Historisch Archief 1877-1940
Bioscopy
?T
Een avant-gardist bekeerd?
L J. JORDAAN
jean Dréville: Een hart van goud"
(Alhambra, Amsterdam)
MEN zou het zoo zeggen, op het eerste gezicht!
Jean Dréville, de journalist -aest heet-came
raman-cineast, behoorde in zyn koorts*
achtige veelzijdigheid tot den typisehen na-bloei
der ci-devant Parijsche avant-gardi'.
In het door hem geredigeerde tijdschrift werden
de problemen van het surrealisme behoorlijk gesteld
naast de techniek van het filmapparaat en zijn
Autour de l'argent" (in schijn de onschuldige
reportage van l'Herbier's regisseur-arbeid) was
in wezen de venijnigste satyre op de industriefilm
en haar conceptie, die zich denken laat. In het kort:
deze nakomer stamde regelrecht van de
bistrotheoretici, die met een stompje potlood op het
marmer der café-tafeltjes de toekomst der
avantgardcfilm en daarmee den loop der wereld uit
stippelden.
Dat avant-gardegcdoc is voor de tegenwoordige
generatie alweer prae-historische legende geworden
ik heb daar onlangs nog op gewezen maar
het i* merkwaardig dat deze vluchtige, rumoerige
en snel-verdwenen ..beweging" zulk een taaie
nawerking biykt te hebben op de ..groote" film.
Dit systeemlooze. onberekenbare gcëjcperimentcor
van lieden, die zich met evenveel trots als recht
matigheid ..dilettanten" noemden, doet
itemzooveel jaren na zijn eervolle begrafenis nog steeds
van zich spreken en het geval mag des te curieuser
heeten. waar het meerendeel zgner coryphaeën
met de avant-gardebeweging is verdwenen. Ten
slotte bleef dit ..cineasten-werk "-toch strikt binnen
zijn theoretlsch-abstracte grenzen beperkt voor
een overplanting naar de studio misten zijn be
drijvers zoowel den practischen zin. als de onmis
bare plooibaarheid en vakkennis.
J n zeker opzicht is dus de heer .fean Dróville
een buitenbeentje te noemen want hu komt
hier als regisseur met een volslagen, was-echto
speelfilm op de proppen, waarin (tegen alle ortho
doxie in) een groot acteur als spil fungeert. En
onwillekeurig zetten wij ons aandachtig tot een
beschouwing van wat met deze rechtstreokscho
overname uit den faillieten boedel gered werd.
van dit werk en (eo ipso) in de conceptie van de
moderne geluidsfilm in het algemeen.
Hoe is dit mogelijk ? Hoe kan het zijn. dat de
toepassing van principes waarvan een heele indu
strie toch ruimschoots heeft geprofiteerd, in zijn
oorspronkclijken vorm niet meer bruikbaar blijkt ?
Met simpele antwoord moet (naar ik meen) luiden:
omdat zij tot een stadium in de ontwikkeling der
film behooren. dat zijn groote beteekenis heeft
gehad doch door die ontwikkeling zelf werd achter
haald. De avant-garde behoorde onverbrekelijk
bij do zwijgende film haar experimenten trokken
in de eerste plaats party van het ontbreken .van
het geluid. Uit den nood der .,'stom-heid" maakte
men de deugd der ..zichtbare emotie" ?? - m.a.w.
ieden» ontroering, elk effect moest door het oog
geabsorbeerd worden en met deze noodzakelijkheid
was tevens het excuus gevonden voor een uit
voerige, rgke en gevarieerde beeldwisseling. De
heele stg°l van de zwügende film was op deze supre
matie van het visueele gebaseerd en wij aanvaard
den de gewaagdste en gedêtailleerdste capriolen
der ..montage*' als een logische noodxvoridighoid.
.Vu is het frnppnnt om mm zulk een onverhoedse!)
* *
Het opvallende en belangwekkende in ..tj»
homme f n or" is. dal het weinige karakteristiek
.. avant -gardist ische" hetwelk het
geroutineerd»oog nog bespeurt, onmiskenbaar de zwakke plek
vormt in deze over hel geheel voortreffelijk ge
maakte film. Men wordt hier-en^daar getroffen
door een ..spelen met de camera" ??door een
gracieus on geestig buitelen der beelden dat do
dagen van 1025 levendig in het geheugen terug
roept. Het zijn meerendeels korte, vluchtige frag
menten en hun invloed op de ontwikkeling van
het geheel is gering -r- maar n ding blükt zonne
klaar: zij passen niet meer in het logische schema
Horry Bour in Een hart van goud"
(Alhambro. Amsterdam)
l orugkee.re.n van dezen ouden stijl te eonstwteoren.
hoezeer hel karakter van de film nu de toevoeging
van het geluid veranderd is. Het gesproken woord
hoe incidenteel en voorshands bijkomstig óók
heeft de mogelijkheid en daardoor de noodzakelijk
heid bewezen van een rustiger, eenvoudiger
conroptie. Wij hebben nu niet meerde snelle afwisseling
v«n tien nabij-opnamen uoodig om een situatie
te begrijpen en waar zij nochtans in de moderne
geluidsfilm wordt toegepast, daar doet zg
gemaniëreerd en overbodig aan. Misschien is du
meening nog niet heelemaal uitgeroeid, dat met
«Ie zwijgende film een zelfstandige kunst verdween.
die (gelgk wij toenmaals allen dachten) ontijdig
den nek werd omgedraaid. Misschien is het heim
wee naar die geperfectionnecrde zwijgende film
kunst nog sterk genoeg, om aan de mogelijkheid
te blijven denken van een autonoom voortbestaan
naast de geluidsfilm. Toevallige recapitulaties
van wat eens die oude, zwijgende film deed leven,
toegepast binnen het kader der moderne geluids
film, geven in dit verband aanleiding tot treffende
en leerzame overwegingen. Zij toonen aan. dal
hun methode overbodig en hinderlijk is geworden, al*
de doofstommen-gebnrentaal in een normaal gesprek.
Hierdoor wordt een interessante conclusie be
vestigd en wel deze, dat de aflossing" van de
zwijgende film door de talkie eenvoudig een kwestie
van groei, van ontwikkeling en voortbouwen gold.
Wanneer men een werk als Un homme en or"
bestudeert, ..dan zal men door het vergelijken in
eenzelfde film van avant-gardist ische elementen
naast de moderne geluidsfilm-expressie, moeten
erkennen dat het idioom zich sterk vereenvoudigd
en verdiept heeft. Aan niemand beter valt dit te
demonstreercn dan aan Harry Baur. Hij vertolkt
hier een dier prachtige, ingehouden en sobere
karakters die dit phenomenale talent zoo
buiten? gewoon goed liggen: do rustige oudere man naast
het levenslustige jonge vrouwtje. Wanneer men
zich de onvermijdelijke» herinnering aan het
chefd'oeuvre Cette vieillo canaille" wegdenkt, dan '
is dit de mooiste rol, die wij van Baur kennen ??hon
derdmaal mooier, want meer met zgn persoonlijk
heid overeenkomend dan de
baard-en-pruikkamkters a la Le juif polonais".
Dréville heeft daar het juiste begrip voor ge
toond en hij heeft uit dit wonderlijk immobiele
masker en do schaarsche woorden door deze
donkere, ietwat rauwe stem geuit, den completen
levenden mensch geschapen en hij deed dit
met do zuivere middelen der geluidsfilm. Do
wisselwerking tusschen do expressie in beeld en
geluid heeft hier dezelfde onmiddellijke, vereen
voudigde impressie gegeven als in iedere andere
geluidsfilm van alle avant-gardistiseho smetten
vrg. In zooverre zou men geneigd zijn van een
..bekeering" te spreken. Maar wie do opvolging
van de zwijgende film door de geluidsfilm aanvaardt
nis-oen natuurlijke ontwikkeling, die zal veeleer
tot do slotsom komen dat wij hier to doen hebben
wet een ..avant-gardisl" die vakkennis on reali
teitszin genoeg bezat om deze ontwikkeling mei»
l o maken. En hot in de perfectie te doen!
Want do bouw on regie van ..t"n homme en or"
zijn brillant Wat aan den uiterhjken kant wel
licht, daar de innigheid van ..Cettc vieillo canaille"
b.v. toch niet werd bereikt. Maar in zijn schoont*
harmonie en beheerscht evenwicht behoort niette
min dit werk tot het beste wat wg" van de Kranscho
filmkunst kennen en bekeerd of niet?Drévillo
heeft zich een meester getoond, die zoowel de
avant-gardc «Is de industrie" eer aandoet.
?Boeken voor kunstvrienden.
FR l ESCHE PORTRETTEN
A. Wassenbergh: L'art du
portrait en Frise au seizième si
cle (Leidsche Uitgeversmij.)
PANNEER ge in enkele woor
den de waarde van dit boek
voor den kunsthistoricus
zoudt samenvatten, zoudt ge moeten
zsggen: .nuttig, en noodig. Misschien
vraagt ge: ..waarom een boek over de
Frlesche kunst alleen; is zo zóó merk
waardig, is ze buitengewoon,. is zo
zelfs autochthoon? Het antwoord is
onmiddellijk: ze is dat geen van
drieen feitelijk, maar.ze is toch afzonder
lijk en ze is, zoo niet gansch onbekend,
> toch zoo weinig nagegaan, dat ze als
onbekend nog voor Hollanders kan,
gelden. Het boek handelt dus over het
portret in Friesland in de zestiende
eeuw, en het verdeelt dit portret in
drie hoofdgroepen, die van den Mees
ter d «r Minnema's; het boek maakt
ons zoover mogelijk bekend, met don
schilder van Adriaan van Cronenburg
(uit N.-HollHiid afkomstig); mot den
Meester der Verbannonen enz.; mot
het werk van den Vlaamschen
Emigró (die zeker van de belangrijkste
Friescho portretten uit hot aangege
ven tijdvak heeft geschilderd). De
verdiensten van hut boek zijn, nog eens,
dat ze ons in kennis brengen met een
..provinciale" kunst en dat ze den
invloed der eischen van. de Frioschc
edelen, aan het portret
gesteld,-duidelijkmakeu.cn doen begrijpen hoe sterk
dio eischen op de ingekomen schilders
ten slot te inwerkten. Het book was
geen gemakkelijk boek om te maken.
Vele onderzoekingen en vergelijkingen
waren noodig om wat orde te schep
pen tusschen zooveel werken, meest
in particuliere verzamelingen opge
borgen en dikwijls alles' behalve goed
geconserveerd. (Déportretten golden
den-eigenaars meer als genealogische
documenten!) Is dus de arbeid, aan
het boek besteed, daarom reeds te
waardeerend nog meer te waardeeren
is het werk besteed in het ons zoo dui
delijk mogelijk maken van den por
tret t ist Adriaan van Cronenburg.
wiens bestaan, eerst problematisch.
hier gedeeltelijk tot klaarheid wordt
gebracht, zelfs grootcndecls, al ben ik
liet met allo toeschrijvingen niet eens,
noch aan hem. noch aan de andere
schilders, hier behandeld. Niet te ver
geten is, dat deze toeschrijvingen
cchtor zeer mocielijk waren door den
toestand der schilderijen....
Ik herhaal, als eindoordeel: 'oon
nuttig en noodig boek.
PLASSCHAERT
Nieuwere architectuur"
Beknopt overzicht van de historische
ontwikkeling van de architectuur,
door J. j. Vriend (Kosmos, Amsterdam)
ER is in ons land al heel wat litera
tuur over de nieuwere bouwkunst
verschenen, en ook met een aanta l
buitcnlandsche plaatwerken zijn wij
vertrouwd geworden. Bij de meeste
van deze uitgaven steekt het boek
van den heer Vriend af door zijn
bescheiden illustratie. Bescheiden niet
in aantal (tweehonderd in een werkje
van nog geen 150 bladzijden), man r,
in formaat on uitvoering: veel repro
ducties uit de tweede of dordo hand.
wat ondanks goed papier en n tooien
druk het aanzien niet ten gocdo komt.
Het lijkt wat goedkoop'. Maar.... dit
keurig uitgegeven boek is ook goed
koop en geeft voor weinig geld onge
looflijk veel.'WU kennen geen enkel
boek ??ook niet onder de dure ?
prachtwerken ~- dat in woord en
afbeelding zulk een helder,.eenvoudig
on objectief .overzicht geeft van wat
er sinds 1800 op het gebied der
achitectuur is gebeurd*
Na een tweetal korte hoofdstukkeu
over bouwen en bouwkunst vóór 1800.
behandelt de schrijver de industrieele
ontwikkeling in de 19de eeuw, de
periode 1000?1914 en den tijd van
1914.' Vervolgens bespreekt- hij de
idee van het ..nieuwe bouwen" en
eenige bouwtechnische problemen van
onzen tijd, waarna hij besluit met een
overzicht van de architectuur in de
vporaaamstc landen. F. A. P.
'.".?V^Van acteur tot
, *
ver huisman
PROZA EN POËZIE IN DE KRUIËRIJ
ZONDAG.
In een egaal-blauwo lucht
straalt als alleou-hcerschcres de
/on. Het Leidscheplein ligt te soezen
in den ochtend.
Ik passeer den bureaulist van den
«Stadsschouwburg, dio zijn in
discrediet geraakte bureau ontvlucht is en
van. de koelte onder de peristyle ge
niet.
Hoeveel heb je 'r al?" vraag ik.
Al acht en twintig.... er kunnen
er nog dertienhonderd en twee eu
zeventig bij.... Hebt u lust?"
Ik maak een loom afwerend gebaar
on duik moedig van de beschuttende
schaduw terug in den stralenden zon
neschijn. Een paar passen en ik vlij
me behagelijk neer op het breede ter
ras van Américain.
Na de eerste teug van mijn kleintje
koffie voel ik een hand op mijn schou
der. Het is die van mijn ouden collega
Bob van lersel - Bob ha een keurig
gesneden pak en met een ruwharige
Fox als kameraad aan een rood leeren
riem. Nou, wat zeg je in zoo'n geval?
Hoe gaat het?".... dan antwoordt
de ander Goed t".... er valt een
stiltetje dat nergens op slaat waarna
hij vraagt: En.... hoe gó&t het?"
en. dan zeg je Goed l" Je begint hor- geslagen moeten worden
inneringen op te halen.... samen aan ur juist altijd zelf bij.
vrij goed. De groot»*1, «lom-lijk uit
ziende wagim trok «!«? aandacht. Na
n maand moest ik er al ooi i wagen
bijkoopoii, «-en jaar latei- had ik er
drie, nu loopen ei* vier wagens van me.
niet alleen door Amsterdam, ik kan
gerust zoggen door heel Kuropa."
Ik was er een beetje stil van gewor
den, ik dacht aan de acht en twintig
filantropen die den vorigen avond onze
voorstelling hadden bijgewoond.
Wat vreemd is," vervolgt mijn
ex-collega, artistcn, die me vroeger
niet aankeken, komen nu met
uitgostrekte hand en op me toe. Soms geldt
het dan weliswaar een informatie naar
een eventueele belegging 'mijnerzijds
van een bedragjo varieerend van ?
1.tot /' 5.?, en er zal ook wel eens een
onder door loopen die de idee adoreert
van:
Zien-jullie-niet-lioe-minzaam-ikben?"....
Hoc heb je het vak eigenlijk ge
leerd?"
Hier kom je op een terrein dat me
zeer ter harte gaat. Ben ik vor
sen warzt" om eens een uitdrukking
uit jullie wereld te gebruiken als* ik
zeg dat ik een man van smaak ben met
een zwak voor mooie dingen': Wanneer
er kostbare inboedels vervoerd of
opdan ben ik
n zaak geweest en zoo.... en weet
je nog van Het meisje met de slechte
reputatie" dat vreemde stuk waar we
samen zoo gek doorheen daasden?
...... nou en toen ben ik kruier gewor
den, en blijkbaar een goeie."
Hoe ben je er eigenlijk toe geko
men?" vraag ik hem.
Voel je dat niet? Na het heengaan
van, den onvergetclijken Willem
Boyaards voelde ik me eigenlijk nooit meer
aan het tooneel op mijn gemak. Ik
dwaalde door de kunstwereld als een
hond die zijn baas kwijt is. Ik voelde
ook heel goed dat het niet bepaald
een slag voor de Kunst zou zijn als ik
eens naar iets anders uitkeek."
Ik waagde te interrumpeercn dat
er heden ten dage genist meer zulke
slagen konden vallen, waar het tooneel
in het bijzonder on vele kunstenaars"
in het algemeen terdege mede gebaat
zouden zijn*
?Enfin, ik kreeg een, 'crfenteje, zoo
eentje waar je eigenlijk geen raad mee
weet. Als je 't gaat opmaken.... n
maand je in Parijs en je bent weer
ambulant tooueelspeler. Nee, ik be
sloot er een zaakje mee te beginnen.
Maar wat? Ik moest iets zien te vinden
wat in de buurt van het begrip Too
neel lag. .Decors 'schilderen ? Costumes
verhuren? Decors transporteeren?...
Schilderen kon ik niet. Costumes ver*
huren.... een tikje onfrisch......
Transport.... daar zag ik iets in. Ik
kon net zoo'n wagen bekostigen, ik
verzekerde me van te voren van wat
claridizie, en daar reed ik. Een paar
hooge rijglaarzen tot aan mijn knieën,
een pülow-broek, een trui en een pet,
allemaal dingen diéik nog van mg'n
tooneelgarderobe over had. Ik was
verhuisman. Ik moet zeggen, ik heb
geluk gehad. De zaak ging' al direct
En alles wat je goed doet, goed n-i
doen, geeft bevrediging. Poëzie en
proza vindt je overal, als je je oogen
de kost geeft, zelfs in de kruierij. Heele
fihndrama's zie ik voor m'n oogen
afspelen. Een dienstbode, die ine aan
wijst: DU bureau, met den
gebeeldbouwden stoel die er achter staat....
deze kast met boeken..,, die
clubfauteuil.... né, die'kleine niet, die
rooktafel en die serveerboy....
Dan loop je een langen, marmeren
gang door, naar de straatdeur, en je
ontwaart in een als garderobe 'inge
richt z'ü-kamertje een klein vrouwtje
dat ietwat luidruchtig haar neus snuit
en met roodomraude oogen naar bui
ten tuurt dóór den motregen naar d«»u
grooten rooden vrachtwagen....
Echtscheiding.
Je vervoert, de. boude! van eeu be
krompen derde bovenhuis naar een
ruim hecronhuisjo, ergens buiten in df
'zon, met weiden en verten.
Dit en dit blijft staan, verhuismah,
dat wórdt straks door een.koopman
gehaald...." .
Een orfenisje?
In ieder geval.... geluk.
Je ziet m'n ouwe liefde. Poëzie en
proza in alles en alle dingen zien blijft
m'n hobby.
Resumccrend ?
Voor een goeie tooneelzaak heb je
noodig: Goeie artisten en goeie decors,
en vooral.... vlijt en enthousiasme..
Voor een goeie
expeditie-onderi'oming, gooie chauffeurs-emballeui's.
goed materiaal.... on vooral, vlijt en
enthousiasme...."
A propos, van goeie artisten ge
sproken. ..." begin ik.
Stop. Ik ben niet meer aan het
tooneel, ik roddel niet meer!"
Ik neem afscheid van mijn ouwen
vriend en wandel naar het Rijks
museum. ?
Anderhalf uur heb ik voor de Nacht
wacht gezeten.
Ook het Rijksmuseum was slecht
bezocht dien dag.... JAN VA N E ES
Bob van lersel in ,,/ourney's End" bij Verkadl
In en om de spreekkamer
DE ARTS ALS
Dr. P. H. van
OPVOEDER
der Hoog
H
l ET komt er in het leven niet
zoo zeer op aan wat men doen
moet, als wel wat men niet
doen moet.
Dat ziet men b.v. al heel duidelijk
aan de tien geboden". Twee van deze
zijn werkelijke geboden. Het gedenk
den sabbathdag*', en het eer uw vader
en uw moeder" geven aan, wat men
als mensch doen moet. Maar de overige
acht zijn verboden.
'Dit negativisme heeft een diepe
betoekenis en getuigt voor de wonder
lijke kennis die de wetgever Mozes van
het menscheiyk karakter gehad heeft.
Want wat verbiedt hij on?f Juist dat
gene wat wij, wanneer er geen wetten
waren, met absolute zekerheid doen'
zouden. Juist dat wat onze'instinc
ten, onze natuur ons ingeven. De
tien geboden eischen van een mensch:
Wees niet datgene wat je in werke
lijkheid bent". Het is een ongelooflijk
zware eisch, welke alleen maar door
to voeren was door een beroep te doen
op de goddelijke almacht die ze hem
had ingegeven.
Een hulp en steun voor het leven
zijn deze tien geboden dus niet, want
ze verbieden ons de meest elementaire
middelen om onze meest elementaire
behoeften te bevredigen, zonder te
zeggen hoe wij dat dan wel kunnen
doen of ze tot zwijgen moeten brengen.
Een evangelie" was noodig om den
mensch nóg verder op te voeden en
hem, inplaats van het leidende licht
zijner instincten dat hem werd afge
nomen, een aador lichtbaken voor te
houden.
Wij artsen hielden er vroeger erg
van om voor Mozesop den bergSinaï"
te spelen en onzen patiënten alle mo
gelijke dingen te verbieden, zonder
hun er een anderen troost voor in de
plaats te geven. .
Beseffen de meesten van ons eigen
lijk wel, wat het b.v. voor een patiënt,
die zijn geheele leven lang gerookt
heeft beteckent, wanneer wij hem zeg
gen: Mijnheer, u mag niet meer
rooken"? Dat nicotine een zwaar
vergifis weet langzamerhand nu wel
iedervanmorgen zei nicht toos uit warmond,
dat zij aan gén film meer wat an vond.
hieruit blijkt", zei neef bas,
dat je in de uitkijk" niet was, .
drejgroschenoper" zien we dos nog vanavond!
een. Eveneens dat er bij zware rookers
eigenaardige ziekteverschijnselen kun
nen optreden: stoornissen in de adem
haling en in het zien, oorsuizingen, de
vertige des fumeurs" en tenslotte
hartkloppingen en onregelmatige
hartbewegingen eu diepgaande verande
ringen in de stofwisseling en in de
functies van het centrale zenuwstelsel.
Maar wat beseffen wg' van den troost
dien zoo'n sigaar of sigaret geeft, en
hoe een mensch alleen daardoor dik
wijls in staat is zich een levenshouding
te geven die hem anders op de meest
jammerlijke manier zou ontvallen. En
dat verbieden wij hem zóó maar even
tjes. En wg noteeren hem voor een
visite in onz£ boeken en zeggen:
Komt u over twee weken nog eens
terug, dan zal ik uw hart opnieuw
onderzoeken."
En zoo gaat het niet alleen met het
rooken maar ook met tallooze andere
medische voorschriften en verbods
bepalingen. Hebt u b.v. wel eens een
zoutloos dieet" gevolgd? Ik wel! Ik
heb het bij wijze van experiment door
mijn keukenmeid gedurende n week
laten klaarmaken. Langer ging het
niet, want toen had ze me den dienst
opgezegd en was mijn geheele huis
gezin in opstand gekomen. En diep in
mgn binnenste heb ik mg er toen over
verwonderd, dat er niet meer doktoren
op stille achterwegen door hun patiën
ten worden doodgeknuppeld en dat de
medicus in onze samenleving nóg zoo'n
belangrijke en eervolle positie inneemt.
Dat dit toch het geval is berust
al. leen maar op het fbit dat de meeste
geneesheeren langzamerhand zyn gaan
beseffen dat het niet meer voldoende
is. tegenover patiënten alleen maar
voor Mozes op den berg" te spelen,
maar dat men tevens medisch evan
gelist" moet zijn en hen moet opvoe
den tot een hooger begrijpen. Dat men
hun biologische en hygiënische be
grippen moet bijbrengen, omdat dit
begrijpen van het hóe" en hét
,»waarom" de «enige manier is, waarop een
mensch zich blijvend onderwerpen kan
aan al die harde wetten die ons door
bacteriologen en hygiënisten worden
voorgeschreven en die pns dwingen,
iedëren dag weer opnieuw onze premie
van persoonlijke hygiëne te betalen
voor de levensverzekering der samen
leving. , '
Geloof me: de tijd is voorbij dat ook
de arts tot zijn patiënten zeggen kon:
Zie, ik zal tot u komen in oen dikke
wolk," ??.""?
\
'til
i DE GROENE No. 30»
PA«. 7 DE GROENE Ni. 3031