De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 21 september pagina 5

21 september 1935 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

:f l . J 'UB ZOO JfflST VERSCHEHEII Hans van Malmédy Filip de Pillecijn: Hans van Malmédy. (Amsterdam, Wereldbibliotheek). FTEr onderwerp is nauwelijks bej~~i langrijk, al schijnt vooral de tijd ?* *? wel goed gekozen, de kentering van den tijd tusschen de i8e en ige eeuw, toen de Fransche revolutie het oude régime, en daarmee het oude leven en de oude zeden, had overgolfd en weggevaagd. In zoo'n tijd komt er onrust, verwarring en onzekerheid en wankelen alle levenswaarden voor de massa, zoowel als voor den enkeling. En, wat anders het fatale deel is van maar weinigen, dat bevalt dan bijna allen. Het is de va%e, benauwende onrust, die over de dagen ligt. Daarom was het goed gezien dezen jongen Hans te doen leven in de onzekerheid van de Napoleotische overheersching, hij, de zoon van den aristocraat ancien-régime, maar aangestoken door den nieuwen tijd, die de vage vlucht uit het beklemmende oude beloofde. Zoo is hij dan gegaan en heeft de keizerlijke legers gevolgd, twee jaren lang, om dan terug te komen van waar hij heenging. Waarom? Uit heimwee, uit ongeduld, omdat hij genoeg had van doelloos zwerven en Mi ge trokken werd terug naar zijn geboorteplaats of hem daar iets wachtte. Maar dat blijkt een illusie.... als het geheele leven. Tot zijn vader kon hij niet meer gaan, de protsige burgerlijkheid van het stadje, met zijn rijk geworden leerlooiers benauwt hem, en de liefde, die hij er vindt, wordt hem maar weinig troost, want ook zij is burgerlijk, burgertijk'Ordelijk en klein van horizon. Maar ook die andere liefde der zinnen, die zwerven wil, kan zijn onrustig hart niet bevredigen, want het zwerven, metterdaad, voert altijd tot dezelfde doelen en is in wezen niet beter dan de'gezeten burgerlijkheid, die tenminste haar be perktheid weet en wil. Zoo is Hans' on rust, de onrust van allen, die de beperktheid en schamelheid van het leven gepeild hebben, nergens thuis dan in den dood, welke smartelijk langzaam komt en hem vindt in het vaderlijk huis, vanwaar hij zijn nutteloozen tocht begon. Filip de Pillecijn heeft dezen weeken klaagzang om het ontoereikend leven ge schreven in die wonderlijk passende korte zinnetjes, die wij ook wet van VanSchendel kennen en waarvan het rhythme schijnt mee te golven met het ongestadig gevoel, met de sensaties der zinnen, met de vage, toevallige gedachten. Het lijkt vaak ver brokkeld en onsamenhangend, doch geeft inderdaad een zuiver beeld van het haast dierlijk dwalende van dezen geest, die nooit leerde zich te beheerschen tot gelaten heid. Zoo'n boekje, met de vage silhouetten der bijfiguren, schijnt meer poëzie dan proza, ook om de stemming en beelding van het Ei f eiland, dat de auteur wel zeer moet liefhebben. Het verleden en deze natuur m haar onveranderlijkheid, dat schijnt het ware vaderland van den man, die dit verhaal schreef, zoo week en zoo diep vermoeid. FRANS COENEN Bibliografie Engelsche boeken The Intrusive Tourist by Mrs.BaillicReynolds.(Lon' don, Houder & Stoughton . Ltd.) EEN knap .gebouwde, uiterst inge wikkelde familiegeschiedenis van de spannende soort, met een oudadellijk kasteel, een spookkamer, geheimzinnig vermoorden voorvader, dooreen hardnekkigennaneef gewroken. Deze naneef vindt zijn antagoniste in het jonge meisje van het geslacht, dat zich door den moord verrijkte en, ten slotte, met hem trouwt. Maar vóór het zoover is, zijn wij door ongeloofelijk vele ups and downs heengegaan en erkennen, dat de Engelschen zulke spannende verhalen weten te schrijven, 'precies als voorheen. Toward the Flame. A War . Diary by Hervey Allen. (London, Victor Oollancz Ltd.) NOG een oorlogsboek. Een Amerikaansch officier, de bekende roman schrijver Allen, schrijf t hier zijn herin neringen, zoo eenvoudig en nauwkeurig mogelijk. Het is niet om effekt te doen, maar wel om van' die bloedige herin neringen verlost te worden door ze buiten zich te stellen. Zoo geeft hij een relaas van wat hij beleefde in die laatste VERTAALDE BOEKEN Een Fransche kijk op China HET is mij tot nog toe niet mogen gelukken te ontdekken aan welke motieven de Nederlandsche uit gevers gehoor geven, wanneer zij beslui ten een vertaling op de markt te brengen. In elk geval lijkt het mij vast te staan, dat de letterkundige waarde daarbij slechts een zeer gering gewicht in de schaal legt. Ik voor mij zou altijd als minimum eisch willen stellen dat een 'boek in onze taal overgebracht aan ons geestelijk bezit iets toevoegde dat wij totnogtoe niet bezaten. Het is mij een genoegen thans een boek ontdekt te hebben, dat aan die voorwaarde voldoet. Aesculaap in China" door A. Gervais is een goed boek en bovendien een eigen aardig boek, een boek zooals er nooit n dpor een Nederlander geschreven is en nooit n door een Nederlander ge schreven zat kunnen worden. Het kwam uit in een zeef goedkoope, typografisch buitengewoon goed verzorgde reeks De Karavaan", welke door- den uitgever Boucher te 's-Gravenhage in den handel .gebracht werd. Wat tot nog toe hierin verscheen, was lektuur voor armen-vangeest van goeden huize. Dit is het eerste boek van de serie met een werkelijke beteekenis. dagen van 1918 toen Poch zijn grooten aanval inzette, en dat is indrukwekkend genoeg, al is de schriftuur droog en het uitzicht en begrip van den jongen officier uiteraard beperkt. Wat moderne oorlog zeggen wil, komt hier nogeens te blijken. Land under England by Joseph O'Neill. (London, Victor Gollancz Ltd.) EEN Foreword" door A. E. zegt, dat de schrijver ,,has elevated the thriller into litcrature", en dat kan wel zoo zijn. Er is onbegrensde fantaisie in het verhaal van dezen jongen man, die een griezelige onderaardsche wereld ontdekt, aan den voet van de Roman Wall, bij de grens van Schotland. Wat hij daar ziet en ondervindt doet denken aan Jules Verne's Naar het middelpunt der Aarde" en is waarlijk thrilling". Maar hij komt gelukkig weer aan het daglicht uit wat het landvolk meent, dat een Romeinsche mijn geweest is, en weet dan zelf nauwlijks waar hij was. Doctor Martino and other. stories by William Faulkner. (London, Chatto & Windus). EEN reeks vertellingen uit Amerika, elk een werkelijke story met een intrige en een pointe" in de sober realistische manier, die volmaakt past bij de daden en gedachten van primi tieve menschen. Aldus verschijnen ons beeldingen, sober en sterk in hun zuiver aangeduide sfeer. De gevoelens zijn dan eenvoudig als de gedachten en gaan niet ver. Het is de telkens ver anderende plot", die tenslotte het interesse maakt, het wisselend avontuur in de suggestieve omgeving. Road of Ages by Robert Nathan. (London, Constable ???.'?'*?'& Co. Ltd.) EEN bijzonder fijn boekje door den schrijver van Orte more spring", geestig en van diepe beteekenis. Het volk der Joden, universeel uitgestooten, is en masse" op weg naar het land hun toegewezen: de GobiwoestijninMiddenAzië. Hun stamverwantschap, hun nood lottig heroïsch verleden heeft de dui zenden saamgebracht, die nu met zachten dwang door Europa naar Azi worden geleid. Maar tegelijk ruziën en vechten zij hevig onder elkaar van wege hun aard en het zoo verschillend stempel, dat de landen, waar zij vandaan komen, op hen drukte. Oogenschijnlijk hebben de groepen niets met elkaar gemeen, zelfs niet het geloof n ritueel der vaderen. Maar de andere volken en rassen dwingen hen tot samengaan en scheppen een negatieven band; die dan voor velen onverwacht weer positief wordt. De zonderlinge misverstanden en avonturen, die deze zoo uiteenloopende elementen op hun gedwongen tocht doormaken, vormen den geestigen inhoud van dit boek. Zoo luchtig verhaald en zoo bitter droevig van eenzaamheid en hopeloos onbegrip, met enkel deze positieve werkelijkheid: het leven dat voortgaat en gediend moet worden. De eindelooze tragedie van het Joden dom. The Problem of the Far East by Sobei Mogi and H* Vere Redman. (London, Victor Gollancz Ltd.) HET gaat over Modern Japan" en Modern China", een sociale, economische studie, degelijk opge vat met aardrijks- en geschiedkundige introductions". Part III behandelt de international relations" tusschen Japan en China, met Sovjet Rusland en het Westen". De Problems blijken dan te zijn óf een oorlog te vermijden is, óf Japan zijn politieke en economische eisenen kan bevredigen, óf in China welvaart en orde teruggebracht kunnen worden. Een bibliografie en index besluiten het werk. The Man who had cverything by Louis Bromfield. Lon den. (Cassel G» Co. Ltd.) BROMFIELD houdt van subtiele, maar hevige zielsconflicten. The Man who" is een succesvol socictyman in een wat overgecultiveerdc grootc stadsomgeving, zeer geestig en zeer negatief, zonder eenige vastheid. Op den duur neurose, overspanning? houdt hij dit bestaan niet uit en wil terug naar het eenige tijdvak in zijn leven, dat het harmonisch was in een zachten herfst, in een idylle ten huize van een vriendelijk gezin in Frankrijk, toen hij gewond was. Natuurlijk, als hij in Amerika alles in den steek laat, vindt hij den vroegeren tijd in Frankrijk niet terug, maar hij leert er tenminste de waarachtige affectie van zijn vrienden waardeeren, als het eenige echte om aan vast te houden. Zoo keert hij terug: a sadder but a wiser man. F. C. Gervais is een Fransch geneesheer die vele jaren zijn vak in de binnenlanden van China heeft beoefend en er aan de Hoogeschool te Tsjengtoe les in gaf. Hij heeft in dien tijd China en de Chineezen lief gekregen/ maar daar hij als een rechtschapen Franschman doodsbang is dupe te worden van zijn medemenschen, maar vooral van zichzelf, en daar .hij bovendien beschikt over een critisch vernuft, dat in alle, ook de teederste en verhevendste. oogenblikken des levens waakzaam blijft, schrijft hij over zijn genegenheden en ervaringen in den veraffen, ironischen toon, welke nog immer het beste verdedigingsmiddel is .van allen, die een zacht gemoed bezitten en toch midden in het harde wereldsche bedrijf, leven en werken moeten. Ofschoon ik China niet ken en er zoo goed als niets van weet, ben ik toch overtuigd dat dit relaas er een onvol ledig, maar binnen de gestelde grenzen volkomen juist en zuiver beeld van geeft. Deze overtuiging berust niet allén op het certificaat van 's schrijvers vak broeder in meer dan n zin, den medicusletterkundige-Chinavaarder J. Slauerhoff, die ons verzekert: dat Aesculaap in China een diepen kijk geeft op de vele comische en tragi-cómische aspecten van het moderne China. Wij besluiten tot Gervais' goede trouw omdat hij het onmiskenbare accent de waarheid in zijn proza wist vast te leg gen. Die waarachtigheid vormt ook de voornaamste waarde er van. Daardoor kunnen we er zoo in meeleven en geven wij er ons vol vertrouwen aan over. Het schijnt, dat de gemiddelde lezer, die bezig gehouden wenscht téworden, naar romans haakt. Ik ken echter maai* hél weinig romans, die mij zoo pakken als dit reisverhaal, die zoo aangenaam ge schakeerd, zoo levendig van trant, zoo rijk aan menschelijke substantie .zijn. Bovendien stel 'ik hoogen prijs op de zekerheid, dat ik niet bij den neus geno men word. In ieder schriftuur, roman of geen roman, zoek ik waarheid en oprecht heid, twee elementen welke ik er slechts zelden aantref. Hier echter is n het geheel en ieder detail:, ,criant de vérité", En welk een afwisseling! Ieder capittel steekt boordevol gebeurtenissen en ge voelens, biedteen overdaad van wetens waardigheden en verschilt telkens van het voorgaande en het volgende. toen dit boekje in Frankrijk ver scheen, had het een groot en welverdiend succes. Toch trokken enkele aestheten er den neus voor op en noemden het journalistiek. Met dezen tak van bedrijf heeft het waarlijk niets te maken'. Jour nalistiek zijn die geschriften, welke samengesteld, worden met het oog op het publiek, uitgaande dus van de be hoef te en de wens enen der lezers. Lite ratuur daarentegen wordt door de schrijvers vervaardigd, onder een har den dwang, met het oog op zich zelf; om aan de eigen verlangens en de eigen zielsdrift gestalte te geven. Dit boekje is literatuur en van de goede soort, omdat het vrij is van aanstellerij, tierlantijnen en aesthetische vooroordeelen. De vertaling is welgeslaagd. Het is noodig om met een enkel woord te zeg gen wat ik daarmee bedoel. Een verta ling kan in .mijn oogen uitstekend zijn, zelfs wanneer een frik met een potlood in de hand er, bij vergelijking met het oorspronkelijke,foutenm zou ontdekken. Hoofdzaak is dat het Nederlandsche boek .leesbaar, levendig is en atmosfeer heeft. Het is natuurlijk niet mogelijk alle vertalingen met den tekst te vergelijken. Ik heb in dit geval eenige steekproevengenomen. De getrouwheid is niet rigou reus, maar elke afwijking is verantwoord. Het is immers altijd beter een sierlijken gespierden Nederlandschen volzin te bouwen, welke lichtelijk afwijkt van den Pranschen, dan zich hardnekkig en ge borneerd aan den tekst vast te klampen n daardoor gewrongen, tegen het ka rakter van onze taal ingaande perioden voort te brengen. Wanneer men afziet van enkele noodèlooze germanismen, kan men deze vertaling ten voorbeeld stellen. -.??'. J. GRESHOFF Bloscopy De groote K L. J. JORDAAN V. Kubosek: Svltani" (Morgen gloren) (De Uitkijk, Amsterdam) ER bestaat een belegen grapje, rammelend van ouderdom, glimmend van afgeslotenheid, dat ondeugende parallellen trekt tus schen do film en kunst met een groote K". Het dateert uit den tjjd van tien of meer jaar geleden, toen nog moest worden uitgevochten of de cinemato grafie louter amusementstechniek was dan wel tot iets beters in staat bleek. Sindsdien is het op overtuigende wijzo duidelyk geworden, dat de film in haar beste oogenblikken kunst kan zijn simpel en eenvoudig kunst" zonder typografische spitsvondigheden en daarmee scheen do antieke, schoon altijd wat onnoozelc geestigheid tot haar vaderen verzameld. Intusschen bleef die groote K in het publieke geheugen hangen met een bijsmaakje van arrogantie en snobis me en ook wel als symbool van een zeker scepticisme een scepticisme, dat zich handhaafde alle incidentcele prestaties ten spijt. Film kan kunst zyn wie het nóg niet weet zal het nooit weten, maar desondanks bestaat er een onuitroeibare aarzeling deze waarheid geheel au sérieux te nemen. De onwil om de film kortweg als kunst te erkennen, zooals men dit litteratuur «n toorieel doet, is blijven leven onder al de verbluffende virtuositeit door, waarmee de bioscoopprogramma's ons sinds jaar en dag overstelpen. En de grootc K doet nog steeds dienst als vcrlegcnheidsgebaar om een positieve houding te maskeeren. Vanwaar deze recalcitrant ie, mag men, vragen? Do oplossing is naar het mij voorkomt?niet ver te zoeken: xij kan nergens liggen dan in do on rustbarende Weltfremtheit" van de film. Geen kunstvorm, die op gedachte en idee gebaseerd is, kan ooit op algeheeïe erkenning aanspraak maken. zoolang zij niet getoond heeft het innig Vrijdag Première van een KOLOSSALE film, met sterk realistische 'strekking. DE MAN DIE ZIN HOOFD mm . (Universal-film) gespeeld door: CLAUDE RAINS bekend uit De Onzichtbare Man" en MisdaadzondörHartstocht" Een BUITENGEWONE FILM van spel en inhoud. Een FILM/ die MEN MOET ZIEN 11J IN HET BIJPROGRAMMA De .NIEUWSTE ACTUALITEI TEN o.a. het jaarlijkse be zoek van H.M. de Koningin aan Amsterdam en H.M. en /Prinses Juliana bij de manoeuvres. Toegartg boven T8 jaar en nauw contact met leven en reali teit aan te durven. Zelfs de kunst die alleen om der schoonheid wille zelf bestaat is tenslotte tot steriliteit ge doemd: het gezonde instinct van de massa waardóór en waarvóór kunst tenslotte gemaakt wordt \v|jst haar onverbiddelijk af. Het individu ver wacht in zijn beste en ernstigste mo menten in de kunst den weerklank van en den troost vóór zyn geestolyko en materieele problemen. Kerst dan wordt een kunstvorm welke het ook zij voor vol" aangezien. * * dio reden is een film als Kubarek's Svitani" een daad on een gebeurtenis, ook al zou zij tienmaal minder geslaagd zijn dan zij is.. Mon kan er dozijnen bezwaren tegen aan voeren, maar daartegenover staan machtig en imponeerend de moed en do ernst waarmee dit werk gemaakt werd. Er is durf en idealisme voor noodig om een publiek dat verslaafd raakte aan operette-amusement en verdoovende sensatie met iets zoo troosteloos en afstootends als de werk loosheid aan boord te komen, byzonderlijk in een tijd. die door den wi rkloosheidsgeesel bohcerscht wordt. Wat in dagen van betere conjunctuur met een behagelijke abstractheid als in teressant" on ..dramatisch" wordt be keken is als herinnering aan een trieste actuoelo realiteit oneindig moeilijker to aanvaarden. Tenzij (het groote tenzij"!) het in gedachte' en vorm een diepto en een schoonheid bereikt. die het tot een troost verheffen. En ziedaar nu het enorme waagstuk, dat in dergelijke experimenten is gelopen. Want de 'groote vraag of de filmkunst tot voldoende rijpheid is gekomen, om deze verhevenste maar ook moeilijkste taak van iedere kunst te volbrengen. wordt hier in het geding gebracht. En het mag ons noch verbazen, noch te leurstellen, wanneer die vraag ook ditmaal nog niet bevestigend beant woord kan worden. Svitani" is een ongetwijfeld ern stig bedoeld en moedig werk. met vele opmerkelijke kwaliteiten;' maar dat nog de inspiratie en hot formaat mist. welke hior yoi-oischt worden. Het grootste bezwaar is do wat poovero ideologie: om de menschheid steun en kracht te geven tegenover de beproe ving der werkloosheid, is iets anders noodig dan een Coué-formulc in sproekkopr-vorm. Ook laat de com positie dor verhoudingen veel (e wenschen over. De eindeloos gerekte uit beelding van het begrip ..arbeid" en werkloosheid" zou als documentaire te aanvaarden zijn. in den gedramatiseerdon samenhang van maat schap pelijk bestel en indiyiduecièervaring wordt zy topzwaar en monotoon. Ten slotte is daar hot gebrek aan inspiratie en oorspronkelijkheid. De vervoering, ? diénieuwe symbolen, nieuwe verbeel dingen vindt, mankeert en het ge bruik van tot cliché'verstarde motie ven (hoe vakkundig ook toegepast) vult deze leemte niet'aan. Typisch voor do verhoüdings-fouten is ook de onevenredige tragedie, die men maakte uit het overlijden van een zieken, ouden man..., per saldo een senti menteel geval, dat met het groote werelddrama weinig of niets heeft uit te staan. Daartegenover staan ongetwijfeld opmerkelijke kwaliteiten. De keuze en de behandeling der spelers is voluit voortreffelijk. Het zij onzen regisseurs C/oude Kaïns in The mon wo reclaimed his head" (Roxy. Amsterdam) on spelers aanbevolen eens te gaan kijken naar deze Tsjechische acteurs on te constateert»!! wat met soberheid. 'gevoeligheid en natuurlijkheid voor do lons bereikt kan worden. Dan is de booldwissoling uitstekend, zoolang zy zich niet verwart in draaiende o T stilstaando raderen. Het moment waarop de''nieuwe productiewtfze der fabriek wordt aangekondigd en uit eon slag 'op do conferentietafel een inferno van goluid on actie opspuit, is prachtig van vinding on adembenemend van effect. , Maar nog eens: buiten en boven al deze critische vóór en tegen V. staat de tendonz van dit werk. moedig, respec tabel on sympathiek. Na Kuhle Wampe" do eerste poging om het leven in zijn moeilijkste en afstootendstó gedaante aan tt» durven. Het is niet geslaagd a la bonne heure en er zullen misschien nog tien andere mislukte experimenten moeten volgen, maar ieder van deze ondernemingen is een pióniersdaad waarop de wereld in spanning wacht. Want hoe boeiend, hoe belangrijk on hoe aantrekkelijk do filmkunst in haar tcgenwoordigen ?vorm'moge zijn zy wordt eerst groot en volwaardig als kunst, wanneer zy uit het werkeiykheidsbes'pf geboren .wordt. Eerst dan wordt zy ook in de publieke waardecring kunst zonder meer en kan de groote K, die even afgezaagd en vervelend is als de draai ende wielen en golvende korenvelden, met een zucht van verlichting worden , opgeborgen. . ? ; Edward Ludwig: The man who reclaimed hls head" (Roxy, Amsterdam) EEN van do interessantste figu ren der laatste paar jaar is stel lig do acteur Claude Rains. Hy stelt ons voor een puzzle. die met de ontwikkeling der geluidsfilm besten dig in belangrijkheid groeit. Vroeger wisten wy precies te vertéllen, wan neer een acteur ,.toonool-spoeldo" en wanneer hij film" to zien gaf*.... do toevoeging van het gesproken woord heeft ons minder stellig gemaakt. Er zijn sindsdien spelers naar voren ge komen, die noch de directe persoon lijke» (uiterlijke) suggestie' van het geaccrediteerde type meebrachten. noch den brülanteu zwier van den tooneel-solist en die desalniettemin van de eene voortreffelijke creatie naar de volgende schynen te gaan. Marshall, Laughton en Rains (merkwaardig ge noeg alle drie Engelschen) zijn hiervan de gelukkigste voorbeelden en het eigenaardige is. dat zij per saldo even ver afstaan van het zuivere filmtype, door b.v. Gary Cooper vertegenwoor digd, als van den pratenden toonoelspeler George Arliss. Er schijnt zich in deze lieden een compromis te voltrek ken tusschen de tooneelcultuur en het ..filminst'inct". een verschynsel, inte ressant genoeg om het bij iedere nieu we rol te bestudeeren. Ook in deze Vniversal-film The man who reclaimed his head", een werk, dat in de eerste plaats door een koenen, origlneelen opzet de belang stelling verdient, toont Rains weer zün eigenaardig talent. Zyn weinig aantrekkeiyk en verstard gelaat gaat door deze geschiedenis als het onbewogen, maar suggestieve masker der antieken. Zyn ietwat hecsche stem. die chter een zeldzaam-fraaic dictie draagt. klinkt in dit werk opnieuw met al de vreemde, ontroerende intensiteit wel ke ons reeds in De onzichtbare" trof. Het wonderlijke is, dat deze man die niets aantrekkelyks in uiteriyk en stem bezit volledig bezit neemt van onze be langstelling, Hy appelleert geen oogenblikaan onze persooniyke genegenheid maar hy maakt zijn creatie tot een byna neutraal phenomeen van alge meen menscheiyk leven. De altyd zoo dubieuze, schoon onvermijdelyke fac tor van persoonlijke sympathie of antipathie vervalt in rollen als deze geheel on verheft ze tot een zuiverder, hooger niveau dan wy van do film gewend zyn. ie PAG. 8 DE GROENE No.3048 PAG. 9 DE GROENE No. *M2

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl