De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 7 september pagina 19

7 september 1935 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

lü-== Hedendaagsche machthebbers . -i ? t !S. veer D« Gro«n« vin H. Vtntljntn Geef op wat je hebt of ik schiet! En vlug: wachten kan ik niet. ':'f 'k Ben mensch van mijn tijd, die in haast Langs den weg en door 't leven raast. De tijd is gelukkig voorbij Van romantische rooverij. We gappen efficiënt en snel, Want kort is de weg naar de hel En wij komen er allemaal.. Dus: handen-.op!" - Qangstermoraal. In en om de'spreekkamer KLEURENBLINDHEID Erfelijke afwijking van het gezichtsorgaan HOE meer de samenleving zich compliceert, hoe meer het biykt dab er zeer bepaalde groepen van menschen bestaan die voor bepaalde beroepen volmaakt onbruikbaar zijn, hoe gaarne ze mis schien zelf dat beroep ook zouden willen uitoefenen. Het is van groot belang zulks te weten, speciaal waar hot gaat om de beroepskeuze van jonge menschen. Heb mag b.v. nieb voor komen dab iemand zich gedurende eonige jaren voor een werkkring voor bereidt of zelfs maar met de illusie rondloopt dab beroep eenmaal te zullen uitoefenen en dab dan later blijkt, dat hU er lichamelijk niet voor geschikt is. En des te minder mag het voorkomen wanneer heb herkennen van een dergelijke ondeugdeiykheid betrekkelijk gemakkelijk is en zónder groote onkosten kan geschieden. Een afwijking waarvan de practische bot eekenis in deze eeuw van techniek en snelverkeer nog lang niet voldoende bekend is, is de stoornis in het kleurenzien, de z.g. kleurenblindheid. Onge veer 10 pCb. van de mannelijke be volking en ongeveer 0.2 pCt. van de vrouwelijke lydt hier aan en speciaal de geneesheeren wier baak heb is keuringen te verrichten voor de spoor wegen, de marine en de luchtvaart, weten, hoeveel overigens volmaakt gozonde en geschikte jongelui ze reeds hebben moeten afkeuren en hoeveel hoop ze wreedaardig den bodem in hebben moeten slaan, alleen omdat de personen m kwestie (die zich dikwijls niet eens van dat feit bewust waren) kleurenblind waren. Om kleurenblindheid te kunnen beoordeelen moet men, natuurlijk eerst weten wat wij onder normalen kleurenzin verstaan. Een normaal mensch kan slechts ongeveer */s ^ee' van heb geheele zonnespectrum waar nemen, n.l. de stralen met een golf lengte van 400?-800 pp. Wij zijn dus allen in zekeren zin kleurenblind voor die stralen welke onder de 400 (xp (de ultraviolette, chemisch actieve) en boven de 800 (xp (de infraroode, warmtegevende) liggen. Maar ook, by het voor ons oog zichtbare deel van het spectrum ver houden wij ons zeer verschillend. Terwijl in heb middelste deel van heb spectrum, bU de stralen van 480?660 p y. (groen bob oranje) iedere kleine verandering in golflengte een duidelijk waarneembare kleurverandering geeft, zijn aan de beide uiteinden ervan zelfs vrij groote veranderingen ternau wernood van eenigen invloed op de kleur. Wanneer men de voor een normaal mensch waarneembare kleuren, rood, oranje, geel, groen, blauw, violet en purper, als de sectoren van een cirkel naast elkaar rangschikt, krijgt men een kring waarby twee geheel van elkaar verschillende en elkaar uit sluitende kleuren tegenover elkaar komen te liggen b.v. blauw en geel, rood en groen. Heb komb nu zeer veel voor dab sommige personen rood en groen nieb van elkaar kunnen onder scheiden. Heb onderzoek hierop geschiedt door middel van gekleurde wollen draden, die de patiënt moet sorbeeren. Een kleurenblinde zal dan lichtgroen en lichtblauw by elkaar leggen of violet n blauw verwisselen. Verder bestaan er platen, samengesteld uit verschillende gekleurde ronde vlekjes waarin voor iemand, die nieb kleuren blind ia, een getal te lezen staat. De kleurenblinde zal dit nieb kunnen. ? De meesb voorkomende