Historisch Archief 1877-1940
l
Opeurders in de
Carl
OP zekeren dag trad een klein mannetje met
een gouden bril en een bedrukt gezicht het
kantoor binnen van Dr. Mejzlfk, den com
missaris van politie. Diviiek, archivaris", mom
pelde hij. Mijnheer de commissaris, Ik kwam u om
raad vragen, omdat u een beroemd criminalist bent;
ze hebben imj gezegd, dat u specialiteit bent voor
gecompliceerde gevallen. Ik heb hier een
btyzonder ra deelachtig geval", zei hij met nadruk.
Zegt* u maar wat er aan de hand is", begon dr.
Mejzltk.
Er moet onderzocht worden", zei archivaris
Diviiek op geagiteerde toon, wie de moordenaar
is van heer Peter Berkovec, welke dood zijn broeder
Hendrik gestorven is en wat het lot geweest is van
ztyn vrouw Katharina." ,
Berkovec Peter" dr. Mejzlik scherpte zijn
geheugen voor zover mij bekend is, hebben wij
hier in het geheel geen bericht ontvangen van zijn
dood. U komt zeker aangifte doen, nietwaar?"
Hoe komt u er bij?" zei de archivaris. Ik
wil u alleen maar om raad vragen, ziet u. Er moet
iets vreseUjks gebeurd z|jn."
Wanneer is het gebeurd? Begint u maar met de
datum te noemen."
In het jaar veertien honderd en vjjf en zestig",
sprak menheer Diviiek met een bestraffende blik.
Dat had u moeten weten, mijnheer: tijdens het
gezegend bewind van koning Joris van Podgbrady."
? O zo", zei dr. Mejzlik en wierp blok en potlood
opzij. Waarde heer", vervolgde hij op zeer hoffe
lijke toon, dat is eerder een geval voor dr.
Knobloch." (Dit was namelijk de politiearta).
Het gelaat van den archivaris betrok. Dat is
jammer", zei hij, ze hebben mij u zó aanbevolen.
U moet weten, dat ik juist bezig ben aan een histo
risch werk over de regering van koning Joris van
Podèbrady en daarbij ben ik gestruikeld, over
iets, waar ik geen raad mee weet."
Maar wanneer u het historisch materiaal in
kwestie niet uit de eerste hand bekend is, dan
zal ik u alle onbetwistbare feiten meaedelen; het
zijn er helaas maar weinig. In de eerste plaats de
brief van heer Ladislav PchaC van Oleina aan heer
Jan Boriovsky van Cercany. Deze brief zult u
stel- lig wel kennen."
Tot mijn spijt niet", bekende dr. Mejzlik zo
bedremmeld als een schooljongen.
Maar man", stoof Diviiek op, die brief is toch
al zeventien jaar geleden gepubliceerd door den
historicus Sebek in zijn Begesta, dat had u in ieder
geval moeten weten i Echter", ging hij voort, zijn
'bril recht zettend, heeft noch Sebek, noch Pekar,
NovotnJ, noch iemand anders de nodigejaandacht
^Middeleeuwen
AUJnhwr* de commluarit,
Ikfcwom U om rood vromen.
aan deze brief geschonken. Maar juist deze brief,
die u stellig had moeten kennen, heeft mij op het
spoor van dit geval gebracht."
Allereerst de brief", vervolgde de archivaris,
ik heb de tekst helaas niet bier, trouwens, maar
n toespeling heeft betrekking op ons geval: heer
Ladislav PchaC schrijft aan heer Borlovsky, dat
diens oom, namelijk de oom van heer Boriovaky,
met name heer Dirk Skalick^ van Skalice, in het,
jaar Onzes Herer. 1465 niet genood was aan het hof
te Praag, overmits Zijne Majesteit zelve, wegens
de grouwelen te Yotice Velenova", zoals de brief
schrijver zegt, den heer Dirk bevolen heeft, het
Koninklijke hof voortaan te mijden n voor God
berouw te tonen wegens zijn heftigheid en Gods
rechtvaardig oordeel af te wachten. Begrijpt u",
legde de archivaris uit, toözouden zeggen, dat
Zijne Koninklijke Majesteit den heer Dirk op zijn
goederen en bezittingen verbannen had. Mijnheer,
viodt.u daar niets merkwaardigs in?"
Tot dusver niet", zei dr. Mejzlik, terwijl hij op
een papiertje een vreemdsoortige spiraal tekende.
Ja", riep Diviiek triomfantelijk uit. Ziet u,
dat heeft Dirk ook niet opgemerkt. Hél
merkwaardig is de bijzonderheid, dat Zijne Majes
teit heer Dirk wegens die grouwelen" niet voor
de.gewone wereldse rechtbank daagt, maar hem
overlaat aan Gods rechtvaardigheid. Z^jne Majes
teit geeft hiermede blijkbaar te kennen," sprak de
archivaris met devotie, dat deze grouwelen" van
dien aard waren, dat hij als souverein afziet van
wereldse rechtspleging. Als u Zijne Majesteit gekend
had, dan zoudt u weten, dat het een heel bijzonder
geval geweest moet zijn, want koning Joris zaliger
gedachten!» zag streng toe, dat het recht stipt en
onverbiddelijk werd uitgeoefend."
Miaschlen WOF hij bang van dien Dirk," meende
dr. Mejzltk. In de oude tijd "
Archivaris Diviiek sprong verontwaardigd op.
Mijnheer", stotterde hij, wat zegt u daar?
Koning Joris zou bang van iemand zijn? En nog
wel van een gewoon ridder?" ,
Dan was er misschien protectie in het spel,"
zei dr, Mejzlik. U weet, bij ons "
Geen kwestie van", schreeuwde DiviSek met
een hoofd als vuur. Onder koning Vladislav zou
misschien nog sprake kunnen zijn van protectie,
maar Wfl koning Joris hoefde je met protectie niet
aan te komen l Die zou je mores hebben geleerd l"
Maar wat waren dat dan voor grouwelen?"
vroeg dr. Mejzlik met een zucht.
De archivaris keek verwonderd. Dat is juist
wat u moet helpen uitvissen", antwoordde hij.
TT bent toch criminalist?"
Lieve dextgd", pruttelde dr. Mejzlik, maar de
archivaris liet hem niet uitspreken. Eerst moet
u de feiten horen", zei hij schoolmeesterachtig.
Toen ik deze vage toespeling had opgemerkt, ben
ik begonnen na te vorsen wat die grouwelen
geweest konden zijn. Jammer genoeg is daarover
geen enkel geschrift tot ons gekomen; maar in de
kerk van Votice Velenova heb ik de grafsteen
gevonden van heer Peter Berkovec, en die steen,
mijnheer, is juist uit het'jaar H65J Ziet u, die '
heer Peter Berkovec was de schoonzoon van heer
Peter Skalicky, hij was dus de man van diens
dochter Kattiarïna» Hier Is een fotografie van die
grafsteen ziet u daar niete bijzonders aan?"
Neen", zei dr. Mejzlik, terwijl hij aan beide
kanten de fotografie bekeek van een grafsteen,
waarop een ridder was gebeeldhouwd met de
handen gevouwen op de borst en rondom een
inscriptie in gotbisoh fractuurachrift. Ja toch,
hier in de hoek is een vingerafdruk."
Dat zal mijn vinger geweest zijn", zei 4e archi
varis: maar let u hier eens op die inscriptie l"
Anno Döminl MCCCOLXV», las dr. Mejzlik
met moeite, ia het jaar Onzes Heren 1466. Dat
is het jaartal van zijn overlijden, nietwaar?"
Dat spreekt van-zelf, maar ziet u verder niete?
Sommige letters zijn groter ^dan de andere, kijkt u
maart" " ?
En haastig schreef hij met een potlood:
ANNO DOMINI MCCCCLXV. De beeld
houwer heeft met opzet de letters O, C en C groter
gebeiteld; dat i» dus een cryptogram, begrijpt u?
Schrijft u de letters OCO maar eens op waar
denkt u dan aan?"
OCO, OCO," mompelde dr. Mejzlik, dat kan
zijn aha, een afkorting van OC01STJS, nietwaar P
Dat betekent: vermoordt" <
Juist", riep de archivaris triomfantelijk uit*
P* OROENE No.»45
NAJAARS
OPRUIMING
MEUBELEN
EN PERZISCHE
T A P U T E N
HALVE PRIJZEN
TOT 19 OCTOBER
IN DEN HAAG.
.i
De beeldhouwer heeft hiermede het nageslacht
kond gedaan, dat de doorluchtige heer Peter
Berkovec de Wotice Welenowa door een sluip
moord om het leven is gekomen. Zover zijn we
nu all" '
En hij is vermoord door zijn schoonvader,
door dien Dirk Skalicky," verklaarde dr. Mejzlik
in een bevlieging van historisch inzicht.
Nonsens", zei Diviiek uit do hoogte. Als heer
Dirk de sluipmoordenaar geweest was van heer
Berkovec, dan zou Zijne Majesteit, hem voor het
halsgericht gedaagd hebben. Maar dit is nog niet
alles: vlak naast deze grafsteen is een tweede,
waaronder Henricus Berkovec de Wotice Welenowa
rust, de broeder van heer Peter, en op die graf
steen staat ook het jaartal 1465, maar zonder
cryptogram! En heer Henricus, of in onze taal
Hendrik, heeft op die grafzerk een zwaard in zijn
handen; de beeldhouwer wilde dus te kennen geven,
dat hij gevallen is in een eerlijke strijd. En nu moet
u mij in vredesnaam het verband uitleggen tussen
deze twee sterfgevallen l"
Misschien is het louter toeval", opperde
dr. Mejzlik vaag, dat die Hendrik in hetzelfde
jaar raeuvelde "
Toeval", schreeuwde de archivaris boos*
Mijnheer, wij historici erkennen geen toeval!
Wat zou er van de geschied vorsing terecht komen,
als. we aannamen, dat er iets bij toeval gebeurd is?
Hier moet een oorzakeUjk verband bestaan t Maar
dit is ook nog niet alles. Een jaar later, in 1466,
ontsliep in den Here heer Dirk Skalicky, maar stel
u voor, zijn goederen Skalice en Hradek erfde zijn
neef, de genoemde heer Jan BorSovsk? van
Ceriany. Weet u wat dit inhoudt? jDit houdt in.
'dat zijn dochter Katharina, die, zoals elk kind
weet, in 1464 huwde met dien heer Peter van
Berkovec, ook niet meer ha leven wasl Maar stel
u voor, van die vrouwe Katharina is nergens een
grafsteen te vinden! Is het soms ook toeval, dat
vrouwe Katharina onmiddellijk na de dood van.
haar man spoorloos verdwijnt? Noemt u dat
toeval? En waarom heeft zij geen grafsteen?
Ook toeval? Of zijn dit soms de grouwelen, waar
voor Zijne Koninklijke Majesteit heer Dirk aan
Gods rechtvaardigheid overlaat?"
Dat Is heel goed mogelijk", opperde dr. Mejzlik
met ietwat-groter belangstelling. '
Dat is heel zeker", verkondigde Diviiek, geen
twijfel duldend. Maar nu is de kwestie, begrijpt u,
wie de daders en de slachtoffers van de moorden
waren en hoe dit alles samenhangt. De dood van
heer Dirk interesseert ons niet, omdat hij die
grouwelen" overleefde; anders zou koning Joris
hem niet hebben kunnen opleggen, berouw te tonen
voor den Here God. Wij moeten vaststellen, wie
heer Peter vermoord heeft, hoe heer Hendrik het
?leven liet, waar vrouwe Katharina gebleven is en
wat heer Skalick? met dit alles had uit te staan."
i ' ? i
(Slot volgt)
NIEUW-ÉNGELAND
KONINGSPLEIN AMSTERDAM
WERVINGSWEDSTRIJD
VAN DE
GROENE
HOOFDPRIJS Fl. 1OOO.
EEN weekblad is een tweeslachtig ding: het heeft een cultureele taak, maar het is ook een
zaak,. waarin gerekend moet worden met guldens en centen. De zakelijke en de ideëele
kant van een dergelijke onderneming staan ten nauwste met elkaar in verband. Concreet
gesproken: hoe meer abonnés, hoc beter DE GROENE.
Onze lezerskring neemt voortdurend in omvang toe. Dagelijks brengt de post een groot aantal
nieuwe aanmeldingen. Dat er onder de nieuwe abonnés zooveel zijn, die door oude lezers worden
opgegeven, is een daadwerkelijk bewijs van waardeering, dat wij op hoogen prijs stellen.
Het is echter evenzeer in het belang van de nieuwe lezers, als in het onze, wanneer de abonne
menten ons bij het begin van een nieuwen jaargang toestroomen, inplaats van, over twaalf maanden
verdeeld, te komen binnendruppelen. Dit toestroomen willen wij bevorderen door aan ieder, die
zich NU als abonnévoor den jaargang 1936 opgeeft, de vóór i Januari nog te verschijnen nummers
gratis toe te zenden. Om den stroom nog te doen aanwassen, schrijven wij thans voor onze lezers
een WERVINGSWEDSTRIJD uit.
WAARUIT BESTAAT DEZE WEDSTRIJD?
? Gij beweegt Uw vrienden en kennissen zich ,te abonneeren op ons blad en geeft ze ons op
? als abonné. .
De drie deelnemers, die het eerst [drie abonnés opgeven; winnen ieder een prijs van 50 gulden. De drie
deelnemers, die het eerst vijf atcpnés opgeven, winnen ieder etn piijs vsn 100 f uiden. De deelnemer die vóór
I November a.s. de meeste abonnéXheeft opgegeven wint den hoofdprijs van
DUIZEND GULDE
WE D S T RIJ D R E G E L S
i. Aan den wedstrijd kan ieder deel
nemen, of hij abonnéop DE GROENE
is of niet. ?
2. Als een deelnemer zichzelf als
cbonnéopgeeft telt ook deze opgave mee
voor het bereiken van het totaal.
3. Voor den einduitslag tellen alleen
die abonnementen mee waarvoor het
abonnementsgeld binnen een week na in
zending van de opgave is gestort op post
rekening 72880 of gemeentegiro. G1000 of
per postwissel is gezonden aan de
Admini' stratie van DE GROENE AMSTER
DAMMER, Keizersgracht 355, Amster
dam C.
4. Alle inzendingen moeten veer i
November 1935 in het bezit van de Admi
nistratie zijn. ?
5. Elke opgave meet afzcnderlijk op
een briefkaart per post worden verzonden.
6. Elke opgave moet vermelden: naam
en adres van den nieuw.en abonné, en
naam en adres van dengene door wiens
bemiddeling de ? nieuwe abonnéwordt
opgegeven. Op het adres der zending moet
bovendien het woord WERVINGSWED
STRIJD staan.
7. Veer de bepaling van den tijd waarop
de nieuwe abcnnés zijn aangebracht geldt
het tijdstip van verzending der opgave,
blijkende uit het poststempel. Hierdoor
hebben inzenders in Lutterade,
Roodeschool, Birmingham of Canncs evenveel
kans tot de eerste inzenders te behooren
als een ander die dichterbij woont.
Uitslag wordt in het nummer van 9 November bekend gemaakt
FILMSTERRENWEDSTRIJ
WIE ZIJN :
ONZE teekenaar van Vleuten die
Lumière-herdenkingswcck toekende ' '
schen Bioscoop-Bond weid bekroon!
van dit blad een verzameling filmsterren bij ? .
ons een lijst te zenden, vermeldende de :~...*.. «*<..e*»«..., «*« mj
had afgebeeld. Natuurlijk had onze fümrcdacteür dit raadsel in een
oogwenk kunnen oplossen; wij besloten echter, de lezers van ons
blad zelf de vraag te laten beantwoorden: Wie sjjn zij? Wij drukken
daarom hiernaast een schema van de omslagteckening af waarop alle
koppen genummerd zijn. Gevraagd wordt nu ons een lijstte zenden
waarop dezelfde nummers voorkomen, onder elkaar geschreicn. en
achter'elk nummer den naam van de afgebeelde filmster. ,
Hiervoor loven wij uit (jj '..'?'??
VIJF PRIJZEN i V*N TIEN GULDEN
-.: : ...- ' ? ' ??? , ?! : ' ? : --'i;..1- ',
De vijf lezers die de meeste sterren hebben thuisgebracht ont
vangen elk ? IO.?T. Zijn er meer dan vijf inzenders die volgens deze
regeling voor een prijs in aanmerking komen, dan worden de prijzen
toegekend aan degenen die blijkens het poststempel hun oplossing
d?d
g»
ik
S*
Ik
ge
m
at
m
ld
n|r
et
£6
ze
ze
f'
Ie
TC
j m
m
ni
; n
J