De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 21 september pagina 12

21 september 1935 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

?*!? i . f j ?f l m* EEN KATER IN HUIS T a DIK was hij. Men zei me, dat hij een castraat was, maar hij miste toch de divine stem. Schor, diep gorgelend, was zijn mauwen. Jack Rose" heette hij. Hg zou vier weken blij* ven logeeren, terwijl zijn familie op reis was. Den eersten nacht, omdat ik niet wist of hij bang in 't donker alleen was, sliep hy op een stoel naast mijn bed. Ik overdekte hem met een wanne trui. Maar vaak werd ik wakker, omdat hij zich zuch tend en met veel gedoe bewoog en omdraaide; dan gleed de trui van zijn rug, en omdat het koud was, dekte ik hem aldoor weer toe. Daarna spon hij dan heel hard. Na eenige keeren had ik 't zat. ^?Morgen.slaap je alleen, in de andere kamer!" Innig tevreden hard spinnen. Den heelen nacht ging dat gedraai en toègedek door. Den volgenden avond sloot ik hem in de andere kamer. Deze grensde aan mijn slaapkamer. Ik was nauwelgks in bed, of *een zacht, diep gorgelend mauwen klonk aan den anderen kant van de deur. Ik stopte mgn ooren toe met de dekens. Het mauwen werd schorder, dieper, daarbij kwam hevig krabbelen aan het hout. Ik stond op. In de andere kamer kwam Jack Kose me op zijn witte voetjes tegemoet, blije herkenning in zijn gouden oogen. Ik streelde hem tot hij ging spinnen, ik streelde hem tot hij insliep, liggend op een kus sen by de kachel. Het duurde alles bij elkaar een vijf mi nuten. Dit was dus in orde. Jack Kose sliep voortaan rustig den heelen nacht bij de kachel in. de andere kamer, als ik hem 's avonds maar eenige minuten in slaap streelde. Verder vrat hij en werd langzaam aan steeds dikker. HU verliet de nabijheid van mijn voeten bijna nooit óf hij zat als ik zat, óf hij volgde me steeds na op mijn wandelingen door 't huis. Niemand vond hem leuk, men vond hem vervelend en karakterloos; maar ik werd dol op hem. Ondanks zyn dikte, had hu* toch de kattensierlykheid. HU was glimmend zwart,?heel lang haar had hij, als had .hij een angora in de familie, en zijn pootjes waren alleen aan 't eind wit, als zaten er pareltjes aan. Hij had geen karakter, dit was waar, maar hij was zoo lief, dat ik heelemaal in zijn ban raakte. Langzaam liep hij, en als hij op een stoel wilde zitten, moest ik hem er op tillen. Hij keek me dan eerst, zittend Voor den stoel, aan, alsof hij zei: Ik ben zzzoo dik, ik kan niet zpringen." Maar in de keuken, als hij eens alleen was, kon hij wel op het hooge aanrecht komen en vleesch stelen, om dan met een zoet, dik gezicht weer lang zaam binnen te komen, als kon hij geen tientellen. Zijn dikte bekommerde me een beetje; hét werd steeds erger. Men waarschuwde me, dat ik heul overvoedde, maar dat deed ik niét, ik zorg heel systematisch voor mijn katten en ben voorzichtig. Jack Rose en ik, we zitten beiden met het ge zicht naar Mekka. Ons Mekka is de warme kachel. Buiten is het heel koud vandaag. Eén koude dag in dezen gezegenden niet-kouden Hollandschen winter. Het is onze laatste dag samen. Ik voel het Hij voelt het niet. Ik vertel het hem en hij luistert tevreden, soms diep gorgelend antwoordend en met gouden oogen knippend. Hij .is-ontzettend dik ge worden. Ik geloof aan een ziekte en ben zoo be zorgd, hoewel ik weet, dat hij het thuis hél goed .alleen met mij .. alleen met de blefstuk oro heeft en, al werd hij ziek, toch zoo goed verzorgd zou worden, misschien wel nog beter dan ik het zou kunnen. 's Middags breng ik hem terug. Na heerlijk inge pakt in de taxi gezeten te hebben Jack Hose vindt alles heerlijk" en is steeds op den rand van spinnen of erin laad ik hem thuis af, waar hij in liefdevolle armen opgevangen wordt. Na een paar dagen bel ik op en vraag angstig of het Jack Rose wel goed gaat. Men is ook bezorgd over zijn dikte, maar verder gaat het hem wel. Eenige weken later bel ik weer op en luister met bijna stilstaand hart naar wat de stem door de telefoon zal zeggen. Ik heb een- bang voorgevoel. Vanmorgen heeft hij drie prachtige jongen ge kregen twee roode en n zwarte. Hij maakt het best l" Jongen gekregen! En toen hoorde ik de uitlegging. Hij" was namelijk als gecastreerde kater" kortgeleden overgedaan aan deze familie en nie mand had aan Jack Rose als zoodanig getwijfeld, omdat zij een imposante manlijke verschijning was en zoo'n diepe stem had. 's Middags ging ik kijken. Trotech lag ze in al haar glinsterend zwarte pracht in een grooten bak met hooi, drie heel kleine dingen, rood, zwart, rood, drongen zich als een rijtje bijoux tegen haar lijf aan. Ze herkende me nauwelijks. Ze spon en praatte schor en diep tegt»n haar kinderen. MOMENTEN uit Mensing's leven (Vervolg van pag. 13) hu in komt: de traditie, door Frederik Muller ge vestigd, die dan al een jaar of vijf geleden gestorven is, om naast het antiquariaat en den boekhan del zelf ook wetenschappelijke verzamelingen aan te leggen, wordt getrouw gehandhaafd. Naast de verzameling van reisbeschrijvingen, kaarten en zeévaartkundige instrumenten van Frederik Mul ler breidt de heer Adama van Scheltema zijn arbeid naar den kant van de prentkunst uit. Binnenkort, als de zaak naar de Doelenstraat 10 verhuist, zullen zij daar ook een hoeveelheid antiquiteiten en kunst voorwerpen aantreffen, waarvan de beide firman ten Mensing is dan n. J. als compagnon opgeno men zelf de veiling o p* zich nemen; de goede prijzen, die zij weten te maken bezorgen hun spoe dig de opdracht voor nieuwe verkoopingen en zoo begint de zaak van Frederik Muller &? Co. weldra naam te krijgen als veilingshuis voor kunst en antiquiteiten. 1900 E Heer Adama van Scheltema heeft om gezondheidsredenen steeds meer de leiding van dézaak aan Mensing moeten overlaten. Hij had Directeur van het Prentenkabinet kunnen worden en Mensing, die de wetenschappelijke gaven van zijn collega hooger schatte dan de commercieele, had hem dit zeer aangeraden, doch tevergeefs. In het laatste jaar voor zijn dood in 1880 hadden de medici zelfs geadviseerd geen zaken meer aan hem over te laten; en de moeilijkheden, die dit alles met zich meebracht, hadden de neiging bij Mensing doen ontstaan, de geheele zaak van de hand te doen en zelf met een nieuwe outillage en jong personeel opnieuw te beginnen. En toen hij tenslotte besloot to blijven, nam hij het besluit, dat het dan ook in ?deze zaak geheel anders zou worden; hij gaat zich specialiseeren op de kunstveilingen, maakt zich onafhankelijk door zelf een veilingzaal te bouwen een groot waagstuk en vooral : hij gaat de veilingen op een geheel andere wijze voorbereiden. Zoo is hij dit jaar eenige maanden in Amerika, om de veiling op het kasteel Heeswijk te propageeren; do veilingscatalogus wordt een artistiek plaatwerk, en het resultaat is het ongekend hooge bedrag van zeven ton, dat deze veiling opbrengt, dank zij d groote büitenlandschc deelname. Dit wordt voort aan het systeem van de firma Frederik Muller: een royale provisie, maar dan pok een zoo grondige voorbereiding en reclame, dat de prijzen, die opge bracht worden, do kosten voor den verkoopcr dub bel en dwars goed maken. . \7EBLBEWOGEN jaren l De zaak heeft nu zijn " grooten, roep gekregen. Hefc journaal van Abel Tasma'n, door prof. Heeres geschreven, werd met prachtige kaarten en platen belangeloos door de firma uitgegeven; daarop volgt nu de E.N.T.O.S., de scheepvaartténtoOnstelling,1 waar de kern van de historische afdeeling gevormd wordt door 'de verzameling van den heer Mensing; hieruit wordt weer de gedachte* van_het_HistoriachJ3cheep vaartPAC.22 DE GROENE Ne. 3043 museum, geboren met Mensing als een der promo tors. En met dezen arbeid gaan de groote opdrach ten samen: in 1913 worden de groot o veilingHazeltine van etsen van Rembrandt gehouden, en de veiling-Heeswijk in Parijs waar Rembrandt's Bathseba n millioen goudfrancs opbrengt; een feit dat 's avonds door do kranten jongens wordt uitgeschreeuwd over do boulevards. 1985 DE zaak Frederik MuHer is thans wereldbe roemd en jaarlijks zijn er een of meer veilingen, waarvan iedereen spreekt. De catalogi zijn steeds meer geperfectiouneerde kunstwerken. Hobbema's, Vermeer's, Frans Halsen, ja Rembrandt's gaan geregeld door Mensing's handen. Een oproep uit Weenen brengt vader en zoon die ook in de zaak wordt opgenomen naar het paleis Castiglioni, waarvan de kunstschatten ver kocht moeten worden. Slechts n dag wordt Men sing gelaten om de taxatie te doen, waarop beslist zal worden of hij de veiling zal krijgen; de antiquair, die hem zal geleiden blijkt er belang bij te hebben hem in geen enkel opzicht behulpzaam te zijn. Tegen den avond zijn echter toch de driehonderd schilderijen en 16.0 bronzen gekeurd en getaxeerd en Mensing waagt het een opbrengst van twee mil lioen gulden te voorspellen, 's Avonds wordt hierop voorloopig de zaak beklonken. Doch den volgenden ochtend komen in een vergadering de talrijke deskundigen met zooveel vieren en vijven. dat Mensing op een goed moment opstaat en ver klaart met de geheele zaak niet meer te maken te willen hebben. Groote opschudding, die alleen be daart als de woordvoeder van den vorigen avond bp handslag belooft, dat er niets in de toen afge sproken voorwaarden gewijzigd zal worden. Do onderhandelingen hebben tot het laatste moment geduurd: in razende vaart moet een taxi de Mensings naar den trein brengen, die zij nog juist met een kostbare vondst van twee kisten met nega tieven van afbeeldingen der collectie?kunnen pakken. En inderdaad brengt de collectie eenige maanden later ongeveer twee millioen op, een bedrag, alleen drie jaar later door décollectie-Six geëvenaard. . . ? '* **'',' 1985 . . ? ? ' ? . ? . . '"."'.?' ..' ? X17EEB tien jaar later! De crisis doet natuurlijk v * wel zijn 'invloed gelden, maar de kleinere zaken gaan hun geregelden gang. En de wat rustiger tijd wordt gebruikt om het zeer uitgebreide kunstarchief, kamers met kasten vol boeken, catalogi en mappen bij te werken. De Heer Mensing werkt nog altijd volledig mee in het bedrijf en men zou .hem zyn vijftig jaar activiteit niet aanzien. Maar hij heeft ze toch wel degelijk achter zich liggen en met trots mag hij er a.s. Dinsdag op terug zien. ? ? BOUWTERREINEN en HUIZEN te koop in het Centrum der Gemeente. Inlichtingen: PARK KERSBERGEN Kantoor: Montaubanstraat 4, ZEIST WAAROM DE FRANC VIEL Belgiëin de klem DE Minister van financiën in hot kabinet Theunis, Camille Gutt, heeft tinjeen helder geschreven boekje een overzicht gegeven van de ge beurtenissen, die den val van den franc veroorzaakten. Als men najde lezing overpeinst, hoe het mogelijk is, dat ondanks het verzet van alle verant woordelijke instanties, ondanks de be zwaren tegen devaluatie van den nieuwen Minister-President, Belgi toch het goudblok verliet, dan vindt men op de rijzende vragen niet dade lijk een antwoord. Gutt's verslag is duidelijk; men overziet de politieke machinaties, men begrijpt de moeilijke positie, waarin Theunis verkeerde, maar de diepere oorzaken van den val van den franc blijven achter de bewegingen der partijen verborgen. De sluier, waardoor men heen zou wil len zien wordt een oogcnblik opgelicht in het een en twintigste hoofdstuk, dat de reis der ministers naar Parijs beschrijft. Deze toch bracht een groote teleurstelling doordat Frankrijk niet anders kon doen dan adviseeren tot de klassieke middelen, credietbeperking en discontoverhooging, en daar naast aanbood steun te verleenen door een belangrijke leening. Wat had Belgiëechter hieraan? Het was door de onrust, welke het groote publiek bevangen had, onmogelijk de aan bevolen maatregelen te nemen; had men toch het plan daartoe, zegt de oud-Minister van Financiën, op het. Groote Plein te Brussel uitgesproken, dan zou men zijn gesteenigd. Leenèn had ook geen zin; men wilde betalen, en dit was alleen te bereiken door verruiming van den uitvoer. Hieruit blijkt dat Belgi vastge, loopen is doordat de autarkische we reldpolitiek het land verhinderde op normale wijze te betalen voor rente en aflossing op schulden, voor grondstof fen en goederen, die men in moest voeren. Elke leening zou de betalings balans op den duur hebben bezwaard en de noodzakelijkheid tot nog groo teren export hebben geschapen. Zoo lang de omstandigheden in een land. niet zoo slecht zijn, dat iedereen den naderenden ondergang ziet, is de wereld nog wel bereid om te leenen; er bestaat echter zeer weinig bereid willigheid om betaling voor verleende diensten en geleverde goederen te aan vaarden, tenzij in goud. Daardoor zijn al vele landen vastgeloopen, daardoor is ook Belgiëtenslotte bezweken. Als dit zoo is, vraagt men zich af of de devaluatie iets helpen zal. Het is moeiUjk dit te gelooven, want zoo lang de wereld-economie niet veran dert, zal het moeilijk vallen te betalen; er blijft dus maar n wég om het voortbestaan mogelijk te maken, en dat is de harde weg der aanpassing: men moet ertoe besluiten minder te koopen dus minder te verteren. Men wordt door de algemeene grensafsluiting overal teruggedrongen naar een aanmerkelijk lageren levensstandaard, die men, hoe bezwaarlijk hij ooicis, noodgedwongen zal moeten aanvaar den. Een rijkaard, die verarmt, moet anders gaan leven, een volk, dat zijn eens groote welvaart verliest, moet zich bekrimpen. Daartegen valt niet» te doen. Men is alleen verplicht zelf op systematische wijze het algemeen ruilverkeer zooveel mogelijk te bevor deren, maar daarmede ontloopt men de armoede niet. Valuta-experimenten geven stellig geen baat; ze bevorderen de handels-onzekerheid, roepen noodzakeUjke belemmerende maatregelen van andere landen op, drukken de wereldprijzen, die toch al zoo laag liggen, verder omlaag en verergeren den chaos. llol is iliin ook get-n wonder, dut du Belgische leiders, die zeur goed wisten waar de* schoen wrung, zich van de resultaten van de devaluatie geen illusies hebben gemaakt. De wilde op leving, die een onmiddellijk gevolg van het loslaten van het goud was, begint af te luwen en zeer waarschijn lijk zullen dezelfde moeilijkheden, waarvoor het ministerie Theunis stond, zich weldra herhalen. Gutt's boekje is in een typischen stijl geschreven, die den lezer vast houdt en de lectuur tot een genoegen maakt. Het is begrijpelijk, dat het veel aftrek vindt en daardoor kennis verspreidt omtrent bijzonderheden, die menigeen stellig zijn ontgaan. De politiek en de politici worden door Gutt in het zonnetje gezet. Hu oor deelt niet hard, maar slaagt er toch in, ernst igen menschen een gevoel van angst te geven voor de toeren, die in een Parlement worden uitgehaald. Men vraagt zich af of de meeste leden wel voelen, welke zware veranwoordelijkheid zij dragen, een vraag, die den laatst en tijd bij menigeen in Holland ook weieens opgekomen zal zijn. De stryd tegen het kabinet Theunis, dat evenals ons ministerie Colijn, een aller onaangenaamste en ondankbare taak op zich had genomen, werd op een weinig prijzenswaardige manier ge streden. Dit spreekt wel sterk uit het feit, dat het Ministerie der Bankiers", dat thans door een ministerie met socialist ischen inslag vervangen werd in totaal n werkelijken bankier tot lid had. Du spotnoam, die het toe bedeeld werd, sloeg echter in en daar was het om te doen. De tegenstanders ? beleefden dus plezier aan hun vinding. Gutt zegt echter niet zonder ironie, dat het Ministerie der Bankiers voor de vraag had gestaan of het de ban kiers of den franc zou redden, welk probleem aan het ministerie met vijf socialisten werd overgedragen. Had het eerste tot het einde gestreden voor den franc, het laatste liet den franc vallen en redde zoo de bankiers ! Het kan vreemd loopen in onze verwarde wereld. De pplitieke combinatie, die Theu nis liet vallen, had natuurlijk meer in haar mars dan een spotnaam. Ze be loofde redding tu zullen brengen door de uitvoering van het Plan-de Man", het plan va'n den arbeid. Het is bekend dat de socialisten in Belgiëtegenstan ders waren van de deflatie-politiek. Ze wilden geen defiatie, geen inflatie, geen devaluatie, doch wenschten de moeilijkheden te overbruggen door den opbouw van economisch verantwoorde werken De Man liet het niet bij een leuze, doch stelde een afgerond tech nisch plan op, dat tot doel had Belgi uit den hel van de crisis in den heil staat van den arbeid te voeren. Na tuurlijk was het boek, waarin dit plan beschreven werd, geen lectuur voor Jan-en-alleman, doch eenige intellectueelen bestudeerden het en werden door een ware geestdrift gegrepen. Toen moest de groote massa worden bewerkt, wat- geschiedde met alle be kende propaganda-middelen. Het volk werd meegesleept en stelde zich gou den bergen-voor van do toekomst, die De Man zou brengen. Sceptici wachten af. Zéhebbent geen vertrouwen, doch hebben tegen experimenteeren geen bezwaar, in de hoop dat geen schade zal volgen als de baat uitblijft. Weer anderen vreezen dat een groot opge? .zet plan noodwendig tot de zoo zeer gevreesde inflatie leiden zal. De tijd zal'Ieeren, waar .Belgiëheen gaat. Een feit schijnt te zijn, dat eenige , Een polls der LEVENSVERZEKERING Mij. ARNHEM" schept kapitaal TOOT moeilijke tijden. INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT (MENNO HERTZBERGER & Co.) N. V. KEIZERSGRACHT 610 - AMSTERDAM NAJAARSVEILINGEN: 1. BIBLIOTHEEK Dr. Max Hochdorf, Parijs - F. J: A. M. Wierdels, Amsterdam Dr. P. G. v. d. Waal, Amsterdam Dr. Geora Bernhard, Parijs (3de ged.) e. a. 2. ORANJE VERZAMELING van wijlen Jhr. Storm van 's-Gravesande, Ermelo. 3. GRAVURES, TEEKENINGEN, ETSEN, gedeeltelijk uit het bezit van wijlen D. G. Santee Landweer. N.V. DE HOLLAND8CHE VOORSCHOTBANK KRUISWEG 70 - HAARLEM De Bank verstrekt voorschotten met een minimum van ?1000.» op billijke en wat de terugbetaling betreft gunstige voorwaarden, onder borgtocht of zake lijke zekerheid. Een prospectus wordt op aanvraag gaarne toegezonden. F bankiers aan den val van den franc goed hebben verdiend. Zij zijn gered uit onheilspellende moeilijkheden, waar in een slechte bankpolitiek hen had gebracht, en zullen nu misschien de kans krijgen de liquiditeit te herstel len, die in hun bedrijven schromelijk verwaarloosd was. Dat de armen aller eerst dupe van de devaluatie zijn, toont de prijsstijging van de dageUjksche levensbehoeften, die al aanleiding tot loonstijgingen gegeven heeft. Gutt onthoudt zich van een óór deel over het programma van het huidige ministerie, doch men voelt dat hij aan blijvend succes twijfelt. Hij behoort tot de ouderen, die geen geloof hebben in proefnemingen a la Roosevelt en die meenen, dat het onmogelijk is rijker te worden dóór de uitgaven te verhoogen. Hij is ech ter sans rancune, en toont dit met de laatste woorden van zijn werkje, die luiden: Je lui souhaite de tout coeur de réussir, puisqu'il représente la jeunesse et l'espoir et qu'il port e en ses mains notre avenir." TH. LIOTHART OVERJASSEN Blauwe en Zwarte Vischgraatj Van f23.75 af Altijd Rv.d.BRÜL j flIMIIIIMIIMIIIIIIIIIIIinMIlUIIIIIIIIIIMIIIMIIMMIIMIMIUHIIMIIintlMIIIIMIIIIIIIIHIIIIMIIIIMMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIOIIUni. l K ZEG... OP- EN AANMERKINGEN \ UIT ONZEN LEZERSKRING l ??'?'?..'''?'.'?' I ^HIIIIIIIIIIMIUIMMIMIIItlllilMMIIIIIMIIIIIMIIIIIlilMIIMIMIUIHIMinillHIIIIIHHIIIHIIIIMIIIIIIHIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIiniMIIIIIIMHHinilll Geachte Redactie* ? ? N uw nummer van 14 Sept. neemt l F.O.hetop voordeorgeldraai rs,hetI geéngetuigtvanmedegevoelvooreen deel zijner medemenschen wel is waar, doch om zich nu een oordeel aan te matigen, dat de klachten van de kan toren over de vele straatmuziek niet gegrond zijn, daartoe blijkt hij niet bevoegd. Ons kantoor is gelegen aan een der grachten, dicht bij eenige bank- en. andere kantoorgebouwen, en was het tot voor korten tijd regel dat iedereen morgen 8 draaiorgels, volgens afspraak met n' tusschenruimte van Va of * uur, hun vaste 3 deunen kwamen-af draaien tot groot genoegen van de portiers en het lagere personeel, dat geen herseninspannend werk verricht, doch wel tot ergernis van de superieu ren, die (en dab vergeet inzender met z|jn minachting voor 'deze) de leiding der zaken in handen hebben en zorgen dat er werk aan den winkel blijft. De klachten kwamen bovendien niet alleen van de kantoren, ook de redacteuren der dagbladen, van wier hersénen dagelijks wel meer gevergd zal worden dan van die van P. O. schreven er over; eri zijn vraag over radiotoestellen is wel erg onnoozel, op de kantoren vindt men die (nog) niet. ' ? Dat de 'overheid hier nu ordenend optreedt valt toe te juichen, zij het ook tot genoegen van den n en tot spijt van den ander, maar daarom is het niet juist dat F. O.- protesteert op een smalende wijze door te schrijven van' een geslacht met hangooren enz. -??,...'. Uit onze eigen jongere jaren herin neren wij ons ook'wel studenten en PAG. 23 DE GROENE Ne. 3043

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl