De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 17 augustus pagina 9

17 augustus 1935 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

*?? ft; 't5 » Een wonderlijk verhaal HET was een eigenaardig verhaal dat ik te hooreu kreeg van een oud Fransch heertje dat erg ziek lag in het County Hospital te «San Frnneisco. Hij was een klein meubelmakertjo en woonde al jaren in Amerika, maar daar hy er niet zoo erg jong gekomen was had hu altyd veel moeite met de taal gehad. Niemand in dit zieken huis sprak Fransch. Familie noch vrienden scheen hij te hebben; epn eenzame Franschmari in een vreemd land waar hij nooit had kunnen wennen; en daarom keek hij steeds verlangend naar mij uit. Hij was erg ziek en bij elk bezoek vond ik hem zwakker; de oogen minder helder en dieper ge zonken m hun kassen; 't gezicht valer van kleur en de stem steeds moeilijker, steeds langzamer. Op een middag scheen hij byzonder verheugd mij te zien. Zijn stem klonk opgewekt toen hy' my begroette met: mon chcr Hollandais", maar hij was onrustig en lag voor zich uit te staren. Zonder twijfel waren zyn gedachte bij zijnt geliefd Parijs. Plotseling richtte hij zich op, keek mij strak aan en zeide, dat hij mij graag een verhaal zou willen vertellen. Een vreemd verhaal. En het was inderdaad een vreemd verhaal. Hij heeft mij niet om geheimhouding verzocht en zyn verhaal duurde erg lang, dus zal ik het maai* op mijn eigen manier vertellen. » * * 1880 was voor Parijs, voor geheel Frankrijk, een uiterst belangrijk jaar. De groote wereldtentoon stelling zou spoedig geopend worden. Reeds beheerschtc de slanke Eiffeltorcn het panorama van Parijs. Millioencn. waren belegd .om deze wereld tentoonstelling de grootste en mooiste te maken. Een wereldwonder. Het was een kolossale onder neming, die Parijs voor goed zou vestigen als het centrum van de geheele wereld. Zoo juist had de uerste dubbolsehrocfstoomboot City of Paris" do blauwe wimpel verdient door do reis van Enge land naar New York 'in slechts zeven dagen te doen. De Amerikanen zouden in troepen komen. enigc dagen voor do opening der tentoonstel ling arriveerden in Parijs twee Engclsche dames uit Marseijle* Moeder en dochter. De moeder was onderweg ziek geworden en had dan ook besloten direct na aankomst een dokter te- raadplegen. Het was een mooie avond, ongeveer 11 uur. De twee dames reden naar het, ik zal maar zeggen Hotel de Franco", schreven haar namen in het register, kregen kamer 210 en gingen naar boven. Hét was een mooie balconkamer op de tweede verdieping. Op haar verzoek werd een dokter ge haald. Het was een keurige oude heer. Hij onder zocht de dame even, keek nog eens aandachtig en stond op. Het jonge mebje van ongeveer twintig jaar stond doelloos te kijken door het raam naar de drukke Boulevard beneden, welke juist nog zichtbaar was door de neerhangende plataanblaren. De dokter vroeg haar, hem even met haar moeder alleen te laten. Zy* moest maar even be neden wachten in de conversatiezaal; hij zou haar dan wel gauw komen halen. In deze conversatiezaal was het niet erg gezellig en de dokter liet lang op zich waéhten. Haar ge dachten waren, natuurly'k bij haar moeder. Wat 'AH l J 8 f > * sa- .-< V' ' .«*?> zou haar schelen? Zij was dankbaar te Parijs te zijn aangekomen en zoo'u geschiktcn dokter te hebben getroffen. In haar overpeinzingen werd zij gestoord door het binnenkomen van den geneesheer, die gewich tig hnndenwryvend en met een sympathiek glim lachje op het gezicht haar vertelde, dat haar moeder in een paar dagen wel weer beter zou zijn maar.... en hier keek hij even bedenkelijk, dat hij graag nog wat by* haar bleef en daarom haar verzocht om hem, en haar moeder natuurly'k, een grooten dienst te bewy'zen door naar zy*n huis te gaan en aan zyn vrouw, die in de apotheek werkte, een briefje af te geven met een recept voor een drankje, dat hy beslist noodig had. HU zou wel even een fiacre roepen en den koetsier alle instructies geven. Hij woonde wel ver weg en het bereiden van het drankje zou ook wel wat tijd nemen, maar hij zou bij haar moeder bly'ven. Hy verontschuldigde zich, dat er op dit uur niemand in het hotel was om deze boodschap te doen. Het leek allemaal wel wat vreemd, maar het jonge meisje dacht hier niet zoo aan. Een vreemd laad en erg opgelucht tdoor de goede berichten wilde zij dit natuurlijk "graag doen» Misschien vond zij zoo'n midder nachtelijke rit alleen door Parijs ook wel aardig. Een fiacre werd geroepen, want op haar verzoek om haar moeder nog even goeden nacht te wenschen had de dokter afwijzend beschikt, daar de oude mevrouw nu juist rustig lag en misschien bezwaar zou maken over het uitgaan van haar dochter. De koetsier kreeg zyn instructies van den dokter n reed met het meisje donker Parijs in. Het was een lange rit. Eentonig klonk het hoef getrappel van het paard op de keien en achterover liggend in het benauwdruikende ry'tuigjo zong zy' oude liedjes in gedachte, op de cadans van de neer komende hoeven. ? Er scheen geen eind aan te zullen komen. Soms boog zij zich een weinig voorover om wat uit te kunnen kijken, maar steeds zag zy huizen, lange rijen huizen en op regelmatigen afstand helbrandende lantaarns. Reeds had de koetsier zyn paard een keer laten . stappen. Plotseling stond het bakje met een, schok stil en schommelde doordat de koetsier van de bok klom.' Het portier werd geopend, zij hoorde een paar onbegrijpelijke Fransche zinnen. De frisscho nachtlucht vulde het rijtuigje. Zij stapte uit on stond voor een groote deur. Op een bordje stond: Dr. en een lange Fransche naam dien zij direct weer ver gat. Op haar bellen opende een gry'ze dame de deur, eenigszins .verbaasd. Zij nam het briefje, las het, fronste de wenkbrauwen en las het nog eens. Zij bekeek het meisje van top tot teen en vroeg haar in zeer gebroken Engelsen, binnen te komen. . .. '.. : .? , ,*;*?* .. .' '.. -. ?'- _ ' Zij werd nu in een gezellige kamer gelaten. Weer waai zij met haar gedachten alleen. Het duurde weer zoo lang. Het was doodstil in dit groote huis. Een paar maal hoorde zy* het^tingelen van een klok boven. Op straat was hot stil. Een enkel maal zacht hoefgetrappel in de verte, dichterbij komend om in climax luidratelend voorbij te rollen, waarbij de lange dunne stukjes kristal die aan de lamp huigen in het midden van de kamer zachtjes natinkelden. Maar ook aan dit wachten kwam een einde. Van de oude dame ontving zy een fleschje met een gouden papiertje keurig geplooid om de kurk. PAG. K DE GROENE No. 3038 Pen prooi aan de meest verwarrende gedachten oot zij te wachten en haar pasgemaakte vriend esloot ook te wachten, daar hy nu wel een beetje ieuwsgierig wan, geworden hoe dit zou afloopcn. n z zat zy weer in dezelfde conversatiekamer tl w< ehtte. Elf uur kwam, maar bracht geen uitoms Inderdaad wist zij den weg. De trap op de weede deur links. De «Jeur werd geopend en als verstijfd stond zy. Dit was haar kamer.... maar andera i Dezelfde men naar het balcon. Dezelfde lichtkroon in het idden. Maar do kamer was gezellig rood geweest; iet behang en de gordijnen en het groote mollige leed, en deze kamer was blauw. Donkerblauw. oe was het mogelijk ? Aan de gordijnen zaten ezelfde plompe vergulde haken om ze in de plooi houden, maar de gordyncn waren positief rood eweest en deze waren blauw. Dit was do kamer ^ aar zy den avond van te voren met haar moeder Vas geweest.... maar toch waf het een andere mor. Zy wankelde en zou gevallen zijn wanneer et jongemcnsch haar niet had opgevangen. * * * Spoedig zat ze weer in do benauwde atmosfeer van het bakje. Het paard was uitgerust en liep erg hard. Zij wist nu dat de rit lang zou duren, nestelde zich behagelijk in de verschoten blauwt» kussens en liet haar gedachten dry ven.... Had zij geslapen? Door de ruitjes scheen een vaal licht van de opkomende zon. Stijf van de kou was zij en rillerig. Het paar i scheen moe te zij t en sukkelde eentonig voort. In het vale licht zag zij een standbeeld. Iemand heelemaal in het goud op een groot paard en een hoog hek er omheen. Zy reden nu langs een muur,-maakten plotseling een zwenking en met een wilden schrik zag zij . plotseling weer datzelfde standbeeld. Zij kon zich niet vergissen. Het was hetzelfde beeld. Wat beteekende dit? Zy tikte tegen het ruitje en voordat. het rijtuigje heelemaal stilstond was zy er al uit gesprongen. Een lange stille straat. Het had geen nut iets te vragen,'want de koetsier kon haar toch niet verstaan. Doodstil was deze komende morgen. Het paard tikte eentonig met'zyn rechtervoorhoef op de keien. Er klonken stappen en een jongmensch verscheen om den hoek van de straat. Belangstel lend keek hij naar deze vreemde groep. Een hulpclooze .jonge vrouw, een nog hulpeloozer koetsier en een paard dat maar tikte op de keien. Belust waarschyniyk op avontuur kwam hij nader en gelukkig: hy sprak Engelsen. In een zenuwachtigén woorden vloed vertelde zij hem alles. Heel veel begreep hij er niet van, maar wel dat dit geen avontuur was maar dat zijn hulp ? noodig was. Het Hotel de France 'dat zy noemde was drie minuten verder. Hij zou haar er wel heen brengen en zoo liep zij een paar minuten later het hotel weer binnen dat zij een uur of zes geleden verlaten had. Het fleschje hield zy nog steeds in de hand geklemd. Hoe zou het met moeder zijn? Zou de dokter er nog wezen? Dat moest toch wel. In haast wilde zy de trappen opsnellen, maar een jongmensch achter een sqort toonbank riep haaïterug en vroeg wat zij wilde. Zij noemde haar naam en kamernummer, maar het jongmensch, zenuwachtig aan het puntje van een pikzwart snorretje draaiend, zeide haar dat haar naam in het geheel niet be kend was en dat haar kamer onmogeiyk 210 kon zijn omdat deze kamer al cenige weken aan oen ouden heer was verhuurd. Wat beteekendc dit nu? Zy wist het toch zoo zeker dat dit het hutel was waar zij met haar moeder was afgestapt. Positief wist zij dat haar kamernummer 210 was, en nu werd dit pertinent ontkend. Haar naam was onbekend, en inderdaad kwam deze ook niet in het boek voor. Het 'was allemaal verbysterend, om gek te wórden. Zij voelde dat zy in een krankzinnige huilbui zou uit barsten en klemde de tanden pp elkaar om kalm te blijven. Waar was haar moeder? Zy eischte haar kamer te zien. Zij Vertelde dat zij precies wist hoe zy er moest komen. De trap op en dan links, de tweede deur. Maar hét heertje zeide nu dat dit niet kon vóót elf uur, daar de oude heer die deze kamer bewoonde strikt order had gegeven, hem nooit voor 10 uur te wekken. Wanneer zy zoolang wilde wachten had hy er in het geheel geen bezwaar tegen; maar hy voegde hieraan toe, dat hy haar aanraadde nog eens goed den naam van haar hotel te bedenken, daar het wel meer voorkwam dat.vreemdelingen den naam van hun hotel ver gaten. l Het was inderdaad een vreemd verhaal. Het udo mannetje vertelde het op zijn maaier. Hy lag met hot kleine gezicht diep weggedoken in het jrooto witte kussen. Zijn lippen bewogen zich haast niet en zijn vingers speelden met den zoom van het laken. Het raadsel was niet zoo moeilijk op te lossen. : Ik werd naar het hotel geroepen in het midden jrun den nacht", vervolgde hij. Zy gaven my veel ,:cld en ik moest zworen nooit met iemand hier over te zullen praten." Verontschuldigend voegde 'j fiv non toe: Hot tëmi zoo lang geleden, en het * zoo goed om er eens met iemand over te kunnen kpi-eken." . De oude dame was uit Egypte gekomen en in ?Vïarsoille ziek geworden. De Parysche dokter had jlirect cholera geconstateerd. Spoedig was zij gefitorven. De .kamer moe&t ontsmct. veranderd .vorden. Do dochter moest cenigO'Uren verdwijnen. e koetsier kreeg zijn orders: Omrijclon ! Do vrouw n n don doktor word per brief .bevolen: Talmen! Hij vervolgde: Eerst heb ik nog bezwaren ge naakt. Maar de dokter en de eigenaar van hot lütel on nog eenige hoeren zeiden, dat het mijn >licht was nis goed Franschman. Wanneer hot jckond zou worden dat er cenige dagen voor de pening van do tentoonstelling eon cholera ge va l n Parijs was geweest, zou het een hopeloos bank?oet. beteekcuen» niet alleen, voor Parijs maar oor geheel Frankrijk. De tentoonstelling moest loorgaan ! De oude dame on haar dochter moesten vordon opgeofferd in hot algemeen belang. Het moest; het kou niet anders. Hot gold lag jp tafel. Ik heb dion nacht koortsachtig gewerkt. k deed toch geen kwaad." De'oude dame was dood. En haar dochter? Nooit heb ik daar iets meer over gehoord. Ik tien toen al gauw naar Amerika gegaan", zei het mannetje. JOH. A. NAEFF MOTOREN ZIJ daveren en donderen, zy zingen hun machtig lied van stulpende zuigers in stalen cylinders, zy jagen de zilveren vleugels door hot ijle zwerk. Hun brute kracht sleurt het vlieg tuig omhoog, de zon tegemoet, door wolkenslierten on verraderlijke luchtkolkingen. Zij slingeren de metalen propcllors in het rond totdat deze n groote zilveren doorzichtige discus worden en zoemen hun zang van menschelyk vernuft. Zij zyn nukkig als een schoone vrouw en goedig als een lam. Zy bezorgen den armen passagier hoofd pijn door de herrie die ze maken en den ingenieur nachtmerries omdat hy de cabine van zyn machine niet rustig genoeg kan krijgen. Als de machtige stem van de Arend" zich verheft staat heel telefonccrend Schiphol op zyn achterste beenen, want niemand kan meer een woord verstaan. Nacht vluchten hoog boven Amsterdam-Zuid verwekken ingezonden stukken omdat de kindertjes wakker wurden en met alle geweld meneer Duimelaar wil len zien, die een stelletje leerlingen met een arm zalige tienduizend vlieguren de man moet inwijden in de goheimentesen van nachtlandingen met den Douglas. In het donker spuwen ze vuur en vlam en ont lokken den armen journalist, die waarlijk niet meer weet wat hy nu nog moet schrijven, lyrische be schouwingen, geïnspireerd docr Dante's Hel. Zij zyn het dagelijksch brood van den monteur, die ze het eene moment hoogclijk prijst en het volgende moment vervloekt naar de diepste diepten van het inferno. Zy veroorzaken noodlandingen op de meest ongelegen oogenblikken en doen vluchten over de wereldzeeën slagen. Sommigen gedijen goed als je ze verwaarloost en anderen moeten behandeld worden als een juffershondje. Overigens kun je met motoren allerlei grapjes uithalen. Je kunt ze bijv. gaan classeeren. Dan hebben wij in de eerste plaats benzine-motoren en ruwoliemotoren. Dieselmotoren en semi-dieselmotorcn. Met of zonder compressors. Tweetact en viertact motoren. Kleploozc motoren, motoren met zijkleppen en met kopkleppen. Luchtgekoelde mo toren en watergekoelde motoren. Motoren met stoomkoeling en motoren met vloeistofkoeling, waarbij de koelende vloeistof dan geen water is doch een of andere chemische substantie. Radiale motoren met een of twee rijen cylinders, motoren met de cylinders in lyn. motoren met hangende cylinders, motoren met de cylinders in V-vorm geplaatst, met de cylinders in W-vorm en met de cylinders in H-vorm en zelfs in X-vorm. Motoren waarbij de schroef direct wordt aangedreven en motprxm, die de schroef door middel van een reductiegear aandrijven. Laag gecomprimeerde, middel matig gecomprimeerde, hoog gecomprimeerde en zeer hoog gecomprimeerde motoren. Motoren met voor-verdichting van het gasmengsel. Hoogtemotorenen laag-bij-de-grondsche motoren. Speciale motoren en gewone motoren. Met do noodige vari anten. En dan kun je namen gaan bedenken, zooals bijv. voor de Junkers Dieselmotor: een tweetact zescylinder in lyn watergekoelde dubbelzuigerige dubbelkrukassige Dieselmotor met aandry ving van de schroef door middel van reductiegear, met com pressor en directe brandstofinspuiting. Als iemand nu niet direct een prentje van dien motor kan ma ken, heeft hij van de geheele classificatie totaal niets begrepen. Je kunt ook nog andere grapjes uithalen. Je kunt een of anderen motor nemen en tegen den fabrikant zeggen, dat hy er voor moet zorgen, dat die motor binnen zes maanden driemaal zooveel pk produ ceert als thans. Een doodeenvoudige opgaaf voor een handigen jongen. Rolls Royce haalde dat kunstje uit toen zy de motoren bouwden voor de Schneider Cup Race. Ze hadden hun Buzzard, een viertact twaalfcylinder in V" watergekoelde ben zinemotor van 825 pk. Ze veranderen er iets aan. nomen een paar proeven en het eindresultaat was een R" motor, viertact twaalfcylinder in V" van 2350 pk. Een kunststukje, dat ook door andere fabrieken met succes is uitgehaald. Vooral in wedstryden waarby het reglement den cylinderinhoud tot een bepaald maximum limiteert kun je in dit opzicht heerlyke dingen meemaken. Zoo'n fabriek»? laboratorium is net een Institut de Beauté. Aan den eenen kant komt een doodgewone zescyliudei* luchtgekoelde in lyn benzinemotor binnen met ma tige compressie en met een normaal vermogen van by v. 240 pk. Zoo'n motor, die alleen maar brrrni zegt als je gas geeft. Net als zoo'n juffrouw met peenhaar en zoo. En evenals die juffrouw by haar coiffeur, ondergaat dat doodgewone motortje een methamorphosèen komt te voorschijn als een race motor with it". ' Motoren. Wat zou de aviaüek vandaag zijn zon der die oer-lichte, per-sterke, oer-betrouwbare mo toren? Minder dan niets, want wij zouden in het geheel geen luchtvaart hebben. Dagelijks brom men zij hun monotonen zang tusschen Orlo en Tjilitan, Albuquerque en Noma, Twente en Schip hol. Voortgetrokken door honderden trouwe K.I..M. paarden spoedt zich de ranke Fokkervogel hoop boven de Perzische bergen. Onder de zilveren vleu gels alleen spitee toppen en diepe, smalle dalen. Zoover het oog reikt alleen troostelooze onher bergzaamheid. Geen mogelijkheid van een nood landing. Maar de drie trouwe Waspen grommen van tevredenheid en bulderen hun gezameniyk lied van onversaagdheid. De heete woestijnwind deert hen niet en zij zyn als Walküren, die ten hemel stor men. De woeste hoksendans der flikkerende propellors verslindt den afstand en voor wy het beseffen zijn wy ter bestemming. De fijne hand van den piloot neemt de gashandles terug. Wij dalen. De machtigste stem des tij ds verstomt. Oef. O.'VAN STEEXDERUN J K. ''GEDACHTEN VAN DROOGSTOPPEL BURGEMEESTER De Vlugt van Amsterdam i» een wind vaan. Hij waait mot allo u inden mee on er gaat hiots van hom «it. IIij heult met de rooion, want toen Wibaut nog wethouder was van Amsterdam waren'ze de beste vrindon. (Antoon zegt dat mon dan evengoed' kan beweren dat Koningin Wilhcliniua een windvaan is want ook zij n-geert nu eens met do Katholieken, dan weer niet de Christclijken on dan tvócr met do Liberalen; Daaruit kan nien weer eens zien hoc een rooie op voeding een kind grondig bederven kan.) Maar wat do:burgemeester nu gedaan he<sft grenst aan het onge looflijke. Hij hooft de nnlionaal*icialisten verboden om Volk & Vaderland" te verkoopcn in Amster? dam Noord en West. Dat is een groot schandaal. Ik ben makelaar in koffie (Last & Co. Keizersgracht) en lees Volk & Vaderland" omdat het voor mij een goed blad is. Als de nationaalsocialisten aan de macht komen is dat beter voor mij omdat ik dan mijn nienschen (we zijn nog .steeds met z'n dertienen en er gaat heel wat om) niet meer zooveel zal behoeven to betalen en myn belasting zal worden verminderd, omdat het dan uit is met de oudcrdomsverzekoring, de ongevallenverzekering' en weet ik waar ik alleman! nog moor zegeltjes voor moot plakken. Dan znl ik volgend voorjaar Wederom naar do Rivieru kunnen gaan mot Klazina, dat wc dit jnnr bobben moeten overslaan. Maar de nationaal-socialistcn kun nen alleen aan de macht komen als zij een on vijftig procent dor stemmen 'veroveren kunnen on. danrom moeten' er goregeld rolletjes komen met de communisten opdat Nederland zal kunnen zich, dat-alleen de na t ionaalsocialisten de vijanden zijn van liet communisme. Hoc moer opstootjes, des te meer stommen voor déN.S.B.' Precies'zooals in D.uitschland. Daar waren ook geregeld vechtpartijen tusschcn nazi's en communisten en daarom hebben alle nette menschen daar op Hitler gestemd. De vecht partijen zijn nu uit, want alle commu nisten-' zitten in do concentratie kampen. Maar als Hij uit Indi terug. komt zal Hij wel een nieuw middel vinden, opdat er pp straat vechtpartyen kunnen ontstaan. Waartoe dienen anders de WeerbaarheidsAfdeelingon? Het zou wat fraai's zijn als er niets meer te vechten viel. Dan zou Nederland nooit meer behooriyk kunnen worden opgevoed voor den volgenden oorlog tegen den Belgischen erfvijand, waar onze Vlaamsche broedors toch van het juk der Franschen .bevrijd zullen moeten Worden. Een toonoolapelor, die '.vroeger in Duitschland voor de rooien optrad on daarom in een concentratie-kamp gozot is, hooft daar een boek over geschreven. De Veonsoldaten. Ik lees geen bockon, want als zakenman heb ik Wol iets anders te doen maar in De Telegraaf" staat een zeer goede 'ci'itick daarover. Mag men den schryver geloovcn," zoo staat er, dan heerschop er afschuwelijke toestan den in de Duitachc concentratie kampen". En dan volgen er weer do bekende leugens óver do z.g. slechte . toestanden daar, zooals die in dat bock worden beschreven. Maar de . criticus ziet Zeer goed in, dat het allemaal' gelogen'is want hQ laat dan ook volgen: Althans voor zoover men dat woord voor woord gelooft." Er blijkt dan ook dat de criticus er geen woord van gelooft. Het artikel gaat den verder: Geen Nederlander of hij zal diep begaan zyn met het lot van mogelyke onschuldigen in 0011 concentratiekamp". Mogelijke on schuldigen? Er zyn geen onschuldigen in concentratiekampen. Alleen rooion. roomschen en joden. En die zijn togen het nationaal-socialismo, dus land verraders, dus schuldig. Eens zal do tijd komen, dat men er hier in Neder land evenzoo over denkt. ..Geen Nederlander of hij gelooft, dat hot daar zeer zeker hard toegaat". Moeten landverraders op 'kapok slapen on ioderen ochtend een zacht eitje? Maar ook geen Nederlander of hij neemt nu maar zoo voetstoots aan, dat er bijkans niets dan engelen in de kampen zitten en niets dan duivels er bewakers zyn." Integendeel. De be wakers zijn nazi's, dus in hoogo male fatsoenlijke lieden en de gevangenen zijp landverraders. Hoe harder r.c behandeld worden, des te beter voor henzelf, want alleen zoo kunnen ze ooit behoorlijke vaderlanders worden. Het is heel goed, dat De Telegraaf" daar even de aandacht op gevestigd heeft. BEZOEKT DE Zomerfeesten-.jellevue" lederen avond 8.30 uur PAG. |7 DE GROENE No,30-8 _/,. ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl