De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 27 juli pagina 10

27 juli 1935 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Naar Itallaansche Impressies Gaëta Hoe je je nooit moet bemoeiei met iets van een ander HENRIËTTE VAN EIJK hN KAKtljAAIbN Verhalen uit de rookkamer ?'S. i ) : j AXGST1G. aan elkaai' vastge klemd rijden wij in een wankel rijtuigje weg uit Formia. waar we uit de sneltrein Home-Napels zijn gestapt. Zeer tot onze schrik is het broodmagore 'paardje in galop over gegaan. En het uiterlijk van onzen hoogstens 14-jarigen koetsier, gekleed in wat ns hemd. broek.en .schoenen waren geweest, is meer schilderachtig dan vertrouwenwekkend. Maar als wij veilig een vijftal scherpe bochten heb ben doorstaan en bovendien onze eerste citroenen en sinaasappals aan de bomen zien hangen, geven we ons gewonnen. Wij kunnen enkel nog maar enthousiast zijn. En opeens zien wij de diepblauwe zee en meteen ons einddoel: het oude stadje Gaëta. Een lange en smalle kaap. een schilder achtig gmvirwar van huizen gedomi neerd door een Middeleeuw* kasteel. op de achtergrond een rijkbegroeidc berg met eert rond Homeins mauso leum op de top. Meteen zijn we al in hot vissersdorp Elena: loge roze en witte huizen, vissersscheepjes en drogende netten, ge bruinde mannen in druk gesprek met levendige gebaren, kleurig geklede vrouwen, oude wijfjes aan het touwen vlechten, krioelende kinderen, wap perende was, echt Zuidelijk slordig en gemoedelijk, armoedig en gezellig. En dan rijden wij, door een bres in de dikke vestingmuur, Gaëta zelf binnen en houden stil op het plein, aan zee gelegen* met prachtige palmboomen en het onvermijdelijke monument voor déoorlogsgevallenen. Daar is ook het hotel. Een oneindig hoge trap op, waar een heerlijke geur hangt van vers gebakken brood?eronder woont een bakker een lange en lege gang, waar slechts een slaperige hond te zien is. Ten einde raad trek ik. hem aan zijn staart, hij blaft en onmiddel-, lijk verschijnt er iemand. Deze truc zouden wij bij gebrek aan bel nog menigmaal toepassen. Wij krijgen grote kamers met een overdekt bal kon, dat uitzicht geeft op een tuintje ?met citroenbomen en witte irissen en op de grimmige Middeleeuwse vesting. Dan trekken wij do stad in. Het. eerst naar de dom met züo eigenaar dige bakstenen klokketoren; het in wendige is lelijk, maar de prachtige' Middeleeuwse paaskandelaar met zijn wat onbeholpen maar zo expressieve» reliëfs is alleen de reis al waard. Wij ontmoeten er de pastoor; onder zijn leiding zien wij het kleine museum in een vervallen zijschip, dat nog rest, is van de oude Gothische kerk. En de pastoor geeft ons een gids mee, die volgons ztfn eigen zeggen! de markies van Carabas van Gaëta is en alles wat wij aan huizen, villa's en landerijen zien, bezit. Onder zijn ge leide zwerven wij door hot stadje, be wonderen er de dikke yestingmuwn, die eeuwenlang Gaëta maakten tot een veilig toevluchtsoord zoowel voor de pausen: uit Rome als voor de ko ningen uit Napels en zien er déenig overgeblevene van de vier ijzeren traliedeuren; die eertijds toegang ga ven.. Wij gaan oneindig vele trappen op onder Gothische bogen door langs resten van oude paleizen en kruipen den vervallen pakhuis binnen met een prachtig Gothisch kruisgewelf. Dan, de volgende dag, zien wüeen prachtig, beschut strand, een indruk wekkende loodrecht uitv de zee oprij zende kale bergen met pynbomen be groeide hellingen, kale rotsvlakten, waar slechts lage struiken groeien en ryen metershoge cactussen. W(j wan delen en roeien en baden in zon en zee. Ei wU z|jri allen vastbesloten in dit gezegend'oord onze laatste levens-' dagen te komen slijten. N. DUSAHT DE Strijdbijl, het nieuwe week blad van jonker van Hatburgh, h* indertijd omhoog gestege.n als een vuurpijl. Het is ook actueel, on om góéd actueel te zijn moet je vooral bij wezen, wat zo waren, wat betreft kunst van kennissen, en politiek, en wenken. En jonker van Hatburgh zei, dat ze iemand in Abessyniëmoesten hebben zitten om onafhankelijk te zijn. Mij zei dat op een volledige redactievergadering, staande, met een rood hoofd, omdat hij hoopte en verwachtte, dat ie /.elf zou gaan in die functie, die 'm toekwam omdat ie indertijd voor journalist had gestu deerd, tot ie was gaan zien, dat je net zoo goed gén journalist kunt zijn, wat ie nu toch was geworden omdat ie geen raad wist met z'n tijd en uit roeping. l H» redactievergadering; ging er dadelijk op in, on jonker vmi Hathurgli zei dat er haast bij was omdat ie terug wilde zijn voor er wat ernstigs ge beurde, en dus ging ie met een heel eenvoudige uitrusting vanaf hot sta tion uver land. ' ? - ; " Korst had ie een typiste mee willen nemen, maar achteraf denkt iedereen dan ineens altijd liet ergste, en dus ging ie zónder, ook omdat je er ten slotte desnoods overal eentje krijgen kunt. Xa verloop van tijd kwamen de eerste boriehton. dio ie zond via een adres in 1'arij.s. omdat dn.t minder argwaan schijnt op te wekken bij de Abossyniërs. «Ho alles openmaken uit angst volgens lu-m. Kn omdat ie daar midden in oen gevaarlijke volksstain zat." met .paarden on ravijnen on hinderlagen en 'oen keizer niet een zomiohoodjo. was jonker va n Hatburgh voorzichtig tot hot uiterste wat betreft zijn mededeel i ngon. die ie geheel in oen persoonlijk ? cachot goot om liet journalistieke karakter te verdoezelen, en die dan na aankomst, op do reductie werden uitgewerkt en opgeblazen tot hun ware afmetingen. Jlij schroef, dat ie vast o voet kreeg, en dat io .zich aanstelde als iemand, dio studio* maakt van landen en volken ten bate dor wetenschap on zooals ik al zei. nllos kwam en ging over Parijs, wat noodig was, omdat Abessyniëanders zou merken dat hij do man was van De .Strijdbijl wat gevaarlijk koi-i worden omdat De Strijdbijl voorop ging in do Abessljnsche kwestie. '?-.'..'? - * * '-'".' De artikelen worden intusschen ontzettend interessant, zóó zelfs, dat wo ze allemaal lazen, en allo andere bladen waren woi-st, on jonker van . Hatburgh wierp o.a. een helder licht over do slavernij, die een slechte gewoonte is van Abessynië, en hij zei: Schandelijk !" (met oen vet hoofd), en hoopte dat iemand '.t zou verbieden, en hij vertelde afschuwelijke bizonderhedon, waarna je niet meer kon eten .als je ze uit had. De rubriek begon met een slaaf, die Gain-Garn-Garn heette, en die liederen zong bij een trom met oen bas op oen borg. waar io koren op en af moest sleepen aan een touw in de zon, wat jonkor van Hatburgh had gezien'toen ie voorbij galoppeerde op z'n kameel en in 't volgend nummerkwam Gam-Gani-Gam zélf aan het woord, en vertelde de ergste verhalen over boeren, en eten on zweepslagen, tot De Star, een dagblad van tegen overgestelde richting, met roet begon te gooien en zei dat 't niet klopte, waar De Strijdbijl de volgende week o?|. middellijk op in ging door to zoggen. dat ze De Star zouden nnnklnwn wegens laster. Als antwoord publiceerde Do St.-rr toen iets onwaarschijnlijk» over e< i, verzonnen gosehiedenis van een Hoi,.. Iemand uit de woestijn, die llnroiiu .,1 Barnboula heette, en die slaven luu| waar io geen raad moe wist (\VM natuurlijk niet wanr was). Deze man. die Do Star uit z'n teen moet hobbeu gezogen, hooft toon (volgen, hom) mm do slaven gezegd, dat ze weg kond. u gaan. wat ze weigerden, omdat zo In t prettiger vonden om slanf te blijven (volgens De Star). Hot blad gini? vooit en zei. dot de slaven hun hoor hadden belogoid en gedood, waardoor /?? geërfd worden door een neef, die* ?/<? wol wilde houden. Slaaf is een betrekking als ieder.andere." zei Do Star. on zo zeion dal het interview met d«? slaat van De NtrijdbijJ is op ?/. n /avhtst uitgodruk' vreemd was. '?..?* * Dat was een slag in hot gezicht van jonkor van Hothurglt. Zijn redaetizond nog diezelfde Donderdag het nummer van Do Star over Parijs nam Abossynië. ..Het antwoord van Van' Hatbmtrli zal vernietigend zijn." zeion wallemaal. Zijn antwoord, was vernieligomi Jonker van Hatburgh word zoo scherp als ijzer. Hij striemde links on recht* niet z'n pon. Hij weerlegde alles me: feiten, en zei de siu-fustisi-hste dim;oir over Do Star. dio een grooto mond lm«l op een afstand, on hij Hot een spotprent toekonen van de redacteur dooi oen duur iemand. Dit artikel 'verschoon Zaterdag »? De Strijdbijl en onze heolo corclo zei: Nou ! Zie je wel!" en iedereen had schik tot Do Star Zondagmorgen met hot hoofd .-.Bedrog!" aan kwam zet ton. ontzei dat de tijd te kort was voor ooi; brjof mot. Abossynië. hoon on-terug: waardoor we oen vroosolijk voor gevoel kregen. V Do Star is toen op onderzoek ii. gegaan on vond Van Hatburgh niet in Addis Abeba, maar in Parijs, waar i< zat met een typiste, een mooie. Hij is nooit in Abessyniëgeweest T schroef de redacteur van De Star. wat ie aantoonde. Waar bemoeit die brutale man zich mee?" zei Gravin Knal boos. Hij kan toch voel objectiever zijn in Parijs dan daar," zei Papa. Toen hebben Wc Van Hatburgh in de doofpot gestopt, en heeft hij ?.M\ laten inschrijven op een boot, voor d«; rust, en hij heeft gezegd, dat ie nooit meer een pen zou danrakon, wat de schuld is van de redacteur van De. Star, die zich niet had mogen be moeien met iets van een ander. Een plastiek van HILDO KROP GRATIS voor nieuwe abonné's Zie den bon op pag. 20 < ' '??? ' ?'? - - ' t N/VWNAAA/WSAA/VNA/VAAAAAA/V HET schip lag voor de kade. en het was ondragelijk heet. Aan den waterkant stond do felle tropenzon erop te gloeien, en langs d« landzyde broeiden de cementen loodsen mot hun lïogolfdijzeren daken in een even erge smoorhitte. Wami pursor? Want de purser dreef bepaald. Zijn «?ogen namen een verachtelijke uitdrukking aan: ilit is ook geen land voor behoorlijke menschen ! mopperde hij. Een land voor apen en papegaaien! De passagier glimlachte. Hij woonde mi al jaren in dit gloeien'de land, en hij mocht het wel. Die hitte, die ging je bepaald missen zoodra er eens een koelere dag kwam. Kom, purser zei hij op gewekt kom. purser, niet zoo somber. Kom liever bij me onder die fan in de rookkamor zitten, en drink eens een biertje met mo. Liever een tonic? Frans, een tonic en een bier, en een paar llollaitdsi-he bladertjes! En vertel me nu eens hoe het met m'n aap ge gaan is, die jullie den vorigen keer voor me hebt overgebracht. Goed aangekomen? En hoeft-ie zich behoorlijk gedragen, hier aan boord? *De purser trok zijn gezicht in een lach waarin iets hartclijks lag. als dacht hij aan zijn kind. Die aap van u, meneer: een schot van een beest! Het hecle schip was er gek op. 't Was net of hij kon lezen en schrijven. Nietwaar. Frans? De rookkamerbt'diondo was juist met toiricwator eii bier langszij gekomen. Ook hij grinnikte van plezierige her innering. Die aap, meneer zei Frans die aap is de beste passagier geweest, die we ooit gehad 'hebben. Geef niyn maar een rookkamer vol apen! ? Ja, stolde do pureer .voor. als u een goregeld verslag' wilt hebben hoe Tjoek zich gedragen heeft. «Inn moeten wo don timmerman maar eens op het rapport laten komen. Frans, laat jij de baas eens ??ven halen ! PAG. 18 DE GROENE No.3034 De Baas" verscheen. Officieel heette hij de Timmerman, maar er zijn aan boord nog zooveel namen in omloop die sterk afwijken van de titu latuur volgens de monstorrol. Aan boord van een passagiersschip is de Baas bovendien het Hoofd van al het levende gedierte. Honden, apen. pape gaaien, er gaat haast geen reis voorbij of de scheepstimmerman heeft er een stuk of wat onder /.ijn hoede. Soms ook wilde dieren, een tijgertje, ??fn miereneter, een gordeldier, een slang, zoo s*ek kan het niet zijn of de baas heeft ze al eens ?rovaren. .Natuurlijk heeft hij er. verstand van ook ! De baas heeft van alles verstand. Dat brengt zijn ambt mee. Dat wordt zoo van hem verwacht... Soo, d eg meheer, 'ben u der weeris! riep de baas al onder het behoedzaam binnenzwaaien ver heugd uit. De baas z'n gang was altijd een beetje slingerend, vooral onderdek", waar hij zich niet op zijn plaats voelde. Zeg, vertel jij eens aan meneer hou het met Tjoek gegaan is, zei de purser. Een loeder, meheer, die aap. Nee» daar willek i>uu niks mee seggc, want 't was een Hef beessie, .echt waar meheer! Is 't waar of niet? De purser knikte toestemmend. Hij was al van 't begin af v.oo eige mó juo, on toe hckkorn maar immo worrekpltuis losgelate. Nou, da ging best, hè. Daar sattic bove op soo'n richeltje en dan speelde-n-ie metst? eigc staart. En as ik wcggong, dan ging die op se kant legge en huile assen kind. Heusch, meheer, je wicrt er naor f n i En dan rieptie kok-kok-kok lege mo net soolang totdat ik terugkwam. En as ik dan kwam, dan seidie Tjoek. Heusch, meheer, «o eige naam seidie. '?Zeker* zei de passagier, daarom hebben we hem ook Tjoek genoemd, naar dat geluidje dat hij maakte. ' As ik dan me wcrrckplaas uitging dan bond ik 'm altijd f est. En toe had ik 'm op 'n keer weer is au 'n touwetje gelege en toe kwam ik terug, nou, en toe had-ie se touwetje doorgebete. En ar me gi-re-éschap en al me flessics met tirrepetijn en firrcf hattie smeerlap naar beneje gesmete. Me lioi'le werrekplaaa lag op te grond. Nou, toe denk ik, dat selje me nie meer lappe, faodertje, on toe heb ik 'm an een kettinkie gelege. Maar de follegehdc keer ? had dat loeder se eige losgegepst, en toe hattie der weer heteellefde potje fen gemaakt. Nou, wat mot je dan doen.' Maar lief, meheer, lief! Daar hêjc nou geen idee fèn! . ? . De baas werd op de gebruikelijke kiescho wijze voor zijn verslag bedankt, en de pureer hervatte het gesprok. Van apen gesproken, ik had indertijd ook eens zoo'n aap je van diezelfde soort meegenomen. Wolapen noemen ze die. Erg aanhankelijk zijn ze. en niet van de menschen af te slaan. Die van mij had eerst een paar dagen clandestien bij den waschboos gezeten, tut dat ik dat merkte; nou. en toen was liet natuurlijk uit. Toen nam ik 'm bij mij in de office, en al gauw kreeg-ie plezier in de stempels, en als je hem maar een stempel en een kussentje gaf. dan zat ie uren lang in z'n eentje een vel papier vol te stempelen. Zoo zoet als een kind. Op een avond tegen etenstijd zit ik met de adjudant in m'n office, toen komt er een passagier aan de balie om geld te wisselen of zoo. Dat was meneer jeweetwel, di« dikke, die altijd zoo deftig doet. Z'n smoking voor het diner had ie al aan, en omdat ie zoo dik wus. kwam dat witte plastron nogal erg uit. M'ii aap zit stil in z'n hoekje te stempelen, maar daar ziet-ie meneer jcwoetwol staan, en hij met n sprong erop af. Zijn «tempeltje had ie in de hand, un z'n kussentje droeg-ie in een van z'n avhterpooten mee. en voor we het wisten had-ie die meneer «»en stuk of vier keer op z'n witte smokinghemd gestempeld s.s. Batavia". Wat hebben we gelacheii! Maar die mi-itcer joweutwel. maakte zich om zoo iets boos. Je hebt van die menschen die kunnen niet tegen een aardig heidje. Hij heeft er een brief over geschreven aan de directie, toen kreeg ik natuurlijk een douw dat ik een aap in mijn office had gehad. Sinds dien tijd moeten zo allemaal naar den timmerman, tam of niet. En die verdient er don een kleinigheidje aan. Nou. laat de baas maar schuiven! riep de ..meester*' uit. die zich indertusschen bij het ge zelschap had gevoegd. (Voor wie het nog niet weet: de Meester is de oude scheepsnaam voor den eersten machinst). Die baas die weet het wel hoe die aan z'n centen moet komen! herhaalde de meester. Van deze hier wil ik niet eens wat zeggen, maar op een vorig schip van me hadden xve d'r eentje. Dat was een gannef, dat kan ik je zeggen. Moot u booren. Dat was in den tijd van vóór de papegaaienziekte, en, toon hadden wc haast altijd dames aan boord die 700'n papegaai meebiachten. Soms hadden we d'r wel een stuk of zes. zeven, en die gingen natuurlijk allemaal naar den timmerman. Nou, 011 wat doet die linke jongen: die laat zich in de laatste haven door den scheepslmndelaar (ship chandler) een halve dooie papegaai aan boord brengen voor een kwartje. 11 ij houdt dat beest nog net een dag of twee in 't leven, maar op den eersten dag de beste gaat de baas al naar een Van die dames toe. en hij zegt met een meewarig gezicht: mefioww, die papegaai van uwes maaktet niet soo erreg best. Ik geloof dattie nie goed t ego de secluch ken. As u soms i* wil koumio kijke.... Nou, dun ging die mevrouw met hem mee, ergens naor een hoekje op het voorschip waar hij die hnllevo dooie papegaai .had neergezet. Nou, en dan zag y.v wel, .ja, dat beessie ging dood. En den volgenden dag kwam de baas haar dan het treurige boruht brongen, en dan vroe'g hij nog of. 't nood was dattie '"ooi i mooi kis«io voor 'm zou maken. Daar verdiendc-ie dan wee: een tientje aan. en dat- kissio werd dan in zwart papier incepakt en plechtig over boord ge/et. Je snapt natuurlijk dat daa»« heel iets anders in /at don dat mooie kissie of die dooie papegaai! Want dat beessie leefde nog net lang genoeg om nog bij twee andere dames dienst te doen. Toen was-ie niet meer in leven te houen, en toen.peigerde die het echt af. Maar toen had de timmer man een soort van ijskastje gemaakt, on daar hield ie dio dooie papegaai toen nog een week lang in goed. En elke keer kwam hij weer met een bedrukt gezicht bij een van de dames: mefrouw, uwes papegaai licppct fenacht afgelege. As u is wil kommo kijke... 4 't beessie is al heèlemaal stijf. . Toen wc in Holland aankwamen, had de baas zeven springlevende papegaaien ergens op het schip verstopt staan. Dio dooie papegaai had-ie op *t laatst maar overboord gezet, toen ie 'm niet meer noodig had. En wat-ie nog aan fooien en verzorgloon heeft opgestreken, en aan geld voor een kissie.... De reis daarna is-ic ontslagen, die 'oplichter. Maar .je moet er toch om lachen! W. J. VAX BALEN PAG. 19 DE GROENE No.3034 Kossim met het stuk kleed uit de Kaöbah Het honorarium DE arbeider vraogt na het volbrengen van zijn dagtaak een loon. Do arts daarentegen vraagt aan zijn patiënt «.-in /fowwr/tou. Nu ik er over pa schrijven voel ik eigenlijk pas welk ven reusachtig verschil er tuaschen die. twee be grippen bestaat. De Romeinen noemden ooispronkelijk de geschenken in graan en wijn. die de bewoners der wingewesten onverplicht, aan hun bestuurders aanboden: ..honorarium". Maar in later tijd is daarin de klad gekomen en werden dergelijke geschenken niet alleen geëischt, maar zelfs afgeperst. En zoo is het, in den loop der eeuwen, gegaan met vele honoraria het loon van degenen, die de arte* liberale*, de vrije kunsten..-? uitoefenen, .En het medische beroep is tenslotte ook een kunst. Zelfs een vrije knust, ondanks zijn'diepe gebondenheid. Welk honorarium kon ik oischen van den Arabischen koopman Kasshn Boy voor bewezen diensten tijdens mijn verblijf in de heilige stad Mekka, waarheen ik ter bedevaart getogen was? Op een morgen vond ik hem voor mijn deur zitten en vroeg hij mij met hem mee 4e willen gooi» oni te helpen. Twee lange dagen en nog langere nachten had hij bij zijn jong»? vijftienjarige vrouw, «lic in blijde verwachting verkeerde, gewaakt en nog was het kind niet geboren. Vriendinnen on vrouwelijke familieleden waren in groot e- getale komen toesnel Ion.' Ze hadden vele kornitspreukon gepreveld en tolloozo malen fug. jah ar Habi" geroepen en kaarsen gebrand en amuletten op de dijen van de kraamvrouw vastgebonden (die anders binnen het kwartier helpen). Ze hadden brood aan ?-de armen uitgedeeld en oen schaap .geofferd. Manr niets van dat alles had geholpen. En toen had Kassim zijn laatste hoop gestold op dien Hollnndschen arts die, door Alhih's hand gezonden, hier in Mekka was komen aanwaaien. En zijn verzoek was niet te -vergeefs geweest. Heel vlot ging het echter in den beginne met die Imlpvorlopiiing niet. rvant de aanwezige vrouwen be gonnen met halsstarrig te weigeren een vreemden man in het. harem verblijf toe te laten, en dreigden zelfs hot raam uit te springen. Maar tenslotte gaven zij toe. En toen was de vrede .gauw gesloten. En wanneer ik '& avonds, rui de bevalling tot een goed einde te hebbeu gebracht, doodmoe naar miju huis '.terugkeer, heb ik het trotsche gevoel, als Europcesch arts hier in Mekka toch wel iets heel bijzondere medegemaakt te hebben l Wat mag ik je geven, hakiém," had Kassim Bey nie gevraagd. .,Zeg me wat je honorarium is." Ik wil als honorarium iets heel bijzonders van je hebben, Kassim ! Iets waaraan ik nog gedurende vele jaren vreugde zal kunnen, ''beleven, wanneer ik weer naar mijn eigen land zal zijn teruggekeerd! In de heilige Moskee van Mekka, het centrum van de gehcole Moslim wereld, ligt de Kaabah, het huis van Allah. In een van zijn hoeken is de zwarte steen ingemetseld en hij is bedekt met een zwart zijden kleed dat ieder jaar vernieuwd wordt. Van dat kleed wil ik een stuk hebben. Vraag aan dcnSleutelbewaarder van de Kaabah om het mij te verschaffen." Den volgenden morgen reeds heeft Kassim mij het gevraagde ter hand gesteld. Dr. P. H. v. D. Hooa ; i i-rl l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl