Historisch Archief 1877-1940
?*!?
i
. f
j
?f
l
m*
EEN KATER IN HUIS
T
a
DIK was hij. Men zei me, dat hij een castraat
was, maar hij miste toch de divine stem.
Schor, diep gorgelend, was zijn mauwen.
Jack Rose" heette hij. Hg zou vier weken blij*
ven logeeren, terwijl zijn familie op reis was.
Den eersten nacht, omdat ik niet wist of hij bang
in 't donker alleen was, sliep hy op een stoel naast
mijn bed. Ik overdekte hem met een wanne trui.
Maar vaak werd ik wakker, omdat hij zich zuch
tend en met veel gedoe bewoog en omdraaide; dan
gleed de trui van zijn rug, en omdat het koud was,
dekte ik hem aldoor weer toe. Daarna spon hij dan
heel hard. Na eenige keeren had ik 't zat.
^?Morgen.slaap je alleen, in de andere kamer!"
Innig tevreden hard spinnen.
Den heelen nacht ging dat gedraai en toègedek
door. Den volgenden avond sloot ik hem in de andere
kamer. Deze grensde aan mijn slaapkamer. Ik was
nauwelgks in bed, of *een zacht, diep gorgelend
mauwen klonk aan den anderen kant van de deur.
Ik stopte mgn ooren toe met de dekens.
Het mauwen werd schorder, dieper, daarbij
kwam hevig krabbelen aan het hout. Ik stond op.
In de andere kamer kwam Jack Kose me op zijn
witte voetjes tegemoet, blije herkenning in zijn
gouden oogen. Ik streelde hem tot hij ging spinnen,
ik streelde hem tot hij insliep, liggend op een kus
sen by de kachel. Het duurde
alles bij elkaar een vijf mi
nuten.
Dit was dus in orde. Jack
Kose sliep voortaan rustig
den heelen nacht bij de
kachel in. de andere kamer,
als ik hem 's avonds maar
eenige minuten in slaap
streelde.
Verder vrat hij en werd
langzaam aan steeds dikker.
HU verliet de nabijheid van
mijn voeten bijna nooit
óf hij zat als ik zat, óf hij
volgde me steeds na op mijn
wandelingen door 't huis.
Niemand vond hem leuk,
men vond hem vervelend en karakterloos; maar
ik werd dol op hem. Ondanks zyn dikte, had hu*
toch de kattensierlykheid. HU was glimmend
zwart,?heel lang haar had hij, als had .hij een
angora in de familie, en zijn pootjes waren alleen
aan 't eind wit, als zaten er pareltjes aan. Hij had
geen karakter, dit was waar, maar hij was zoo lief,
dat ik heelemaal in zijn ban raakte.
Langzaam liep hij, en als hij op een stoel wilde
zitten, moest ik hem er op tillen. Hij keek me dan
eerst, zittend Voor den stoel, aan, alsof hij zei: Ik
ben zzzoo dik, ik kan niet zpringen."
Maar in de keuken, als hij eens alleen was, kon
hij wel op het hooge aanrecht komen en vleesch
stelen, om dan met een zoet, dik gezicht weer lang
zaam binnen te komen, als kon hij geen tientellen.
Zijn dikte bekommerde me een beetje; hét werd
steeds erger. Men waarschuwde me, dat ik heul
overvoedde, maar dat deed ik niét, ik zorg heel
systematisch voor mijn katten en ben voorzichtig.
Jack Rose en ik, we zitten beiden met het ge
zicht naar Mekka. Ons Mekka is de warme kachel.
Buiten is het heel koud vandaag. Eén koude dag
in dezen gezegenden niet-kouden Hollandschen
winter. Het is onze laatste dag samen. Ik voel het
Hij voelt het niet. Ik vertel het hem en hij luistert
tevreden, soms diep gorgelend antwoordend en met
gouden oogen knippend. Hij .is-ontzettend dik ge
worden. Ik geloof aan een ziekte en ben zoo be
zorgd, hoewel ik weet, dat hij het thuis hél goed
.alleen met mij
.. alleen met de blefstuk
oro
heeft en, al werd hij ziek, toch zoo goed verzorgd
zou worden, misschien wel nog beter dan ik het
zou kunnen.
's Middags breng ik hem terug. Na heerlijk inge
pakt in de taxi gezeten te hebben Jack Hose
vindt alles heerlijk" en is steeds op den rand van
spinnen of erin laad ik hem thuis af, waar hij in
liefdevolle armen opgevangen wordt.
Na een paar dagen bel ik op en vraag angstig of
het Jack Rose wel goed gaat.
Men is ook bezorgd over zijn dikte, maar verder
gaat het hem wel.
Eenige weken later bel ik weer op en luister met
bijna stilstaand hart naar wat de stem door de
telefoon zal zeggen. Ik heb een- bang voorgevoel.
Vanmorgen heeft hij drie prachtige jongen ge
kregen twee roode en n zwarte. Hij maakt
het best l"
Jongen gekregen!
En toen hoorde ik de uitlegging.
Hij" was namelijk als gecastreerde kater"
kortgeleden overgedaan aan deze familie en nie
mand had aan Jack Rose als zoodanig getwijfeld,
omdat zij een imposante manlijke verschijning
was en zoo'n diepe stem had.
's Middags ging ik kijken. Trotech lag ze in al
haar glinsterend zwarte pracht in een grooten bak
met hooi, drie heel kleine dingen, rood, zwart, rood,
drongen zich als een rijtje bijoux tegen haar lijf
aan.
Ze herkende me nauwelijks. Ze spon en praatte
schor en diep tegt»n haar kinderen.
MOMENTEN
uit Mensing's leven
(Vervolg van pag. 13)
hu in komt: de traditie, door Frederik Muller ge
vestigd, die dan al een jaar of vijf geleden
gestorven is, om naast het antiquariaat en den boekhan
del zelf ook wetenschappelijke verzamelingen aan
te leggen, wordt getrouw gehandhaafd. Naast de
verzameling van reisbeschrijvingen, kaarten en
zeévaartkundige instrumenten van Frederik Mul
ler breidt de heer Adama van Scheltema zijn arbeid
naar den kant van de prentkunst uit. Binnenkort,
als de zaak naar de Doelenstraat 10 verhuist, zullen
zij daar ook een hoeveelheid antiquiteiten en kunst
voorwerpen aantreffen, waarvan de beide firman
ten Mensing is dan n. J. als compagnon opgeno
men zelf de veiling o p* zich nemen; de goede
prijzen, die zij weten te maken bezorgen hun spoe
dig de opdracht voor nieuwe verkoopingen en zoo
begint de zaak van Frederik Muller &? Co. weldra
naam te krijgen als veilingshuis voor kunst en
antiquiteiten.
1900
E Heer Adama van Scheltema heeft om
gezondheidsredenen steeds meer de leiding van
dézaak aan Mensing moeten overlaten. Hij had
Directeur van het Prentenkabinet kunnen worden
en Mensing, die de wetenschappelijke gaven van
zijn collega hooger schatte dan de commercieele,
had hem dit zeer aangeraden, doch tevergeefs. In
het laatste jaar voor zijn dood in 1880 hadden de
medici zelfs geadviseerd geen zaken meer aan hem
over te laten; en de moeilijkheden, die dit alles met
zich meebracht, hadden de neiging bij Mensing doen
ontstaan, de geheele zaak van de hand te doen en
zelf met een nieuwe outillage en jong personeel
opnieuw te beginnen. En toen hij tenslotte besloot
to blijven, nam hij het besluit, dat het dan ook in
?deze zaak geheel anders zou worden; hij gaat zich
specialiseeren op de kunstveilingen, maakt zich
onafhankelijk door zelf een veilingzaal te bouwen
een groot waagstuk en vooral : hij gaat de
veilingen op een geheel andere wijze voorbereiden.
Zoo is hij dit jaar eenige maanden in Amerika, om
de veiling op het kasteel Heeswijk te propageeren;
do veilingscatalogus wordt een artistiek plaatwerk,
en het resultaat is het ongekend hooge bedrag van
zeven ton, dat deze veiling opbrengt, dank zij d
groote büitenlandschc deelname. Dit wordt voort
aan het systeem van de firma Frederik Muller: een
royale provisie, maar dan pok een zoo grondige
voorbereiding en reclame, dat de prijzen, die opge
bracht worden, do kosten voor den verkoopcr dub
bel en dwars goed maken. .
\7EBLBEWOGEN jaren l De zaak heeft nu zijn
" grooten, roep gekregen. Hefc journaal van Abel
Tasma'n, door prof. Heeres geschreven, werd met
prachtige kaarten en platen belangeloos door de
firma uitgegeven; daarop volgt nu de E.N.T.O.S.,
de scheepvaartténtoOnstelling,1 waar de kern van
de historische afdeeling gevormd wordt door 'de
verzameling van den heer Mensing; hieruit wordt
weer de gedachte* van_het_HistoriachJ3cheep
vaartPAC.22 DE GROENE Ne. 3043
museum, geboren met Mensing als een der promo
tors. En met dezen arbeid gaan de groote opdrach
ten samen: in 1913 worden de groot o
veilingHazeltine van etsen van Rembrandt gehouden, en
de veiling-Heeswijk in Parijs waar Rembrandt's
Bathseba n millioen goudfrancs opbrengt; een
feit dat 's avonds door do kranten jongens wordt
uitgeschreeuwd over do boulevards.
1985
DE zaak Frederik MuHer is thans wereldbe
roemd en jaarlijks zijn er een of meer veilingen,
waarvan iedereen spreekt. De catalogi zijn steeds
meer geperfectiouneerde kunstwerken. Hobbema's,
Vermeer's, Frans Halsen, ja Rembrandt's gaan
geregeld door Mensing's handen.
Een oproep uit Weenen brengt vader en zoon
die ook in de zaak wordt opgenomen naar het
paleis Castiglioni, waarvan de kunstschatten ver
kocht moeten worden. Slechts n dag wordt Men
sing gelaten om de taxatie te doen, waarop beslist
zal worden of hij de veiling zal krijgen; de antiquair,
die hem zal geleiden blijkt er belang bij te hebben
hem in geen enkel opzicht behulpzaam te zijn.
Tegen den avond zijn echter toch de driehonderd
schilderijen en 16.0 bronzen gekeurd en getaxeerd
en Mensing waagt het een opbrengst van twee mil
lioen gulden te voorspellen, 's Avonds wordt
hierop voorloopig de zaak beklonken. Doch den
volgenden ochtend komen in een vergadering de
talrijke deskundigen met zooveel vieren en vijven.
dat Mensing op een goed moment opstaat en ver
klaart met de geheele zaak niet meer te maken te
willen hebben. Groote opschudding, die alleen be
daart als de woordvoeder van den vorigen avond
bp handslag belooft, dat er niets in de toen afge
sproken voorwaarden gewijzigd zal worden. Do
onderhandelingen hebben tot het laatste moment
geduurd: in razende vaart moet een taxi de
Mensings naar den trein brengen, die zij nog juist
met een kostbare vondst van twee kisten met nega
tieven van afbeeldingen der collectie?kunnen
pakken. En inderdaad brengt de collectie eenige
maanden later ongeveer twee millioen op, een
bedrag, alleen drie jaar later door décollectie-Six
geëvenaard. .
. ? '* **'','
1985 . . ? ? ' ? . ? . . '"."'.?' ..' ?
X17EEB tien jaar later! De crisis doet natuurlijk
v * wel zijn 'invloed gelden, maar de kleinere
zaken gaan hun geregelden gang. En de wat rustiger
tijd wordt gebruikt om het zeer uitgebreide
kunstarchief, kamers met kasten vol boeken, catalogi
en mappen bij te werken. De Heer Mensing werkt
nog altijd volledig mee in het bedrijf en men zou
.hem zyn vijftig jaar activiteit niet aanzien.
Maar hij heeft ze toch wel degelijk achter zich
liggen en met trots mag hij er a.s. Dinsdag op
terug zien. ? ?
BOUWTERREINEN en HUIZEN
te koop in het Centrum der Gemeente.
Inlichtingen: PARK KERSBERGEN
Kantoor: Montaubanstraat 4, ZEIST
WAAROM DE FRANC VIEL
Belgiëin de klem
DE Minister van financiën in hot
kabinet Theunis, Camille Gutt,
heeft tinjeen helder geschreven
boekje een overzicht gegeven van de ge
beurtenissen, die den val van den franc
veroorzaakten. Als men najde lezing
overpeinst, hoe het mogelijk is, dat
ondanks het verzet van alle verant
woordelijke instanties, ondanks de be
zwaren tegen devaluatie van den
nieuwen Minister-President, Belgi
toch het goudblok verliet, dan vindt
men op de rijzende vragen niet dade
lijk een antwoord. Gutt's verslag is
duidelijk; men overziet de politieke
machinaties, men begrijpt de moeilijke
positie, waarin Theunis verkeerde,
maar de diepere oorzaken van den
val van den franc blijven achter de
bewegingen der partijen verborgen.
De sluier, waardoor men heen zou wil
len zien wordt een oogcnblik opgelicht
in het een en twintigste hoofdstuk,
dat de reis der ministers naar Parijs
beschrijft. Deze toch bracht een groote
teleurstelling doordat Frankrijk niet
anders kon doen dan adviseeren tot
de klassieke middelen,
credietbeperking en discontoverhooging, en daar
naast aanbood steun te verleenen
door een belangrijke leening. Wat had
Belgiëechter hieraan? Het was door
de onrust, welke het groote publiek
bevangen had, onmogelijk de aan
bevolen maatregelen te nemen; had
men toch het plan daartoe, zegt de
oud-Minister van Financiën, op het.
Groote Plein te Brussel uitgesproken,
dan zou men zijn gesteenigd. Leenèn
had ook geen zin; men wilde betalen,
en dit was alleen te bereiken door
verruiming van den uitvoer.
Hieruit blijkt dat Belgi
vastge, loopen is doordat de autarkische we
reldpolitiek het land verhinderde op
normale wijze te betalen voor rente en
aflossing op schulden, voor grondstof
fen en goederen, die men in moest
voeren. Elke leening zou de betalings
balans op den duur hebben bezwaard
en de noodzakelijkheid tot nog groo
teren export hebben geschapen. Zoo
lang de omstandigheden in een land.
niet zoo slecht zijn, dat iedereen den
naderenden ondergang ziet, is de
wereld nog wel bereid om te leenen;
er bestaat echter zeer weinig bereid
willigheid om betaling voor verleende
diensten en geleverde goederen te aan
vaarden, tenzij in goud. Daardoor zijn
al vele landen vastgeloopen, daardoor
is ook Belgiëtenslotte bezweken.
Als dit zoo is, vraagt men zich af of
de devaluatie iets helpen zal. Het is
moeiUjk dit te gelooven, want zoo
lang de wereld-economie niet veran
dert, zal het moeilijk vallen te betalen;
er blijft dus maar n wég om het
voortbestaan mogelijk te maken, en
dat is de harde weg der aanpassing:
men moet ertoe besluiten minder te
koopen dus minder te verteren. Men
wordt door de algemeene
grensafsluiting overal teruggedrongen naar een
aanmerkelijk lageren levensstandaard,
die men, hoe bezwaarlijk hij ooicis,
noodgedwongen zal moeten aanvaar
den. Een rijkaard, die verarmt, moet
anders gaan leven, een volk, dat zijn
eens groote welvaart verliest, moet
zich bekrimpen. Daartegen valt niet»
te doen. Men is alleen verplicht zelf
op systematische wijze het algemeen
ruilverkeer zooveel mogelijk te bevor
deren, maar daarmede ontloopt men
de armoede niet. Valuta-experimenten
geven stellig geen baat; ze bevorderen
de handels-onzekerheid, roepen
noodzakeUjke belemmerende maatregelen
van andere landen op, drukken de
wereldprijzen, die toch al zoo laag liggen,
verder omlaag en verergeren den chaos.
llol is iliin ook get-n wonder, dut du
Belgische leiders, die zeur goed wisten
waar de* schoen wrung, zich van de
resultaten van de devaluatie geen
illusies hebben gemaakt. De wilde op
leving, die een onmiddellijk gevolg
van het loslaten van het goud was,
begint af te luwen en zeer waarschijn
lijk zullen dezelfde moeilijkheden,
waarvoor het ministerie Theunis
stond, zich weldra herhalen.
Gutt's boekje is in een typischen
stijl geschreven, die den lezer vast
houdt en de lectuur tot een genoegen
maakt. Het is begrijpelijk, dat het
veel aftrek vindt en daardoor kennis
verspreidt omtrent bijzonderheden,
die menigeen stellig zijn ontgaan. De
politiek en de politici worden door
Gutt in het zonnetje gezet. Hu oor
deelt niet hard, maar slaagt er toch in,
ernst igen menschen een gevoel van
angst te geven voor de toeren, die in
een Parlement worden uitgehaald.
Men vraagt zich af of de meeste leden
wel voelen, welke zware
veranwoordelijkheid zij dragen, een vraag, die den
laatst en tijd bij menigeen in Holland
ook weieens opgekomen zal zijn. De
stryd tegen het kabinet Theunis, dat
evenals ons ministerie Colijn, een aller
onaangenaamste en ondankbare taak
op zich had genomen, werd op een
weinig prijzenswaardige manier ge
streden. Dit spreekt wel sterk uit het
feit, dat het Ministerie der Bankiers",
dat thans door een ministerie met
socialist ischen inslag vervangen werd
in totaal n werkelijken bankier tot
lid had. Du spotnoam, die het toe
bedeeld werd, sloeg echter in en daar
was het om te doen. De tegenstanders
? beleefden dus plezier aan hun vinding.
Gutt zegt echter niet zonder ironie,
dat het Ministerie der Bankiers voor
de vraag had gestaan of het de ban
kiers of den franc zou redden, welk
probleem aan het ministerie met vijf
socialisten werd overgedragen. Had
het eerste tot het einde gestreden voor
den franc, het laatste liet den franc
vallen en redde zoo de bankiers ! Het
kan vreemd loopen in onze verwarde
wereld.
De pplitieke combinatie, die Theu
nis liet vallen, had natuurlijk meer in
haar mars dan een spotnaam. Ze be
loofde redding tu zullen brengen door
de uitvoering van het Plan-de Man",
het plan va'n den arbeid. Het is bekend
dat de socialisten in Belgiëtegenstan
ders waren van de deflatie-politiek.
Ze wilden geen defiatie, geen inflatie,
geen devaluatie, doch wenschten de
moeilijkheden te overbruggen door den
opbouw van economisch verantwoorde
werken De Man liet het niet bij een
leuze, doch stelde een afgerond tech
nisch plan op, dat tot doel had Belgi
uit den hel van de crisis in den heil
staat van den arbeid te voeren. Na
tuurlijk was het boek, waarin dit plan
beschreven werd, geen lectuur voor
Jan-en-alleman, doch eenige
intellectueelen bestudeerden het en werden
door een ware geestdrift gegrepen.
Toen moest de groote massa worden
bewerkt, wat- geschiedde met alle be
kende propaganda-middelen. Het volk
werd meegesleept en stelde zich gou
den bergen-voor van do toekomst, die
De Man zou brengen. Sceptici wachten
af. Zéhebbent geen vertrouwen, doch
hebben tegen experimenteeren geen
bezwaar, in de hoop dat geen schade
zal volgen als de baat uitblijft. Weer
anderen vreezen dat een groot opge?
.zet plan noodwendig tot de zoo zeer
gevreesde inflatie leiden zal.
De tijd zal'Ieeren, waar .Belgiëheen
gaat.
Een feit schijnt te zijn, dat eenige ,
Een polls der
LEVENSVERZEKERING
Mij. ARNHEM"
schept kapitaal TOOT moeilijke tijden.
INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT
(MENNO HERTZBERGER & Co.) N. V.
KEIZERSGRACHT 610 - AMSTERDAM
NAJAARSVEILINGEN:
1. BIBLIOTHEEK Dr. Max Hochdorf, Parijs - F. J: A. M. Wierdels,
Amsterdam Dr. P. G. v. d. Waal, Amsterdam Dr. Geora
Bernhard, Parijs (3de ged.) e. a.
2. ORANJE VERZAMELING van wijlen Jhr. Storm van 's-Gravesande,
Ermelo.
3. GRAVURES, TEEKENINGEN, ETSEN, gedeeltelijk uit het bezit van
wijlen D. G. Santee Landweer.
N.V. DE HOLLAND8CHE
VOORSCHOTBANK
KRUISWEG 70 - HAARLEM
De Bank verstrekt voorschotten met
een minimum van ?1000.» op billijke en
wat de terugbetaling betreft gunstige
voorwaarden, onder borgtocht of zake
lijke zekerheid. Een prospectus wordt
op aanvraag gaarne toegezonden.
F
bankiers aan den val van den franc
goed hebben verdiend. Zij zijn gered
uit onheilspellende moeilijkheden, waar
in een slechte bankpolitiek hen had
gebracht, en zullen nu misschien de
kans krijgen de liquiditeit te herstel
len, die in hun bedrijven schromelijk
verwaarloosd was. Dat de armen aller
eerst dupe van de devaluatie zijn,
toont de prijsstijging van de
dageUjksche levensbehoeften, die al aanleiding
tot loonstijgingen gegeven heeft.
Gutt onthoudt zich van een óór
deel over het programma van het
huidige ministerie, doch men voelt
dat hij aan blijvend succes twijfelt.
Hij behoort tot de ouderen, die geen
geloof hebben in proefnemingen a la
Roosevelt en die meenen, dat het
onmogelijk is rijker te worden dóór
de uitgaven te verhoogen. Hij is ech
ter sans rancune, en toont dit met de
laatste woorden van zijn werkje, die
luiden: Je lui souhaite de tout coeur
de réussir, puisqu'il représente la
jeunesse et l'espoir et qu'il port e en ses
mains notre avenir." TH. LIOTHART
OVERJASSEN
Blauwe en Zwarte Vischgraatj
Van f23.75 af
Altijd
Rv.d.BRÜL
j
flIMIIIIMIIMIIIIIIIIIIIinMIlUIIIIIIIIIIMIIIMIIMMIIMIMIUHIIMIIintlMIIIIMIIIIIIIIHIIIIMIIIIMMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIOIIUni.
l K ZEG...
OP- EN AANMERKINGEN \
UIT ONZEN LEZERSKRING l
??'?'?..'''?'.'?' I
^HIIIIIIIIIIMIUIMMIMIIItlllilMMIIIIIMIIIIIMIIIIIlilMIIMIMIUIHIMinillHIIIIIHHIIIHIIIIMIIIIIIHIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIiniMIIIIIIMHHinilll
Geachte Redactie* ?
? N uw nummer van 14 Sept. neemt
l F.O.hetop voordeorgeldraai
rs,hetI geéngetuigtvanmedegevoelvooreen
deel zijner medemenschen wel is waar,
doch om zich nu een oordeel aan te
matigen, dat de klachten van de kan
toren over de vele straatmuziek niet
gegrond zijn, daartoe blijkt hij niet
bevoegd.
Ons kantoor is gelegen aan een der
grachten, dicht bij eenige bank- en.
andere kantoorgebouwen, en was het
tot voor korten tijd regel dat iedereen
morgen 8 draaiorgels, volgens afspraak
met n' tusschenruimte van Va of *
uur, hun vaste 3 deunen kwamen-af
draaien tot groot genoegen van de
portiers en het lagere personeel, dat
geen herseninspannend werk verricht,
doch wel tot ergernis van de superieu
ren, die (en dab vergeet inzender met
z|jn minachting voor 'deze) de leiding
der zaken in handen hebben en zorgen
dat er werk aan den winkel blijft.
De klachten kwamen bovendien
niet alleen van de kantoren, ook de
redacteuren der dagbladen, van wier
hersénen dagelijks wel meer gevergd
zal worden dan van die van P. O.
schreven er over; eri zijn vraag over
radiotoestellen is wel erg onnoozel,
op de kantoren vindt men die (nog)
niet. ' ?
Dat de 'overheid hier nu ordenend
optreedt valt toe te juichen, zij het
ook tot genoegen van den n en tot
spijt van den ander, maar daarom is
het niet juist dat F. O.- protesteert op
een smalende wijze door te schrijven
van' een geslacht met hangooren
enz. -??,...'.
Uit onze eigen jongere jaren herin
neren wij ons ook'wel studenten en
PAG. 23 DE GROENE Ne. 3043