Historisch Archief 1877-1940
?w. -*
l \
OELE WRAA
E
en ver
naai uit Opanje
ALBERT HELMAN
t N DEK do talrijke lenenden die men over
Spanje vertelt, «'ii dio bij nader onderzoek
maar al te umvaur blijken te zijn. bijvoor
beeld de legende van de Spaanse schonen met hoge
kam en mantiUa, de logende van de Spaanse harts
tochtelijkheid of die vun de muziek- en
arumenvervulde Tolcdaanse nachten, ia er toch n
die werkelijk steek houdt en dio men bij elke
voetstap bevestigd vindt: de legende van de alge
mene jaloezie. Dat is een jaloezie van con bizondere
soort, goed onderscheidbaar vaiT die welke men
elders vindt. Het is hier niet zozeer naijver om
iets wat de een ontnomen en do ander geschonken
wordt; want dit soort afgunst zou een zekere
passie vooropstellen, wolke bij alle mooipraterij
en theatrale gebaren niettemin geheel ontbreekt.
Maar het is meer een gekwetst-voelen van z|jn
ijdelheid en eer, en «'oii daarmee ? corresponderend
wraak-gevoel. De jaloerse in Spanje wil zich niet
liet bedreigde of verloren bezit heroveren*. Men
wil anders: het moorse bloed schijnt nog altijd
ua te werken, en deze nazaten van Othello rusten
niet. voordat /.ij /.U-h gewroken hebben op de aan
rander van hun bozit". Dan mogen hemel en
aarde desnoods vergaan....
Een sterk staaltje passeerde onlangs bij ons
in de stad. Het was oen slager, die bogon te ver
moeden dat de horens van hot vee dat hij regel
matig ter slacht bank leidde, ook min of meer zyn
eigen hoofd versierden. Hij. was wantrouwig, wist
eigenlijk wel.... Zijn vrouw «was nog jong on
mooi, zU konden niet bepaald goed met elkander
opschieten, en hij moest nog til eons op reis om
vee te kopen. Buren roddelden....
Nu zou men donken, als zo'n slager slaags raakt
met zijn mede-minnaar, dat hij dan ook het eerste
hot beste slachtmes neemt, on zijn vijand eenvoudig
keelt, zoals men het do vette varkens doet. Of
dat hij i^ uitzinnige woede zijn bijl grijpt, de tegen
stander het hoofd klieft en hem op het blok de
botten doorhakt, gelijk wijlen Haarmann in zijn
particuliere woning placht te doen.
Maar niets daarvan. Het is merkwaardig
hoevoel zin de slagers over het algemeen misschien
juist uit hoofde van hun bloederig on smerig
bodrijf voor netheid en properte aan de dag
leggen. Tot zelfs in hun meest private levens
omstandigheden. Nog kortgeleden vertelde mij
oen dorpsgeneesheer naar aanleiding van de vele
zelfmoorden waarmee hij in zijn practijk had te
doen gekregen, dat de zuidelijkste suicide welke hij
had meegemaakt, die van een slager was. De man
had met hetzelfde instrument dat gebezigd wordt
om runderen door een kleine tik tegen het voor
hoofd als van de bliksem getroffen te doen neer
storten, zichzelf een fijn, nauw zichtbaar schot
midden boven do wenkbrauwen toegebracht.
en lag daar neer op zijn bed als een toonbeeld
van properte en koelbloedigheid, een waardig
medelid van de deftige stand der heengeganen.
EEN soortgelijke zin voor decorum en onbloe
digheid moet ook de slager bij ons in de stad
bezield hebben, de avond dat hij plotseling, vier
uren eerder dan hij had aangekondigd, naar huis
terugkeerde, door de winkel liep naar het
woonvertrek en licht ontstak'.
Zijn vrouw had hem natuurlijk horen binnen
komen. En wat erger was, ook de minnaar die
een herdersuurtje bij haar doorbracht, werd het
met schrik gewaar, on zag zich in gevaar van erge
complicaties. Goede raa'd was duur. D<r wettige
echtgenoot kon elk ogenblik het slaapvertrek
binnenkomen en dan waren de ongelukken niet
te overzien. Het slagersvak is wreed, men raakt
gewend aan steken en aan snijden en geeft niets
BOUWTERREINEN en HUIZEN
te koop in het Centrum der Gemeente.
? Inlichtingen: PARK KERSBERGEN
Kantoor: Montaubanstraat 4, ZEIST
moor om bloed, al vloeit hot ook bij liters. Een
ijselijke gedachte....
De «unu- Jauinto sidderde over zijn ganse lijf,
en deed wat alle minnaars doen in zulk een benarde
stonde: hij kroop onder het bed, om zodra de weg
maar vrij zou zijn, weer enkoio meters verder do
aftocht te ondernemen.
Binnen komt de slager. En mot de intuïtie van
een belaagde eigenaar denkt hij, net als de reus
in het sprookje van Kleinduimpje: Ik ruik
mensenvlees. Want enigszins snuivend en opgewonden
loopt hu om het bed heen. Doch daar hij niemand
anders dan zijn vrouw ziet, die hem allervriende.
lijkst toelacht, herstelt hij zich meteen, en zegt:
Zo lieveling, ik ben wat vroeger thuisgekomen
zo je ziet. Ik was gauw klaar. We kunnen daar
van profiteren door vanavond samen uit te
gaan."
Jacinto, als een mol onder hot bed liggend,.
hoort het, en berekent snel zijn kansen. Hij moet
verder kruipen om te zorgen dat de slager niet de
kamerdeur op slot doet, en om niet genoopt te
zijn misschien nog mee te maken wat hij zelf had
willen doen en wat nu tussen zijn geliefde Concha
on de slager zou kunnen plaatsgrijpen. Liever
buiten, ergens in de winkel zich verscholen, of
elders waar hij zolang kan wachten tot de slager
is vertrokken. .
Hij kent zo ongeveer de situatie van het huis.
Hij kan het snelste komen in het achtermagazijn.
de opslagplaats van het gereedschap, waar enkele
kisten zijn en ook de grote, electrische ijskast.
Nauwelijks is do slager weer voor enkele secon
den hi de huiskamer verdwenen, of Jacinto sluipt
tevoorschijn, b vliegensvlug om de open kamer
deur heengewipt. en springt luchtig als een Ariël,
maar minder big de gang door naar het achter
magazijn. Daar is hij veilig; daar zal stellig nu
na winkeltijd de slager niet meer komen
Tenzij de goden....
ONGELUKKEN hangen af van kleinigheden.
De slager komt de slaapkamer weer binnen,
en ziet plotseling voor het bed een knoop liggen.
Die raapt hij op. Het is een vreemde donkere
knoop welke hoort by een costuum dat niet van
hem is noch van Concha. Van een wezen dat hier
was, caramba!
Nu heeft hij zekerheid. Nu weet hij dat hij zich
niet heeft vergist, toen hij daareven mensenvlees
rook. Wanneer de vijand werkelijk zoeven hier
was, is hij hem nog niet ontsnapt. De winkeldeur
is niet geopend, want dan gaat de bel. De ander
moet nog hier zijn. Hij bukt heel zijn zware lijf
om onder het bed te kijken. Natuurlijk is daar
niemand. Het zou ook al te gek zijn. In de huis
kamer is het onmogelijk dat een sterveling zich
verstopt; daar staan alleen maar stoelen en een
tafel. Dus gaat hij naar de winkel, kijkt met veel
lawaai onder de toonbank, achter het hakblok,
m zijn woede zelfs tot onder de baacule waar
ternauwernood een rat zich .kan verstoppen.
Wat is er toch? Waar zoek je naar?" roept
uit het woonvertrek vol angst zijn vrouw.
De slager brult terug: 't Is net of iemand hier
in huis geslopen is. Je weet het niet, met zoveel
? inbrekers tegenwoordig in de stad. Ik moet overal
eens kijken."
De vrouw meent dat ze al verloren is en bidt
tot alle heiligen van het hele jaar om haar n ook
Jacinto bij te staan. Had ze hem maar nooit
ontmoet!
En ook Jacinto vreest het rgste.- Hij heeft do
zware slagersstem maar al te goed verstaan. Er is
maar n plaats waar hij misschien veilig is. Reeds
hóórt hij de eerste stappen in de gang.
De slager haast zich echter niet. Het onderzoek
moet grondig zijn. Wanneer er werkelijk iemand
is, dan kan hij niet ontsnappen. En anders../.
nu dan heeft hij zich vergist.
Hij komt tenslotte in het achtermagazijn, kijkt
in de kisten, in de hoeken achter het gereedschap,
onder al de zakken die er liggen* Niemand. Zeker
heeft hij zich vergist. Hij slaakt een diepe zucht.
Wanneer er iemand is geweest, dan zal hij hem
een andere .keer ook wel....
Caramba!" vloekt hij. En hij mompelt
PAG.Mfr DEJGROENE No.M4t
'n Pracht lamp, die Uw kamer een
rijk aanzien geeft, 'n Lamp, als 't
ware speciaal voor U gemaakt.
Zo'n lamp vindt U In alle prijzen bij:
JASPERS
CEINTUURBAAN SUfl
AMSTtUDAM Hl IOCX
Er is moor n Jaspers op de Ce/ntuurboon,
halfluid: Die verdomde Concha t Slordig is «o
tegenwoordig ook nog op de zaken. Daar Iaat
vame die ijskast op een kier staan, alsof je daarvoor
al die dure stroom betaalt. Ik heb haar honderd
keer gezegd dat ze de klink van boven en van
ouderen erop moet doen. De deur kan anders
opengaan en alle kou ontsnappen. Op die manier
bederft je dure vlees."
Terzelfder tyd schuift hU de grendels stevig
dicht, en hoort hij nauwelijks hoe daarbinnen
dof iets slaat tegen de dikke isolatiewand. Het is
vast een stuk vlees dat van de haak gescheurd ia un
gevallen. Niet zo erg. Daar zal hij morgen wel naar
kijken. Nu heeft hij geen tijd meer te verliezen.
't Is door al die zoekerty reeds aardig laat gewor
den voor het theater.
Concha. ben je klaar?" roept hij een tikje
opgewonden wanneer hij terugkomt in de kamer.
Lieveling, het is reeds meer dan laat, het theater
is al haast begonnen."
Santissima Maria," prevelt Concha met een
onmerkbare zucht van verlichting, ,.jc krijgt
tien kaarsen van me uit dankbaarheid dat hu
Jacinto niet gevonden heeft. Wat is die toch een
handigaard, een held. Net de geknipte man voor
minnaar. Haast ongelooflijk dat hij is ontkomen.
Nu zal hij ook wel uit de winkel kunnen sluipen
als we weg z^jn. Ik eg straks mjjn sleutel voor
hem op de toonbank. Dan kan hij eruit."
ZE haast zich nu om weg te komen, is
uitgulaten en heeft ditmaal een nog hogere blos
dan anders. Aanhaleriger en vriendelijker dan ooit
zit ze naast haar man in het theater. Die goeierd.
Met al zijn bruut geweld, hoe licht is hij niet te
verschalken.
Breeduit zit de slager naast haar. Ook hem inte
resseert het stuk-maar half. Hij voelt een koudu
tinteling aan zün vingers. Het is een zwoele zomer
avond, en hij zit verdraaid met koude voeten hier.
Wat daast die man daarop 't toneel? Het i* als
spreekt hij tegen dikke zinken isolatiewanden.
Dit is het eerste bedrijf. Het doek valt en de
ichten floepen aan.
Dat is waar ook," zegt de slager. Hoor eeiiK
lieveling, je hebt vergeten om de ijskast dicht te
doen. De bout zat er niet op. Gelukkig dat ik
straks nog in het achtermagazijn geweest ben en
het nog gedaan heb."
Kankeren doet htf verder niet, want hij is uit.
Ik weet toch zeker dat ik wel...." wil de
vrouw antwoorden. Maar deze woorden besterven
haar op de lippen. Als Jacinto.... Hij zal toch
niet.... Haar man had hem anders toch moeten
vhiden? Maar neen, dat kan toch niet, dat kan
niet zijn. Ze heeft zich vergist. Ze héft de deur
niet dichtgegrendeld. Ze heeft het zeker vergeten
in haar opgewondenheid omdat Jacinto komen zou.
Al meent ze zeker....
Ach ja, mijn hoofd loopt soms om. Ik zal er
voortaan om denken. Ik voel me pok niet zo erg
goed vandaag,"- zegt ze tenslotte.
Bitff maar rustig zitten; we zitten hier goed en .
koeler dan buiten of thuis," antwoordt de slager
vriendelijk.
Dan gaan de lichten uit en begint de tweede acte.
Concha héft er niets geen plezier in. Ze verstaal
geen woord meer van wat daar op het toneel ver
handeld wordt. Ze heeft hartkloppingen en haar
oren suizen. Ze bidt in stilte: God help hem eruit;
God help dat het niet waar is. Ik kan niets zeggen,
ik kan toch niét...."
Een rot stuk," bromt de slager. Er gaan
tegenwoordig geen lollige stukken meer/'
Zullen we dan maar weglopen?" vraagt, d«
vjrouw gretig. : ?
Waarom? We hebben nu eenmaal betaald."
Ik voel me niets prettig, Manolo. Ik heb koude
rillingen, net of ik koorts ga krijgen." . '.
Dan is het beste dat je in de pauze vlug achter
elkaar een paar cognacjes drinkt," raadt de slager,
geheel en al beminnelijk en echtelijk bezorgd. Ik
neem er zelf ook eentje." '
Ik lag net zo lief in bed," zegt Concha nog.
Maar ze durft niet teveel meer aan te dringen.
Ze kan het niet geloven dat zoiets.... het is maar
een idee.... het zijn alleen maar spoken van haar
slecht geweten. En ze bidt weer: Heilige Yirgen,
twintig kaarsen krijg je, als het werkelijk alleen
mijn slecht geweten is." (Slot op'pag.19)
DE stemming voor
beleggingswaarden is nu al weer verschei
dene maanden flauw: men kan
wel zeggen dat sedert den val van den
Belgischen franc de vraag naar deze
papieren tot een minimum is geredu
ceerd, terwijl er wel steeds een, zij het
ook niet omvangrijk, aanbod bestaat.
Nu is dat verschijnsel op zichzelf aller
minst een novum. Sedert medio 1031
hebben wij voortdurend fluctuaties
op de obligatiemarkt gezien, die vaak
het koerspcil nog veel dieper deden
zinken dan op het oogenblik het geval
is. Telkens wanneer de angst voor de
waardevastheid van den gulden weer
opdook, b.v. na den ponden val, later
na den dollarval, ook weer na de sta
bilisatie van deze laatste munt, en zoo
by verschillende andere gelegenheden,
ondervond daarvan de
bcleggiugsmnrkt ecnigen tijd den invloed. Hou
ders van deze waarden gingen over
tot verkoop en omzetting van het
provenu in buitenlandsche valuta of
in goud. Die "verknopen drukten na
tuurlijk de koersen, vooral omdat in
die periodes van eenige vraag naar
obligatiën nauwelijks sprake was. Deze
laatste factor, het wegblijven van de
vraag, was wellicht nog belangrijker
voor het koersverloop dan het werke
lijke aanbod. Maandenlang blijft in
zulk een ttfd de emissiemarkt versto
ken van elke nieuwe uitgifte.
I u. zooverre zou men dus de nu
heerschend e stemming op de
beleggingsmarkt eenvoudig kunnen be
schouwen als een phasc in de Ontwik
keling, dia de laatste jaren feitelijk
een voortdurende golf lijn heeft doen
zien. En dan zou men, wat het toe
komstige verloop betreft, ook betrek
kelijk optimistisch kunnen zijn. Het
zou wat naïef wezen om het feit, dat
op vorige inzinkingen telkens een her
stel is gevolgd en een herstel dat
telkens de koersen zelfs hopger op
voerde dan zij voor den val geweest
waren, zoodat wij tenslotte een rente
voet van ongeveer 3Va % hadden be
reikt?als voldoende grond te be
schouwen om ook nu per se een redres
te verwachten. Maar toch zou, wan
neer de oorzaak van den kocrsval de
zelfde was als voorheen, zulk een op
timisme alleszins gerechtvaardigd zijn.
Immers, het eigenaardige van een
koersdaling als gevolg van angst voor
muntdepreciatie is, dat onder alle
omstandigheden een herstel tot de
aan zekerheid grenzende
waarschijnBeleggingsmarkt
SITUATIE VAN HEDEN
lijkheden behoort. Want van tweeën
n: of do vrees wordt niet bewaar
heid en dan zal op den duur de angst
toch wel doodloopen en het vertrou
wen hersteld worden, dan wel: de
waardedaling wordt inderdaad een
feit. In het eerste geval heeft de koers
daling haar grond verloren, zoodat
logischerwijze een herstel volgt. Inder
daad is dan ook tot nu toe telkens als
het vertrouwen weer baaubrak het
koerspeil omhoog gegaan, en zooals
gezegd zelfs hooger gestegen dan voor
den-val. Wordt de vrees der pessimis
ten inzake de munt bewaarheid, dan
zal echter do normale consequentie
eveneens een koersstijging van do obli
gatiën zijn. Immers, de daling is ont
staan omdat verschillende beleggers
hun stukken verkochten «-n i u goud
of buitenlandsche valuta zijn gevlucht.
Wanneer nu ,.do klap gevallen is",
dan is er voor aanbod van
belegging»papieren uit dien hoofde geen aanlei
ding meer; integendeel, de practijk
bewijst dat dan op groote schaal ge
vlucht kapitaal weer repatrieert, zoo
dat er een groote vraag naar obliga
tiën ontstaat. In vrijwel alle landen
waarvan de munt gedevalueerd, is heeft
men dan ook na de waardedaling een
zeer krachtige stijging van de
obligatièkoersen kunnen constateeren.
N dat is ook heel logisch. Wanneerde
koersdaling, dus de st ijging van het
rendement op beleggingswaarde!!, niet
het gevolg is van kapitaalschaarschte
in verhouding tot de vraag, maar van
een tijdelijkea factor die het kapitaal
aanbod vrijwel tot nihil doet inkrim
pen, die het aanbod latent doet
blijven, dan moet die rentestijging weer
verdwijnen wanneer het potentieele
kapitaal weer effectief wordt aange
boden. In een periode van depressie
met zoo uitermate weinig behoefte aan
nieuw kapitaal moet op den duur de
tendens gaan in de richt ing van dalende
rente: elke tegengestelde beweging kan
slechts tijdelijk zijn, omdat er
remmende factoren bestaan die dat normale
verloop hinderen of zelfs beletten.
Bij alle inzinkingen op de obligatie
markt welke voorheen voorkwamen
kon men dus onvoorziene omstan
digheden voorbehouden venvach
ten dat binnen afzienbaren tijd een
redres zou intreden, hoe ook de feiten
met betrekking tot de waarde van do
munt zouden verloopen. Nu valt het
niet te ontkennen dat langzamerhand
de koerswaarde-uring op de
belcggingsmarkt een ander aspect heeft gekregen
dan voorheen. Het is niet alleen meer
de technische marktpositie, ontstaan
door sterk gereduceerde vraag en ge
stegen aanbod van materiaal, waar
door dp koereen zijn gedaald. Men is
andere risico's gaan zien dan alleen
de kans op munt waardedaling. Meer
en meer dringt het besef door, dat,
wat de schuldenlast zoowel van over
heidslichamen, bedrijven als hypo
theekbanken betreft, er op zijn minst
genomen een kans is dat er iets gaat
gebeuren. Het is niet meer alleen deva
luatie, waaraan men in dat verband
denkt. De mogelijkheid van een streep
te zetten door een deel van alle vaste
schulden wordt door menigeen als
reëele kans beschouwd. Wat betreft
het probleem der vaste lasten uit
hoofde van oude geldschulden zou
inderdaad zulk een ..onthoofding*' der
vorderingen een radicale uitweg zijn.
en wat dit speciale punt betreft zeker
heel wat efficiënter on in i mier wille
keurig dan devaluatie. Of zulk een
oplossing, zelfs wanneer men ze zou
willen, ooit practisch uitvoerbaar zou.
zijn, mag zeker sterk in twijfel getrok
ken worden. Onoverkomelijk lijken de
vraagstukken die daaraan vastzitten:
hoe oen onderscheid te maken
tusschen oude en nieuwe schulden, hoe
den eigenaar van fondsen te bescher
men die zijn stukken hóeft beleend.
enzoovoort. Afgezien dan nog van het
feit dat zij die de devaluatie ven ontoe
laatbaar ingrijpen in bestaande rechts
verhoudingen achten toch nimmer
voorstander zouden kunnen zijn van
zulk een veel directer en drastischer
ingrijpen in schuldverhoudingen. Wat
intusschen niet wegneemt dat het
vraagstuk van aantasting der hoofd
sommen verscheidene malen is opge
worpen, zoodat men het niet geheel
kan verwaarloozen. Zoodat bij do
waardeering van obligatiën dit risico
wordt meegerekend, hetgeen
involveert dat, wanneer de angst voor
muntverval zou zijn verdwenen, ook de
obliegatiekoersen wellicht niet weer
zullen stijgen zooals voorheen, omdat
dan dit andere dreigende risico den
koers laag kan houden.
En dan is er tenslotte nog een factor.
De algemeene prijsdaling is nu een
maal bij de bcoordeeling der
bctaalkracht van debiteuren in het alge
meen niet te verwaarloozen, omdat de
debiteuren tenslotte uit inkomen en
vermogen de rente en aflossing moe
ten opbrengen. Zijn door de prijsda
ling inkomen en vermogen gedaald,
dan moet men niet de kans rekening
houden dat do debiteur niet aan zijn
verplichtingen kan voldoen. Dit geldt
voor bedrijfsobligatiën en
pandbricven. maar tenslotte 01 ik
vooroverheidspapieren. wijl daarvoor, tenslotte de
rent i» ook uit hot volksinkomen be
taald moet worden. En zoo zijn er dus
eigenlijk drie dingen die men zich met
betrekking tot beleggingswaarden kan
denken: daling van de waarde der
munt waarin zij luiden, en in dat geval
stijging van den koers en dus van den
prijs, in die munt van gedaalde waarde
uitgedrukt: handhaving van de munt
waarde maar roduceoring van de
nominale waarde: en. tenslotte gedeel
telijke wanbetaling en
..schuldenrogelinp" door den debiteur. - In dat
licht bezien hoeft natuurlijk de lage
koersstand dor beleggingswaarden wel
een ietwat ander aspect daii vroeger
en kan men. niet zooals toen stellen,
dat onder allo omstandigheden oen
koersstijging binnen afzionbaren tijd
te verwachten is. Dat klemt te meer
waar de stijging van do kapitaalrente
gelijk op gegaan is met een stijging
van de rente op do geldmarkt. Vroeger
bleef bij godaaldo obligatiokoorson de
geldrente vaak zeer laag, hetgeen op
den duur de beleggingstnarkt natuur
lijk oor goed dan kwaad deed. Nu ook
de geldrente zoo vast blijft, zelfs bo
ven. het. niveau van do kapitaalrente
ligt. i* dat voor een eventueel herstel
op do obligatiemai-kt natuurlijk een
remmende factor, al kan.hij dan ook
geenszins don doorslag geven.
, C. A. KLAASKE
Met rillingen en bidden, onderbroken door een
vluchtig begriploos luisteren naar het toneelspel,
brengt Concha de tweede acte door. En nauwelijks
is het scherm gevallen, of de slager haast zich naar
't buffet, bestelt twee dubbele congnacs, en daarna
nog twee, en nog gauw, voordat de bel gaat
voor de laatste acte, wér twee.
Nu trekt de kou tenminste uit zijn leden weg
en komt er een weldadige dofheid in zijn kop. Nu
heeft tenminste Concha ook geen last meer van
haar rillingen, maar schijnt iets van haar oude
vrolijkheid terug te keren.
Ze verstaat niets,meer van wat gezegd wordt
in de derde acte. Het toneel is ook maar een. onder
deel van de wervelende mallemolen; En nu weet
ze tenminste waar haar hartkloppingen en haar
duizeligheid vandaan komen.
Zij en haar man applaudisseren niettemin met
warmte n geestdrift als de voorstelling geëindigd is.
DE slager zegt: We gaan nog niet naar huis.
't Is nu toch eenmaal middernacht, en als je
uitgaat moet je 't goed doen. Laat ons gauw nog
iets gaan drinken.
Ja, in 's hemelsnaam nu nog niet naar huis,
denkt Concha vaag. Ze gaat gewillig mee, en zó
afkerig als ze anders is van sterke drank, en zo
ongaarne zij het anders ziet dat Manolo meer drinkt
dan normaal is, zo fideel is ze vannacht. Ze drinkt
de ene borrel na de andere, klinkt
vriendschappelijk met haar man. En 't is al bijna dag
wanneer ze beide zwijgend door de lege straat
naar huis toe wandelen, nu en dan tegen elkaar
opbotsënd. ?
Met moeite slaagt de man erin zijn huisdeur
open te krijgen. Is hij zat of is het omdat Jacinto
de deur, een vreemde, deur, zo slecht op slot gedaan
heeft? Ach wat, die Jacinto, die is nu.... Concha
kan toch niet meer donken. Ze moet zich aan
haar man vasthouden om het evenwicht niet te
verliezen.
Eindelijk zijn ze binnen. Ze kunnen zonder licht
te ontsteken toch de .weg wel vindon naar hun
slaapvertrek. Alleen de onzekere, tastende arm
van Concha veegt iets van de toonbank af, dat
rinkelend op de grond valt. Vaat con sleutel,
Ach, een sleutel....« o ja..... sleutel.... die
heeft zij.... die heeft Jacinto hier gelégd voor
haar.... ach wat.... .
Ze valt in bed neer naast haar man. en beidon
snurken een paar uren, tot zo worden opgeschrikt
door het geratel van do wekker.
Opendoen. De mensen komen in do zomer
al zo vroeg. De slager bindt een schoon wit schort
voor. Hij heeft een barstende koppijn en een hoofd
als van poreuze steen. Dat belet hem om te denken.
Hij wil ook niet. Afgunstig kijkt hij om naar
Concha die weer slaapt. .
Er komt een klant. ' :
Ja zeker, meisje. Vier ons van do rib."
In de gang staat Concha zich de slaap uit de
ogen te wrijven. Zij wét dat ze nu niet meer
slapen kan. '
Ben je daar eindelyk?" bromt de man. Haal
het kleine ribstuk.uit de ijskast. Ik moet nog mijn
messen slijpen."
Schor en bijna fluisterend antwoordt de vrouw:
Ik ben nog niet gewassen; doe het zelf even. En
verdwijnt meteen weer in de kamer.
De slager vloekt. Ze wast zich anders óók niet.
Zij is medeplichtig, zij heeft óók geweten....
Maar hij kan gerust gaan, hij weet toch van niets?
PAG. 19 DE GROENE No.3041
HU heeft alleen godaan wat iodor mens '70:1 doen
die niet .krankzinnig was: hij heeft de kast gefloten.
En nu gaat de kast weer open. want er is een vrouw
gekomen die vier ons van do rib wil. Hooi gewoon.
Hot is misschien dat kleine stuk dat gisterenavond
viel toon hij do kast sloot. Hij hoeft veel te veel
gezopen. Ach. hot denken doet hom pvjn. En hij
hooft zich toch vergist, bepaald. En hij heeft het
niet gewild.
..Ik zog je toch, ik heb'het niet gewild," praat
hij tegen zichzelf. ..En nu moet jo hooi natuurlijk
kijken." ' .
Langzaam schuift hij de grendels van do grote
deur terug. Eerst van, boven, dan van ouder. HU
behoeft niet eens aan de deur te komen. Traag.
door een gewicht van binnen wordt ze opongedrukt.
Tussen de twee rode vleesfJanken van een ge
slachte koe zakt en blauwbevroren mannenlij k
naar buiten. .
De slager geeft oen schreeuw. En binnen, in de
kamer, krijgt zijn vrouw een toeval;
' * .*' ' ' ?
HET is een dor properste zaken geweest, die de
rechtbank sinds lange tijd kreeg te berechten.
De slager werd natuurlijk vrijgesproken. Men kan
van niemand veronderstellen dat hij wéten moet
dat do man .die hem horens opzet ook nog in zijn
ijskast kruipt. En het publiek vindt allicht, dat
zulke hete heren het best door een grondige
afkoeling gestraft worden.
. De slager is echter toch niet in de stad gebleven.
Daar zijn vrouw reeds tijdens het onderzoek in
een zenuwinrichting moest wórden opgenomen,
is hij ha de voorlopige hechtenis en het vrijsprekend
vonnis naar Amerika vertrokken, zonder nadere
opgaaf van adres. . ?
i-i
j