Historisch Archief 1877-1940
l
'I
li
In het Philips Laboratorium is een lamp ge
construeerd waarvan de maximale help
rheid die der zon, zooals op aarde waarge
nomen, evenaatt. Men hoopt nog grootere
hetderheden te bereiken, (Persbericht)
Aladdin ruilt oude
lampen voor nieuwe
Teekenlog r*n P. Haseveld
De Groene Amsterdammer
Streicher en de Jodenwetten
Prof. Dr. D. GOHEN
IN een studie over de beschavingsgeschiedenis
der menschheid behoort een plaats te worden
ingeruimd voor hen, die vernietigers van een
deel der cultuur zijn geweest. Immers zij zijn
voor hun deel de oorzaak, dat gedurende
bepaalden tijd de vooruitgang der beschaving
stilstaat. Daarom moet hier de figuur van
Julius Streicher, gouwleider van Frankenland
en uitgever van ,,Der Stürmer" worden bespro
ken. Want men heeft zeker niet zonder reden
beweerd, dat hij als ,,triumfator van Neuren
berg" de Jodenwetten in den Rijksdag heeft
doorgezet en daarmede Duitschland een streep
heeft doen plaatsen achter een tijdperk der
beschavingsgeschiedenis van bijna honderd jaar.
Streichers levensgeschiedenis is weinig belang
wekkend. Hij is bii de ontwikkeling der
nationaal-socialistischc beweging niet eens een held
of martelaar geweest. Hij was zelfs eerst haar
tegenstander; en is later, toen hij in de beweging
getreden was door sommige leiders, die niet met
hem wilden verkeeren, wel met een mesthoop
vergeleken een der lieflijke uitdrukkingen,
welke in die kringen gebruikelijk zijn. Zijn
invloed klom echter doordat hij uitgever was van
het strijdblad Der Stürmer''. Hitler, strijd
bare natuur als hij, hield hem niet alleen tegen
over de anderen de hand boven het hoofd, maar
voelde ziqh zelfs door vriendschap met hem
verbonden.
Men heeft over zijn levenswijze veel slechts
verteld en hem zelfs beschuldigd van min
oirbare handelingen. Veeleer echter moet men
hem beschouwen als een van die mannen, gelijk
zij in eiken revolutionnairen tijd naar voren
komen, die hun invloed danken aan een sterke
eenzijdigheid, waaraan zij al hun activiteit
wijden. Streicher heeft tegen den invloed van
alle behoudende krachten in de partij zijn wil
?doorgezet en zijn jarenlang streven in de jongste
Rijksdagzitting bekroond gezien.
CTREICHERS doel is geweest, de Joden
?^ uit de Duitsche gemeenschap te sluiten.
Als middel daartoe heeft hij de
nationaalsodalistische rassentheorie gebruikt, die, door
de wetenschap veroordeeld, de leidstar is
geworden van een partijprogram. Een natie, die,
eens als een groote mogendheid erkend, van dit
voetstuk is gerukt, zoekt de oorzaken dezer
vernedering nimmer bij zichzelf, maar wijt
ze aan uiterlijke omstandigheden; en een deel
van haar tracht dan terug te keeren tot den
lijd, waarin deze belemmerende omstandig
heden ontbraken. Zoo is een bepaalde groep in
Duitschland in den tijd der vernedering na den
oorlog teruggekeerd tot het tijdperk, waarin de
Germanen, nog ongerept, in vollen roem zouden
hebben geleefd. Aldus is de gedachte opgekomen
van het Arische ras, dat, vrij van vreemde
invloeden, zijn macht had verkregen en weten
te handhaven.
Deze gedachte heeft onder meer verschijnselen
geleid tot het antisemitisme der
nationaalsocialistische beweging. De Joden heeten volgens
deze theorie het verderfelijke, vreemde element,
dat de Arische kracht heeft vernietigd en zoo
de nederlaag veroorzaakt. De Jood is daarbij
tot een product der verbeelding geworden.
Hitler heeft bijna nooit met een Jood gesproken,
en dit ook nimmer gewild. Hij heeft in.zijn
fantasie voor zich het beeld van den Jood opr
gebouwd uit de anti-semitische literatuur. Ook
bij Strèicher is dit het geval. In dit alles speelt
dus het gevoelsmoment een groote rol. Maar
bovendien is dit anti-semitisme onuitroeibaar
en. onaanvechtbaar omdat geen enkel tegen
bewijs wordt toegelaten. Zoo komt het, dat de
Jood thans van alle misdaden. zelfs' démeest
tegengestelde wordt beticht, en de volge
lingen der leiders zich van den Jood een voor
stelling vormen, die met de werkelijkheid vol
komen in strijd is. . ?
Men geeft Streicher wellicht te veel eer door
een nationale gedachte als drijfveer van zijn
handelingen te beschouwen. Immers men be
speurt in zijn redevoeringen .en geschriften
nimmer iets van het idealisme, dat de dragers
PAG. 4 DE GROENE N* 3041
eener idee bezielt. Wie ,, Der Stürmer" beschouwt
uit het standpunt der twintigste-eeuwsche
beschaving, vindt daarin niets wat met eenig
ideaal in verband kan staan. Veeleer lijkt dit
alles ontsproten aan een brein, dat er zich in
verlustigt om al wat zijn fantasie aan
perversiteiten kan uitdenken, als misdaad van hen,
wien zijn haat geldt, te beschrijven. Men kan
niet eens weergeven, hoe vreeselijk deze
geestesproducten zijn, omdat men hierbij de grenzen,
welke de beschaving aan de welvoegelijkheid
heeft gesteld, verre zou overschrijden. Men kan
pok de afbeeldingen, die Der Stürmer" brengt,
in een Hollandsen tijdschrift nauwelijks laten
afdrukken, omdat zij alleen in een porno
grafisch blad thuis hooren. Deze literatuur
mag door jongens en meisjes van de Hitlerjeugd
worden gepropageerd (en dus gelezen), ja de
verspreiding ervan wordt van staatswege aan
gewakkerd en bevolen. Den buitenstaander
(en ik ben mij bewust hier onbevooroordeeld te
spreken) lijkt dit een verschijnsel, dat op den
geheelen tijdgeest een licht werpt.
zijn onvermoeide propaganda heeft
Julius Streicher nu zijn wensch doorgezet :
Joden kunnen in Duitschland geen burger meer
worden, het huwelijk tusschen Joden en Ariërs
is verboden, om de vermenging van twee rassen,
die krachtens theorie en verbeelding tot
Duitschlands ondergang heeft geleid, te voorkomen.
Ja, om te verhoeden, dat de Jood, die in deze
fantasie de aartsverleider van Arische meisjes
heet, een gemengd nageslacht zou kunnen
verwekken, heeft men hem zelfs het houden
van dienstboden beneden 45 jaar verboden.
Dat deze wetten voor het grootste gedeelte
aan den invloed van Streicher te wijten zijn,
blijkt reeds uit de fprmuleering. Zij hebben in
de weinige weken sinds haar afkondiging een
storm van vragen en problemen onder de
juristen veroorzaakt. Haar formuleering is zóó
onduidelijk, dat zij veeleer aan gevoelsmomenten
dan aan verstandige overweging ontsproten
schijnen, en een reeks van nadere verklaringen
noodig hebben om ze ten uitvoer te kunnen
leggen. Dat de Joden niet de nationaal-Duitsche,
maar slechts de Joodsche vlag mogen voeren,
heeft onmiddellijk verwondering gewekt, om
de simpele reden, dat er geen Joodsche vlag
bestaat. Men heeft daarna verklaard, dat
daarmede de Zionistische bedoeld wordt. Maar
stelt men zich dan voor, dat deze op den ver
jaardagvan den Führer zal worden uitgestoken ?
Of heeft men er mede bedoeld, dat, gelijk de
Zionistische beweging zich onder het mandaat
van Engeland heeft gesteld, ook de Duitsche
Joden, die de vlag uitsteken, daarmede onder
Engelsche bescherming zijn geplaatst?
De nieuwe Jodenwetten, onder gejubel door
den Duitschen Rijksdag aangenomen, behooren
veeleer in de kolommen van Der Stürmer"
dan in het Duitsche wetboek thuis. Ook daar
immers wordt het met bewijsmateriaal en
uitlegging nimmer nauw genomen, en de sprook
jes van den ritueclen moord en de protocollen
van de Wijzen van Zion, welker valschheid
zelfs door een rechtbank is uitgesproken, telkens
weer den lezer voorgezet, alsof aan hun echt
heid niet te twijfelen viel. Maar het is wel ver
gekomen, dat dergelijke lectuur nu uit dit blad
zijn weg naar de jurisprudentie van een groot
land heeft gevonden: Het is een der droevige
verschijnselen in de beschavingsgeschiedenis,
waarop dé, historicus den vinger moet leggen,
al weet hij ze, daardoor niet te zullen genezen.
IN JONGNY SUR VEVEY (700 M. hoog)
op de Mont Fel erin Genfersee, bevindt) zich de Ecole
nouvelle ménagère, een huishoud kostschool in
de vrije natuur, waar jonge meisjes in de beneden
Alpen, nevelvry gezond klimaat, ontspanning
en zorgvuldige persoonlijke opvoeding genieten.
Fransche- n Engelvche taaidiploma'?. Spprt.
Afdeeliag voor kinderen. English home «011001.
Directies Mme Anderf uuren en VUmm Handley.
DE REPORTAGE VAN DE WEEK
Een magiër
in de arena
ALBERT HELMAN
C'ttrntcerlto de Mexico
'IJ is do cuigo, na Bolmunte, die mij in Uu
arena als psychologisch fenomeen geïnteres
seerd heeft. Waarom is gemakkelijk te
begrijpen. In de stierenvechterskunsb van
Carnicerito is alle acsthetiek zoek; er is niemand onder
do prominenten die zoo roekeloos en verbeten
zondigt tegen de aloude regels van het spel,
niemand die zo volslagen maling heeft aan de
traditie van de Oude Wereld en aan de subtiele
u-onsen van de moderne liefhebbers, dan deze
mexicaanse Indiaan, die du byimam van het
«lagcrtjo" draagt. Maar hij heeft eigenschappen
dio men bij geen ander vindt.
Van dichtbij is hij allesbehalve een fraaie ver
schijning. Zijn trekken hebben iets ruws en govulds,
<>n ondanks al zijn lenigheid is hij eerder gedrongen
dan mager. De lichte chocolade-kleur van zijn
gezicht is volkomen charmeloos en onverschillig;
tamelijk uit-elkaar-hangend met een ietsje teveel
onderlip; een echte centraal-amerikaanse Indiaan,
dio ik gaarne bij mijzelf Huitslipochtli" noem,
maar een oude Aztekische godheid, omdat dit in
do code van mijn alleenspraak zoveel wil zeggen
ais iets verschrikkelijk barbaars, met toch een
kern van oeroude verfijnng. En omdat deze man
mij hei-innort aan do prachtige Azteken-tekeningen
in de Codex Vaticanus en tevens aan die rare
Mexicanen welke D. H. Lawrence beschreven heeft.
Met dat alles heeft Carnicerito in werkelijkheid
overigens niets van doen. Hg is een stieren vecht er
op zijn eigen manier, en daarmee uit. Over het
algemeen houdt men niet van hem, omdat het
schouwspel dat hij to zien geeft gewoonlijk elke
sierlijkheid mist, omdat men er niets in terugvindt
van do grandeza der vroegere toreros, met huu
prachtige quites en hun vertraagde media-vueltas,
mut hun ballctachtig mantclgezwaai dat
marlposa" genoemd wordt on hun schior-liturigschc
knievallen voorde woedende Taurus.. Carnicerito
weet van dat alles niets, hij is in deze dingen een
volslagen bruut. En dat hij hot zover gebracht
heeft pp het pad der spaanse onsterfelijkheid,
dankt hij aan slechts n eigenschap: het vermogen
om bij elke stier,?bij elke goede dappere stier
tenminste, zich in zó groot gevaar te begeven.
dat al zijn toeschouwers het hart hoog, m de keel
gaat kloppen en zij huns ondanks gedwongen
zijn mét hem mee to leven, de sensatie mee te
maken van het doodsgevaar, en een zucht van
.verademing te slaken wanneer eindelijk de mens
op het nippertje en als door een wonder erin slaagt
over het dier te zegevieren. ? ..
,4 LS door een wonder," dat is niet teveel
ge11 **? zcgd. Want tegenover de bittere roekeloosheid
van Carnicerito, die met zijn loven speelt zoals
geen ander in de Zondagmiddagzon, staat zijn
direct aan wildernis en oerwoud herinnerend ver
mogen om een dier te temmen, om met een blik,
«en kreun, een luchtig gebaar de kracht van de
woedende stier to bannen, hem te pamlysèren en
to domineren, om hem daarna los te laten in een
nog grotere toorn, teneinde thans op een onzicht
baar plan do mensen-demon te meten aan de
demon van het dier. Eerlijk gezegd: om voor het
oog der botte menigte een ondoorgrondelijke magie
te bedrijven.
Eerst langzamerhand ben ik Carnicerito ervan
gaan verdenken dat hij zijn tegenstanders bezweert.
De eerste malen dat ik hem zag, verbaasde ik
mij slechts over zijn onverschrokkenheid. Bijna
met de rug-tegen de arenawand aan, Het hij de
stier op zich af rennen; ruimte om te ontkomen
had hij zichzelf niet gelaten. Hij kon slechts een
weinig opzij schuiven; het ging om centimeters.
En je zag al gebeuren dat het dier zijn horen in
de goudbeloverde borstkas plofte. Het rende met
volle kracht op de torero of en stortte zich inder
daad. ... in de arenawand. Met een voorzichtig
gebaar trok Carnicerito een rafèltje goud van de
horenpunt af, dat de stier tóch van zijn tuniek
had meegenomen.
Een andermaal, als hij banderillos plaatsen
wilde, kwam midden in de arena de stier op hem
toegeschoven. Hij maakte een gebaar dat men zou
kunnen vertalen met stil nou.... niet zo driftig".
en op twee passen afstand van hem bleef de stior
plotseling staan, boog het hoofd en trok met de
voorpoten lange strepen in het zand. Dezelfde stier
had tevoren reeds twee peones op de horens genomen.
Meestal worden de dieren vriendschappelijk
veracht en gehoond door Carnicerito. Hij hupt
over hun schoften weg, met de lenigheid van een
aap; hij aait ze de horens met het landcrigr gebaar
van een obscene minnaar: hij tikte ze op de snoet
als om ze goedaardig te bestraffen; hij hangt zijn
hoofddeksel aan een venijnige horen op als aan
een kapstok, en gaat rustig in het zand voor eon
nijdige toro hurken. Eens zag ik, hoe hij er een
een bloem in zijn neusgat stak.
T\AT alles is in hoge mate on-klassiek, en de echte
?*-T aficionado heeft er meer blaam dan lof voor over.
Want de traditionele torero behandelt de stier
als Zijn rivaal en zijn gelijke. Als een wettige
vertegenwoordiger van het oeroude Iberisch»'
totemdier, dat zijn onvergankelijke tempel heeft
in de grotten van Altamira, on dat men ook heden ?
nog heeft te ontzien. Terwijl de Mexicaan van
de stier veleer een woedende caricatuur maakt.
hem meer vermenselijkt en hem don behandelt
als een minderwaardige. Hij toont daarom ook
geen welgevallen in het doden van de stier, maar
beschouwt dit kennelijk als een lastig en smerig
ofschoon onontkoombaar werkje, dat je het beste
vaardig en snel kunt opknappen. Zijn bijnaam
is dus onverdiend.
?Slechts zelden verloopt de voorstelling anders
bij hem. Zoals dio ne keer, toen een groot en
ontembaar beest hem tuch to pakken kreeg,. net
bU het omdraaien, en hom de linkerbÜopenreet.
zodat het bloed hem met een straaltje langs do
opengebarsten zijden broek liep. Het gezicht van
Caxnii'orito op dat ogenblik is voor mijn herinnering
nog altijd het sterkste voorbeeld van menselijke,
woede en wraakzucht. Prachtig van' losgebroken
wildheid. Het duurde maar n enkele seconde,
toen was het weer beheerst, en enkel iets
verbeteher dan tevoren. Hij mompelde een paar
onverstaanbare woorden, ging daarna katachtig
op de stier af, dwong deze een paar molen om
zichzelf heen te draaien in een zo nauwe cirkel,
dat het bijna scheen als zou de ruggewervel breken.
Dan, nadat hy zo de laatste weerstand van de
stier inderdaad gebroken had, boog hij in tussen
de horens, en doodde hom volgens alle regelen
der kunst. .
Eerst toen scheen hij te merken dat hij verwond
was. Tussen twee»peones m hinkte hu naar de
infermerla. Andere stierenvechtéra kwamen aan de
PAG. S DE GROENE Ne, 3044
bvurt. Als ««indvlijk weer de ronde voor Carnicerito
gekomen was. verscheen hij ietwat bleek, terwijl
hij merkbare pogingen deed om niet meer te hinken.
Zonder bizonderc prestaties, zakelijk, maar ook
zonder n tekortkoming tornde hij zijn tweede
stier, gaf hem een juiste, ditmaal haast schoolse
estocada. en nam eon beetje onverschilliger dan
anders het verdiende applaus in ontvangst. Dit
is de enige maal geweest dat ik hem als een
gymna»tieklera/ir hol» zien werken. *?
M EX beweert, dat hij eon ontzaglijke geluksvugel
is geweest, tot nu toe. Met dat wat hij op n
namiddag tien. twaalf keer zichzelf aandoet, zou
hU redelijkerwijze geen half sei/.oen te leven hebben.
Tóch heeft hy nog geen enkele ernstige cogida te
pokken. Toch is er in heel Spanje geen tweede
torero die. wetens «n willens tenminste. zoveel
riskeert nis hij. En zo ben ik er van lieverlede toe
gekomen te goloven, dat het niet alles ..zuivere
koffie" is, wat Carnicerito ons in de arena voorzet.
Ik beu geneigd hot erop te houden, omdat hij eon
Indiaan is en zich op z'u minst genomen zonderling
tegenover de diereu gedraagt, en do dieren zich
nog zonderlinger tegenover hom, dat hu de een
of andere bezweringstechniek meestor is. ze
misschien weet te biologeren, misschien de een of
andere kracht uitstraalt, misschien een amulet
draagt, misschien pon geheimzinnig réukmiddel
bij zich hooft.
Wat weten' wij tenslotte van die dingen af? En
op gevaar af dut hot voortaan heten zal dat ik,
zie je wel. .?bij gebrek aan beter bijgelovig
geworden ben. beken ik aan to nemen dat de ..on
zuivere koffie" niettemin een echte koffie is, die
mij bizonder goed smaakt.
Nóg onlangs was ik in de gelegenheid Carnicerito
te vragen naar zijn geheim. Ik heb het niet gedaan,
en hoop u daarmee niet te zeer teleur te stellen.
Ik heb er de voorkeur aan gegeven bij mijn bijge
loof te blijven. Is er niets van aan, dan zijn do
moed, de waaghalzerij en het geluk van de Mexicaan
niet minder verbazingwekkend.
Het wonder blijft altijd bestaan, de laatste
verklaring van zulk een faena" is toch niet to
achterhalen. En gelukkig wie zich nog durft te
verwonderen, zonder zich teveel te bekommeren
om de oorzaken en de waaröms.
ZEIST
BOUWTERREINEN en HUIZEN
te koop in het Centrum der Gemeente.
Inlichtingen: PARK KERSBERGEN
Kantoor; Montaubanstraat 4, ZEIST
J
ie