De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 17 augustus pagina 4

17 augustus 1935 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Bioscopy ?T Een avant-gardist bekeerd? L J. JORDAAN jean Dréville: Een hart van goud" (Alhambra, Amsterdam) MEN zou het zoo zeggen, op het eerste gezicht! Jean Dréville, de journalist -aest heet-came raman-cineast, behoorde in zyn koorts* achtige veelzijdigheid tot den typisehen na-bloei der ci-devant Parijsche avant-gardi'. In het door hem geredigeerde tijdschrift werden de problemen van het surrealisme behoorlijk gesteld naast de techniek van het filmapparaat en zijn Autour de l'argent" (in schijn de onschuldige reportage van l'Herbier's regisseur-arbeid) was in wezen de venijnigste satyre op de industriefilm en haar conceptie, die zich denken laat. In het kort: deze nakomer stamde regelrecht van de bistrotheoretici, die met een stompje potlood op het marmer der café-tafeltjes de toekomst der avantgardcfilm en daarmee den loop der wereld uit stippelden. Dat avant-gardegcdoc is voor de tegenwoordige generatie alweer prae-historische legende geworden ik heb daar onlangs nog op gewezen maar het i* merkwaardig dat deze vluchtige, rumoerige en snel-verdwenen ..beweging" zulk een taaie nawerking biykt te hebben op de ..groote" film. Dit systeemlooze. onberekenbare gcëjcperimentcor van lieden, die zich met evenveel trots als recht matigheid ..dilettanten" noemden, doet itemzooveel jaren na zijn eervolle begrafenis nog steeds van zich spreken en het geval mag des te curieuser heeten. waar het meerendeel zgner coryphaeën met de avant-gardebeweging is verdwenen. Ten slotte bleef dit ..cineasten-werk "-toch strikt binnen zijn theoretlsch-abstracte grenzen beperkt voor een overplanting naar de studio misten zijn be drijvers zoowel den practischen zin. als de onmis bare plooibaarheid en vakkennis. J n zeker opzicht is dus de heer .fean Dróville een buitenbeentje te noemen want hu komt hier als regisseur met een volslagen, was-echto speelfilm op de proppen, waarin (tegen alle ortho doxie in) een groot acteur als spil fungeert. En onwillekeurig zetten wij ons aandachtig tot een beschouwing van wat met deze rechtstreokscho overname uit den faillieten boedel gered werd. van dit werk en (eo ipso) in de conceptie van de moderne geluidsfilm in het algemeen. Hoe is dit mogelijk ? Hoe kan het zijn. dat de toepassing van principes waarvan een heele indu strie toch ruimschoots heeft geprofiteerd, in zijn oorspronkclijken vorm niet meer bruikbaar blijkt ? Met simpele antwoord moet (naar ik meen) luiden: omdat zij tot een stadium in de ontwikkeling der film behooren. dat zijn groote beteekenis heeft gehad doch door die ontwikkeling zelf werd achter haald. De avant-garde behoorde onverbrekelijk bij do zwijgende film haar experimenten trokken in de eerste plaats party van het ontbreken .van het geluid. Uit den nood der .,'stom-heid" maakte men de deugd der ..zichtbare emotie" ?? - m.a.w. ieden» ontroering, elk effect moest door het oog geabsorbeerd worden en met deze noodzakelijkheid was tevens het excuus gevonden voor een uit voerige, rgke en gevarieerde beeldwisseling. De heele stg°l van de zwügende film was op deze supre matie van het visueele gebaseerd en wij aanvaard den de gewaagdste en gedêtailleerdste capriolen der ..montage*' als een logische noodxvoridighoid. .Vu is het frnppnnt om mm zulk een onverhoedse!) * * Het opvallende en belangwekkende in ..tj» homme f n or" is. dal het weinige karakteristiek .. avant -gardist ische" hetwelk het geroutineerd»oog nog bespeurt, onmiskenbaar de zwakke plek vormt in deze over hel geheel voortreffelijk ge maakte film. Men wordt hier-en^daar getroffen door een ..spelen met de camera" ??door een gracieus on geestig buitelen der beelden dat do dagen van 1025 levendig in het geheugen terug roept. Het zijn meerendeels korte, vluchtige frag menten en hun invloed op de ontwikkeling van het geheel is gering -r- maar n ding blükt zonne klaar: zij passen niet meer in het logische schema Horry Bour in Een hart van goud" (Alhambro. Amsterdam) l orugkee.re.n van dezen ouden stijl te eonstwteoren. hoezeer hel karakter van de film nu de toevoeging van het geluid veranderd is. Het gesproken woord hoe incidenteel en voorshands bijkomstig óók heeft de mogelijkheid en daardoor de noodzakelijk heid bewezen van een rustiger, eenvoudiger conroptie. Wij hebben nu niet meerde snelle afwisseling v«n tien nabij-opnamen uoodig om een situatie te begrijpen en waar zij nochtans in de moderne geluidsfilm wordt toegepast, daar doet zg gemaniëreerd en overbodig aan. Misschien is du meening nog niet heelemaal uitgeroeid, dat met «Ie zwijgende film een zelfstandige kunst verdween. die (gelgk wij toenmaals allen dachten) ontijdig den nek werd omgedraaid. Misschien is het heim wee naar die geperfectionnecrde zwijgende film kunst nog sterk genoeg, om aan de mogelijkheid te blijven denken van een autonoom voortbestaan naast de geluidsfilm. Toevallige recapitulaties van wat eens die oude, zwijgende film deed leven, toegepast binnen het kader der moderne geluids film, geven in dit verband aanleiding tot treffende en leerzame overwegingen. Zij toonen aan. dal hun methode overbodig en hinderlijk is geworden, al* de doofstommen-gebnrentaal in een normaal gesprek. Hierdoor wordt een interessante conclusie be vestigd en wel deze, dat de aflossing" van de zwijgende film door de talkie eenvoudig een kwestie van groei, van ontwikkeling en voortbouwen gold. Wanneer men een werk als Un homme en or" bestudeert, ..dan zal men door het vergelijken in eenzelfde film van avant-gardist ische elementen naast de moderne geluidsfilm-expressie, moeten erkennen dat het idioom zich sterk vereenvoudigd en verdiept heeft. Aan niemand beter valt dit te demonstreercn dan aan Harry Baur. Hij vertolkt hier een dier prachtige, ingehouden en sobere karakters die dit phenomenale talent zoo buiten? gewoon goed liggen: do rustige oudere man naast het levenslustige jonge vrouwtje. Wanneer men zich de onvermijdelijke» herinnering aan het chefd'oeuvre Cette vieillo canaille" wegdenkt, dan ' is dit de mooiste rol, die wij van Baur kennen ??hon derdmaal mooier, want meer met zgn persoonlijk heid overeenkomend dan de baard-en-pruikkamkters a la Le juif polonais". Dréville heeft daar het juiste begrip voor ge toond en hij heeft uit dit wonderlijk immobiele masker en do schaarsche woorden door deze donkere, ietwat rauwe stem geuit, den completen levenden mensch geschapen en hij deed dit met do zuivere middelen der geluidsfilm. Do wisselwerking tusschen do expressie in beeld en geluid heeft hier dezelfde onmiddellijke, vereen voudigde impressie gegeven als in iedere andere geluidsfilm van alle avant-gardistiseho smetten vrg. In zooverre zou men geneigd zijn van een ..bekeering" te spreken. Maar wie do opvolging van de zwijgende film door de geluidsfilm aanvaardt nis-oen natuurlijke ontwikkeling, die zal veeleer tot do slotsom komen dat wij hier to doen hebben wet een ..avant-gardisl" die vakkennis on reali teitszin genoeg bezat om deze ontwikkeling mei» l o maken. En hot in de perfectie te doen! Want do bouw on regie van ..t"n homme en or" zijn brillant Wat aan den uiterhjken kant wel licht, daar de innigheid van ..Cettc vieillo canaille" b.v. toch niet werd bereikt. Maar in zijn schoont* harmonie en beheerscht evenwicht behoort niette min dit werk tot het beste wat wg" van de Kranscho filmkunst kennen en bekeerd of niet?Drévillo heeft zich een meester getoond, die zoowel de avant-gardc «Is de industrie" eer aandoet. ?Boeken voor kunstvrienden. FR l ESCHE PORTRETTEN A. Wassenbergh: L'art du portrait en Frise au seizième si cle (Leidsche Uitgeversmij.) PANNEER ge in enkele woor den de waarde van dit boek voor den kunsthistoricus zoudt samenvatten, zoudt ge moeten zsggen: .nuttig, en noodig. Misschien vraagt ge: ..waarom een boek over de Frlesche kunst alleen; is zo zóó merk waardig, is ze buitengewoon,. is zo zelfs autochthoon? Het antwoord is onmiddellijk: ze is dat geen van drieen feitelijk, maar.ze is toch afzonder lijk en ze is, zoo niet gansch onbekend, > toch zoo weinig nagegaan, dat ze als onbekend nog voor Hollanders kan, gelden. Het boek handelt dus over het portret in Friesland in de zestiende eeuw, en het verdeelt dit portret in drie hoofdgroepen, die van den Mees ter d «r Minnema's; het boek maakt ons zoover mogelijk bekend, met don schilder van Adriaan van Cronenburg (uit N.-HollHiid afkomstig); mot den Meester der Verbannonen enz.; mot het werk van den Vlaamschen Emigró (die zeker van de belangrijkste Friescho portretten uit hot aangege ven tijdvak heeft geschilderd). De verdiensten van hut boek zijn, nog eens, dat ze ons in kennis brengen met een ..provinciale" kunst en dat ze den invloed der eischen van. de Frioschc edelen, aan het portret gesteld,-duidelijkmakeu.cn doen begrijpen hoe sterk dio eischen op de ingekomen schilders ten slot te inwerkten. Het book was geen gemakkelijk boek om te maken. Vele onderzoekingen en vergelijkingen waren noodig om wat orde te schep pen tusschen zooveel werken, meest in particuliere verzamelingen opge borgen en dikwijls alles' behalve goed geconserveerd. (Déportretten golden den-eigenaars meer als genealogische documenten!) Is dus de arbeid, aan het boek besteed, daarom reeds te waardeerend nog meer te waardeeren is het werk besteed in het ons zoo dui delijk mogelijk maken van den por tret t ist Adriaan van Cronenburg. wiens bestaan, eerst problematisch. hier gedeeltelijk tot klaarheid wordt gebracht, zelfs grootcndecls, al ben ik liet met allo toeschrijvingen niet eens, noch aan hem. noch aan de andere schilders, hier behandeld. Niet te ver geten is, dat deze toeschrijvingen cchtor zeer mocielijk waren door den toestand der schilderijen.... Ik herhaal, als eindoordeel: 'oon nuttig en noodig boek. PLASSCHAERT Nieuwere architectuur" Beknopt overzicht van de historische ontwikkeling van de architectuur, door J. j. Vriend (Kosmos, Amsterdam) ER is in ons land al heel wat litera tuur over de nieuwere bouwkunst verschenen, en ook met een aanta l buitcnlandsche plaatwerken zijn wij vertrouwd geworden. Bij de meeste van deze uitgaven steekt het boek van den heer Vriend af door zijn bescheiden illustratie. Bescheiden niet in aantal (tweehonderd in een werkje van nog geen 150 bladzijden), man r, in formaat on uitvoering: veel repro ducties uit de tweede of dordo hand. wat ondanks goed papier en n tooien druk het aanzien niet ten gocdo komt. Het lijkt wat goedkoop'. Maar.... dit keurig uitgegeven boek is ook goed koop en geeft voor weinig geld onge looflijk veel.'WU kennen geen enkel boek ??ook niet onder de dure ? prachtwerken ~- dat in woord en afbeelding zulk een helder,.eenvoudig on objectief .overzicht geeft van wat er sinds 1800 op het gebied der achitectuur is gebeurd* Na een tweetal korte hoofdstukkeu over bouwen en bouwkunst vóór 1800. behandelt de schrijver de industrieele ontwikkeling in de 19de eeuw, de periode 1000?1914 en den tijd van 1914.' Vervolgens bespreekt- hij de idee van het ..nieuwe bouwen" en eenige bouwtechnische problemen van onzen tijd, waarna hij besluit met een overzicht van de architectuur in de vporaaamstc landen. F. A. P. '.".?V^Van acteur tot , * ver huisman PROZA EN POËZIE IN DE KRUIËRIJ ZONDAG. In een egaal-blauwo lucht straalt als alleou-hcerschcres de /on. Het Leidscheplein ligt te soezen in den ochtend. Ik passeer den bureaulist van den «Stadsschouwburg, dio zijn in discrediet geraakte bureau ontvlucht is en van. de koelte onder de peristyle ge niet. Hoeveel heb je 'r al?" vraag ik. Al acht en twintig.... er kunnen er nog dertienhonderd en twee eu zeventig bij.... Hebt u lust?" Ik maak een loom afwerend gebaar on duik moedig van de beschuttende schaduw terug in den stralenden zon neschijn. Een paar passen en ik vlij me behagelijk neer op het breede ter ras van Américain. Na de eerste teug van mijn kleintje koffie voel ik een hand op mijn schou der. Het is die van mijn ouden collega Bob van lersel - Bob ha een keurig gesneden pak en met een ruwharige Fox als kameraad aan een rood leeren riem. Nou, wat zeg je in zoo'n geval? Hoe gaat het?".... dan antwoordt de ander Goed t".... er valt een stiltetje dat nergens op slaat waarna hij vraagt: En.... hoe gó&t het?" en. dan zeg je Goed l" Je begint hor- geslagen moeten worden inneringen op te halen.... samen aan ur juist altijd zelf bij. vrij goed. De groot»*1, «lom-lijk uit ziende wagim trok «!«? aandacht. Na n maand moest ik er al ooi i wagen bijkoopoii, «-en jaar latei- had ik er drie, nu loopen ei* vier wagens van me. niet alleen door Amsterdam, ik kan gerust zoggen door heel Kuropa." Ik was er een beetje stil van gewor den, ik dacht aan de acht en twintig filantropen die den vorigen avond onze voorstelling hadden bijgewoond. Wat vreemd is," vervolgt mijn ex-collega, artistcn, die me vroeger niet aankeken, komen nu met uitgostrekte hand en op me toe. Soms geldt het dan weliswaar een informatie naar een eventueele belegging 'mijnerzijds van een bedragjo varieerend van ? 1.tot /' 5.?, en er zal ook wel eens een onder door loopen die de idee adoreert van: Zien-jullie-niet-lioe-minzaam-ikben?".... Hoc heb je het vak eigenlijk ge leerd?" Hier kom je op een terrein dat me zeer ter harte gaat. Ben ik vor sen warzt" om eens een uitdrukking uit jullie wereld te gebruiken als* ik zeg dat ik een man van smaak ben met een zwak voor mooie dingen': Wanneer er kostbare inboedels vervoerd of opdan ben ik n zaak geweest en zoo.... en weet je nog van Het meisje met de slechte reputatie" dat vreemde stuk waar we samen zoo gek doorheen daasden? ...... nou en toen ben ik kruier gewor den, en blijkbaar een goeie." Hoe ben je er eigenlijk toe geko men?" vraag ik hem. Voel je dat niet? Na het heengaan van, den onvergetclijken Willem Boyaards voelde ik me eigenlijk nooit meer aan het tooneel op mijn gemak. Ik dwaalde door de kunstwereld als een hond die zijn baas kwijt is. Ik voelde ook heel goed dat het niet bepaald een slag voor de Kunst zou zijn als ik eens naar iets anders uitkeek." Ik waagde te interrumpeercn dat er heden ten dage genist meer zulke slagen konden vallen, waar het tooneel in het bijzonder on vele kunstenaars" in het algemeen terdege mede gebaat zouden zijn* ?Enfin, ik kreeg een, 'crfenteje, zoo eentje waar je eigenlijk geen raad mee weet. Als je 't gaat opmaken.... n maand je in Parijs en je bent weer ambulant tooueelspeler. Nee, ik be sloot er een zaakje mee te beginnen. Maar wat? Ik moest iets zien te vinden wat in de buurt van het begrip Too neel lag. .Decors 'schilderen ? Costumes verhuren? Decors transporteeren?... Schilderen kon ik niet. Costumes ver* huren.... een tikje onfrisch...... Transport.... daar zag ik iets in. Ik kon net zoo'n wagen bekostigen, ik verzekerde me van te voren van wat claridizie, en daar reed ik. Een paar hooge rijglaarzen tot aan mijn knieën, een pülow-broek, een trui en een pet, allemaal dingen diéik nog van mg'n tooneelgarderobe over had. Ik was verhuisman. Ik moet zeggen, ik heb geluk gehad. De zaak ging' al direct En alles wat je goed doet, goed n-i doen, geeft bevrediging. Poëzie en proza vindt je overal, als je je oogen de kost geeft, zelfs in de kruierij. Heele fihndrama's zie ik voor m'n oogen afspelen. Een dienstbode, die ine aan wijst: DU bureau, met den gebeeldbouwden stoel die er achter staat.... deze kast met boeken..,, die clubfauteuil.... né, die'kleine niet, die rooktafel en die serveerboy.... Dan loop je een langen, marmeren gang door, naar de straatdeur, en je ontwaart in een als garderobe 'inge richt z'ü-kamertje een klein vrouwtje dat ietwat luidruchtig haar neus snuit en met roodomraude oogen naar bui ten tuurt dóór den motregen naar d«»u grooten rooden vrachtwagen.... Echtscheiding. Je vervoert, de. boude! van eeu be krompen derde bovenhuis naar een ruim hecronhuisjo, ergens buiten in df 'zon, met weiden en verten. Dit en dit blijft staan, verhuismah, dat wórdt straks door een.koopman gehaald...." . Een orfenisje? In ieder geval.... geluk. Je ziet m'n ouwe liefde. Poëzie en proza in alles en alle dingen zien blijft m'n hobby. Resumccrend ? Voor een goeie tooneelzaak heb je noodig: Goeie artisten en goeie decors, en vooral.... vlijt en enthousiasme.. Voor een goeie expeditie-onderi'oming, gooie chauffeurs-emballeui's. goed materiaal.... on vooral, vlijt en enthousiasme...." A propos, van goeie artisten ge sproken. ..." begin ik. Stop. Ik ben niet meer aan het tooneel, ik roddel niet meer!" Ik neem afscheid van mijn ouwen vriend en wandel naar het Rijks museum. ? Anderhalf uur heb ik voor de Nacht wacht gezeten. Ook het Rijksmuseum was slecht bezocht dien dag.... JAN VA N E ES Bob van lersel in ,,/ourney's End" bij Verkadl In en om de spreekkamer DE ARTS ALS Dr. P. H. van OPVOEDER der Hoog H l ET komt er in het leven niet zoo zeer op aan wat men doen moet, als wel wat men niet doen moet. Dat ziet men b.v. al heel duidelijk aan de tien geboden". Twee van deze zijn werkelijke geboden. Het gedenk den sabbathdag*', en het eer uw vader en uw moeder" geven aan, wat men als mensch doen moet. Maar de overige acht zijn verboden. 'Dit negativisme heeft een diepe betoekenis en getuigt voor de wonder lijke kennis die de wetgever Mozes van het menscheiyk karakter gehad heeft. Want wat verbiedt hij on?f Juist dat gene wat wij, wanneer er geen wetten waren, met absolute zekerheid doen' zouden. Juist dat wat onze'instinc ten, onze natuur ons ingeven. De tien geboden eischen van een mensch: Wees niet datgene wat je in werke lijkheid bent". Het is een ongelooflijk zware eisch, welke alleen maar door to voeren was door een beroep te doen op de goddelijke almacht die ze hem had ingegeven. Een hulp en steun voor het leven zijn deze tien geboden dus niet, want ze verbieden ons de meest elementaire middelen om onze meest elementaire behoeften te bevredigen, zonder te zeggen hoe wij dat dan wel kunnen doen of ze tot zwijgen moeten brengen. Een evangelie" was noodig om den mensch nóg verder op te voeden en hem, inplaats van het leidende licht zijner instincten dat hem werd afge nomen, een aador lichtbaken voor te houden. Wij artsen hielden er vroeger erg van om voor Mozesop den bergSinaï" te spelen en onzen patiënten alle mo gelijke dingen te verbieden, zonder hun er een anderen troost voor in de plaats te geven. . Beseffen de meesten van ons eigen lijk wel, wat het b.v. voor een patiënt, die zijn geheele leven lang gerookt heeft beteckent, wanneer wij hem zeg gen: Mijnheer, u mag niet meer rooken"? Dat nicotine een zwaar vergifis weet langzamerhand nu wel iedervanmorgen zei nicht toos uit warmond, dat zij aan gén film meer wat an vond. hieruit blijkt", zei neef bas, dat je in de uitkijk" niet was, . drejgroschenoper" zien we dos nog vanavond! een. Eveneens dat er bij zware rookers eigenaardige ziekteverschijnselen kun nen optreden: stoornissen in de adem haling en in het zien, oorsuizingen, de vertige des fumeurs" en tenslotte hartkloppingen en onregelmatige hartbewegingen eu diepgaande verande ringen in de stofwisseling en in de functies van het centrale zenuwstelsel. Maar wat beseffen wg' van den troost dien zoo'n sigaar of sigaret geeft, en hoe een mensch alleen daardoor dik wijls in staat is zich een levenshouding te geven die hem anders op de meest jammerlijke manier zou ontvallen. En dat verbieden wij hem zóó maar even tjes. En wg noteeren hem voor een visite in onz£ boeken en zeggen: Komt u over twee weken nog eens terug, dan zal ik uw hart opnieuw onderzoeken." En zoo gaat het niet alleen met het rooken maar ook met tallooze andere medische voorschriften en verbods bepalingen. Hebt u b.v. wel eens een zoutloos dieet" gevolgd? Ik wel! Ik heb het bij wijze van experiment door mijn keukenmeid gedurende n week laten klaarmaken. Langer ging het niet, want toen had ze me den dienst opgezegd en was mijn geheele huis gezin in opstand gekomen. En diep in mgn binnenste heb ik mg er toen over verwonderd, dat er niet meer doktoren op stille achterwegen door hun patiën ten worden doodgeknuppeld en dat de medicus in onze samenleving nóg zoo'n belangrijke en eervolle positie inneemt. Dat dit toch het geval is berust al. leen maar op het fbit dat de meeste geneesheeren langzamerhand zyn gaan beseffen dat het niet meer voldoende is. tegenover patiënten alleen maar voor Mozes op den berg" te spelen, maar dat men tevens medisch evan gelist" moet zijn en hen moet opvoe den tot een hooger begrijpen. Dat men hun biologische en hygiënische be grippen moet bijbrengen, omdat dit begrijpen van het hóe" en hét ,»waarom" de «enige manier is, waarop een mensch zich blijvend onderwerpen kan aan al die harde wetten die ons door bacteriologen en hygiënisten worden voorgeschreven en die pns dwingen, iedëren dag weer opnieuw onze premie van persoonlijke hygiëne te betalen voor de levensverzekering der samen leving. , ' Geloof me: de tijd is voorbij dat ook de arts tot zijn patiënten zeggen kon: Zie, ik zal tot u komen in oen dikke wolk," ??.""? \ 'til i DE GROENE No. 30» PA«. 7 DE GROENE Ni. 3031

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl