Historisch Archief 1877-1940
fi!
ii*
t.
:i: 'f.
Schoonheid in Zeeland
HET PROBLEEM VAN HAAR BEHOUD
?Ihr. Mr. C. M. O. van .\7ispen tot Sevenaer
HET probleem der verdwijnende
kleederdrachten komt ieder jaar opnieuw aan de
orde. In den zomer, wanneer de vreemdeling
on de eigen vreemdeling" zooals voor cenige
jaren do Kampioen" de Nederlanders heette,
die hun eigen land nog niet kennen de schoonste
doelen van het land bezoeken, hoort men telken
jare weer de klacht over de uiterlijke verarming
van ons volksleven door het verminderen der oude
volksdracht. . ?
Het probleem der nationale kleederdrachten.
T- wüwillen ons in dit opstel beperken tot hot
zoo bij uitstek nationale Zeeuwsche costuum
is zelfs in dezen tijd met zijn groote zorgen niet
?/onder belang. Wtf kunnen het nationale goed, de
eigen kleurrijke drachten, niet derven. Immers de
gewestelijke kleederdrachten dragen goeddeels
bij tot de schoonheid van het land. Zij zijn daar on
afscheidelijk mede verbonden, de Zeeuwsche in
het bijzonder. *
Dat wij onze beschouwing tot de.Zeeuwsche
dracht beperken, komt omdat daarbij de probleem
stelling, naar onze meoniug, het treffendst kan
worden gesteld. Óók voor dezen tijd; want het
belang, dat ons volk heeft bij het behoud der
typeerende volksdracht, geldt ook in deze dagen,
die zoo vol zijn van zorg om het behoud der eerste
levensmogelijkheden. Waarom treft de schoonheid
der Zeeuwsche kleederdrachten zoo bijzonder?
Wat is haar geheim?
TOEN in.Mei 1028 by gelegenheid der Olympische
spelen de vreemdeling door Nederland werd rond
geleid, spande naar aller overtuiging Zeeland by
die ontvangst de kroon. Daar, in Zeeland, was het
niet meer louter een begroeting van autoriteiten,
oen begroeting van hen, die bjj het vreemdelingen
verkeer zijn betrokken, in Zeeland was de ont
vangst er een van de geheele bevolking. Van een
volk, dat die ontvangst maakte tot een waarachtig
volksfeest, omdat het zich spontaan gaf zooals het
was. Het was geen speciale opgezette kleedpartij,
maar voor iedere hoeve, voor iedere woning, op de
marktpleinen en langs wegen, stond het volk en
kwam het samengwtrnomd in zijn prachtigf»,
kleurrijke dracht.
Toch is dit feit op zich zelf nog niet de eenige
roden, waarom het nationale costuum van
ZuidBeveland, van Walchoren en van Zeeuwsch-Vlaan
deren nationaal bezit, of wil men, gewestelijk bezit
mag hceten. De reden ligt dieper.
Het is een feit, hoe vaak móet het toch voor
veel Nederlanders worden herhaald . dat de
schoonheid van ons land niet ligt in het majes
tueuze, maar in de treffende harmonie van ieder
;dcel met het geheel.
. Henri Polak heeft dat in zijn zoo verdienstelijk
werk Het kleine land en zijn groote schoonheid"
IN JONGNY SUR VEVEY (700 M. hoog)
op deMontPelèrinGenfersee.bevindtzicn deEcole
nouvelle ménagöre, een huishoud kostschool in
de vrije natuur, waar jonge meisjes in de beneden
Alpen, nevelvrij gezond klimaat, ontspanning
en zorgvuldige persoonlijke opvoeding genieten.
Franache- en Engelvche taaldiploma1*. Sport.
Afdeeling voor kinderen. Engllah home ?cnool.
?Directie: Mme Anderfunren en Min Handley.
heel duidelijk gezegd: .,13e schoonheid van elk land
is het werk van natuur en van den mensch tesamen.
Het aandeel, dat mensch en natuur elk in het
scheppen van deze schoonheid hebben gehad, is
echter geenszins van gelgke grootte en boteekenis.
Ju vele landen is dat van de natuur overwegend.
Doch wat Nederland betreft, is hetgeen de mensch
gewrocht heeft, stellig, van gelijke waarde als het
werk der natuur, overtreft dit wellicht."
Wat gaf de natuur? Water en lucht. Dit is eigen
lijk alles. Veel, zeer veel evenwel voor een volk,
dat beaef heeft voor lucht en licht. Wij weten, hoe
onze dichters den Hollaudschen hemel met zij"
prachtige wolkengevaarton hebben bezongen. Wij
weten, dat onze schilders aan de wereld hebben
geleerd, dat het licht hier iets heel bijzonders is.
Wie ons land niet bezocht, wie niet de speling van
zijn tintelend licht zag, kan nooit of te nimmer onze
laiuUchapschildcrs volledig begrijpen.
Maar veelmeer nog heeft de kleurenzin van ons
volk ervan gemankt. Men moge twisten over de
vraag, of ons volk als, volk geniaal is, dit ne is
zoker, dat geen volk ter wereld zooveel besef
toonde, zij het dan onbewust besef, voor de schoon
heid van lijn en kleur. Dit heeft aan ons land die
zeldzame harmonie gegeven tusschen wat de natuur
gaf en wat de mensch wrocht. Nergens die
gruotsche natuurtnferëelen, rotsgevaarten en water
vallen, Waardoor liet buitenland den vreemdeling
lokt. In de steden nergens overweldigende monu
menten. Maar welke stad ter, wereld is fraaier.
heeft meer karakter dan Amsterdam; en kent gij
een landschap van inniger» harmonieuzer pracht
dan het Hollnndsche? Zie Amsterdam. Het
onovor?tref baar eigene ligt in de snmcnstemniende eenheid
van zyn grachten, zijn huizen en ohnon langs don
waterkant. Dat doet ook de Oude Delft" in do
Prinsenstad onder het licht van zijn Venneerschen
hemel tot een geheel eenige en .innige schoonheid
zijn. Zoo schendt alles wat uit dien toon valt.
liet verlagen van een brug, het vervangen van
een oud huis door een nieuw, het rooien van een
boom zelfs is reeds voldoende 6m stoornis teweeg
to brengen." (Polak).
.Schroef Prof. Brugmans indertijd niet' in ..Do
(iroene Amsterdammer", dat het architectonisch
niooic gebouw der Hundel-Maatschappij een keer
te meer bewees, dat de pracht der Amsterdamscho
grachten niet in het monumentale der afzonderlijke
gebouwen bestaat, maar in de rustige harmonie
van het geheel? Het is een schoonheid, niet
nis product van een enkel uitbundig werk, maar
n te vrucht van den ingetogen' schoonheidsy.i
nder geheele volksgemeeiischap.
Wat van de steden geldt, geldt gelijkelijk van het
landschap. Ook hier ligt het geheim ervan in do
harmonie van hetgeen de mensch aanbracht onder
den glans en de tinteling van Nederlands pracht i
gen hemel. Ziet wat do mensch wist te maken van
zijn. land! Polak vertelt ons. fioe het armelijke
waterland, gelegen tusschen Amsterdam oh
Utrecht» waar het veen werd uitgedolven, toch
tot schoonheid werd. ,»Hij legde smalle wegen
door en langs de plassen en daaraan bouwde hij
bescheiden huisje?, brccde hoeven, . een enkel
groot verbluf, lieve kerkjes met fraaie torens en
hier en daar plaatste. MJ een intiem slulskolkje.
een hamoibrüggptjo en een molen of wat. Zoo
De gebeurtenissen van den dag worden door de
onofficieel* vroedscnop besproken op den
Witstkappe/sc/ten Zeedijk
schiepen natuur en mensch in innige begrijpende
samenwerking een oord van verrukking, van ver
rukkelijke bekoorlijkheid".
En wy denken vanzelf aan d» zoo sprekende
scheiding tusschen Nederland en Duitschland.
Langs verschillende grenswegen kan men het op
vallende verschil tusschen Nederlandsen en Duitsch
territoir onmiddellijk herkennen, doordat aan de
Hollandsche zijden de huizen fleurig en kleurig ztfn.
geheel in- en aangepast aan het landschap, terwijl
het beeld aan de overzijde maar al te vaak plomp
en dof is.
Overal is er schoonheid, waar slechts begrip
was voor het detail; want 'daarin ligb de roem
van ons land. Daarom komt het zoo zeer aan op
harmonieuze eenheid. Het is niet een enkel ge
zichtspunt, maar het geheele gezichtsveld, dal
ons boeit. Dat veld kan door een niet
samenstemmend detail worden bedorven.
DIT detail heeft natuurlijk daar het meeste
beteekenis, waar de schoonheid door het licht,
dat de natuur omgeeft, het gevoeligste is. Daar
vraagt-zij het meest om een verzorgd detail,
waar, naar het woord van Marjorie Bowen, het
blonde licht, dat in elk hoekje van elk voorwerp
in het Hollandsche landschap stroomt» den vreem
deling een betooveriog schijnt over dit land door
menschenhanden gemaakt".
Zonder dat licht is het met de schoonheid als
met een schilderij met een te zware vernislaag.
Dat licht draagt de schoonheid en maakt haar als
het ware tastbaarder. In dien schijn,, treft ieder
gebrek aan harmonie het duidelijkst. ..Wal do
vorm if voor andere hinden", zo» seliivt-f oeu dor
iiuitonlandscho journalisten dio in IU2S Nederland
liud bezocht in do 'riiaos. ..is voor Holland hot
licht. Dit glanst ovor alles, oou helder, koel licht
.ichter de lanen van linden óf iepen, dio. don
?ïi'ijzen weg omgeven, het licht dat weerkaatst
.vordt door do weldon".
De atmosferische schoonheid is natuurlijk daar
;«ot treffendst, waar het land aan do zee grenst.
l hiar, waar ook het volk zich ann do kleuren wist
?uu to passen. Neomt Zeeuwsch-Vlaanderon. Op
/ich zelf een land zonder veel afwisseling, waar
(.?der hoekje grond zorgvuldig in cultuur k
geSracht. Maar toch, wat een harmonie, wat eon
? onstcmmigheid van kleuren tussche hoeve on
landschap. Dit land, eenvoudig zooals hot daar
ligt, met zijn akkers, volden en wogon zundor oonig
indrukwekkend natuurtaforoel, gooft een wonder
lijk geheel van schoonheid. Hoe geldt dit alles vait
NValcheren on Zuid-Beveland ! Wij kunnen ons
vergissen, maar het dunkt ons nog altijd, «lat
norpens ter aarde, ook niet in Nederland, hot volk
niet zoo weinig elementen zooveel schoon* on heer
lij ka van do vlakke aarde wist to maken als in
'Valcheren. Geen hemel is wijder en warmer van
tintelend licht dan dio boven do Zeeuwscho
eilantion, maar ook geen mensch wist dien toon beter
'In benaderen dan de Zeeuw; in omniddollijken
siinenhang daarmede bouwde hij zijn huis, tooit
l ij ztfn hof en kleedt hij ztfn kind.
Wat een verrukkend lied van samenstommendo
kleuren in huis n hoeve n hemel. Ieder hui.*1, in het
*:roen verscholen en omluisterd met bloemen, is
??on schilderijtje op zich zelf. En wnt past daarbij
'io Zeeuwsche dracht l
Hebt ge ooit een vervoermiddel gezien, zoo sier
lijk van bouw, zoo frisch van kleur als de
Walchensche huifkar? De hoeven op Walcheren hebben
??ts geheel eigens, zooals zo daar verscholen liggen
in een omranding van groen, waartegen do lijnen
;m de woning scherp en fel kleuren. Wat getuigen
ie roode daken van een besef voor schoonheid !
l'ic daken met de oude roode pannen, tintelend
.tn kleurschakeering, glanzen hel op tusschen hot
;ioen in den glans van een gouddoorwcven lucht.
Wat is er alles verzorgd, volkomen af J ledere
i- 'ove en ieder huis heeft rondom zijn hof met
blooi' -n. In dit schilderachtig geheel past zoo
wondern 'oi de Zeeuwsche vrouw, zooals zij daar staat
n t haar witte kap en bont costuum in do opening
f a ti een deur.
HET probleem der klocderdrachten is eon sociaal
probleem. Het doet zich overal voor. Niet
"?t t er in Zeeland. We kennen hot in Brabant gelijk
u Zeeland. Hoc hoeft ook in Brabant met zijn zoo
?i;--n karakter de nivellecringszucht, do neiging
!? stad na te apen, de bocrinnemuts un do
Bra.??utscho klecdij verdrongen, do Brnbantschc'
boerl-fjj doen plaats maken voor huizon, voorzien van
'?'cmbakjes, waarin nooit planten 'zullen tieren
i* glas in lood, dat nooit bij machte zul zijn het
ii-?it to geven, dat het goedige tmdUionoele
dorps-Van boven naar beneden: Wandeling In Zoutelande.
De machtige toren van Westkape/fe, herinnering
aan een grooter verleden, nu waker over de'zee en
het kleine leven aan zijn voet. Marktgang te
Middelburg
Kermis in' Zouteland ?
PAG. l O-11 OE G ENE No. 3039
raam aan het Brabantschu interieur schenkt.
De nieuwe woningen vloeken door hun protserige
zelfgenoegzaamheid met de eenvoudige on statige
pracht diu- slanke Brabantscho populieren. Wat
vun de stad komt, is niet altijd winst. Terecht
kon Ir. J. B. vnn Luchem voor eenige jaren in
Do Groeno" schrijven: Do architecten, dio do
oorsto jaren van dozo eeuw do pioniers waron van
do vernieuwing, hebben begrijpelijkerwijze gepoogd
don draad te hervinden, waar dozo tegen hot
oinde der achttiende eeuw verbroken was. Zij zijn
het gowoest, dio in do eersto jaren van deze. eeuw
do schoonheid van do oud/» boerenwoningen aan
do eono zijde on do deftige rust van de oude patri
ciërshuizon van hot land non de andere zijde
weder hebben begrepen". En een moderne stads
wijk te Rotterdam besprekend, schrijft hij: ,,
on die op meesterlijke wijze de schoonheid van
do oude boerenwoningen hebben belichaamd in
de groote arbeidsk wart teren". Het platteland
was zich echter niet bewust van zijn schoonheid.
vnn de haast klassieke evenwichtigheid van zijn
huizen en hofsteden. Inplaats van dat de stad
naar het land zag, keek hot dorp naar de stad.
on dan voltrekt zich onherroepelijk hot probleem
der aanpassing ten nadeele van het land. De stad
heeft oen andere beschaving dan het land. In do
stad is alles op het uiterlijke gericht. Het loven
wisselt or als 't ware met don dag; wat, op een
bepaald oogenblik tot den goeden toon wordt
geacht, vindt navolging. Niet het blijvende, maar
hot uiterlijke, het wisselende van oen bepaald
moment, wordt nagestreefd. En het platte
land gaat zich vergapen aan dien uiterlijken
schijn. Het is maar al te zeer bekend, hoe op hot
land de jonge boer, maar vooral de boerendochtor
van vandaag meent dat het stadsche leven on
vooral haar stadsche zuster meerwaardig is.
Dit is een gevaar. Do klcedcrdracht in Zeeland
verdwijnt niet, omdat andere kleeding mooier zou
zijn. Dat gelooft niemand. Noch de Zeeuwsche man.
noch do Zeeuwsche vrouw, noch het Zeeuwscho
meisje gelooft dit. Daar is werkelijk geen kleeding.
die meer vleit en siert dan do Zeeuwsche dracht.
Maar als de moeders voor hun dochters de kleeding
laten en do aankomende meisjes er voor zich zelf
niet van weten willen, dan is het, omdat de dracht
betoekent gebondenheid, een vasthouden oon hot
verleden, omdat het aflaten daarvan boteokent
vrijheid en vooral, sociale opgang. ;
Wanneer dan de stedeling, de vacantiegast op
Walcheren. zijn modomensch uiterlijk waardeert
iiaar do mate, waarin deze aan de nieuwste
modoverdwazing meedoet, wanneer voor hem de stand
mode wordt bepaald door de mate van
ongebondonheid, dan ontgaat zulks don inwoner van het
Wnlcherensche dorp niet. en ondergraaft zulks
hot 'gevoel van eigenwaarde en do kracht der
traditie.
*
D E kern van hot probleem ligt hierin, dus. dat
de Zeeuwscho of Walch?rensche klcederdracht
in werkelijkheid geen eigenlijke nationale dracht is,
althans vandaag aan don dag. Het is de dracht van
oen deel der bevolking geworden en wel niet vnn
hot maatschappoltjk-hoogerc deel. Daarmede ix
onherroepelijk hot vonnis over de kleeduur
geveld. Men wil tegenwoordig niet den
uitorl'Uken schijn-hebben van \Q behooren tot de kleine
iuyden".
Óf er dan geen oplossing mogelijk is? Wekker,
zelfs zeer eenvoudig. Indien de hoogere kringen die
dracht ook tot de hunne maken, dan zal zij spoedig.
veel ttlgemeener dan thans, de kleeding wordt van
donZeouwschon man en de Zeeuwsche vrouw. Dan
?/al zij als zoodanig liet Zeeuwsche volk kenmerken.
Daarvoor zal noodig zijn, dat de burgemeesters
vrouwen van de dorpen op Walcheren:
WestKapclle, Zoutelande enz. het Zeeuwsche costuum
tot het hare maken. Daarvoor zullen de notarissen
on doktoren, do meesters der scholen, indien ook
dozen zich hebben willen afscheiden, kortom allen.
die tot de toonaangevende kringen in do dorpen
behooren, hun kinderen aldus hebben to kleeden.
Dit alles zal waarschijnlijk wel niet geschieden.
maar het kan wel geschieden, zooals bijv. in het
buitenland ik noem slechts Salzburg do
hoogere kringen juist met opzet opnieuw het natio
nale costuum dragen om het als typeerend en
Vmdorsnheidond .elemont van hun gewest wederom
iii'opn» to brengen.
?' :.v -:"