Historisch Archief 1877-1940
M
ld:
Tweeërlei inzicht
FRANKRIJK EN ENGELAND IN EUROPA
Genève, 18 September
ER ligt een fundamenteel verschil tus
schen de politieke wijze van denken van
Engeland en die van het Continent.
Daarop is zoo aardig gezinspeeld door Sir
Samuel Hoare in de groote rede, die hij in het
begin van de vorige week voor de Volken
bondsvergadering gehouden heeft. En
ondertusschen is het opmerkelijk hoezeer ook juist
weer die rede zelf het onderwerp is geworden
van controversen waarin het verschil tusschen
de Engelsche en de Continentale
aanschouwingswijze aan 't licht kwam.
Sir Samuel zeide dat het hem had getroffen,
hoe verkeerd de Britsche politiek vaak werd
beoordeeld. Zeker, de Britscne politiek had ook
wel fouten gemaakt; hij was de eerste om dat
te erkennen, maar in groote lijnen was zij
zichzelf en haar principes trouw. Het sprak
vanzelf, dat de Britscne Regeering nu pal
stond voor het Volkenbondspact, dat zij niet
zou gedoogen dat daarop inbreuk zou worden
gemaakt en dat zij alles zou doen om dit te ver
hinderen evengoed als zij dat in ieder ander
soortgelijk geval zou doen.
Om goed te begrijpen in hoeverre hier een
bepaalde ontwikkelingsgang door Britsche oogen
een rechte lijn en, door Fransche oogen gezien,
een kromme lijn lijkt, moeten wij ons de kwestie
van het Protocol vnn 1924 in 't geheugen roepen.
Toen ging het er om een uitbouw van het Volken
bondshandvest te scheppen, waarbij als 't
ware internationaal-constitutioneel nog eens
duidelijk onderstreept zou worden dat
strijdvragen slechts door arbitrage mochten worden
opgelost, dat een staat die desondanks *&ch
tot een daad van agressie overging, in den ban
zou worden gedaan en dat de andere staten
gezamenlijk den aanvaller zouden dwingen
zich aan de internationale orde te ondenverpen.
Duidelijker dan in artikel 16 van het Handvest
staat te lezen zou het Volkenbondsrecht dus
met sancties worden toegerust. Maar dit mooie
plan ging niet door. Het stuitte af op den tegen
zin der Britsche Dominions en de hernieuwde
voorkeur voor insulaire opvattingen door een
nieuwe conservatieve regeering in Engeland.
Men wilde zich niet vastleggen, men kon zich
niet voor ieder denkbaar geval binden.
TN 1914, in de weken die verliepen tusschen
?"?den moord te Serajewo en het uitbreken
van den wereldoorlog, lag in anderen vorm
deze zelfde controverse open. 'Zou Engeland
neutraal blijven, of .niet? De schending van
de Belgische neutraliteit gaf de eerste en groot
ste aanleiding tot partijkiezen. Maar dit wil
volstrekt niet zeggen, dat er niet eventueel
ook een andere oorzaak, een andere eerste
aanleiding" zou zijn geweest. In n bijzonder
geval lag die garantie in een nauwkeurig om
schreven verdrag, de Belgische
Neutraliteitsacte. En dit kwam hier in 't spel. Dat echter
andere mogelijkheden het niet tot de strikte
codificatie van een verdrag gebracht hadden,
maar zwevende bleven, dat bewees de angstige
nervositeit van den Franschen gezant te Londen
in de eerste Augustusdagen.
Tenslotte zijn er twee manieren om het
heerschen van het Recht te verwezenlijken. Die
van zooveel mogelijk vastleggen, zoo groot
mogelijke rechtszekerheid, maar ook van een
onvermijdelijke starheid en die van weinig
vastleggen, zoo klein mogelijke zekerheid en
heel groote soepelheid.
En laat ons in dit licht de gebeurtenissen van
den dag nog eens nauwkeuriger bekijken. Wij
hebben twee weken geleden, vlak vóór het
begin der Volkenbondszitting, opgemerkt dat
n van de factoren van Engelands krachtig
optreden in de Abessynische kwestie ongetwij
feld het levensbelang was, dat Engeland had
bij het intact houden van de verbindingslijnen
in het Imperium. En misschien niet minder
in de behoefte, de gevoelens van de gekleurde
wereld te ontzien. Uit deze
noodzakelijkKERMISTENT MET NIEUW PROGRAM
Tcekcning voor De Groene Amsterdammer van F. Hazeveld
heden groeide een politieke doelbewustheid.
Hieruit, de erkenning van een rechtsplicht,
den plicht tot instandhouding van het Volken
bondshandvest.
Het zou dwaasheid zijn, te willen beweren
dat de Fransche zucht om de bion van dezen
rechtsplicht niet te zoeken in de consequentie
der gebeurtenissen maar in de letter der ver
dragen, niet door belangen" wordt en werd
ingegeven. Het gecodificeerde recht werkt
immers conserveerend. Het verandert niet gauw.
De Quai d'Orsay heeft thans aan het Foreign
Office nog eens heel formeel gevraagd of men
nu dan ook werkelijk in alle voorkomende
gevallen op de erkenning van Engelands. plicht
tot handhaving van het Volkenbondspact
mag rekenen. Ook b.v. in het geval dat Oosten
rijk bedreigd zou worden?
Met ja of neen zal hier wel niet op geant
woord worden. Ondertusschen zou er moeilijk
een vraag te formuleeren zijn, die op duidelijker
wijze de ongelijkheid van beschouwingswijze
tusschen Britsche politiek en Fransen verlangen
naar zekerheid illustreert. De Britsche opvat
ting is duidelijk. De politiek van insulaire
teruggetrokkenheid heeft afgedaan. En wel
de eerste plaats omdat het vliegtuig de
».? » 't j*.__ i_i t-_ t.ii?i ti.
m
splendid isolatton tot een hersenschim heeft
gemaakt. De realiteit, de 800 P.K. en de 350
K. M. uursnelheid van het vliegtuig, staat
hier naast, zoo niet vóór de artikelen van het
Verdrag van Locarno. En precies dezelfde -rol
speelt die realiteit in Zuid Europa, in de
Middellandsche Zee en de Roode Zee, gelijk we zien,
en in Centraal-Europa. En om dus op Oosten
rijk terug te komen: wanneer daar eens een
triumpheeren van het Derde Rijk" zou op
treden in de vermomming van een
binnenlandsche revolutie? Dan zou vooralsnog geen
verdragsartikel ook maar van het recht tot
ingrijpen reppen, laat staan van de verplich
ting. ..: .
LJET is duidelijk dat op den achtergrond
?*?A van de theoretische Volkenbondsvraag
stukken die door de Abessynische kwestie
acuut geworden zijn, de angst voor Duitschland
staat. Trouwens, aan déheele Abessynische
kwestie ligt de tegenstelling Duitschland
West Europa ten grondslag. Mussolini heeft
gemeend aanspraak te kunnen maken op zijn
belooning en daarin is hij te ver gegaan. Ook
hier kwam weer het verschil in gezichtspunt
tusschen Frankrijk en Engeland tot uiting.
Frankrijk hield vast aan den duidelijk zicht
baren geografisch, dus zwart op wit,
aantoonbaren ring om Duitschland. Het meende Musso
lini dus, maar te moeten laten begaan.
Engeland, even bevreesd voor het
nationaalsocialisme, zag het geformuleerde, het concrete,
het tastbare als iets dat in bepaalde gevallen
een blok aan 't been was. Het-vond Mussolini
een onberekenbaar bondgenoot. Het dacht
abstracter - maar logischer. Het zag het
gevaar, dat er in lag, met Beëlzebubteblijven
tafelen om tegen den Duivel gevrijwaard te
blijven. En het liet duidelijk merken, dat het
dan zoo vrij zou zijn om eerst Beëlzebub uit te
drijven.
Zoo staan de zaken .nu. De wereld moet af
wachten, of Mussolini het hoofd in den schoot
zal leggen. Een- vergulde terugtocht staat zeker
nog steeds voor hem open. Doet hij dat/ dan
bewijst hij daarmee nog een verstandig man te
zijn?waaraan door sommigen, ook m hooge
kringen in Italië, tegenwoordig wordt getwijfeld.
Doet hij dat niet, dan is het niet aan te nemen,
dat hij zich lang staande houdt. Noch in
OostAfrika^ noch m Rome. Met de maritieme
machten tegen zich, kan hij niet slagen. Maar
dan komt eerst recht een wankelen der dicta
turen.
. Intusschen stapelen sombere wolken zich op.
Komt men niet tot elkander, dan wordt deze
conferentie het galgenmaal voor den vrede.
Mr. M. KANN
Het probleem Aalberse: Zal hij binnengaan of niet?
NIEUW-ENGELAND
KONINGSPLEIN AMSTERDAM
'i
n
EEN REPORTAGE VAN DE GROENE
Dc Nederlandsche ceremonie
Bepeinzmg op Prinsjesdag
WIJ, Nederlanders, zijn een burgerlijk
volk". Professor Huizinga heeft in dien
nen volzin ons volkskarakter afdoende
gekenschetst. Waarom zouden wij over dat feit
ons schamen? Goddank! zijn wij een burgerlijk
volk, nuchter, gemoedelijk, een beetje vrijgevoch
ten, maar toch ook: betrouwbaar en. soliede. Kr is
zoo gevaarlijk veel voos en hol heroïsme in de
wereld tegenwoordig, dat burgerlijke volken
broodnoodig zijn.
Alleen: wij ztfn zoo weinig op vertoon ingericht,
dat, wanneer het staatsleven tot vertoon nood
zaakt, aan dat vertoon altijd iets koddigs zit.
Do ornamentiek van ons openbare leven U uiter
mate poover. En er is nergens in Nederland (zelfs
na de stadsdoorbraken) een plek, waar die orna
mentiek de ruimte krijgt, die zij behoeft. Geen
groote gebouwen, geen groote pleinen; de omge
vingen der binnensteden, waar de resten onzer
traditie bewaard worden gehouden, zijn vooral
knus, schilderachtig, vriendelijk, niet vveidsch.
Het is de stad, het gewest, nimmer de
Rijksgedachte. die in onze representatieve plaatsen uit
drukking vindt.
'Aoo wordt het huiselijk knraktor vnn onze
opperste staats-coreinonie, de opening dor
StatonGeneraal door onze Koningin, die niet den bijnaam
draagt van Constitutie-dag óf Plechtige Inwijding,
maar heel gemoedelijk van Prinsjesdag", volko
men verklaarbaar. Men ziet het heele bescheiden en
beminnelijk verhaal van de wandelrit der Koningin
van het paleis naar de Bidderzaal, in de beroemde
gouden koets, die koets uit grootmoeders tijd, zich
voltrekken: vlakbij, het speelt zich niet af op groot o
afstanden; als het als een sprookje gezien wordt,
dan is het een gemeenzaam sprookje.
De toeschouwers genieten er nog altijd van, en
de deelnemers vertoonen het met opgewektheid,
maar het intimideert niet. En niemand, deelnemers
noch toeschouwers, vinden liet erg, wanneer de
komische kant van clezo operette zich bloot geeft.
E wind heeft op don derden Dinsdag van
September 1935 al zijn best gedaan voor do
komische noot. Hij rukte de franje van het roode
baldakijn, dat aan den ingang van do grafelijke
zaal was vastgehecht. Hij deed gepluimde steken
kantelen over het plaveisel, en hy maakte admi
nistratieve hoeren, die tot de onschuldigst en van
alle krijgslieden waren gepromoveerd, nog be
nauwder voor het verlies van een pijnlijk opge
houden decorum dan op een windstilten Prinsjesdag
het geval pleegt te zijn. De eenigc
grootwaardigheidsbekleeder, die storm en regen lakoniek trol-'
geerde, was oud-Minister Kan. Dat deze be
windsman, wanneer hij de witte pantalon draagt
on den degen op zij, geen afstand doet van zijn
hardnekkige -bloothoofdighcid, dat maakjb op don
Nederlander indruk. Iemand die zelfs niet deftig
doet, wanneer hij deftig moet zijn. Minister Kan
kreeg een ovatie.
;MOD E RN
E
EETKAMER
EIKEN MET AHORN
BESTAANDE UIT:
BUFFET, RONDE TAFEL
EN 4 STOELEN
f223.
ZONEN
De
gouden
koets op
weg naar
de opening
der Staten
Generaal pas
seert het Tour
nooiveld
Men wachtte,
en wachtte
geduldig.Gescholen]
onder druipende
parapluies en ge
huld in glimmende
regenjassen wachtte
men on bewonderde
of beklaagde al dio
hooge dignitarissen die
zich eveneens onver
stoorbaar lieten
natregenen omdat plicht plicht onci-ivmoniu.......?u?,.
is, weer of geen weer. Men kortte zich don tijd
meteen gemoedelijk praatje. Er was geen op
gewondenheid, geen patriottische extase. Do mi
litairen mot boronmutsen on gepresenteerd ge
weer stonden langs den weg niet a Is beschermende
wacht maar enkel ter verhooging van de plechtig
heid. Het hoera-geroep toen de goudon koets
verscheen was hetzelfde dat thuis opklinkt als
Moodor jarig is en do kinderschaar haar Lang
zal ze leven" heeft toegezongen.
Alle s t ra ml leid. alle staats-dolirium ontbreekt
aan hot Nederlandsche publiek, dat als nood
zakelijk bestanddeel bij de staatsplcchtigheid be
hoort. Hot is eigenlijk oen groot o huiskamer, zou'n
schare afwachtors van ophanden zijnden luister.
Do kranige mariniers, die, mot hun logo potjes op,
het ceremonieel verburgerlijken, kregen applaus.
Dit' feilloos marcheeren zien onze toeschouwende
landgonooton niet als onderdeel van liet militair,
van hot staats-organismo. maar als oen kranigo
sportieve praestatio. En middelorwijl zaten do
huismoeders in angst over do zwierende franje van
het ontrafelde baldakijn dio Ha ro Majesteit zou
kunnen kwotson on overlegden zij tezamen dat
men er een stukje afknippen moest. Andere huis
moeders vonden hot zonde, dat do uniformen van
do militaire politie na t réponden en overwogen oen
strijkijzer.
IT is Nederland. Ik bon er van overtuigd dat
geen enkel ander volk zoo gemeenzaam is met
het H(aaisheiligo. Want aan don anderen kant. dor
afscheiding hccrscht dezelfde geest. Een generaal
.zag er geen boon in. toon hij. te paard gezeten, door
wat jeuk word gekweld, do gepluimde steek .even te
verwijderen on dan met do halsbandjes om do kin
te bevestigen, on als de Koninklijke stoet weer
huiswaarts is, dan stijgt men snel van de paarden,.
moffelt zich lekker in do door oppasser gereed gehou
den cape, en sukkelt met dogen en al naar-lijn H.
Juist aan dat argeloos gebeuren de zandkarren
vaa de gemeentereiniging met hun goedige groote
paaiden staan nog gemoedelijk op het Binnenhof
kort voor do stoet in aantocht is juist aan dat
argeloos gebeuren ontleent het heele symbolische
spel zijn sprookjesachtig karakter. Die
achttiendeceuwsche vehikelen met hun gepoederde, en
bepruiktc koctsiörs, de goudbeflonkerdc dignitarissen,
die uit deze bonböndoozcn stappen, do zeldzame
kleuren van uit een historisch museum afkomstig
schijnende uniformen, zij geven de massa zulk een
kinderlijke opgetogcnhcid, omdat we het geen van
allen erg meenen. Alleen een volk dat het liefste in
zijn hemdsmouwen loopt, dat elkaar popermuntjes
aanbiedt, wanneer het wacht op de solomneolc
oogenblikken, kan zulk decorum verdragen. Ik heb
mijn nationale hart weer sneller voelen kloppen.
Ik voel mij thuis in deze vadcrlandschc gemeen
schap. Ik ben zoo blij, dat ik geen Duitsehcr bon !
A n ti-militaristische
geestelijken
T"Vf w 'voor tic tierde maal een Internationaal
ij Congres van anli-mililaristischc geeste
lijken gehouden, in Bazel. JF/J zijn er lang
?overheen en verbazen ons niet' meer over deze
* t
speciale benoeming van geestelijken ctts
antimililaristisch'\ want wij weien, dat er even goed
een congres van pro-mililaristischc geestelijken
kon gehouden worden. Zoover hebben de Christe
lijke Bedienarcn des IVoords het teel gebracht in
de aanpassing aan de, praclijk des levens. Het
Oude Teslamenl pleegt daarin te voorzien. Gij
zult n i cl doodslaan,wil nog niet zeggen, dat er
tillijd vrede hoeft te zijn. Maar de anti-militaristen
onder de geestelijken willen in elk geval geen
oorlog en meenen daarvan openlijk Ie moeien
U f tuigen op congressen. Zij nemen resoluties aan
en sturen een adres naar den Volkenbond om
dezen Ie verzoeken ..hel gerezen geschil met Uit
sluiting van bijzondere belangen te regelen, daarbij
hel oog houdend op het zedelijk belang van zijn
beslissingen voor de toekomst der menschheid."
Dit klinkt idealistisch en ethisch, al schijnt het
dun ook tent raar gezegd met dat houdende oog"',
Maar het is levens wel hopeloos wellfremd".
(jcloovcn deze geestelijke hecren. die van sich zelf
en van 'hu n prakt ijk kunnen weten hoe moeilijk het
is in het gewone lev'en idealisme ie bedrijven,
gelooven 'sij, dal de niet-gecstelijken van den
Volkenbond hun bijzondere belangen'' sullen rn
kunnen uitsluiten, waar zij er zooveel hebben?
En zou dat ooghouden" tcat opleveren? In
werkelijkheid zijn zelfs diplomaten, stuk voor
sluk, geen kwaadwillige menschen, die het bepaald
op oorlog voorzien hebben. Maar zij slaan voor
bijzondere" groepsbelangen, welke krijgen en
houden betcekenen. n het eenigc, dat zij doeti
kunnen ia loven en bieden, geduldig onderhandelen,
opdat de zaak met de minste ruzie afloopt. Daar
dient dan de Volkenbond voor. Doch er is in deze
zaken geen grein van etKiek, behalve dan in de
redevoeringen en de kranten. Daar spreekt nien
over recht en trouw en vrede .en solidariteit,,maar
da ingewijden weten wel wat dat zeggen wil en hoe
dit moois voor de massa's bestemd is, dezelfde
massa's, die n compact egoïsme zijn, maar dat
volstrekt niet willen welen. .
F. C.
\
. PAG. 4 DE GROENE Ne.3042
PAG. 5 DE GROENE No.3042