Historisch Archief 1877-1940
B l os co py
"l
Louis de Bree
DE KRIBBEBIJTER"
De Xederlantlsche film praat vooruit
PROFETIEËN zijn. gevaarlijk niet in de
laatste plnnls waar het do film geldt! Uit
het koffiedik der conjunctuur en met het
ei van den Hollandschen volks-aard werd reeds
bjj lierhnling de ondergang der jeugdige
NederInndsche filmindustrie voorspeld: Van ..volks-nnrd"
gesproken: de onuitroeibare liefhebberij van onze
natie om alles te onderschatten wat van eigen
'bodem komt, moge hier een evenzeer uiterst
belangrijke hand in het spel hebben.
Hoe dan ook het heette met groot e vast
beradenheid, dat het rendement absoluut on
toereikend was en de finanticcle catustropho om
zoo te zeggen met de hand te grijpen viel. Verder
was daar de vermaarde fantnsic-luosheid" van
den Nederlander (producent en publiek) die het
onmogelijk moest maken, dat hier een cinegrafiseho
industrie ooit tot bloei 7.011 komen. Kufin liet
sloot allemaal als een bus on dus kwam het
anders uit. Want t*wec jaar na De Jantjes" blijkt
do animo om Nederlandsche films te ma ken groot er
dan ooit. Wij zullen niet op'olize beurt met koffie
dik en ei gaan werken en beweren, dat de
vaderlandsche productie er ia ! Het geval lijkt ons te
ingewikkeld en te onzeker om verder te willen
gaan dan het constateeren der feiten.?maar die
feiten leeren ons nuchter-weg dat er niet slechts
ettelijke nieuwe nationale producten op stapel
Staan, maar dat zelfs een hecle filmstad in de
Wassenaarsche duinen bezig is te verrijzen. Nog
eens: de hemel beware ons voor een oordeel om
trent de finantieele fundamenten.... dat is niet
ónze zaak. Maar. onder deze omstandigheden van
een ten doode opgeschreven project te spreken,
ly"kt toch wel wat al te dwaas. .
Een andere quaestie, die nog altijd overweging
verdient, is de houding van publiek en critiek
tegenover de Nederlandsehc film. Zy is reeds meer
malen in het geding gebracht en terecht, want
het betreft hier een even delicate als vitale Zaak.
Er is te dezer plaatse reeds eerder gewezen op het
Franschc voorbeeld, dat ons een partijdige en
alles-goedpratende critiek liet zien, die het publiek
van de wijs bracht on geen gering aandeel' hooft
gehad in de. debacle welke zich zonder onder
breking in de Purijsehe studio's afspeelt. Wel
??partijdig is óók de Neder In ndscho critiek, in
zooverre als zij het slagen van dit nationale
experiment met alle energie wenscht te steunen.
Maar dat zij alles goed-praat" zal niemand van
onze film journalistiek kunnen beweren. Integen
deel - er.is over diverse prestaties dor N
derlandeche productie in onze pers een even hard als
rechtvaardig oordeel gevold en wanneer wij mogen
vaststellen dat do Nederlandsche film leekenen
van vooruitgang vertoont, clan is dit zeker 'goed-'
.deels aan deze welgemeende^critiek te danken.
Onder den druk der noodzaak
INTUSSCHEN is daar een differentie van onder
scheid' gebiedende eisch en dient een zekere.
selectie' der nonnen in het oog te worden gehouden,
diégeen verantwoordelijk criticus mag negeercn...
vóór alles torwilie van de reactie op het publiek.
Met koffiedik
en ei
L. J. JORDAAN
Natuurlijk stellen wy ons allen idealen wy
droomon zonder uitzondering van hot product.
?lat /irh vrij hooft weten to maken van iedere
rommoreioolo beperking on goon nndero intenties
dient dan den onnflmnkelijkon hoogon
scheppingsdrang. Wij woton dat do filmkunst reeds vast
gonoeg in haar schoenen staat, om voor oen der
gelijke opgave niet uit don weg to hoeven gaan.
.Maar het .is ons ovenzeer bekend, dat om oen
soliede technische en finantioolc organisatie op te
bouwen, die geen incidenteel doch een ?permanent
karakter draagt andere voorwaarden in het
geding komen. Voorwaarden die de eenige mogelijk
heid tot een d u renden, progiossievcn arboid
bevatten. De practijk heeft geleerd, dat alleen oen
syst erna t ische. good-gefundeordo Dauer-Arbcit"
in staat is de ontwikkeling der film te volgen het
zy gezegd met allen oerbeid voor het incidenteele
experiment. Do dagen van het ón-mansu vontuur
zyn met de komst dor geluidsfilm nu eenmaal
voorgoed voorbij de steeds kostbaarder wordende
apparatuur heeft aan die kortstondige idylle
(gelijk iedereen weet) een eind gemaakt.
Wie realiteitsbesef genoeg heeft om dit in te
zien en te begrijpen dat do filmindustrie o.a. ook
een.... industrie is, die zal zich bij het vaststellen
van zijn oordeel door al deze overwegingen laten
leiden. Er is een houding denkbaar?en zy getuigt
stellig niet van gebrek aan liefde en enthousiasme!
die ieder product dat buiten het zuiver artis
tieke terrein valt onverbiddelijk afwijst. Maar
men dient t-r zich rekenschap van te geven, dat
dit .,nlles-of-niets" beteekent: de doodsteek voor
een georganiseerde nationale productie. Want
om do ingewikkelde en dure machinerie óp gang
te houden, /onder welke ook het moderne artis
tieke experiment niet mogelijk is, moot men oon
productie dulden die do,eindjes aan elkaar weet
te knoopcn door het bren^.'i» van behoorlijk
rendcerondo artikelen" d.w.z. door het af
leveren van het eenige commercieel dankbare
product : het amusement.
Dit beteekent een compromis geen ver
standig inensch zal er de oogon voor willen
sluiten, maar een andere keuze bestaat er
(voorzoover wij kunnen zien) niet! En per saldo: ook
de amusements-film in haar broedst opgevallen
zin, heelt in den loop der tijden getut.nd de film
omhoog te kunnen stuwen.'-.;
Knap werk van regie en spelers
WANNEER wij dan voor een* werk als Do
Kribbebijter" komen te staan, gelden al deze
argumenten in hun volle kracht. Deze film-transpo
sitie van een tooneol-klucht heelt nicls hoegenaamd
te maken met een moedigen idealistisch experiment
als Dood water ' was noch met een arbeid als
Op hoop vanZog«'ii", die ernstig en met talent een
ideologie diende, Do Kribbebyter" is eenvoudig
oen aanval mot lach-ga» oen
vroolykheids.generator, die ontspanning en jolijt wil geven'.
De hoelc situatie is in haar gewrongenheid en
onwaarschijnlijkheid, -maakwerk. Zoo'n
nijdasserige baron", die zijn onbekende schoondochter
voor de huishoudster aanziet ej» zijn bloodeigen
dochter wil uitluiwolijkon aan een sulligon idioot...
dat hcele spel van absurde .vergissingen, en ondenk
bare misverstanden is wel heel erg bedacht en
goedkoop, liet i» oon conflict van blijspel-clich
figuren, zonder -én menschclijkc noot -?een
geforceerde Wodehouse-humoreske,; die : draait
om aardige pointes en goedgevonden.verrassingen.
Intusschen -~-höt tooneel, dat den haam indus
trie" met verontwaardiging afwijst, heeft getoond
zich voor een leverantie en-gros van dergelijke
producten niet te goed te achten.... en het is er
door de eeuwen heen wol bij gevaren..
Aldus beschouwd, wordt oen film als De
kribbebijter" een stuk handwerk do resultante van
een zekere hoeveelheid intelligentie, geest en .-{niet
in de Inatste plaats!) vakbekwaamheid, naar
welke normen zich het rechtvaardige oordcel hoeft
to richten.. In dien zin nu, kan dit oordcel niet
anders dan onverdeeld gunstig luiden. Om te
beginnen met hetgeen voorshands nog het voor
naamste in de tegenwoordige omstandigheden is:
de vakbekwaamheid. Deze toont hier een vooruit
gang ont niet te zeggen': een perfectie, welke
PAG. « DE GROENE Ne. 3037
Cor Ruys
wij nog in geen ander Nederlandsen filmwerk
constateerden. Hier wordt een komisch verhaal
gedaan (van welk gehalte dan ook) en do vraag is:
weH het vlot, zeker en overtuigend gedaan?