afwijking is de kleurenblindheid voor rood en groen. Veel zeldzamer zyn de kleuren blindheid voor geel en blauw en de totale kleurenblindheid. Deze laatste gaat meesbal meb andere oogafwykingeu gepaard (lichtschuwheid bijv.). De aandoening is erfeiyk en gaat via een normale dochter op een kleinzoon over. Welke bezwaren brengt de kleuren blindheid voor heb practische leven mee? Gezien het veelvuldig voor komen er van on heb feit dat het geheele moderne verkeer op_ kleursignalen is ingesteld zou men mogon verwachten dat ztf ongeloofiyke moeilykhedenmet zich mee moet brengen.* Inde practyk valt dat echter mee. De meeste kleurenblinden en vooral do kleurenzwakken zyn buitengewoon gevoelig voor verschillen in helderheid en maken van dit feib in heb dageiyksch leven meb groot succes gebruik. Zo hebben van kind af aan geleerd do diverse voorwerpen meb de zelfde kleuren aan te duiden zooals hun om geving dab doet. Ze weten zelf niet dat datgene wat zy kleur" noemen in werkeiykheid verschillen in helderheid zyn en ze kunnen zich in het zien Van normale personen neb zoo mui in denken als dab omgekeerd het geval is. Wanneer een kleurenblinde du» eenige malen by de kruispunten in oon groote stad voor het roode stopsignaal meb anderen heeft gestopt on by heb groene signaal is doorgereden. weeb hy na eenige keoron zeer nauw keurig wat rood en wat groen is, al heeft hy die kleuren nooit gezien alleen doordat ze in helderheid vorschillen. Maar veel hulpeloozer staat. hy wanneer dergeiyke kleuren zonder samenhang met voorwerpen uit zijn practische levenservaring, geïsoleerd.. opduiken. Voor machinist op oon spoortrein. voor stuurman on voor vliegonior zijn dergelijke personen dus volmaakt. ongeschikt. Maar er zyn nog talrijke beroepen meer. Een arts b.v. div kleurenblind is, is ongeschikt voor microscopisch werk, aangezien hij geen enkel bacteriologisch praeparaat waarbij eon contrastkleuring is boogopast kan beoordeelen, geen zuurvanto staafjes kan herkennon en geen,z.g. Grampositieve van Gramnogatiovo micro-organismen kan onderschoidon. terwyi hy by het herkennen van diverse huidaandoeningen sterk gphandicapt is. Maar heb geval dat op mij alt ijd don sterksten indruk heeft gemaakt on dat ik nooit heb vergeten, hoewel het nu al byna 40 jaren geleden is, was, toen ik als kleine jongen op een avond met een vriendje in den tuin van een buur man was binnengedrongen, om er do aardbeienbedden te plunderen, dat ik by die gelegenheid byna alle aardbeien heb opgegeten en myn vriendje niot.s gekregen heeft, omdat hij, kleuren blind zynde, busschen hot donker groene loof de roode aardbeien niet. vindon kon. Dr. P. H. VAN DKR Hoon PHOTOBLATTER" GAARNE vestigen wij de aandacht op het mooie en practischetijdschriftje Photoblatter", Natuurlijk hebben -wij onze groote en kleine Hollandsche fotobladen, maar een kennismaking zal den amateur overtuigen dat het werkelijk zijn nut héft zich ook nog even verder te oriënteeren als men dit zoo goedkoop (RM 2,40 per jaar) kan doen. Van maand tot maand begeleiden de Photoblatter" zoowel wat de keuze van onderwerpen als wat de techniek betreft, of u nu de ge lukkige bezitter van een Leica of eigenaar van een blikken doosje" of amateur cineast bent. Men kan zich bij den foto- ' handel abonneer en. PAG. 14 OS GROENE No, 3MI HOE DOM HET IS OM GOED TE ZIJN Henriëtte van Eijk LUITENANT Knakkennan door de diepte gegaau. Gravin Knal heeft onmiddellijk daarna een lange visite afgelegd by z'n eenige moeder om to zeggen, dat het goud in do smeltkroes gelouterd wordt, maar dat is niet waar. En de arme jongen vit nu in een onbeschrijflijke toestand voor het raam van de sociëteit, en doet de heele dag niets dan kijken. En voor hem op tafel liggen paara-geparfumeerde brieven van een dame uit Parijp, die zegt, dat ze hem gelooft, wat ze rder had moeten zeggen. Het is alles volkomen onschuldig begonnen met de Maharadja van Jaggermout, die hier bezig was met een bezoek, dat ie bracht aan havens on museums on dianmntslyperijen. wat ie voor z'n pleizier scheen te doen, en ze sleepten hem van links naar rechts in een getailleerde jas van Dompierre on Go. in London, en op z'n hoofd had ie een tulbandje met een aigretlc, wat luitenant Knakkerman zoo goed weet omdat ie er naast heeft gestaan op bevel van den generaal, h» een hangar, waar de Maharadja .schuilen moest voor een plotselinge regen, bij zijn bezoek aan het militair vliegveld, tot er iemand kwam met een parapluie van de man van het buffet in het restaurant, die luitenant Knakkerman boven zgn hoofd heeft gehouden met het oog op de aigrette, die niet nat mocht worden. *?* Het was alles het werk van een uogenblik, en luitenant Knakkerman heeft kans een dezer dagen een jonge jaguar thuis te krijgen, waarmee ie geen raad zal weten in verband met //n moeder, die al een angora houdt on bang is voor complicaties. En de Maharadja was een man van de we reld, maar tegen jonker van Batburgh was ie koel, die van een kouwe kermis is thuis gekomen met een interview, dat ie had willen hebben voor de Strijdbijl"* wat ie wel op z'n vingers had kunnen natellen omdat een ach terlijke Ooüterschc vorst geen sympa thie kan hebben voor n weekblad met geavanceerde ideeën. Maar luite nant Knakkerman had mooie herin neringen van heb bezoek kunnen be waren, als er niet een man voor foto's voor kranten was geweest, die luite nant Knakkerman vastlegde op een plaat met de parapluie boven het hoofd van den Maharadja, wat heel treurig was met het oog op z'n carrière en de eer van het Nederlandsche leger, dat het Vaderland moet dienen met zwaarden en niet met parapluies. En de foto van luitenant Knakkennan met do parapluie boven het hoofd van de Maharadja, heeft in alle kranten gestaan, en iedereen, die het zag heeft hem natuurlijk aangezien voor iemand met een mindere positie, wat ver schrikkelijk was voor z'n familie en z'n ongelukkige moeder, die bij z'n geboorte tóch al zoo veel ouder was dan hij. Maar het allerergste waren do ge volgen van een geparfumeerde brief wisseling met de dame uit Parijs, die die foto zag in een Fransch blad, en hem herkende, en schreef, dat ze altijd al had gedacht dat ie haar bedrogen had als ie zei dat ie luitenant was, wat ook al haast niet kon met zoo'n hou ding, en zoo'n conversatie als de zijno ! Luitenant Knakkerman heeft toen een brief terug geschreven met een foto van z'n diploma, en een andere van z'n beëediging om de dame in Parijs te overtuigen van de waarheid, maar de dame geloofde de waarheid niet, waarna luitenant Knakkermau bitter werd en z'n hart uitstortte in een volgend schrijven, vol opstandige klanken, en hij schreeuwde in die brief om gerechtigheid, en zei. dat hét hemelschreiend was, de manier waarop je als luitenant werd geknecht in hot Nederlandsche leger 2 Hij zei: Waar bl|jft de eer van de wapenrok!" Hij zei: ,.Wy zg'n slaven, die geprest wor den parapluies te dragen!" Hij zei nog veel meer, niet met de bedoeling dat iemand het hooren zou, maar zoo maar, voor z'n pleizior, en om de dame te laten begrijpen hoe io. verscheurd werd. Toen do dame d ze brief gelezen had. geloofde ze luitenant Knakkennan. wattse hem .schreef. En ze vertelde de geschiedenis aan een bevriende vriend, die er een heel artikel aan wijdde in de Après Midi", onder de titel: Wan toestanden in het Nederlandsche le ger", naast een afdruk van de foto, met als onderschrift: Officier uu Laquais?" * ? *. En het zou alles nóg goed zijn geloopen als de generaal dab nummer van de Après Midi" niet in z'n han den had gekregen. Maar hij kreeg het in z'u handen, en hy zag heb artikel, en de foto, en het gezicht van luite nant Knakkennan naast de parapluie, en hy' werd blauw, en liet luitenant Knakkerman bij zich komen. En toen bleek het, dab luitenant Knakkerman de parapluie heolemaal niet had hóe ven vasb te houden, maar dat hij hét ding, in z'n blinde opgewondenheid om de Maharadja van dienst te zijn, uit de handen van den man van- heb restaurant had getrokken, waarmee ik maar zeggen wil hoe je beter Gods water over Gods akker kunt laten loopen, enhoe dom het is om goed te zy*n. HEDEN BEGINT ONZE HALFJAARLIJKSE HUIS HOUD DE HUISHOUDWEEK IN DE BIJENKORF brengt elke keer opnieuw be langrijke voordelen voor de huisvrouw. Speciaal thans, nu wij grote hoeveelheden huis houdelijke artikelen kunnen aanbieden tegen PRIJZEN, DIE AL HET VOORGAANDE NOG IN D E SCHADUW STELLEN En daarbij brengen wij talrijke practische nieuwigheden, die het werk van de huisvrouw 20 zeer helpen verlichten. deAUenhorf ^^^^^ * ?'. «t j^T^nf> A k_4 AMSTERDAM Droomen geen bedrog EEN leeraar in de wis- en natuurkunde, een weten schappelijk en critisch man, ver telde ons: Ik was als sergeant onder dienst. Met,twee collega's sliep ik in een kazemat in een onzer forten. Op zekeren nacht droom de ik dat ik thuis was; het was winter; ik stond in de huis kamer met mijn eene hand op den nikkelen kachelkop, bezig met de andere een-weerbarstig bandje van mijn beenwindsel op zijn plaats te'brengen. In de kamer zag ik mijn moeder zitten met een van mijn collega's, laat ?ik hem voor het gemak A noe men, en ik hoorde hen spreken over den dood van den anderen collega B. Deze B was toen ik dit droomde nog springlevend en ge zond. . ' Zooals het gewoonlijk met .droomen gaat: ik vergat ook dezen direct den volgenden mor gen. Ik .dacht er ook niet aan terug toen B enkele maanden daarna plotseling stierf aan een verwaarloosde typhus. Doch ik herinnerde mij den droom in alle 'scherpte toen ik, enkele weken na de begrafenis, thuis bij de kachel stond, in precies dezelfde houding als waarvan ik had gedroontd, en mijn moeder met A hoorde spreken, precies als in mijn droom/' Er is een tijd geweest dat men in zulk een droom een waar schuwende voorspelling zou heb ben gezien, den droomer door een hoogere macht ingegeven. Een latere generatie rekende . met voorspellende droomen radicaal af door te zeggen dat ze niet bestonden of óp zijn best toer valligheden waren. De laatste jaren is men na ernstig onderzoek der feiten tot de erkenning ge komen, dat hier van toeval geen sprake kan zijn, al is ook de theorie der ..waarschuwing van hooger hand" niet bevestigd ge worden. Veeleer moet men zich den droom voorstellen als op bouwend uit allerlei ? voorstel lingen?groot'endeels toevallige en onbelangrijke die deels tot het verleden behooren (dus her inneringen zijn), deels tot de toe komst. Ter verklaring van het feit dat men herinneringen" kan hebben aan den verkeerden (toekomstigen) kant van het heden heeft de Engelsche onder zoeker Dunne zijn interessante tijdreekstheorie" opgesteld, die zeer de aandacht van de geleerde wereld heeft getrokken en in merkwaardige overeenstemming is me.t d,e hedendaagsche op vattingen der physica (niemand minder dan Ed'dington heeft er zijn instemming mee betuigd). ... ;.???' *.* *: ?/ ' Men is druk bezig den voorspèUenden" droom zijn geheim zinnig karakter te ontnemen. Maar van de Voorspelling blijft ?op deze wijze niet veel over, want in de eerste plaats vergeten de meeste menschen hun droo men onmiddellijk zóó lang zij er zich niet speciaal op toeleggen ?om ze te onthouden, en boven dien: welk droomelement be trekking heeft gehad op de toe komst kan eerst worden vastge steld als deze toekomst verle den" is geworden. PAG. IS DE GROENE No. 3MI

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl