De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 24 augustus pagina 6

24 augustus 1935 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

fi! ii* t. :i: 'f. Schoonheid in Zeeland HET PROBLEEM VAN HAAR BEHOUD ?Ihr. Mr. C. M. O. van .\7ispen tot Sevenaer HET probleem der verdwijnende kleederdrachten komt ieder jaar opnieuw aan de orde. In den zomer, wanneer de vreemdeling on de eigen vreemdeling" zooals voor cenige jaren do Kampioen" de Nederlanders heette, die hun eigen land nog niet kennen de schoonste doelen van het land bezoeken, hoort men telken jare weer de klacht over de uiterlijke verarming van ons volksleven door het verminderen der oude volksdracht. . ? Het probleem der nationale kleederdrachten. T- wüwillen ons in dit opstel beperken tot hot zoo bij uitstek nationale Zeeuwsche costuum is zelfs in dezen tijd met zijn groote zorgen niet ?/onder belang. Wtf kunnen het nationale goed, de eigen kleurrijke drachten, niet derven. Immers de gewestelijke kleederdrachten dragen goeddeels bij tot de schoonheid van het land. Zij zijn daar on afscheidelijk mede verbonden, de Zeeuwsche in het bijzonder. * Dat wij onze beschouwing tot de.Zeeuwsche dracht beperken, komt omdat daarbij de probleem stelling, naar onze meoniug, het treffendst kan worden gesteld. Óók voor dezen tijd; want het belang, dat ons volk heeft bij het behoud der typeerende volksdracht, geldt ook in deze dagen, die zoo vol zijn van zorg om het behoud der eerste levensmogelijkheden. Waarom treft de schoonheid der Zeeuwsche kleederdrachten zoo bijzonder? Wat is haar geheim? TOEN in.Mei 1028 by gelegenheid der Olympische spelen de vreemdeling door Nederland werd rond geleid, spande naar aller overtuiging Zeeland by die ontvangst de kroon. Daar, in Zeeland, was het niet meer louter een begroeting van autoriteiten, oen begroeting van hen, die bjj het vreemdelingen verkeer zijn betrokken, in Zeeland was de ont vangst er een van de geheele bevolking. Van een volk, dat die ontvangst maakte tot een waarachtig volksfeest, omdat het zich spontaan gaf zooals het was. Het was geen speciale opgezette kleedpartij, maar voor iedere hoeve, voor iedere woning, op de marktpleinen en langs wegen, stond het volk en kwam het samengwtrnomd in zijn prachtigf», kleurrijke dracht. Toch is dit feit op zich zelf nog niet de eenige roden, waarom het nationale costuum van ZuidBeveland, van Walchoren en van Zeeuwsch-Vlaan deren nationaal bezit, of wil men, gewestelijk bezit mag hceten. De reden ligt dieper. Het is een feit, hoe vaak móet het toch voor veel Nederlanders worden herhaald . dat de schoonheid van ons land niet ligt in het majes tueuze, maar in de treffende harmonie van ieder ;dcel met het geheel. . Henri Polak heeft dat in zijn zoo verdienstelijk werk Het kleine land en zijn groote schoonheid" IN JONGNY SUR VEVEY (700 M. hoog) op deMontPelèrinGenfersee.bevindtzicn deEcole nouvelle ménagöre, een huishoud kostschool in de vrije natuur, waar jonge meisjes in de beneden Alpen, nevelvrij gezond klimaat, ontspanning en zorgvuldige persoonlijke opvoeding genieten. Franache- en Engelvche taaldiploma1*. Sport. Afdeeling voor kinderen. Engllah home ?cnool. ?Directie: Mme Anderfunren en Min Handley. heel duidelijk gezegd: .,13e schoonheid van elk land is het werk van natuur en van den mensch tesamen. Het aandeel, dat mensch en natuur elk in het scheppen van deze schoonheid hebben gehad, is echter geenszins van gelgke grootte en boteekenis. Ju vele landen is dat van de natuur overwegend. Doch wat Nederland betreft, is hetgeen de mensch gewrocht heeft, stellig, van gelijke waarde als het werk der natuur, overtreft dit wellicht." Wat gaf de natuur? Water en lucht. Dit is eigen lijk alles. Veel, zeer veel evenwel voor een volk, dat beaef heeft voor lucht en licht. Wij weten, hoe onze dichters den Hollaudschen hemel met zij" prachtige wolkengevaarton hebben bezongen. Wij weten, dat onze schilders aan de wereld hebben geleerd, dat het licht hier iets heel bijzonders is. Wie ons land niet bezocht, wie niet de speling van zijn tintelend licht zag, kan nooit of te nimmer onze laiuUchapschildcrs volledig begrijpen. Maar veelmeer nog heeft de kleurenzin van ons volk ervan gemankt. Men moge twisten over de vraag, of ons volk als, volk geniaal is, dit ne is zoker, dat geen volk ter wereld zooveel besef toonde, zij het dan onbewust besef, voor de schoon heid van lijn en kleur. Dit heeft aan ons land die zeldzame harmonie gegeven tusschen wat de natuur gaf en wat de mensch wrocht. Nergens die gruotsche natuurtnferëelen, rotsgevaarten en water vallen, Waardoor liet buitenland den vreemdeling lokt. In de steden nergens overweldigende monu menten. Maar welke stad ter, wereld is fraaier. heeft meer karakter dan Amsterdam; en kent gij een landschap van inniger» harmonieuzer pracht dan het Hollnndsche? Zie Amsterdam. Het onovor?tref baar eigene ligt in de snmcnstemniende eenheid van zyn grachten, zijn huizen en ohnon langs don waterkant. Dat doet ook de Oude Delft" in do Prinsenstad onder het licht van zijn Venneerschen hemel tot een geheel eenige en .innige schoonheid zijn. Zoo schendt alles wat uit dien toon valt. liet verlagen van een brug, het vervangen van een oud huis door een nieuw, het rooien van een boom zelfs is reeds voldoende 6m stoornis teweeg to brengen." (Polak). .Schroef Prof. Brugmans indertijd niet' in ..Do (iroene Amsterdammer", dat het architectonisch niooic gebouw der Hundel-Maatschappij een keer te meer bewees, dat de pracht der Amsterdamscho grachten niet in het monumentale der afzonderlijke gebouwen bestaat, maar in de rustige harmonie van het geheel? Het is een schoonheid, niet nis product van een enkel uitbundig werk, maar n te vrucht van den ingetogen' schoonheidsy.i nder geheele volksgemeeiischap. Wat van de steden geldt, geldt gelijkelijk van het landschap. Ook hier ligt het geheim ervan in do harmonie van hetgeen de mensch aanbracht onder den glans en de tinteling van Nederlands pracht i gen hemel. Ziet wat do mensch wist te maken van zijn. land! Polak vertelt ons. fioe het armelijke waterland, gelegen tusschen Amsterdam oh Utrecht» waar het veen werd uitgedolven, toch tot schoonheid werd. ,»Hij legde smalle wegen door en langs de plassen en daaraan bouwde hij bescheiden huisje?, brccde hoeven, . een enkel groot verbluf, lieve kerkjes met fraaie torens en hier en daar plaatste. MJ een intiem slulskolkje. een hamoibrüggptjo en een molen of wat. Zoo De gebeurtenissen van den dag worden door de onofficieel* vroedscnop besproken op den Witstkappe/sc/ten Zeedijk schiepen natuur en mensch in innige begrijpende samenwerking een oord van verrukking, van ver rukkelijke bekoorlijkheid". En wy denken vanzelf aan d» zoo sprekende scheiding tusschen Nederland en Duitschland. Langs verschillende grenswegen kan men het op vallende verschil tusschen Nederlandsen en Duitsch territoir onmiddellijk herkennen, doordat aan de Hollandsche zijden de huizen fleurig en kleurig ztfn. geheel in- en aangepast aan het landschap, terwijl het beeld aan de overzijde maar al te vaak plomp en dof is. Overal is er schoonheid, waar slechts begrip was voor het detail; want 'daarin ligb de roem van ons land. Daarom komt het zoo zeer aan op harmonieuze eenheid. Het is niet een enkel ge zichtspunt, maar het geheele gezichtsveld, dal ons boeit. Dat veld kan door een niet samenstemmend detail worden bedorven. DIT detail heeft natuurlijk daar het meeste beteekenis, waar de schoonheid door het licht, dat de natuur omgeeft, het gevoeligste is. Daar vraagt-zij het meest om een verzorgd detail, waar, naar het woord van Marjorie Bowen, het blonde licht, dat in elk hoekje van elk voorwerp in het Hollandsche landschap stroomt» den vreem deling een betooveriog schijnt over dit land door menschenhanden gemaakt". Zonder dat licht is het met de schoonheid als met een schilderij met een te zware vernislaag. Dat licht draagt de schoonheid en maakt haar als het ware tastbaarder. In dien schijn,, treft ieder gebrek aan harmonie het duidelijkst. ..Wal do vorm if voor andere hinden", zo» seliivt-f oeu dor iiuitonlandscho journalisten dio in IU2S Nederland liud bezocht in do 'riiaos. ..is voor Holland hot licht. Dit glanst ovor alles, oou helder, koel licht .ichter de lanen van linden óf iepen, dio. don ?ïi'ijzen weg omgeven, het licht dat weerkaatst .vordt door do weldon". De atmosferische schoonheid is natuurlijk daar ;«ot treffendst, waar het land aan do zee grenst. l hiar, waar ook het volk zich ann do kleuren wist ?uu to passen. Neomt Zeeuwsch-Vlaanderon. Op /ich zelf een land zonder veel afwisseling, waar (.?der hoekje grond zorgvuldig in cultuur k geSracht. Maar toch, wat een harmonie, wat eon ? onstcmmigheid van kleuren tussche hoeve on landschap. Dit land, eenvoudig zooals hot daar ligt, met zijn akkers, volden en wogon zundor oonig indrukwekkend natuurtaforoel, gooft een wonder lijk geheel van schoonheid. Hoe geldt dit alles vait NValcheren on Zuid-Beveland ! Wij kunnen ons vergissen, maar het dunkt ons nog altijd, «lat norpens ter aarde, ook niet in Nederland, hot volk niet zoo weinig elementen zooveel schoon* on heer lij ka van do vlakke aarde wist to maken als in 'Valcheren. Geen hemel is wijder en warmer van tintelend licht dan dio boven do Zeeuwscho eilantion, maar ook geen mensch wist dien toon beter 'In benaderen dan de Zeeuw; in omniddollijken siinenhang daarmede bouwde hij zijn huis, tooit l ij ztfn hof en kleedt hij ztfn kind. Wat een verrukkend lied van samenstommendo kleuren in huis n hoeve n hemel. Ieder hui.*1, in het *:roen verscholen en omluisterd met bloemen, is ??on schilderijtje op zich zelf. En wnt past daarbij 'io Zeeuwsche dracht l Hebt ge ooit een vervoermiddel gezien, zoo sier lijk van bouw, zoo frisch van kleur als de Walchensche huifkar? De hoeven op Walcheren hebben ??ts geheel eigens, zooals zo daar verscholen liggen in een omranding van groen, waartegen do lijnen ;m de woning scherp en fel kleuren. Wat getuigen ie roode daken van een besef voor schoonheid ! l'ic daken met de oude roode pannen, tintelend .tn kleurschakeering, glanzen hel op tusschen hot ;ioen in den glans van een gouddoorwcven lucht. Wat is er alles verzorgd, volkomen af J ledere i- 'ove en ieder huis heeft rondom zijn hof met blooi' -n. In dit schilderachtig geheel past zoo wondern 'oi de Zeeuwsche vrouw, zooals zij daar staat n t haar witte kap en bont costuum in do opening f a ti een deur. HET probleem der klocderdrachten is eon sociaal probleem. Het doet zich overal voor. Niet "?t t er in Zeeland. We kennen hot in Brabant gelijk u Zeeland. Hoc hoeft ook in Brabant met zijn zoo ?i;--n karakter de nivellecringszucht, do neiging !? stad na te apen, de bocrinnemuts un do Bra.??utscho klecdij verdrongen, do Brnbantschc' boerl-fjj doen plaats maken voor huizon, voorzien van '?'cmbakjes, waarin nooit planten 'zullen tieren i* glas in lood, dat nooit bij machte zul zijn het ii-?it to geven, dat het goedige tmdUionoele dorps-Van boven naar beneden: Wandeling In Zoutelande. De machtige toren van Westkape/fe, herinnering aan een grooter verleden, nu waker over de'zee en het kleine leven aan zijn voet. Marktgang te Middelburg Kermis in' Zouteland ? PAG. l O-11 OE G ENE No. 3039 raam aan het Brabantschu interieur schenkt. De nieuwe woningen vloeken door hun protserige zelfgenoegzaamheid met de eenvoudige on statige pracht diu- slanke Brabantscho populieren. Wat vun de stad komt, is niet altijd winst. Terecht kon Ir. J. B. vnn Luchem voor eenige jaren in Do Groeno" schrijven: Do architecten, dio do oorsto jaren van dozo eeuw do pioniers waron van do vernieuwing, hebben begrijpelijkerwijze gepoogd don draad te hervinden, waar dozo tegen hot oinde der achttiende eeuw verbroken was. Zij zijn het gowoest, dio in do eersto jaren van deze. eeuw do schoonheid van do oud/» boerenwoningen aan do eono zijde on do deftige rust van de oude patri ciërshuizon van hot land non de andere zijde weder hebben begrepen". En een moderne stads wijk te Rotterdam besprekend, schrijft hij: ,, on die op meesterlijke wijze de schoonheid van do oude boerenwoningen hebben belichaamd in de groote arbeidsk wart teren". Het platteland was zich echter niet bewust van zijn schoonheid. vnn de haast klassieke evenwichtigheid van zijn huizen en hofsteden. Inplaats van dat de stad naar het land zag, keek hot dorp naar de stad. on dan voltrekt zich onherroepelijk hot probleem der aanpassing ten nadeele van het land. De stad heeft oen andere beschaving dan het land. In do stad is alles op het uiterlijke gericht. Het loven wisselt or als 't ware met don dag; wat, op een bepaald oogenblik tot den goeden toon wordt geacht, vindt navolging. Niet het blijvende, maar hot uiterlijke, het wisselende van oen bepaald moment, wordt nagestreefd. En het platte land gaat zich vergapen aan dien uiterlijken schijn. Het is maar al te zeer bekend, hoe op hot land de jonge boer, maar vooral de boerendochtor van vandaag meent dat het stadsche leven on vooral haar stadsche zuster meerwaardig is. Dit is een gevaar. Do klcedcrdracht in Zeeland verdwijnt niet, omdat andere kleeding mooier zou zijn. Dat gelooft niemand. Noch de Zeeuwsche man. noch do Zeeuwsche vrouw, noch het Zeeuwscho meisje gelooft dit. Daar is werkelijk geen kleeding. die meer vleit en siert dan do Zeeuwsche dracht. Maar als de moeders voor hun dochters de kleeding laten en do aankomende meisjes er voor zich zelf niet van weten willen, dan is het, omdat de dracht betoekent gebondenheid, een vasthouden oon hot verleden, omdat het aflaten daarvan boteokent vrijheid en vooral, sociale opgang. ; Wanneer dan de stedeling, de vacantiegast op Walcheren. zijn modomensch uiterlijk waardeert iiaar do mate, waarin deze aan de nieuwste modoverdwazing meedoet, wanneer voor hem de stand mode wordt bepaald door de mate van ongebondonheid, dan ontgaat zulks don inwoner van het Wnlcherensche dorp niet. en ondergraaft zulks hot 'gevoel van eigenwaarde en do kracht der traditie. * D E kern van hot probleem ligt hierin, dus. dat de Zeeuwscho of Walch?rensche klcederdracht in werkelijkheid geen eigenlijke nationale dracht is, althans vandaag aan don dag. Het is de dracht van oen deel der bevolking geworden en wel niet vnn hot maatschappoltjk-hoogerc deel. Daarmede ix onherroepelijk hot vonnis over de kleeduur geveld. Men wil tegenwoordig niet den uitorl'Uken schijn-hebben van \Q behooren tot de kleine iuyden". Óf er dan geen oplossing mogelijk is? Wekker, zelfs zeer eenvoudig. Indien de hoogere kringen die dracht ook tot de hunne maken, dan zal zij spoedig. veel ttlgemeener dan thans, de kleeding wordt van donZeouwschon man en de Zeeuwsche vrouw. Dan ?/al zij als zoodanig liet Zeeuwsche volk kenmerken. Daarvoor zal noodig zijn, dat de burgemeesters vrouwen van de dorpen op Walcheren: WestKapclle, Zoutelande enz. het Zeeuwsche costuum tot het hare maken. Daarvoor zullen de notarissen on doktoren, do meesters der scholen, indien ook dozen zich hebben willen afscheiden, kortom allen. die tot de toonaangevende kringen in do dorpen behooren, hun kinderen aldus hebben to kleeden. Dit alles zal waarschijnlijk wel niet geschieden. maar het kan wel geschieden, zooals bijv. in het buitenland ik noem slechts Salzburg do hoogere kringen juist met opzet opnieuw het natio nale costuum dragen om het als typeerend en Vmdorsnheidond .elemont van hun gewest wederom iii'opn» to brengen. ?' :.v -:"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl