Historisch Archief 1877-1940
m de
KERMIS IN HET
STADJE AAN
DE ZEE
HET is kermis. Heel het stadje aan de zee
staat nu vol met kleurige kramen, vol met
draaiende trommels, vol met vroolijke
hoezen over fantastische vormen, van het station
tot het plein voor de kerk; Maar ik zal u niet langs
de smalle singels voeren,, door de straten met
de kleine huisjes, de kleine kamertjes en de grooto
groene planten. AVant ik heb do kermis mee ge
maakt van uit de looping-tlu-loop, bij vrienden
die er zulk een moderniteit, exploiteerden. Ik wil
me concentreeren van n kijkpunt uit en de
kermiskaleidoscoop voor u laten schitteren n
flonkeren gelijk eens Barbusse in zijn Enfer" dit
in veel schuldiger materie gedaan heeft.
Draaien, draaien, altijd maar draaien", spelen
vele orgels en 't schijnt dat dit gedicht voor de
kermis: gemaakt is. 's Menschen zwierbehoefte ia
oneindig, 't Js maar goed dat we op een dubbel
draaienden kogel leven. De menschen hebben er
schijnbaar nog niet genoeg aan. Ze zwaaien in alle
dimensies, horizontaal, verticaal, hl allerlei instru
menten, die ze wonder boven wonder weer goed
afleveren, maar die gemaakt schenen om de ribben
te kraken, ze den gal in den mond uit te storten.
Men ziet zijn naasten in de lucht, over den grond,
in alle vormen van hoeken laag en hoog over de
wereld zweven en op 't laatste oogenblik
tcrugkeeren tot dat evenwicht dat we zoeken om 't
te verbreken en verbroken om het te zoeken. De
looping-the-loop die op 't'plein voor de kerk
staat -t- een bekoorlijke traditie wil dat kerk en
kermis in kleine plaatsjes elkaar vinden, want
naïeve menschen leven hun leven onder de oogen
van God de looping the loop sluit menschen
op in kleine kooien die aan het zwaaien gaan.
Wanneer de dilettant-acrobaat zelf de kracht en
den plag niet heeft, wordt hij geholpen door een
zwaai-knecht, die ten slotte zooveel geweld in de
slingering van de draaikooi brengt dat de kooi
uit zijn hoogstèn stand doorslaat en de mensch
een reuzenzwaai volbrengt in gevangenschap. De
looping-the-loop is modern, ordelijk, mechanisch
van. binnen, maar zijn uiterlijk is hoog gekleurd
als alle kramen en tenten van de kermis.
Ik zit dan ia een cassa-hokje, naast een vriendin
die hoog op een groen kussen troont, om het bedrijf,
de klanten, de knechten en hun onderling verkeer
goed te kunnen overzien. Het cassa-hokje is
vriendelijk beschilderd; wij zitten er als kanarie
pieten in een spiksplinternieuw kooitje, 's Middags
is het reeds even druk geweest, toen de
ambachtsschool uitging en de jongens n jongetjes in hun
blauwe werkpakken voor de looping-the-loop
bleven kijken. Waar de jongens van do
ambachtsschópl aan dachten, dat zag ik wel. Draaien,
draaien, altijd maar draaien.-?ja maar ik heb nog
net een dubbeltje op zak. Hoe ik m'n hand ook door
m'n zak draai, d'r zit niets in." Langzaam maakten
zich de rijkstcn en de voor verleiding het
gevocllg?ateh los uit de groep. Daar zaten zij in de ijzeren
kooien- van de looping-the-loop. En men bewon
derde de prachtige standen die sommigen onwille
keurig aannamen; het been in uitval, déarmen ge
spannen, stonden zéin hun draaikooi als op hun
levenspost; anderen hielden de uitschietende en
oprijzende en weer in de breedte uitschietende en
ncerzwaaicnde kooi in beweging door een enkel
licht gebaar. Zij die met hun achterste kwispelen
als een hond met z'n staartje, die duwen en trekken
PAG. 18 DE GROENE NB. 3036
en zuchten en knielen om ook met zwier te draaien,
die kunnen het niet en moesten, net als ik, er maar
niet aan beginnen.
Maar nu tegen den avond begint het werkelijk
druk te worden om de tent. De Nederlandsche
marine is aanwezig, matrozen in groepen, matro
zen met meisjes, matrozen met mariniers ver
sieren met de vroolijke schoonheid van hun uni
formen en hun blijde kracht het met burgers en
buitenlui en kermishoudende meisjes gevulde plein.
Ik zie zelfs een heel knorrig kijkende oude dame
die in een kaaretje wordt voortgereden en over
wier slecht humeur twee allervriendelijkste dames
zich heenbulgen. Een erfenis? Of medelijden?
* * *
De kermis heea haar eigen humor. Terwyi ik,
pet over de oogen, in de cassa zit, komt
een jonge man om een gratis rit m de
looping-theloop vragen. HU identificeert zich. Hij is de knecht
van de Turksche schop, die büna vlak naast the
looping-the-loop de menschen hemelhoog verheft.
Variatie is maar alles,
De knechten springen op tegen de naar boven
of naar beneden zwevende kooien, trekken, duwen,
slaan buigzaam in de knieën terug en werpen
zich de hoogte in. Er zijn losse en vaste knechten.
De laatsten dragen soliede werkbuisjes, de eersten
de fantasiekleeren van hun elegante daUes. Er
zijn er uit Groningen, en uit Antwerpen en uit
Brabant. De losse jongens bewonen het woon
wagenkamp en zoodra er in een plaatsje een
kermis-leger .arriveert, zwermen de spreeuwen van
de werkloosheid en pikken, och arme, naar
kermiskruimels. Zoo is er ook Joop. Joop heeft al zes
dagen lang rondom de looping-the-loop geschar
reld, eens gekeken, eens met de andere jongens
gesproken,- zich ingedrongen, hij is reeds geen
publiek meer, hij komt al zonder kaartje op het
emplacement en is toch nog geen knecht. Dien
avond is n van de vaste knechts uitgevallen.
Joop eischt nu als zijn recht heeft hij niet lang
reeds meegeleefd met de looping-the-loop?
dat hij de losse aanstelling krijgt. Men aarzelt.
Enfin, vooruit dan maar. Joop is een
fantasiemensch. Hy heeft de kermis betreden als
bonisseur". Hij fungeerde voor animiermamsel" voor
de tent van Adam en Eva. Maar hetzij dat Adam
en Eva over den kop ztfn, hetzij dat zij uit hun
Parades verjaagd werden, een anuniermamsel"
of bonisseur" is er in Eden niet meer noodig.
En Joop, in een paars pak met geel vest, witte
schoenen, hooge vieze boord, een zwierig-vlekkerig
hoedje, is zonder werk. Ik vraag hem naar zijn
oervorm, nog voor de tijden van Adam en Eva.
Op deze bijbelcrltische vraag antwoordt hij,
eigenlijk decoratieschilder te zijn. Maar twaalf
bazen gaven hem nul werk. En wat moet je doen?
Ja, zoo is onze t^jd. Zwaait de menschen hun vak
uit als délooping-the-loop, maar verzuimt ook
op te gooien. Joop werkt met den mond," zegt
de laconieke meesterknecht, een Oost-Fries, die
den waren zin voor Joops doceeren niet heeft.
Wanneer namelijk de cliënt in de kooi in de hoogte
is, gaat Joop doceeren; hij knikt goedkeurend of
afkeurend, h^j geeft de beweging van den klant
leiding, hU wijst hem met gebaren en
gezichtsvertrekkingen hoe hU duwen, buigen, trekken,
strekken moet. Joop voelt zich een
gymnastiekonderwijzer. Hij kan maar niet zoo ineens van
schmoezcr op de kermis" zwijgend trainer worden,
van Athene naar Sparta gaan. Joop is
grandsoigueur. Even is er geen klant. Met een gebogen
wijsvinger roept hij een juffrouw tot zich en vraagt
haar als een pacha een ijswafel voor hem te halen.
Joop spreekt, ktfkt triomphantelijk rond als hij
ook eens zyn handen gebruikt heeft, hij coquetteert
met zichzelf, met zijn werk en het publiek. Hy is
pedant en schlcmielig, dubbel-déclosséals dccora-.
tic-artiest en als verstooten gangmaker voor ons
aller vader en moeder, Adam en Eva.
Nu verlaat ik m'n cassa om zelf de kermis op
te gaan. . ?
Emotiebanen rennen voort langs dood en
verderf; terwijl men eens anders doodskop aan
staart, voelt men zjjn eigen maag. De Hups",
de Caterpillar zwiert met z'n levende have als
een bergbaan in de rondte. Maar plotseling ga
ik een klein dijkje op en sta voor de donkere zee.
In de verte staan star en laag in den niet meer te
ontwaren hemel de lichten van Texel. Vlak achter
de kermis houdt de aarde op en begint de sombere,
schoone liefdeloosheid der doffe golven. En wanneer
ik om n uur ??om twaalf uur komt de politie
zeggen dat de kermis moet sluiten ha den
woonwagen lig, zie ik af en toe in het donker,
waarin het lichtend feestgeflonker is doodgelegd,
de vage, witte hand van den vuurtoren, die cirke
lend de kermistenten aait.
SlEÖFRIED E. VAN PRAAO
Hoe jammer alles is
voor iedereen
HENRIËTTE VAN EIJK
M EN EEK vnn Naeldwijck is
gepasseerd. Dat zegt ie >i>»'t*
maar 't is zoo.
Ik bedoel als minister. Wat voor
soort minister geeft niet. maar een
man nis de otiwo meneer van
Xaeldwijck heeft récht op reu zetel. Als
ze hem niet hadden willen hebben
voor Handel en Veeteelt, was ie toch
zeker goed genoeg geweest voor
Marine. En 't is muggen7.ifterij om
te zeggen dat ie er niet» van weet.
Niemand weet er iets van. Dat hóórt
zoti. Dat geeft juist iets onbevooroor
deelde.
Nee. de ouwe meneer van
Naeldwgck hóórt in een cabinet. Hij is een
persoon. Niet alleen binnen de grenzen,
maar ook daar buiten, tot en met
Amerika, waar ie doctor honoris causa
is geworden naar aanleiding van ouwe
prenten met t'olumbus, die \c jaren
lang cadeau heeft pegeven aan de
Brcakfast University. En omdat ie
indertijd veel reisde voor z'n lever,
kwam ie om de haverklap op eigen
kosten en hield lezingen over die
jHtnteh in de Bioakfae>t Uni\cn*it\,
tot zo daar voelden, dat 't zoo niet
langer ging. en hem. tegelijk met
Baby Bulks (het achtjarig filmwonder)
iets maakten in de kunst geschiedenis.
wat tóch overigens een vak in waar
niemand wat van weet, enkelen uit
gezonderd.
Kr is toen een minderwaardig blad
geweest, dat tegen meneer vnn
Xaoldwijck op kwam omdat ze vonden dat
't oneerlijk was. dat de een jarenlang
moest lecren en examens doen. terwijl
de ander alleen maar losse eauserieën
hoefde te houden bijp>i-udeiui gegeven
dingen, wat een valsehe schijn wierp
op de situatie.
Wanneer menschen als Baby Bulks.
»-n Mengelberg, en Kloos, ««n van
Deyssel zonder een vinger uit t««
steken doctor honoris cmisa worden.
zie ik niet in waarom een veel invloed
rijker persoon, die bovendien dingen
cadeau geeft en- gewichtige zaken
leidt in weerwil van z'n lever, gén
recht zou hebben op een geringe ver
goeding.
Enfin, die t Hol staat «-r buiten, waar
ik 't over hebben wou is-de zetel.
Wo dachten allemaal, dat ie 'm
krijgen zou. en Amélie. zijn dochter.
dacht het ook. en Ze kocht boeken over
Lloyd licorgo en z'n dochter, en over
McDonald n z'n dochter, en ze Ia*
ze. en maakte plannen als dochter, en
luitenant Knakkérman viel uit de
hemel omdat ie wist, dat Amélie o«.«u
zachte, plek voor hem had. waar ie
nooit op in was gegaan door omstan
digheden, maar waar ie nu plotseling
verandering in bracht door een
mnnifeStati'i v *n zichzelf met een
uitnoodiging tot een concours d'élégance
voor paarden, waar ie haar heen bracht
met z'n tanden op elkaar, want Amélie
heeft een prachtig karakter, inaur
haar uiterlijk is giraffeachtig, wat,ze
accentueert door gespikkelde en ge
streepte jurken, wat zo niet moest
doen, maar wat ze doét.
5ic is eigenlijk mijn type nijjt'%
zei luitenant Knakkerman tegen .Vu'
' oude Mama, en z'n oude ,Mama zoi.
dat iederén in zurw appels bijt, on
luitenant Knakkerman reed door het
maanlicht met Amélie in iets
gt-spikkelds, en hij kwam als maar, en deed
? vrecselijk lief met bloemen, en hun'
vriendschap werd iets moois, omdat
luit onnut Knakkerman nog wel niet
wist waarin haar vader minister zou
worden, maai' omdat io hoopte op
Oorlog, wat vrèsefijk voordeelig
zou zijn voor de carrière, van een
eventueele schoonzoon in het leger.
En ondert unsehen schijnt er wat
geweest te zijn niet op- en neergaande
guldens, en onze heei-en deden ont
zettend moeilijke en ingewikkelde
transacties. En meneer van.
Naeldwijck gaf raad, en ontving kopstukken
in zijn 'woning aan de Koningskade,
maar mademoiselle verloor ham* hoofd
«n begon het postkantoor plat te
loopcn met een spaarbankboekje, tot
het ter sprake kwam op de
DamesLccsmiddag bij (iravin Knal. waar
ze booken lezen en bespreken met
debat. Tegen de thee kwam het ge
sprck op 't spaarbankboekje van
mademoiselle, en Mama zei. dat ze
voelde dat het immoreel van made
moiselle was. en dat ze dus getracht
had haar dat uit tu leggen, wat niet
gegaan was omdat je zooicts moet
voelen, en omdat woorden te kort
schieten op economisch gebied.
,.lk weet 't natuurlijk zélf van
A tot Z", zei Mama. ..Maar om niet
zoo'n probleem bij een ongeletterd
iemand aan U* komen....':
Df Dnnies-Leesmiddag knikte be
grijpend, en Amélie van Xaeldwijek
zei dat zij 't wel es aan madenioisollc*
wilde uitleggen tot ze zich zou scha
men. .,Ik zal er indirect over bcginr
'non", zui ze. ..In 't algemeen....
Xonder ióts te zeggen
Eigenlijk jammer van j«- tijd",
zei Mama. ..Voor die paar honderd
gulden van dat mensch je. Xe heeft
nu tóch al een beschuit blik met
franken gekocht....". maar Amélie
blaakte in die dagen van de principes
en zei dat ze Donderdagavond wel
es langs ons zou komen, wat Mama en
ik dadelijk doorzagen omdat luitenant
Knakkerinaii Donderdag* komt brid
gen niet zijn umie Mama-als-verzet je.
Die. Donderdag moet hoogst 'irritant
zijn geweest. Om. te beginnen had
Mama niadenioiselle vastgehouden in
de kamer tot Amélie overeen en ander
zou beginnen, maar Amélie begon hee
k-maal niet over een en ander, en mijn
lieve ouders (ik was uit) voelden zich
'hoel onpleizierig omdat het bridgen
niet kon doorgaan door Aiülie. di
nnast luitenant Kuakkeriiian was gaan
zitten inplan t s van naastmademoiselle
die opzij aan de theetafel haakte.
En luitenant Knakkorman kreeg
oen sein vnn z'n oude Mama. die óók
seinen gaf aan mijn ouders, waarvan
het slot was dat ze luitenant
Knakkerman met een knipoog in de. erker
liet gaan zitten niet Amélie. terwijl
mijn ouders werden ? opgeknapt met
madcmoisulle als vierde wat nog
nooit is voorgekomen met een onder
geschikte. '.'.'....
Enfin, 't' was een spel van niets,'
Papa ««n Matrin voor gek zittend met
'hun eigen mademoiselle en de oude
mevrouw Knakkerman, ' die aldoor
onbewust naar de erker zat t e luisteren,
waar 't'stil was. ?-'.-'.
Om' elf uur kwam het. einde met
koffie en sandwiches, omdat mevrouw
Knakkermari niét drinkt.
'Wat;op..in de erker is gebeurd is
natuurlijk moeilijk- te zeggen, maar
toen ze te voorschijn kwamen 'zag
luitenant Knakkermari er bleek maar
vast beraden uit. Amélie, m. iets g
streepts met gebloemde, blokken, ging
op arendsvleugelen naar haar oude
Papa, die juist weer een conferentie
had gehad met leiders.
Eli vanaf dat oogenblik kwam luite
nant Knakkérman er als kind aan huis,
Amélie verdeelde haar tijd tusschcn
hem en do dochters van Uóyütioorge
en McDonald.
Hoewel ik .mi! nooit hcelt-maal
verASenhorT
^^^ Ak^CTCDDAM
AMSTERDAM
WEEGEWIJS
RAPENBURG 44 - AMSTERDAM
MARMER
MARMERSLIJP
NATUURSTEEN
Telef. 42662
BADEN, GEYSERS EN WASCHTAFELS
G. J. DE KONING & Zn.
Opgericht 1739
* ?? ' , i
Amsterdam C Telefoon 32457 Keizersgracht^"7
Bezoekers aan Amsterdam
Victoria Hotel - Damrak */<> C. Station - nood
WIJ verzorgen U In ons hotel tegen matige prijzen.
U «uit tevreden xljn !
Kamers met Holl. ontbijt Lunch Dh
vanaf f 3,60 f 1.60 en f 2.?f2.?,
f3.diept heb in politiek omdat ik oen
vrouw ben. verdiepte ik me daar nu
wél in. en-ik begreep niet waarom zo
het zoo moeilijk vonden om oon
gowooh cabinet -te makei,. omdat.
volgens mij, een cabinet zoo eenvoudig
is als de weg -naar Komc. n ik voelde
hoo langer hoe meer eerbied vóór mijn
eigen intelligentie en had 't graag
geprobeerd, miutr tic menschen Vlie
het kunnen krijgen geen kans. dat is
altijd al 7.00 geweest eiv dat is treurig.
En iedereen verwachtte
ondertusschen iets definiüefs tusscheii.lui
tenant' Knakkerman en Amélie. maar
luitenant Knakkerman wilde wachten
tot er zekerheid zou zijn over het
cabiiiet om allo feestelijkheden te
concentreeren, maar zijn oude Mama.
regelde alles al achter zijn rug op de
Koningakade, en gaf Amélie de ring
van Overgrootmama Knakkérman.
die altijd in rechte linie is overgegaan
van moeder op kind, en toen was er'
geen speld meer tussehen te krijgen.
En de «lag daorop kwam de krant
niet een ministerie zói
meneer van Xaeldwiji
vreeseltjke slag gaf.
Ik y.al iiiiiuiulijk u
ministerie zeggen. H«?t
ontzettend knappe man
een zegt. dtttrt erg goed
En cèilijk! Iedereen b ~.v ..,.
ministerie.... . ? . . " , ?
vMaar waarom moesten-ze een in
vloedrijk man als de oude meneer ynii
XueUlwijck passeeren?
; En waai-om moest luitenant
Knakkt-rmnn daar liet slachtoffer van
worden?
Ik weet niet piveies hoeveel .we
er hebben, maar waarom kon er'hu
nog niet n onnoozele minister bij?
IIoo meer ministers hoe beter. Het is
onverantwoordelijk 'do hersens van
mOneer van Naeldwijck braak te
laten liggen in een tijd als deze.
Het is in elk geval allemaal' erg
jamnier voor iedereen, ? speciaal \'oor
luitenant Knakkérman, di
onzichtIm.-u1 is geworden.
f! J
(l
PAG. 19 DE GROENE No.3036