet hobbeu
gezogen, hooft toon (volgen, hom) mm
do slaven gezegd, dat ze weg kond. u
gaan. wat ze weigerden, omdat zo In t
prettiger vonden om slanf te blijven
(volgens De Star). Hot blad gini? vooit
en zei. dot de slaven hun hoor hadden
belogoid en gedood, waardoor /??
geërfd worden door een neef, die* ?/<?
wol wilde houden.
Slaaf is een betrekking als
ieder.andere." zei Do Star. on zo zeion dal
het interview met d«? slaat van De
NtrijdbijJ is op ?/. n /avhtst uitgodruk'
vreemd was.
'?..?* *
Dat was een slag in hot gezicht van
jonkor van Hothurglt. Zijn
redaetizond nog diezelfde Donderdag het
nummer van Do Star over Parijs nam
Abossynië.
..Het antwoord van Van' Hatbmtrli
zal vernietigend zijn." zeion
wallemaal.
Zijn antwoord, was vernieligomi
Jonker van Hatburgh word zoo scherp
als ijzer. Hij striemde links on recht*
niet z'n pon. Hij weerlegde alles me:
feiten, en zei de siu-fustisi-hste dim;oir
over Do Star. dio een grooto mond lm«l
op een afstand, on hij Hot een
spotprent toekonen van de redacteur dooi
oen duur iemand.
Dit artikel 'verschoon Zaterdag »?
De Strijdbijl en onze heolo corclo zei:
Nou ! Zie je wel!" en iedereen had
schik tot Do Star Zondagmorgen met
hot hoofd .-.Bedrog!" aan kwam zet ton.
ontzei dat de tijd te kort was voor ooi;
brjof mot. Abossynië. hoon on-terug:
waardoor we oen vroosolijk voor
gevoel kregen. V
Do Star is toen op onderzoek ii.
gegaan on vond Van Hatburgh niet in
Addis Abeba, maar in Parijs, waar i<
zat met een typiste, een mooie.
Hij is nooit in Abessyniëgeweest T
schroef de redacteur van De Star.
wat ie aantoonde.
Waar bemoeit die brutale man
zich mee?" zei Gravin Knal boos.
Hij kan toch voel objectiever zijn
in Parijs dan daar," zei Papa.
Toen hebben Wc Van Hatburgh in
de doofpot gestopt, en heeft hij ?.M\
laten inschrijven op een boot, voor d«;
rust, en hij heeft gezegd, dat ie nooit
meer een pen zou danrakon, wat de
schuld is van de redacteur van De.
Star, die zich niet had mogen be
moeien met iets van een ander.
Een plastiek van
HILDO KROP
GRATIS
voor nieuwe abonné's
Zie den bon op pag. 20 <
' '??? ' ?'? - - ' t
N/VWNAAA/WSAA/VNA/VAAAAAA/V
HET schip lag voor de kade. en het was
ondragelijk heet. Aan den waterkant stond
do felle tropenzon erop te gloeien, en langs
d« landzyde broeiden de cementen loodsen mot hun
lïogolfdijzeren daken in een even erge smoorhitte.
Wami pursor? Want de purser dreef bepaald. Zijn
«?ogen namen een verachtelijke uitdrukking aan:
ilit is ook geen land voor behoorlijke menschen !
mopperde hij. Een land voor apen en papegaaien!
De passagier glimlachte. Hij woonde mi al jaren
in dit gloeien'de land, en hij mocht het wel. Die
hitte, die ging je bepaald missen zoodra er eens
een koelere dag kwam. Kom, purser zei hij op
gewekt kom. purser, niet zoo somber. Kom
liever bij me onder die fan in de rookkamor zitten,
en drink eens een biertje met mo. Liever een tonic?
Frans, een tonic en een bier, en een paar
llollaitdsi-he bladertjes!
En vertel me nu eens hoe het met m'n aap ge
gaan is, die jullie den vorigen keer voor me hebt
overgebracht. Goed aangekomen? En hoeft-ie
zich behoorlijk gedragen, hier aan boord?
*De purser trok zijn gezicht in een lach waarin
iets hartclijks lag. als dacht hij aan zijn kind. Die
aap van u, meneer: een schot van een beest! Het
hecle schip was er gek op. 't Was net of hij kon
lezen en schrijven. Nietwaar. Frans? De
rookkamerbt'diondo was juist met toiricwator eii bier langszij
gekomen. Ook hij grinnikte van plezierige her
innering.
Die aap, meneer zei Frans die aap is
de beste passagier geweest, die we ooit gehad
'hebben. Geef niyn maar een rookkamer vol
apen! ?
Ja, stolde do pureer .voor. als u een goregeld
verslag' wilt hebben hoe Tjoek zich gedragen heeft.
«Inn moeten wo don timmerman maar eens op het
rapport laten komen. Frans, laat jij de baas eens
??ven halen !
PAG. 18 DE GROENE No.3034
De Baas" verscheen. Officieel heette hij de
Timmerman, maar er zijn aan boord nog zooveel
namen in omloop die sterk afwijken van de titu
latuur volgens de monstorrol. Aan boord van een
passagiersschip is de Baas bovendien het Hoofd
van al het levende gedierte. Honden, apen. pape
gaaien, er gaat haast geen reis voorbij of de
scheepstimmerman heeft er een stuk of wat onder
/.ijn hoede. Soms ook wilde dieren, een tijgertje,
??fn miereneter, een gordeldier, een slang, zoo
s*ek kan het niet zijn of de baas heeft ze al eens
?rovaren. .Natuurlijk heeft hij er. verstand van ook !
De baas heeft van alles verstand. Dat brengt zijn
ambt mee. Dat wordt zoo van hem verwacht...
Soo, d eg meheer, 'ben u der weeris! riep de
baas al onder het behoedzaam binnenzwaaien ver
heugd uit. De baas z'n gang was altijd een beetje
slingerend, vooral onderdek", waar hij zich niet
op zijn plaats voelde.
Zeg, vertel jij eens aan meneer hou het met
Tjoek gegaan is, zei de purser.
Een loeder, meheer, die aap. Nee» daar willek
i>uu niks mee seggc, want 't was een Hef beessie,
.echt waar meheer! Is 't waar of niet? De purser
knikte toestemmend. Hij was al van 't begin af
v.oo eige mó juo, on toe hckkorn maar immo
worrekpltuis losgelate. Nou, da ging best, hè. Daar sattic
bove op soo'n richeltje en dan speelde-n-ie metst?
eigc staart. En as ik wcggong, dan ging die op se
kant legge en huile assen kind. Heusch, meheer,
je wicrt er naor f n i En dan rieptie kok-kok-kok
lege mo net soolang totdat ik terugkwam. En as
ik dan kwam, dan seidie Tjoek. Heusch, meheer,
«o eige naam seidie.
'?Zeker* zei de passagier, daarom hebben we
hem ook Tjoek genoemd, naar dat geluidje dat
hij maakte. '
As ik dan me wcrrckplaas uitging dan bond ik
'm altijd f est. En toe had ik 'm op 'n keer weer is
au 'n touwetje gelege en toe kwam ik terug, nou,
en toe had-ie se touwetje doorgebete. En ar me
gi-re-éschap en al me flessics met tirrepetijn en
firrcf hattie smeerlap naar beneje gesmete. Me
lioi'le werrekplaaa lag op te grond. Nou, toe denk ik,
dat selje me nie meer lappe, faodertje, on toe heb ik
'm an een kettinkie gelege. Maar de follegehdc keer ?
had dat loeder se eige losgegepst, en toe hattie
der weer heteellefde potje fen gemaakt. Nou, wat
mot je dan doen.' Maar lief, meheer, lief! Daar
hêjc nou geen idee fèn! . ? .
De baas werd op de gebruikelijke kiescho wijze
voor zijn verslag bedankt, en de pureer hervatte
het gesprok.
Van apen gesproken, ik had indertijd ook eens
zoo'n aap je van diezelfde soort meegenomen.
Wolapen noemen ze die. Erg aanhankelijk zijn ze.
en niet van de menschen af te slaan. Die van mij
had eerst een paar dagen clandestien bij den
waschboos gezeten, tut dat ik dat merkte; nou. en toen
was liet natuurlijk uit. Toen nam ik 'm bij mij in
de office, en al gauw kreeg-ie plezier in de stempels,
en als je hem maar een stempel en een kussentje
gaf. dan zat ie uren lang in z'n eentje een vel papier
vol te stempelen. Zoo zoet als een kind.
Op een avond tegen etenstijd zit ik met de
adjudant in m'n office, toen komt er een passagier
aan de balie om geld te wisselen of zoo. Dat was
meneer jeweetwel, di« dikke, die altijd zoo deftig
doet. Z'n smoking voor het diner had ie al aan, en
omdat ie zoo dik wus. kwam dat witte plastron
nogal erg uit. M'ii aap zit stil in z'n hoekje te
stempelen, maar daar ziet-ie meneer jcwoetwol
staan, en hij met n sprong erop af. Zijn «tempeltje
had ie in de hand, un z'n kussentje droeg-ie in een
van z'n avhterpooten mee. en voor we het wisten
had-ie die meneer «»en stuk of vier keer op z'n
witte smokinghemd gestempeld s.s. Batavia".
Wat hebben we gelacheii! Maar die mi-itcer
joweutwel. maakte zich om zoo iets boos. Je hebt
van die menschen die kunnen niet tegen een aardig
heidje. Hij heeft er een brief over geschreven aan
de directie, toen kreeg ik natuurlijk een douw dat
ik een aap in mijn office had gehad. Sinds dien tijd
moeten zo allemaal naar den timmerman, tam of
niet. En die verdient er don een kleinigheidje aan.
Nou. laat de baas maar schuiven! riep de
..meester*' uit. die zich indertusschen bij het ge
zelschap had gevoegd. (Voor wie het nog niet weet:
de Meester is de oude scheepsnaam voor den eersten
machinst).
Die baas die weet het wel hoe die aan
z'n centen moet komen! herhaalde de meester.
Van deze hier wil ik niet eens wat zeggen, maar op
een vorig schip van me hadden xve d'r eentje.
Dat was een gannef, dat kan ik je zeggen. Moot u
booren.
Dat was in den tijd van vóór de
papegaaienziekte, en, toon hadden wc haast altijd dames aan
boord die 700'n papegaai meebiachten. Soms
hadden we d'r wel een stuk of zes. zeven, en die
gingen natuurlijk allemaal naar den timmerman.
Nou, 011 wat doet die linke jongen: die laat zich in
de laatste haven door den scheepslmndelaar (ship
chandler) een halve dooie papegaai aan boord
brengen voor een kwartje. 11 ij houdt dat beest
nog net een dag of twee in 't leven, maar op den
eersten dag de beste gaat de baas al naar een Van
die dames toe. en hij zegt met een meewarig gezicht:
mefioww, die papegaai van uwes maaktet niet
soo erreg best. Ik geloof dattie nie goed t ego de
secluch ken. As u soms i* wil koumio kijke....
Nou, dun ging die mevrouw met hem mee,
ergens naor een hoekje op het voorschip waar hij
die hnllevo dooie papegaai .had neergezet. Nou,
en dan zag y.v wel, .ja, dat beessie ging dood. En
den volgenden dag kwam de baas haar dan het
treurige boruht brongen, en dan vroe'g hij nog of.
't nood was dattie '"ooi i mooi kis«io voor 'm zou
maken. Daar verdiendc-ie dan wee: een tientje aan.
en dat- kissio werd dan in zwart papier incepakt
en plechtig over boord ge/et. Je snapt natuurlijk
dat daa»« heel iets anders in /at don dat mooie
kissie of die dooie papegaai!
Want dat beessie leefde nog net lang genoeg
om nog bij twee andere dames dienst te doen.
Toen was-ie niet meer in leven te houen, en
toen.peigerde die het echt af. Maar toen had de timmer
man een soort van ijskastje gemaakt, on daar hield
ie dio dooie papegaai toen nog een week lang in
goed. En elke keer kwam hij weer met een bedrukt
gezicht bij een van de dames: mefrouw, uwes
papegaai licppct fenacht afgelege. As u is wil
kommo kijke... 4 't beessie is al heèlemaal stijf.
. Toen wc in Holland aankwamen, had de baas
zeven springlevende papegaaien ergens op het
schip verstopt staan. Dio dooie papegaai had-ie
op *t laatst maar overboord gezet, toen ie 'm niet
meer noodig had. En wat-ie nog aan fooien en
verzorgloon heeft opgestreken, en aan geld voor een
kissie.... De reis daarna is-ic ontslagen, die
'oplichter. Maar .je moet er toch om lachen!
W. J. VAX BALEN
PAG. 19 DE GROENE No.3034
Kossim met het stuk kleed uit de Kaöbah
Het honorarium
DE arbeider vraogt na het volbrengen van
zijn dagtaak een loon. Do arts daarentegen
vraagt aan zijn patiënt «.-in /fowwr/tou. Nu
ik er over pa schrijven voel ik eigenlijk pas welk
ven reusachtig verschil er tuaschen die. twee be
grippen bestaat. De Romeinen noemden
ooispronkelijk de geschenken in graan en wijn. die de
bewoners der wingewesten onverplicht, aan hun
bestuurders aanboden: ..honorarium". Maar in
later tijd is daarin de klad gekomen en werden
dergelijke geschenken niet alleen geëischt, maar
zelfs afgeperst. En zoo is het, in den loop der
eeuwen, gegaan met vele honoraria het loon van
degenen, die de arte* liberale*, de vrije kunsten..-?
uitoefenen, .En het medische beroep is tenslotte
ook een kunst. Zelfs een vrije knust, ondanks
zijn'diepe gebondenheid.
Welk honorarium kon ik oischen van den
Arabischen koopman Kasshn Boy voor bewezen
diensten tijdens mijn verblijf in de heilige stad
Mekka, waarheen ik ter bedevaart getogen was?
Op een morgen vond ik hem voor mijn deur
zitten en vroeg hij mij met hem mee 4e willen gooi»
oni te helpen. Twee lange dagen en nog langere
nachten had hij bij zijn jong»? vijftienjarige vrouw,
«lic in blijde verwachting verkeerde, gewaakt en
nog was het kind niet geboren. Vriendinnen on
vrouwelijke familieleden waren in groot e- getale
komen toesnel Ion.' Ze hadden vele kornitspreukon
gepreveld en tolloozo malen fug. jah ar Habi"
geroepen en kaarsen gebrand en amuletten op de
dijen van de kraamvrouw vastgebonden (die anders
binnen het kwartier helpen). Ze hadden brood aan
?-de armen uitgedeeld en oen schaap .geofferd. Manr
niets van dat alles had geholpen.
En toen had Kassim zijn laatste hoop gestold op
dien Hollnndschen arts die, door Alhih's hand
gezonden, hier in Mekka was komen aanwaaien.
En zijn verzoek was niet te -vergeefs geweest. Heel
vlot ging het echter in den beginne met die
Imlpvorlopiiing niet. rvant de aanwezige vrouwen be
gonnen met halsstarrig te weigeren een vreemden
man in het. harem verblijf toe te laten, en dreigden
zelfs hot raam uit te springen. Maar tenslotte
gaven zij toe. En toen was de vrede .gauw gesloten.
En wanneer ik '& avonds, rui de bevalling tot een
goed einde te hebbeu gebracht, doodmoe naar miju
huis '.terugkeer, heb ik het trotsche gevoel, als
Europcesch arts hier in Mekka toch wel iets heel
bijzondere medegemaakt te hebben l
Wat mag ik je geven, hakiém," had Kassim
Bey nie gevraagd. .,Zeg me wat je honorarium is."
Ik wil als honorarium iets heel bijzonders van
je hebben, Kassim ! Iets waaraan ik nog gedurende
vele jaren vreugde zal kunnen, ''beleven, wanneer ik
weer naar mijn eigen land zal zijn teruggekeerd!
In de heilige Moskee van Mekka, het centrum
van de gehcole Moslim wereld, ligt de Kaabah, het
huis van Allah. In een van zijn hoeken is de zwarte
steen ingemetseld en hij is bedekt met een zwart
zijden kleed dat ieder jaar vernieuwd wordt. Van dat
kleed wil ik een stuk hebben. Vraag aan
dcnSleutelbewaarder van de Kaabah om het mij te verschaffen."
Den volgenden morgen reeds heeft Kassim mij het
gevraagde ter hand gesteld. Dr. P. H. v. D. Hooa
;
i
i-rl
l