Waarop het antwoord moet luiden: in alle op
zichten. Het is geen gering compliment aan de
makers, dat men onder deze briljante, tref-zekere
en dikwijls spiritucele voordracht het niveau van
het onderwerp totaal vergeet. Wij kennen allen
de Kribbebijter" nis tooneelstuk en het is deze
(overigens zoo gevaarlijke) wetenschap die ons
bewust maakt van de originaliteit, waarmee het
filmmateriaal hier werd toegepast. In dozijnen
wendingen (do beschouwer kan ze zelf opzoeken)
bereikt do film sterke effecten door volkomen
oorspronkelijke middelen. Geest on
vakbekwaamlieid gaan hier hund-in-liand gelijk steeds in
liet gemiddelde goede filmwerk het geval is. Men
heeft do prnat-grappigheid van hot tooneelstuk
omgezet in zeer waardoerbaren film-humor....
ziedaar een prestatie, die men niet mag onder
schatten ! Niet overal is dit experiment even goed
geslaagd: speciaal de tweede helft valt nogal eens
terug op hot Bülmo-effect", maar dit vermag den
onverdeeld gunsligen totaal-indruk toch niet te
schaden.
Ligt dit aan het intelligent bewerkte scenario?
Aan de vaak brillnnte regie? Aan de dikwyls voor
treffelijke speii'i-s? Hot zal wol de totaal-som dezer
factoren zijn: het manuscript is een dor levendigste
intcms welke wij op dit terrein leerden kennen
de regie toont xich zeker van haar zaak en
uitermate vindingrijk. Do spelers zijn bijna stuk
voor stuk te loven. Dat men eindelijk eens andere
krachten .hoeft gezocht on het gevaar van een
'(vooral in do klucht zoo funeste) clan van typen"
trachtte te vermijden, werpt reeds verrassende
vruchten af. De Uree met zijn stillen en merkwaar
dig ingetogen humor werd het grooto succes van
do film. Mary Dressélhuys en Chris Baay zijn dn
twee pntdekkingen". Geschoold in het
voortrcffoly'k ensemble van Laseur, dat zich in stijl
en expressie zoo beslfc.t naar de film toewendde
(o, bioscoop-lintendo toonoelfanntici!) brengen
zij al de .zuiverheid on natuurlijkheid van dit
microscopisch-verfijnd, tooneel mot succes naar
do micrscopiseh-verfijnende film over. Tenslotte
(om do zeer goede jeune-premier, wanrtoo zich
Frits van D^ongon stood.* moor ontpopt on den
als altijd frappant on Kiehl slechts terloops te ver
melden) is daar Cor R uys. d ie -nog nooit X'oor de
lens speelde en een begrip voor do film en een
soberheid loont, die menigeen z&\! verrassen. HU
heet geheel tot do film bekeerd.... ei, ei T
Summa sümmarum: in zyn genre een verheugen
de vooruitgang, die op zijn wijze nieuwe
bomvsteenen aandraagt -voor epn langzaam maar
gostudig-uuri groeiende nationale productie en
die ons moed behoort te geven voor de toekomst.
Het koffiedik on het ei ten spijt!.
AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN
wordt vtnocht bij hun bl|dr»jen otn jtfnnktird
briefomslag m«t adrei van d«n afxend«r In w «lulttn.
Op hit adru van itukktn. voor d« radactl»
btattmd, vtrmeld* men («tn nam«n van p«r*on«n.
Verzamelen
PRENTEN VERZ AM E LI N G EN
Over verzamelaarsmerken en prentenkabinetten
EIJJN ding hooft do prenten- (on tookoningoii-)
vorzum'laar voor alk- andoro verzamelaars
voor. als m«n dit als oun vtiorrooht wil
beschouwen: hij kun in zijn prentun v«»ortlovon,
in letterlijken y.in -/.ijn stempel daarop to drukken,
z|jn verzamoluursmork. «on liefst zoo klein mop-lijk
monogramiuotje of under toeken, «on diskrote
herinnering daaraan, dat hij eens cfu prent bezeten
hoeft. Niet allo ver/.unielaars hebben merken gohad.
Gelukkig! Ander* zou oon prent, die dikwijls van
eigenaar verwisseld was. or moeten uitzien als do
koffer van oen hotolmorkoiunaniak.
De gewoonte om zijn prenten met zijn merk to
voorzien komt eerst in do tweede helft dor XVIIo
«ouw op. De oudste merken /.ijn met de hand
geschreven namen, zoouls die van den Franse l ie n
prentcnhandolaar P. Mariotte, den stamvader van
oon geslacht van prentenverzatuolaars. waarvan
de in do XVIIIc eeuw levende P. J. Mariotto, die
do prenten slechts met zijn initiaal merkte, de
beroemdste was. Do letter M was in dit geval een
soort van waarborg voor de kwaliteit van de prent
on werd als zoodanig ook door handelaar en
kooper beschouwd. ;
Een vroeg, beroemd merk Is ook dat van den
verzamelaar-handelaar Nieolaes Antoni Flinck.
een zoon van den schilder, wiens vor/amoling
vooral rijk was aan HeinbrandUeekcningen, die
op de vcilmg-Flinck in 175-1 door den Hertog van
Devonshire gekocht werden.
Beroemde merken der XVIIe en XVIIIo eeuw
zijn voorts die van do grooto Engelsehe schilders
Lely, Reynolds en I>awronce. en van Hollaudsche
merken zij hier slechts dat van Ploos van Amstel
'i vermold, die zich vooral ook door zijn zeer geslaagde
reproducties, van tookoningcn in crayon- eu
aquatintmanier grooto bekendheid hoeft verwurven.
Er ?/, ij n nu ongeveer 3000 verzamelaarsmerken
bekend, waaronder talrijke, die nog niet aan een
bepaalden naam konden toegeschreven worden.
De kennis van al deze merken is voor den ver
zamelaar een onontbeerlijk hulpmiddel. Ken
oud merk van oon vermaarden verzamelaar is in
vele gevallon een goede aanbeveling on verhoogt
do handelswaarde van een prent.
Voor don doolhof van merken bobben wij nu
een uitstükcnden leidsman in het grooto (on ook
kostbare) werk van Frits Lugt.. dat in do manier
van een woordenboek .samengesteld oen verklaring
van alle merken geeft, met een geschiedenis van
:do verschillende verzamelingen. Hoewel «lochts
feiten, jaarcijfers en prijzen ? vermeldend, is hot
geen droog boek, voor wie tusschou de regels te
lezen vermug.
Meestal 'brachten do' verzamelaars hun merk
bescheiden op' de achterzijde van de .prent of
tcokcning aan; maar velen ontzagen zich niet
ook op de voorzijde hun stempel te zetten; een
barbaarscho methode, vooral al» het merk van
grootere afmetingen was, zooals dat van den
vermoorden keizer Paul van Rusland, die ?
terloqps gezegd zijn verzameling van zijn moeder,
keizerin Jvatharina geërfd had en wiens steile
Russische letter P vele teekoningen ontsiert, zooals
wij verleden jaar op de fraaie tentoonstellingen van
Hollandschc teekeningcn bij Fodor een
boschlandschap van J. van Ruisdael gebrandmerkt" zagen.
In goon land ter wereld was vroeger'zulk een
groote -liefhebberij voor prenten als in de Neder
landen (Noord on Zuid). Geen wonder! Welk
land hooft ook vooral in de XVIe en XV l Ie eeuw
. zoo talrijke graveurs, en zoo.vele van don oorsten
rang voortgebracht als juist Nederland. Uier was
daarom ook de prontkunst als in geen ander land
populair in den goeden ziii van het woord. Want
u|et zooals elders, werden de prenten hier ver
zameld door Vorsten of den zpogenaamden adel,
maar de gegoede burger, de welgestelde koopman
waren de verzamelaars. Hoewel ook hier do
belangstelling voor prenten soms van vader óp
zoon of een ander familielid overging, on er eenige
families aan te wijzon zijn, wuar do liefhebberij
erfelijk was, zoo zijn dit toch uitzonderingen.
Meestal werd; zoo een verzameling na den dood
verkocht en weer naar overal verspreid. .Daardoor
is per slot heel wat voor Nederland verloren
gegaan.
OP do cersto openbaro verzameling van
prenten in Nederland ? mocht zich Am
sterdam beroemen; zij was in 1711 aan du
gemeente gelegateerd door don Amstcrdamschen
koopman M ichiel Hinlopen en werd eerst in de
Stadstoekcnakademie boven de ~ Lcidsche poort
bewaard en later naar do Kunstkamer in hot
stadhuis overgebracht, waar zij door vele vreem
delingen bezocht werd. De directeur van het
keurvorstelijke prenten-kabinet te Dresdcn, von
Holnoken, dio er in 1708 was, zegt in zijn reisbe
schrijving van haar: Sie bestehet ctwann uus
7000 Stücken, und sind die O Bande, von den
Italienischen Meistern, vor andcrn Werth
durchblattcrt zu werden. Hetgeen wij nu als de grootste
kostbaarheid van de verzameling beschouwen,
de 48 etsen van Scghors. heeft hij blijkbaar over
het hoofd gezien, of zij werden hem bij vergissing
of met opzet niet getoond. Het grootste
gedeelte van de verzameling 11 inlopen werd in de
XlXe oeuw aan het Rijksprentenkabinet af
gestaan.
De laatstgenoemde verzamel ing is van veel
later datum dan Amsterdam's eerste openbare
collectie; zy" is voortgekomen uit de particuliere
verzameling van den laatsten stadhouder, WillemV,
den eenigen Oranje-vorst, die zich voor prenten
en ook de praktijk van de prent kunst geïnteres
seerd heeft; onde.r leiding van Ploos van Amstel
heeft hij zolf een prent in crayon-manier uitgevoerd.
Samen met zijn rijke bibliotheek werd zijn
prentenverzameling in 1799 naar het illustre voorbeeld
der Frahschen, die de Bibliothèque du Roy on
het Cabinet du Roy in de Biblioteque Nationale
omgeschapen hadden, staatseigendom. Zij mocht
zich later in de bijzondere belangstelling van
Koning Lodewljk Napoleon verheugen, door wien
zy door gelukkige aunkoopen zeer uitgebreid
werd. Onder Koning Willem I werd zjj van de
Kon. liibliotheok afgescheiden en naar Amster
dam overgebracht, waar zij in hot Trlppenhuis
oen stil bestaan leidde, totdat zij in het
Ry'ksmuseum in 18S5 een waardige plaats hoeft gevon
den.
Van particuliere Noderlandscho collecths zijn,
van kleine afgezien, slechts twee bewaard
gebleven. Fodor te Amsterdam on Boymans te
Rotterdam, die boido nog in de naar hen genoemde
musea voortleven.
In Duitsuhlund on Oostenrijk bt staan nog heel
wat oude prentenkabinetten, die'in het absolutis
tisch tijdperk door hun vorstelijke verzamelaars
oorspronkelijk voor hun eigen genoegen
bUeengebracht worden, muur later in vele gevallen
staatseigendom zijn geworden. De belangrijkste
van deze verzamelingen is de zoogenaamde
Albortinu" to Weenon, dio haar ontstaan heeft
te danken aan den hertog Albert von
SaxcnTeschen, een schoonzoon van Maria Thensra, die
in de tweede helft van de XVIIIe eeuw stadhouder
van de Zuidelijke Nederlanden was en te Brussel
hof hK ld. Hier, wuar de' oude traditie van de
Nederlandsehe prentkunst nog levendig was,
heeft zijn liefhebberij baar oorsprong genomen en
steeds weer nieuw voedsel gekregen. Zijn collectie
nam hij later, bij de komst der Fransehen, mede
naar Weenen, waar zij fidoï-commissarisch bezit
van do Habsburgers bleef, maar stt-eds voor het
publiek toegankelijk was. totdat zij na 1018
staatsbezit werd. Merkwaardig, dat do particuliere
verzameling van don laatsten stadhouder van de
Zuidelijke Nederlanden, al was hot dan veel later
en in een andere stad, hetzelfde lot onderging,
als die van zijn collega-stadhouder, Will m V,
in het Noorden. M. D. HEXKEL
Conservator Rijks] Prentenkabinet
Teeken/ng voor Oe Groene von H. Versti/nen
Wapenfabrikant
PAG. 7 DE GROENE No. 3037