Historisch Archief 1877-1940
II
l j
ZOO JH3T VERSCHEWH
^^?^P ^"^^ ... __» _i_ _:x_»r. «Ho racict.inru dl
De Vlaamsche geest?
. > ^_A »__-._ . n/;; ...;//..» hui amna aannemen, maar
Lode Zielen»: Xu begint het leven
(Elsevier, Amsterdam, 1935)
N/ET tegenover alle, maar tegen
over sommige, Vlaamsche boeken
staan wij, noorderlingen, toch een
beetje vreemd. Het zijn die waarvan het
Vlaamsch-eigene wel heel sterk geaccen
tueerd schijnt, n.l. dat wat zij alle
vertoonen: hel naïeve, het ruige, het drastische
van een, men zou zeggen, nog jongere be
schaving. Auteurs als Roelants, Claes,
srnuvmg. **\<4icu>» ?»« .*?.. ,
Walschap, Pillecijn zijn daar wel boven
uit, In 't algemeen, en doen hun personages
niet anders reageeren dan men van gemid
delde Noord-Nederlanders verwachten kan.
Alleen zoo nu en dan, bij détails, merkt
men nog dat tets meer simplistische of wel
primitieve, dat de betrekkelijke jeugd der
Vlaamsche ontwikkeling verraadt.
Maar de boeken van Lode Zielens zijn
veel meer volksch" In dien zin en doen
deswege ook een beroep op onze enigszins
verteederde sympathie voor een jonge
kunst, die nog zoo onschuldig en eenvoudig
i>-, die zichzelf zoo a'geloos belangrijk
vindt en de'wereld zoo kinderlijk recht
lijnig denkt.
Lode Zielens' laatste boek, Nu begint
het leven", vertoont al deze eigenschappen
en kan dit te gereeder doen, wijl het over
volksmenschen in een arbeidersomgeving
gaat. Of schijnt te gaan. Want eerder lijkt
hier de auteur zelf sterk In het geval be
trokken en kan men heel gerust tot een
groot lyrisch element In het boek besluiten.
Immers deze Slmon d'Heere, de jonge
arbeider, die den oorlog overleefde, maar
thuiskomende bevindt, dat zijn vrouw er
met een Duitscher van door Is gegaan, Is
ten stotte zoo weinig vitaal, zoomoroos en
tobberig, en zoozeer aan stemmingen onder
hevig, dat men al van aanbegin geneigd
is zijn episch of objectief bestaan zeer in
twijfel te trekken. 1$ de gemiddelde arbei
dersjongen zoo? vraagt men zich af. Heeft
hij inderdaad zulke onderscheidingen,
zulke verfijnde smaken, zulke aanvoelin
gen en kieschheden? En men eindigt met
het maar niet te gelooven en voor Slmon
d'Heere meer en meer Lode Zielens In de
plaats te stellen, die hier zijn nood en
lijden, alsmede zijn vreugden en geluk
heeft te boek gesteld. Doch daarmee dan
ook de epische waarschijnlijkheid aan zijn
werk ontnomen en het met een zeef hybri
disch karakter bedeeld heeft.
Immers, zooals de hoofdpersoon, blijken
ook sommige andere personages van een
geestesstaat, die boven het peil zelfs van
den socialistisch' geschoolden arbeider
schijnt uit te gaan.
Daar is bijv. Maria, de vrouw van
Simons fabriekskameraad Andreas. Deze
zegt van haar: Weet ge, Simon, dat Ik
jaioersch ben op haar?..'.. Het is te zeg
gen op haar zuiverheid, op haar reinheid,
op haar eerbare jeugd.... Ik weet dat
mijn verdorvenheid zoo groot Is dat Ik soms
meen: Ik ben haar niet waardig. Het ge
beurt, dat ik niet kon slapen.... Ik moet
mij bedwingen om niet in schreien uit te
breken.... Begrijpt gij dit?"
Ja," knikte Stmon, maar wij knikken
neen. Wij vinden dit een rare arbeiders
vrouw, tenminste In de taal haars echtge
noot. En wij vinden dien echtgenoot evenzoo
een raar, bedenkelijk gevoelige arbeider en
gelooven, dat Zielens zich bepaald In het
milieu vergist heeft. Ofschoon, zij zijn
daar niet allemaal zoo, zoo oververfijnd en
teergevoelig. Emma en Allee In het
Mlra. pension komen meer hét gemoedelijke
Vlaamsche type nabij, gelijk ook die be
werende zuiplappen, de kapitein" en
Lied, zeer aanvaardbaar zijn.
Van Paula, het warenhuisverkoopstertje,
kan men echter weer niet zeggen, dat zij
. compleet leeft. Haar eerste optreden is zoo
wat etherisch en tragisch, wat geenszins
past bij haar later bulkende
pretlievendheld en?létchtén Sinn". De melancholieke
Stmon doolt tusschen deze menschen door
als een min of meer zenuwzieke, die door
hevige onrust en vertangen gekweld wordt.
Verlangen waarnaar? HIJ weet het zelf
niet recht. Naar de Ideale vrouw misschien
en het Ideale kind. Hij vindt geen van
belden natuurlijk, maar aan het slot w
ons de schrijver beduiden, dat Slmon zich
aanpast en In het bezit van een nu gezond
zoontje en de gedachte aan een toekomstig
'dochtertje eindelijk zijn zlelsrust vindt.
Wij willen het graag aannemen, maar
vragen ons toch af of de tobberijen dezes
mans en dit erg tamme slot eigenlijk wel
een heel boek waard waren. Dit lange relaas
in stootertg korte zinnen, dat er tets
beklcmmends aan geeft, doch op den duur
vervelend wordt. Het ts alles ook zoo braaf
en welgemeend, zoo zeer burgerlijk In zijn
denken bij het onwaarschijnlijk nerveuze
aanvoelen, dat wij geneigd zijn deze
Vlaamsche literatuur toch wel van de
zwakke soort te achten, die wil In den
aanvang signaleerden. De hevigheid en
echtheid liggen er hier wel bovenop, maar
zijn er niet wezenlijk n mee. Dat maakt
het geval dan ook nogal sentimenteel.
FRANS COBNBN
Vertaalde boeken
APOTHEOSE VAN
HET GEDULD
MEN kan bezwaren opperen tegen
Alf red Neumann's Nieuwe
Caesar" (Uitgave Allert de Lange,
Amsterdam 1935), maar men kan moei
lijk ontkennen dat hij een meesleepend
verteller is. Dit boek is dan ook uit
muntende lectuur voor allen die, van
een historischen roman houdende, op
een intelligente wijze wenschen bezig
gehouden te worden. Neumann's drift
en gloed zijn zoo overtuigend, dat wij
geneigd zijn zijn fouten over het hoofd
te zien of zeer licht te tellen en dat al
lezende onze critiek in rook opgaat.
Wanneer men er bepaald op gesteld
zou zijn, een nauwkeurige analyse van
dit boek te maken en het aan een scherp
historisch, psychologisch en stylistisch
onderzoek te onderwerpen, moet men
het op zijn minst tweemaal of driemaal
lezen ten einde zich aan ds charme van
den auteur te onttrekken. Mijn hoofd
bezwaar is dat ,,Nieuwe Caesar" in
weerwil van de overtuigingskracht des
schrijvers toch nog hier en daar wat te
lang i?. Ook lijkt mij aan de hand van
andere mij bekende gegevens het karak
ter van de hoofdfiguur ietwat al te
simplistisch beschouwt*. Het boek be
handelt het bonte bestaan Napoleon III
tot aan de staatsgreep. Welk een
achterbaksche en toch zielige figuur,
welk een vernederend, onedel leven: de
apotheose Van het geduld!
Juist omdat wij Nieuwe Caesar" van
Alt red Neumann op prijs weten te stellen,
komen wij met te meer kracht op tegen
een zoo vreemde behandeling als de
vertaler, de heer A. Vorstman, het werk
deed ondergaan. Zonder vergelijking
met den oorspronkelijken tekst kan ik
natuurlijk niet oordeelen over de nauw
keurigheid en de juistheid van zijn
verta.ing, wél echter over de kwaliteit van
zijn Nederlandsen. Deze nu is zér be
denkelijk. Zijn volzin welke niet altijd
zuiver en zelden fraai is, heeft een
vulgair accent. Verder ziet de heer
Vorstman niet op tegen de pijnlijkste
germanismen: Op bladzijde 66 lees ik
zelfs: de verhouding was een zeer ge
moedelijke geworden." Maar het top
punt van platheid ontaek ik op blad
zijde 277 van het tweede deel: Tot
haar straf placht de profeet haar dan
van zijn amourèttes met miss Cordon
te vertellen, de voorname'figuur der
Bonapartistische beweging en even goed
een goddelijke vrouw." Ofschoon weinig
vertrouwd met de nieuwe dialecten meen
ik te weten, dat de cursief gedrukte term
uitsluitend tot het
hoog-Haarlemmerdijksch taalbezit behoort...Ik ben er
niet zeker van dat een aangespoeld
wrak In vrouwengedaante" goed Neder
landsen is, maar het is in elk geval een
grove smakeloosheid, ik weet echter wél
zeker dat ik krijg er geregeld hoofdpijn
van" geen Nederlandsen en óók
smakeIQOS is. Lang heb ik nagedacht over wat
een ironische zin voor humor" kon
zijn n of het iets heel anders is dan een
humoristische zin vóór ironie?" Ook
is mij niet geheelde techniek duidelijk
geworden Van de bezigheid, welke in de
navolgende periode aangegeven wordt:
thans celebreerdc zij de familielegende
als een ambt." ik heb namelijk tot nog
toe nooit legendes en ambten
gecelebreerd zien worden en er nooit eenige
onderlinge betrekking tusschen ontdekt.
Het schoonste echter trof ik op blad
zijde 38 van het tweede deel aan: de
koepel van het landschap, waaraan zij
hing, verloor ziender oogen aan zonnig
omkleedsel." Zou het niet op den weg
van dit weekblad liggen een prijsvraag
uit te schrijven voor de beste paraphrase
van dit treffende beeld?
Aan 's heeren Vorstman's kennis van
de Duitsche taal wil ik niet tornen, maar
met het Fransch kan hij het niet goed
vinden. Op bladz.314 geeft hij een voet
noot van den volgenden inhoud: Hen
fijne Fransche persiflage op het bekende
La Garde meurt", met de geestige
woordspeling van se rendre in de
beteekenis van overgeven na onpasselijk
heid". Wanneer hij zich de moeite
gegeven had een dictionnaire open te
slaan, zou hij ontdekt hebben wat
iedereen weet n.l. dat overgeven na
onpasselijkheid" rendre en niet se rendre
is. Wanneer hij het woord schittering
niet mooi genoeg vindt, gebruikt hij
brillance" een woord,dat in het Fransch
ten eenenmale onbekend is.
Ook met de historie leeft de heer
Vorstman niet op goeden voet. Neumann
heeft het ergens over de schrijver
Benjamin Constant, hierbij teekent de
vertaler aan: bedoeld is Constant de
Rebecque, beroemd Fransch politicus".
Een beroemd Fransch politicus is
Benjamin Constant nooit geweest, al
heeft hij het zich misschien wel n
oogenblik verbeeld; maar hij was en is
nog een van de allergrootste proza
schrijvers die de Fransche literatuur
ooit heeft voortgebracht.
Maar dit is nog lang het gekste niet i
Op bladzijde 367 van het eerste deel
heeft de schrijver het over Manon
Phlipon, meer bekend als Mme Roland,
en over Théroigne de Méricourt. De
vertaler vindt het noodig de lezers over
deze wereldberoemde, revolutionnaire
vrouwenfiguren nader in te lichten en
bij Mme Roland plaats hij dan de vol
gende voetnoot: Vrouwelijke Roland,
figuur uit de sagcnkring van Karcl den
Grooten."
Dit is te mooi om er nog iets aan toe
te voegen !
Het lijkt mij overigens toe, dat een
elementaire kennis van de Nederlandsche
taal gepaard aan die van de beginselen
der geschiedenis, aan een vertaler van
historische romans in de uitoefening van
zijn functie ten goede komt.
j. GRESHOFF
BIBLIOGRAFIE
Engelsche buéken
Ann Bridge: IllyrlanSpring (Cbatto
A Wlndus, Londen)
DE liefde van een oudere vrouw
en een jongen man, waardoor
vanzelf de verschillen tusschen
de beide generaties, de nog ietwat senti
menteel oudere en de al te nuchtere
iongete, pijnlijk komen te blijken. De
ongere blijkt zoo oud, de oudere....
ong; het gaat niet, en het beste blijkt
toch nog, dat de vrouw tot haar on
trouwen, doch berouwhebbenden echt
genoot van gelijken leeftijd terugkeert.
Intusschen is de rake expositie der ver
schillende levensbeschouwingen van oud
? en jong het waardevolle in dit boek.
Maso de la Roche: IToung Renny
(Bfacmtllan* Londen)
DE auteur heeft al meer boeken uit
gegeven, die over de familie
AVhiteoaks handelen, een enigszins adellijk
geslacht uit Ierland naar Amerika ge
migreerd. Dit verhaal gaat meer bij
zonder over Renny Whiteoaks, een
onStuimigen jonkman, ontraditioneel, op
recht en vol karakter. Wat hem in
conflict brengt niet de oude grootmoeder,
die een-en-al familie-traditie is en min
of meer met alle andere familieleden.
Maar vooral met een intriganten neef
uit Ierland, die de gansene familie
kwaad wil.
Over die familie in lengte en breedte
en in ai haar leden gaat eigenlijk het
boek, met als pièces de resistance du
neef-intrige en de ongelukkige liefde van
Meggie, Renny's nichtje. Verder is er heel
aardige beschrijving van natuur en
landschap en dieren.
R. H. Mottram: Early Morning
(Hutchlnson, Londen)
TOESCHRIJVING van een zeetocht
J-) naar de Levant, een soort
vacantiereis van jongelui onder de hoede van een
professor. Die het beleeft is een achttien
jarig meisje, met al de bekoring aan
dien leeftijd eigen. Vanzelf ontmoet zij
in dit verhaal meer avontuur, dan men
in het gewone leven.... gewoon is. En
zij komt er uit op ,,wiser butnoworse
than the went", zegt het prospectus.
De natuurbeschrijving is vaak heel goed,
de professor niet al te wijs en deze
lectuur ook leerzaam.
R. C. Hntchinson: One Llght
Burnlug (Cassell, Londen)
EEN eenvoudig meisje, getrouwd met
een boisterous" man, een onstui
mig avonturier, simpel en vanzelfspre
kend egoïst, voelt zich weldra verwaar
loosd en alleen. Dan is er een
Weltfremde" geleerde, die haar Hef krijgt.
Hij is een zonderling man, die bijna niet
slapen wil, vanwege het tijdverlies. Met
het gevolg, dat hij op den duur niet
slapen kan en den dood nabij is. In
tusschen schrijft hij liefdesbrieven aan
het vrouwtje, dat door haar
ondernemenden echtgenoot half Europa
doorgesleept wordt. Een enigszins tragische
ontmoeting der beide mannen brengt
den dood van den echtgenoot en de
vrouw komt juist bijtijds den zieken
vriend bij te staan, tot hij gelukkig
eindelijk weer kan slapen. Dan is hun
beider toekomst verzekerd. Het is wel
een levendig, kleurig boek, met hoofd
personen goed en niet zonder humor
geteekend in allerlei kleurige omgevin
gen.
Peter Neagoe: Easter Sun
(Hutchlnson, Londen) .
O ETER Neagoe is een jonge schrijver
* : met toekomst, naar het schijnt. Hij
schrijft over lllyrig of. Dalmatlëof zoo,
een boerengescniedenis met vrij wat
kennis van locale zeden en menschen,
die boeren zijn. Hun hard werk, hun
leefwijze, hun feesten en bovenal hun
geloof. Vanwege een heel mooie dochter,
die blijkbaar, ook door die schoonheid,
van den duivel bezeten is, komt de
vader tot godsdienstwaanzin. Want de
dochter misdraagt zich, met alle ge
volgen van dien in een kleine, afgesloten
wereld pp het boerenland, en de duivel
is hier, gelijk men al lang vermoedde,
in gemengd. Op den duur wordt zij
uitgestooten, na een vaderlijke poging haar
te slachtofferen als Isaac zijn zoon ter
eére Gods. '
Er zijn vele, kenteekenende genre
beeldjes in het boek, aardige taf reelen
van het landleven daarginds in het
Oosten. Dat is misschien zijn grootste
verdienste.
Edna Fevber: Como and G et it (Hel»
nemanu, Londen)
EEN roman over vier geslachten in
Amerika. De vader, die uit Europa .
emigreert en bij de houtkappers en
vlotters belandt. De zoon, die zich vol
hardend en slim .omhoog werkt en de
dochter van zijn '?boss*' trouwt. De
kleinzoon, nu mlllionnair, geabsorbeerd
door zijn zaken, terwijl zijn vrcuw het
breed laat hangen in Londen; een niet
zeer waardig Teven, beiderzijds. Dan
komt de krach, en de kindere trekken
met het beetje geld, hun gelaten, naar
den houtkap terug, vanwaar het fortuin
begon. En voelen zich weer brave, een
voudige vaderlanders, de ware
ruggeK-aat der Natie; meent Edna Ferber.
aar buiten dit te nationalistisch slot,
bevat het boek veel verdienstelijke
taf reelen van Amerikaansch leven in die
vóór-oorlogsjaren, den te snellen
rijddom, het zinlooze liixeleven', het. onder
scheid der standen, als de millionnair met
een houtkapdochter trouwt, het
Londensch society-bédrijf dezer nouveau*
riches" enz. veel van hetgeen hier in
Amerika speelt", geldt evenzoo voor
Europa en zelfs voor ons dierbaar
vaderland. ? F. C.
Bloscopy
GARBO'S HOEDJES
L. J. Jordaan
R. Boleslavskl: The palnted veil"
(Corso en Royal, Amsterdam)
ER gaan wonderlijke geruchten
over de verbluffende
verfraaiiugskunst van heb immense
institut-de-beauté, dat Hollywood
heet. Het leelijkste, .onelegantste crea
tuur van Gods aardbodem verandert
dank zij de bovennatuurlijke gaven
van make-up-man en costumier in een
droom van gratie en schoonheid.
Waar komen dan zoo vraag ik mij
honderdmaal af die verschrikke
lijke, ridicule hoofddeksels vandaan
waarmee La Garbo" zich weet te
coiffeeren? In iedere nieuwe film
duikt vroeg of laat zoo'n monstrum
op zoo'n wonderlijk product van
Harlekijns-fantasie, dat het
geprononceerdste tragische talent van onzen
tijd aan den rand van het belachelijke
voert. Anna Christie", Susan
Lenox", Wild Orchids", Romance",
Menschen in 't hotel".... zij laten
geen van alle de gelegenheid voorbij
gaan om Garbo te presenteeren met
het een of andere platte, schuine,
vierkante, dwaze* of rare hoofddeksel.
Ook de Painted Veil" maakt geen
uitzondering: ergens in de vierde of
vijfde acte, bty haar aankomst in de
Chineesche negorij, zien wij het
Zweedscbe phenomeen met een soort
omgekeerde drijftol op het hoofd, die
het meest toegewijde auditorium een
kleine proestbui ontlokt welke aan
stonds onderdrukt wordt.
Welke aanstonds onderdrukt wordt!
En ziedaar nu het tweede mirakel
grooter en veeïzeggender dan Garbo's
onbegrijpelijke hoedengrillen t Het
bewijst dat deze vrouw zich letterlijk
alles kan permitteeren zonder ooit
ridicuul te worden.... zelfs het be
lachelijke! Want wie de spanning
kent, waarmee een geladen publiek
haar verschijning pleegt te volgen ?
die weet htie gemakkelijk zich een
dergelijke hoogfrequentie laat
abreagieren" in een verlossenden lach
en die beseft ook welk een moordend
gevaar dit inhoudt. Maar Garbo zet
zich sereeneiyk een of andere
cotillonhoed op het hoofd, die het prestige
van ieder ander zou torpedeeren en
het publiek glimlacht, maar vereert
er zijn idool niet minder om. Dit is
karakteristiek voor de figuur-Garbo
en voor haar eigenaardige beteëkenis.
Men heeft Garbo in den loop harer
langdurige carrière bedacht met een
keur van médiocre rollen in een
selectie van twijfelachtige drama's.
Geen tooneelspeelster zag zich ooit
dermate den weg naar iedere qui
valente creatie afgesneden als deze
Zweedsche kunstenares. Niemand ook,
wist zich zoo absoluut tegen al derge
lijke handicaps in te handhaven.
Waaruit nuchter geredeneerd volgt
dat deze speelster zooiets als een
drama-op-zich-zelf moet vertegen
woordigen.... een stuk
menscheUJkheid, rijk en fascineerend genoeg om
in ieder milieu te kunnen leven.
Er. is veel geredeneerd over den
fameusen goeden regisseur", die
Garbo altijd heette te ontbreken.
Persoonlijk begin ik eraan te twijfelen
of deze omstandigheid een belangrijk
gewicht in de schaal legt. Ook ouder
Boleslavski's regie, die de Painted
Veil" met vaste en bekwame, schoon
geenszins geniale hand opbouwde,
blijft Garbo die zij altijd is. De f Urn
is niet belangrijk slechter of beter dan
h'aar-voorgangsters: de eenigszins on
rustige beeldwisseling met den hagel
van in-galop-te-lezen onderschriften
wordt in evenwicht gehouden door de
twee voortreffelijke tegenspelers,
Marshal en Brent. De ietwat barokke
handeling heeft de onmiskenbare ver
dienste, dat zij naar de diepere ver
stillingen van interieure conflicten
durft tasten. Zoo wisselen ook hier de
gebruikelijke débets en crédits elkaar
af en temidden daarvan staat Garbo,
de Garbo die wij van dozijnen andere
films kennen.... ook al lacht zij dan
ditmaal, zij het zonder eenige
vroolijkheid. En zij oefent als altijd haar
ondefinieerbare bekoring uit zij is
het drama-zelf, dat ons ademloos
gevangen houdt. Regisseurs, stukken,
hoedjes.... het schijnt deze speelster
om het even te ztfn.
Een geval dat zich dankbaar laat
betheoretiseeren, maar dat wij ten
slotte te aanvaarden hebben als een
der vele fascineerende caprices van
de film....
Revanche van de
U. F. A.
Herbert Matsen t Kttnigswalser"
(Rembrandt Theater, Amsterdam)
T OUT genre est bon, fors
l'ennuyeux i" Men zou a fortiori
kunnen zeggen, dat hoe be
kender het genre is, des te grooter de
moeilijkheid wordt er iets goeds in te
bereiken. Welnu de films & la
Königswalzer" behooren stellig niet
tot de sensationcele nieuwigheden:
dergelijke verhalen van. vorstelijke
liefdesperikelen, gekruist door de
amourèttes van onschuldige burger
dochters hebben wij reeds in honderd
variaties aanschouwd. De herinnering
aan een Kongress tanzt" en een
80 endete eine Liebe" drukken dan
ook zwaar op dit jongste product der
UFA, dat nochtans al de kenteekenen
van een hoopvolle revanche vertoont.
In de eerste plaats wat de regie
betreft. Deze Herbert Malscrt is de
eerst nieuwopgekomen kracht, die- na
de groote exodus geen teleurstelling
werd. Zijüx leiding is frisch, inventief
en gevoelig. Er komen fragmenten in
voor (ik denk aan het onderhoud van
den Oostenrijkschen gezant met den
Beierschen koning) die met n slag
het glorieuse verleden van de Duit
sche dialoog-film doen herleven. In
de .tweede plaats zijn de rollen uit
stekend bezet en alweer stuiten wij
op een paar novices, die een aan
gename verrassing mogen heetitt. Eea
uitmuntende kracht blijkt Theodor
Dannegger als de banketbakker-hof
leverancier Tommassino. Wat deze
speler doet is in zijn eenvoud en tref
zekerheid wel bij uitstek film.... een
figuur om te onthouden! Een succes
blijkt ook Heli Finkenzell, die 'de
Theres" in het verhaal is een
levendige, bekoorlijke verschijning
welke aan deze vaudevüle-rol soou
een onverwacht relief weet te geven.
Hörbiger als Koning Max, maakt
ditmaal weer eens een van zijn zeer
goede beurten (hoe verschillend kan
deze speler zijn!) terwijl Willi Forat
zijn altijd voorname en sobere distinc
tie handhaaft. ?
Het succes van Kongresa tanzt"
begint welhaast legendair te worden
persoonlijk geef Ik dit veel minder
pompeuse, maar van .veel sterker
filmtalent getuigende werk dévoor
keur. En de indruk vestigt zich, dat
wij hier na een periode van Inzinking
met een uitgesproken revanche der
UFA te doen hebben. Er is te dezer
plaatse reeds bij ..herhaling gewezen
op de dringende noodzakelijkheid van
een herleving der Duitsche f Urn als
onmisbaar en voornaamste tegenwicht
voor een Amérikaansche hegemonie.
Moge dit dan hot hoopgevende
begin zijn! . ?
(Rembrandt Theoter, Amsterdam)
Schilderkunst
Fransche kunst in de hoofdstad
ALBERT PLASSCHAERT
Het museum van Grenoble in bet
Stedelijk Museum, Amsterdam
HET is nog een zeldzaamheid in
de wereld: een reizend muaeutn
en het Is de vraag of het toe
nemen van zulke reizen wel'wenscheUjk
is. Ik vrees, dat ik het in deze niet ns
ben met den conservator van Grenoble
nosh met sou ami Baar", maar dat
ik meer vertrouwen heb in en meer
gevoel voor de bezwaren van Doctor
Bredius. Ronduit gezegd vind ik al
dat getrek, al dat heen- en weergaan
van groote en vooral van oude schil
derijen niet zonder bezwaar. Ik vind
het iets van een kunsthistorisch ge
hannes en een te gemoetkomen in
het algemeen" aan hen, die schilde
rijen niet met liefde vereeren, maar
die als hun luiheid wordt ontzien, wel
maatschappelijk belangstellen willen
in de werken der schilderkunst en der
beeldhouwkunst. Wij, die niet behoo
ren tot de
maatocftappettjfc-belangstellenden (wij kennen langzamerhand de
bepaalde kudde, die in Holland, deze
openingen m?t hun tegenwoordigheid
vereert"), wij zouden ons voor een ver
bezoek wel iets ontzeggen.; de
maatschappeUjk-belangstellenden, gewezen
geldhandelaars, feitelijk tegenstan
dera der Nieuweren, vlotte bouw
kundige professoren, secretarissen, van
muziekvereenigingen, ambtenaren der
stad, ontzeggen zich daarvoor niets;
integendeel zij krijgen
koekjes-bij-dethee, en doen dan, uit beleefdheid, een
oppervlakkigeh rondegang langs de
zalen. Voor dezen vind ik en blijf Ik
deze reizen onnoodlg vinden, en wan
neer ge ziet hoeveel schilders en beeld
houwers er maar zijn of maar genood
zijn bij zulke tentoonstellings-opening,
dan lijkt dat-reizen-en-trekkcndnarook
niet van de allereerste orde. Ik begrijp,^
dat de directeur van het Stedelijk
Museum, Vami Baar', hij. dien ik
altijd, als ik hem zie, de bedrijvige
Schilderkunst-Mama Van Amsterdam
heet, zich zoo'n dag gelukkig gevoelt
(hg wordt toch tot buiten de grenzen
der aarde dóór Fransche hoffelijkheid
geprezen!) ik begrijp, dat de eigen- ?»
zinnige conservator van Grenoble zijr
eigenzinnigheid zoo'n dag beloond ziet
maar nuchterweg, is en blijft deze
verre reis van zoodanig belang, als ze
ons dat willen inproppen? Brengt deze
verzameling, die contrasteert, mis
schien ! met de officieele frausche
musea, ons veel winst, veel onbekends,
veel voortreffelijke voorbeelden van
wat wij niet kenden? Ik geloof, dat de
meeste kenners" der schilderkunst in
Holland hier niet diepzinniger ingelicht
zullen worden, over dat wat zij reeds
lang getrouwelijk volgden en mee
maakten, noch nieuwe, hun nog niet'
beschoren, verrukkingen zullen mee
maken. Ik gelpof zelfs, dat zij verras
singen zullen ondervinden,- mér dan
dat hun waardeering zal groeien, of zij
kantiger begrip zich eigen zullen weten.
? Dat komt ook door de keuze. Is deze
van bijzondere fijnheid!*: Ik begrijp,
dat verzamelaars als Regnault zich
stugger van «ekerheid zullen voelen
(de heer Regnault zal wel mér doen
bij deze gelegenheid dan Son ami
Baar') maar mij zou een volledige ten
PAG. 9 DE GROENE Nö. MM«
PAG. ? DE GROEN EN*. 30*