Historisch Archief 1877-1940
KOLONISATIE IN INDIE
Bestaansmogelijkheden voor blank en bruin
. Batavla» Centrum
ELK jaar als de Tweede Kamer de Indi
sche begrooting behandelt, wijzen tal
van leden, die het van een afstand o zoo
goed met Indiëmeenen, op de noodzakelijkheid
van kolonisatie, waardoor volgens hen aan over
bevolkte streken lucht gegeven en mogelijk zelfs
een deel van de Hollandsche werkloozen naar
Indiëgespuid kan worden. Het is een steeds op
dezelfde wijze herhalen van bekende gezegden
en de minister van .Koloniën antwoordt dan
ook zonder uitzondering op even nietszeggende
wijze, waarna de zaak tot het volgende jaar weer
de doos ingaat.
Veel is er op het gebied van kolonisatie hier
te lande niet verricht. Er bestaan twee
vereenigingen, welke van tijd tot tijd dank zij gratis
vervoer van de Paketvaart, wat Indo-Europe
anen naar Nieuw-Guinea zenden, die daar een
schamel bestaan vinden, indien zij niet na korten
tijd wegens ontgoocheling of bewezen volslagen
onbruikbaarheid weer op Java terugkeeren.
Zichzelf bedruipen kunnen deze kolonies"
niet. Afzet voor eventueele producten is zoo
goed als nergens te vinden behalve wat mis
sionarissen en zendelingen heeft niemand daar
iets noodig en alleen de katoen, welke er thans
niet zonder succes door een enkeling wordt ge
plant, vindt een kooper en wel Japan, dat om
meer dan n reden groote aandacht aan dit
deel van den Pacific besteedt. Van de besturen
van bedoelde vereenigingen hebben verreweg
de meeste leden geen flauw begrip hoe hun
kolonies er uit zien, en onder hen bevinden zich
enkele theoretici, die niet zonder gevaar geacht
kunnen worden, omdat zij moeilijkheden van
de praktijk niet willen zien, die in hun theorie
niet te pas komen.
Verder hebben \yij de regeeringskolonisaties,
waarvan Gedong Taaan in de Lampongs op Su
matra de voornaamste is. Elk jaar gaan daar
eenige duizenden Javanen heen en dan wordt
telkens hoog opgegeven van de opluchting,
welke zulk een verplaatsing van menschen geeft,
waarbij de betrokken ambtenaren wijselijk ver
zwijgen, dat het heengaan van een 5000 per
sonen op een bevolking van 58 millioen niets
te, beteekenen heeft. Als bewijs hoe voldaan de
betrokken afdeeling van het departement van
B. B. zich gevoelt, kan dienen, dat als groote
verdienste van een ambtenaar, die voor de
expeditie van een paar duizend Javanen had
gezórgd, werd aangerekend, dat hij op een
Zaterdagmiddag naar Tandjong Priok was ge
gaan om het vertrek van de boot, die enkele
honderden immigranten naar Sumatra zou ver
voeren, bij te wonen. Op Zaterdagmiddag is geen
bureau en hij was dus in zijn eigen vrijen tijd
'naar Priok gegaan !
Wil iemand eenige hoogte krijgen van den
stand van de kolonisatie hier te lande, dan doet
hij verstandig kennis te nemen van het rapport
der kolonisatiecommissie, welke het gouverne
ment enkele jaren geleden heeft ingesteld en die
in 1932 haar rapport uitbracht, och om niet
heelemaal onnaspeurlijke redenen is zeer weinig
bekendheid aan dit rapport gegeven. Het is
namelijk op meer dan n punt met onverdeeld
vriendelijk voor de overheid. Zoo staat aan het
slot te lezen, dat het gouvernement zich nim
mer veel moeite heeft gegeven om aan het over
bevolkte Java door middel van immigratie lucht
te verschaffen en het merkwaardige is, dat deze
conclusie het staat er nadrukkelijk bij ver
meld met algemeene stemmen is genomen,
terwijl ook lid van de commissie was het hoofd
van de afdeeling Agrarische Zaken van het
departement van B.B., onder wien de zorg voor
de immigratie ressorteert; Het heeft den anderen
leden wel eenige moeite gekost hem tot het tee
kenen van dit verslag te brengen, want hij had
bezwaar tegen bovenbedoelde uitlating, maar
ten slotte heeft hij toch zijn naam er onder gezet.
Uitwerking heeft het rapport niet gehad. Aan
den wensch: een ambtenaar voor de kolonisatie
aan te stellen, is nimmer voldaan en in de
archieven sluimert thans dit stuk, dat groote
verdienste heeft, maar tevens velen wat onwel
gevallig was, reden waarom het maar zoo snel
mogelijk moet best of f en.
'M U is kolonisatie in de tropen een moeilijk
A~ vraagstuk. De inlander hier is gehecht aan
zijn geboortegrond en in den werkloozen Javaan
vinden wij gewoonlijk niet het type van een
man, die door eigen kracht zich elders een
beDE VOLKENBOND MAAKT ERNST MET DE SANCTIES
Tcekcnlng voor De Groene Amsterdammer van F. Hazeveld
Vrede .. V of ik schiet!
CHAMPAGNE KRUG
La loulc premiere marque
staan wil scheppen, dat hij dichter bij huis niet
vinden kan. Verder dringt zich hier tevens het
vraagstuk van den veldarbeid van den blanke
in de tropen op. Deze kwestie is reeds oud. Veel
is over het voor en tegen geschreven en de pro
motors zijn in hun argumenteering dikwijls zoo
oppervlakkig, dat het moeite kost, zich alleen
daarom niet tegen hen te keeren. Zij geven ge
woonlijk hoog op van de zooveel en zooveel
duizenden blanken, die daar en daar reeds sedert
tientallen van jaren in de tropen veldarbeid ver
richten, doch zij vergeten strijk en zet te ver
melden, op welke hoogte de gronden gelegen zijn,
waar deze menschen spitten, planten en graven.
En op die hoogte komt het juist aan. Wordt
hun de vraag gesteld of een Europeaan meer uit
den grond zal halen dan een inlander, zoodat
hij niet tot een inlandsch niveau terug zal vallen,
dan volgt het nietszeggende stereotype ant
woord: Dit zal hem ongetwijfeld gelukken door
zijn betere kennis en grooteren ijver.
Dergelijke dooddoeners brengen de koloni
satie geen stap verder.
de bezwaren zijn inderdaad groot.
Geschikt terrein is wel te vinden, doch vanwaar
kolonisten, inlanders, Indo-Europeanen of Eu
ropeanen te halen, die nog iets van het
pioniersbloed in zich hebben en ontzaglijke inspanning
en gestaag volhouden niet zullen schuwen? De
Javaan is zeker niet het prototype van zulk een
man en kolonisatie van Indo-Europeanen is
evenmin een onverdeeld succes geweest. Onge
twijfeld zijn onder thans werklooze
cultuuremployé's menschen te vinden, die beter aan
de eischen beantwoorden, doch de kans voor
hen op een mensonwaardig bestaan als kolonist
is uiterst gering. Kleine landbouw voor den Euro
peaan is eigenlijk nog nergens gelukt. Hét naar
Indiëlaten uitkomen van Hollandsche boeren
grenst aan misdaad. Zij missen, in vergelijking
met den cultuuremployé, de kennis van het land
en de bevolking, hebben zich aan het klimaat
nog niet aangepast en zelfs indien er enkele tien
tallen zouden overkomen, wat voor ontspan
ning geeft dat voor Holland? Aan het&e
werkstellen van duizenden is niet te denken.
Hoe voorzichtig men met de promotors moet
zijn, bewees Dr. Vrij burg, die Nieuw-Guinea
heeft bezocht en thans moeite doet om te komen
tot een Kolonisatieraad. Hij achtte de kans voor
Hollandsche boeren te Dairi in Noord-Sumatra
goed. Groenten konden vandaar in nog onbe
perkte matéop de markt te Singapore worden
geplaatst. Afzetgebied was er dus, maar ge
vraagd naar de kosten van het vervoer, eerst
150 km naar de kust en dan per boot naar den
overwal, moest hij toegeven, dat hij hiervan
geen enkele berekening had gemaakt. En hij
is dan nog een van de weinige menschen, die de
kolonisatie in de buitengewesten uit eigen aan
schouwing kent. Dat de regeering, zoowel in '
Holland als in Indië, een wat gereserveerde hou
ding tegenover de kolonisatie-promotors aan
neemt, moet worden geloofd. Een intense mede
werking zou een te groote verantwoordelijkheid
op haar ladend
Het vinden van bestaansmogelijkheden voor
overbevolking en werkloozen in de buiten
gewesten, zal daarom langs andere wegen móe
ten gaan. Hier kan alleen het grootkapitaal
helpen. Indien de commercieele openlegging van
Nieuw-Guinea, waartoe het volgend jaar ener
gieke pogingen zullen worden gedaan, slaagt,
zal bij elk succes de behoefte aan arbeidskrach
ten stijgen^ Het land is nagenoeg pnbevolkt en
de enkele Papoeastammen zijn nog niet aan de
beschaving Van regelmatigen arbeid toe. Import
van arbeidskrachten op groote schaal zal noo
dig blijken en langs dien weg kan, zonder;fan
fare, theorie en ook zónder kosten voor hét
gouvernement worden bereikt, wat langs een
meer thepretischen weg niet mogelijk is
gebleken. Sumatra heeft honderdduizenden Javanen
" en duizenden Indo-Europeanen en Europeanen
werk verschaft. Wie weet wat. Nieuw-Guinea
en pp den duur misschien ook Borneo aan mo
gelijkheden gaan bieden. C.
U wilt een andere lamp, niet dat
alledaagsche type, dan moet het een echte Jaspers'
lamp zijn. Mooi n.......... nooit duur.
CEINTUURBAAN 3O8
AMSTERDAM TEL 2IOO6
JASPERS
Er js maar n Jaspers op de- Ceintuurbaan.
PAG. 4 DE GROENE Ne. 3043
DE WAAN VA
Geld-fe
tisjisme
DR. M. R. J. BRINKGREVE
EK zijn wilden, die wanen, dat in oen steen
ut' boom uen duistere macht woont; veel
onheil overkomt ieder, die de/e macht niet
gunstig weet te stemmen, voorspoed is het deel
van hen. die daar wel in slagen.
Wij beschaafden" van het Westen zien op zulk
bijgeloof neer. Daarom 'M hei een zekere schok
voor onze eigenliefde te bemerken, dat wij óók
fet isjisten zijn. even redeloos ons bukkend . voor
een onbekenden invloed, die uitgaat van levenlooze
voorwerpen ~ of derzelver teekens. Het geldt hier
een vastgewortelden heillopzen \vaau. waar wel
haast niemand zich zijn heele leven aan onttrekt:
het geld-fetisjisme.
TOK N in de ,0e eeuw vóór hè' begin umer
jaart elling een koning der Ludiërs st ukjes metaal van
y.ijii merk voorzag om ze te waarmerken voor ge
wicht en gehalte, kon hij kwalijk vermoeden, dat
hij een begin maakte met een ontwikkeling, die
tegelijk uiterst zegenrijk en gruwelijk rampspoedig
voor de menschheid zou worden.
Destijds was het geld" ? want deze stukjes
metaal wai-en het eerste geld" in den engeren zin
van het woord nog ruilmiddel, nauwelijks te
onderscheiden van do veeren of schelpen, die men
in de Zuidzee als ruilmiddel bezigt. Maar de onbe
perkte geldigheid van het ruilmiddel met Konink
lijken waarborg maakt er iets van als de vergunning
om te wenschen. die we kennen uit het sprookje
van den man. zijn vrouw en de worst: het ruil
middel krijgt toovennacht wordt althans voor
de verbeelding van allen, die het bezitten en vooral
van allen, die het begeercn. een toovermiddel. Ia
hel geld gaat men het middel zien. dat wenschen
kan vervullen en vooral het middel, dat beschermt .
tegen de vele kwade kansen, die den mensch voort
durend bedreigen.
Want wel was de menschheid in Hellas' bloeitijd
bevrijd van do kwellende banden van de macht der
groote en kleine heerschers en langzaam aan óók
van do banden der starre zeden, wél hebben
lateide burgers der Noordelijke landen zich eveneens
van soortgelijke banden bevrijd, mitnr de vrijheid,
die de burger kocht, betaalt hij duur: zijn vrijheid
en onafhankelijkheid betaalt hij met de zorg voor
het bestaan van zichzelf en zijn gezin. Aan geen
anderen is hij onderworpen, maar hij staat dan ook
op zichzelf en is aan zichzelf overgelaten. Geen
dienst ontvangt hij. geen goederen krijgt hij zonder
..betaling", en daarvoor heeft hij geld noodig;
moeite kost het hem meestal om genoeg te verdie
nen voor do daadwerkelijke behoeften van zijn
gezin; zér weinigen zijn er. die er in slagen genoeg
te verdienen om hun wenschen althans ten doele
te bevredigen niemand gaart voldoende, bijeen
om zonder zorg te kunnen donken aan do weder
waardigheden, welke het leven brengen kan.
NIEUW-ENGELAND
KONINGSPLEIN AMSTERDAM
Ku dat terwijl het geld aldoor too veracht iger
wordt. Van ruil is op den duur geen sprake meer
of het moet dan zijn de ruil van bepaalde goederen
en diensten tegen een ,.recht" om over andere goe
deren en diensten te beschikken en omgekeerd.
Dit recht is bepaald van omvang onbepaald van
aard. Men kan van zijn recht nu of later hier of
elders gebruik maken: men.kan er mee doen. wat
men wil tenminste binnen de grenzen van het
..beschikbare- bedrag".
Daardoor is het geld uiterst zegenrijk geworden:
de mogelijkheid om ..later*' van zijn recht gebruik
te maken, heeft de mogelijkheid geschapen om te
sparen en daardoor bij kleine beetjes tegelijk op
den duur een ..vennogen" te vergaren: men vond
vonnen om de ..vermogens" van meerdere burgers
te vereenigen en .samen te doen. wat hot vermogen
van den enkelen mensch te boven ging. Deze
vereenigde vermogens vonnen het ..kapitaal", dat wij
tegenwoordig allen kennen als onmisbare voor
waarde voor alle menschelijke bedrijvigheid. dit*
werkelijk welvaart brengt.
MAAK gruwelijk rampspoedig is het gi-ld ge
worden. .
De overtuiging, dat men meer beschermd is
tegen de kwade gevolgen van vele rampspoeden.
naarmate men meergeld heeft vergaard, slaat om
in den waan. dat men geld moet vergaren om zich
te bescheitnen tegen alle mogelijke (en onmogelijke)
kwade kansen, liet verga ren van geld wordt zoo-'
doende doel in plaats van middel en daarmee brengt
het geld in do bxirgcrwercld dat jammerlijke tobben
en schrapen, waarbij men in het heden ontberingen
lijdt uit vrees, dat men anders later zulke ontbe
ringen zou moeten lijden. Zoo verwoest het geld
levensvreugde en veroordeelt het geslacht na ge
slacht tot een karig bestaan door nimmer ophouden
de zorgen gekweld, hoewel zij genieten konden van
allerlei, dat het leven verfraait, als zij heb ..vermo
gen" durfden te gebruiken, waarover zij ir* naam
de beschikking hebben.
Maar ook de verhoudingen van mensch tut
iuensch bederft en vergiftigt het geld bederven
eii vergiftigen wij menschen door den waan, dien
wij spinnen om onze eigen schepping, het geld. En
zoo niet uitsluitend, dan toch in hoofdzaak door
onzen angst voor de onzekere toekomst. Merk
waardigerwijze is dezo angst zoo tot oen soort
waanzin gegroeid, doordat men in het geld een
middel waande te hebben om zich voor ..later'*
te dekken. Men kan immers over het geld
desgewenscht later" beschikken. Die mogelijkheid om
voor later" te zorgen, legt nu ook'in 's menschen
verbeelding hem de verplichting op om aan de
toekomst te denken en dit is een taak, waartegen
geen mensch. ooit opgewassen is.
Do ziekelijke behoefte aan geld vergroot in
onze verbeelding de toch reeds mateloos overschat
te tod verkracht er van. Zoodra nu twee menschen
tegenover elkaar staan, waarvan de n geld te
geven en de onder te ontvangen heeft, is door dien
waan vóór de overdracht déeerste de sterkere",
de machtigere", de ander de zwakkere,", tot een
vaak ?slaafsche onderworpenheid gedoemd, en na
de overdracht waant de eerste zich steeds bena
deeld: een deel van zijn toovermacht" heeft hij
afgestaan en iets jammerlijk eindigs er voor
terugPAG. 5DE GROENE No.300
EN TIJD
gekregen maar de ander waant zich ui evenzeer
bedrogen, want het deel van de toovermacht. dat
hij kreeg, is immers gemeten aan de verwachtingen.
die hij er van heeft, steeds te gering, i >at geldt vaak
van man en vrouw, van vader en kinderen: vaker
van vrienden, vrijwel steeds van kooper en
verkooper en het sterkst van ondernemer en werkman.
De werkman heeft zich, hiul zich althans voordat
de vakverenigingen hem eenigen ruggesteun ga
ven -'?aan den ondernemer uitdrukkelijk onder
schikt. Hot bijgeloof, dat geld eon toovermiddel
is. maakt den ondernemer in de oogen van den
werkman tut «-en ..machtigt*", in wiens macht hij
zich voelt, maar van wiens macht (die. immers in
zijn verbeelding onbegrensd isi hij dan ook een
bescheiininu verwacht, /ooals de wilde, die den
fetisj met gepast ontzai: bejegent. op «Ie bescher
ming van den fetisj rekent. Die bescherming geeft
de ondernemer in de on-ren van den werkman
nooit genoeg in «h- oog«*n vnn den
onbevooroordeelden buitenstaander zelden eenigoiinate vol
doende in zijn eigen oogen .steeds mér dan de
werkman in billijkheid 7.011 mogen verwachten.
want die .bescherming kost geld.
Doch do werkman (daaronder nu begrepen ieder.
die voor salaris of loon workt. dus ook de ambte
naar) heeft zijn werkelijk tekort door zijn ziekelijke
gebondenheid aan geld in xijn verbeelding nog
overdreven - ?-. met het ««-volg. dat hij 'zieh in den
steek gelaten en,bedrogen waant.'Deze ontevreden
heid- heeft de lust om te werken vaak ernstig ge
schaad, waardoor van zijn kant de ondernemer
grond lieeft zïch bedrogen t«- achten.
D K verhouding van ondernemer- en \verkman.
zooals wij di<> keiuu-n. heeft men al lang als
ziek onderkend. Men zoekt de oorzaak van de ziekte
echter in verkeerd*- richt injr. erkende haar althans
niet in haar wezen. Daarom bepaalde men zieh tot
een ..behandeling van verschijnselen" - wat men
dan op dit gebied noemt: het bestrijden van uit
wassen. Voor het bestrijden van di«- uit wassen deed
men beroep op ..den staat".
Krachtig doet zich dit gelden nu in de laatste
jaren in steeds .sterken- mate. de noodtoestanden
op tal van markten tot ...staatü!nmeneing*"óók in
het ruilverkeer nopen. Thans na welhaast /es jaren
..crisis" en zeker ruim vier jaren ondervinding met
.staat.scrisi.smaat regelen is het niet voorbarig1, wan
neer wo tot de slotsom komen, dat de ongetwijfeld
goed bedoelde pogingen om door alk-r hand crisis
maatregelen al te ernstige markt ontwrichtingen U>
voorkomen, in wezen .-volkomen gefaald hebben.
Eigenlijk was niemand onverdeeld voorstander
van die crisismaatregelen, omdat geen crisissteun
te bedenken was. noch is. die niet ingrijpt in het
..vrije ruilverkeer". De regeering eii de volksver
tegenwoordiging durfden «Ie Verantwoordelijkheid
daarvoor nauwelijks op zich hemen, de gesleunden
vonden yeelal het middel erger dan de kwaal. Hier
komen we nu het spook van het geldfctisjisme weer
tegen. ,Immers. onderdeel van het geldfetbjisme is
de waan. dat meix ..geld" alleen verdienen kan
door ruil. Tast men dus de vrijheid Van het
ruilverkeer aan. dan tost men de mogelijkheid aan om
vrijelijk geld te vergaren. Nu weet ieder, dat die
?tl!