Historisch Archief 1877-1940
l:
j. -ijl
BN'
rouwen en vrouwenleven
De waarde van een
eigen kamer
IK wil het wel eerlijk bekennen;
hoewel" huisvrouw en huismoeder
van beroep, heb ik een eigen
zitkamer. Het is een droevig feit. dat ik
7.00 schuchter met dit kostelijke bezit
voor den dag moet komen, maar de
ervaringen, opgedaan met veelsoortige
bezoekers van ons huis, dringen mij
tot een zekere voorzichtigheid. Aha,
daar hebben wjj mevrouws boudoir,"
valt velen uit den mond bg het be
treden van mijn heiligdom; een
bizonder grappig uitgevallen bezoeker
spreekt zelfs van mevrouws
boudeerof pruilkamertje. Anderen loopen er
zonder opmerkingen doorheen, dat
zijn de reè'ele probleemloozen, die de
dingen nemen zooals zij zyn of de
genen, die te beleefd zijn om hun
meening te uiten. Weer anderen *
'prijzen het vertrek als bizonder aardig,
maar stellen onderzoekend de vraag:
..Zit je hier nu wel eens?" of Wanneer
zit je daar nu?"
Wat valt uit deze opmerkingen af te
leiden? Is het hebben van een eigen
kamer in het algemeen voor een
mensen een bizondere luxe? Dat hangt
er van af hoe iemand is, en wat iemand
is. Er zijn menschen met zooveel
concentratievermogen en stalen ze
nuwen, dat ze op de trap, in den trein,
bij de radio of temidden van
huisgenooten het moeilijkste hersenwerk
verrichten. We kunnen hen buiten
beschouwing laten, want ze dragen
hun eigen kamer onzichtbaar overal
mee en sluiten de deur af, zoodra het
hen uitkomt. Zij zijn de uitzonde
ringen op den regel, die het ons heel
gewoon doet vinden, dat de zaken
man of de zaken-vrouw een eigen
kantoor heeft, als vereischtc voor het
goedgaan van zijn zaken; dat de
intellectueel een eigen vertrek- heeft
om de bron van zijn kennis op peil te
houden.
Wanneer kinderen een middelbare
school gaan bezoeken, zal voor de
meesten, zooal niet een eigen kamertje,
toch een eigen tafel of schrijftafel
worden ingericht, opdat in zoo'n
eigen hoekje de vele oefeningen in het
denken worden volbracht. En aan het
student-zijn is wel het meest het
begrip eigen kamer onverbrekelijk
verbonden. Bij dit voorbeeld voelt
ieder, waarin de waarde van een
eigen kamer ligt: de onbeperkte
mogelijkheden staan open om door
eigen vrijheid van beweging zichzelf
te vormen tot een zelfstandig denkend
mensch. In ons land wordt deze
vrijheid van doen en denken voor den
student nog verhoogd, door de
financieele onafhankelijkheid, waartoe, zelfs
in crisistijd, vele Nederlandsche ouders
hun studeerende kinderen in staat
stellen, naar oud royaal gebruik.
Deze beide materieele dingen, eeu
Najaar s mode
De herfat ia bij uitstek geschikt om
sportief gekleed te gaan. Bovendien ia
het voor lange bontmantels ook nog een
beetje vroeg*
De behagel ijke, ruige Engetiche
titeedstoffen leenen zich bijzonder goed
voor defgelijke ensembles. Bij het
linkercomplet is de japon grijs en groen geruit,
de driekwart mantel is effen grijs, met
een effen groene ceintuur en shawl. De
baret doet denken aan die der Schotsche
Hooglanders. Het andere pakje heeft een
kastanjebruine jupe-eulotte en een geel
en bruin* geruitjtfasje.
kaïniT cu »vu oigc>ii jaargfltl
nuomt Virginia \Voolf de basia voor
intellectueelu vrijheid. In 1020 ver
scheen haar zeer geestig geschreven
essay A room of one's own", waarin
?/Ij twee lezingen verwerkte, in 1928
gehouden voor meisjesstudenten van
Xewnham- en Oirton college over een
opgegeven onderwerp: woman and
fiction, vrouwen als schrijfsters.
Het verband tusschen een eigen
kamer en de dichtkunst legt >zij aan
het slot op blz. 103:
Een professor in de Engelschc
literatuur heeft nagegaan, dat de
grootste Engelsche schrijvers van de
laatste 100 jaar op drie na, aan een
universiteit studeerden, en dus door
materieele dingen in staat gesteld
waren de beste opleiding te genieten.
Van de overige drie : Keats, Browning
en Roae'.ti, was alleen Keats, die
jong stierf, niet in goeden doen. Een
arme dichter, aldus Quiller-Couch,
heeft nu, evenmin als voor 200 jaar,
een schijn van kans; een arm kind
in Engeland heeft niet veel meer
hoop, dan de zoon van een
Atheenschen slaaf, om door emancipatie
die intellectueele vrijheid te bereiken,
waardoor groote boeken Ontstaan.
Daar komt het op aan. Intellectueele
vrijheid bei-ifst op materieele dingen.
Dichtkunst berust op intellectueele
vrijheid. Vrouwen zijn altijd arm
geweest, niet alleen de laatste 200
jaar, maar vanaf de schepping der
wereld. Vrouwen* hebben ? minder
intellectueele vrijheid gehad dan de
zonen van Atheensche slaven. Vrou
wen hebben dus geen schijn van kans
gehad om te schrijven."
De publieke opinie van vroegere
eeuwen ontzegde aan vrouwen a
priori de kunst van schrijven; op
grond van baar yrouwzljn. Geen
ttvrouw, geboren met groote gaven,
zou toen een vrij leven hebben kunnen
leiden tegen de opinie van iedereen*,
zonder een geweldige zenuwschok.
Als zij die zou overleven, dan zouden
haar gedichten zijn gevloeid uit een
overspannen verbeelding, ze zouden
anonyin zijn gebleven, of zooals van
George Eliot en George Sand onder den
naam van een man ztfh gepubliceerd.
Iedereen weet dit, maar niet iedereen
weet, dat nog in 1028 Cecil Gray
de vrouwelijke componist becritiseerde
met woorden, vroeger gebruikt voor
de- vrouwelijke dominee: Een com
positie van een vrouw is als het
loopen van een hond op zijn
achterpooten. Het is slecht gedaan, maar
men is verrast te merken, dat het
gedaan wordt."
In dit licht van de nog zoo kort
aanvaarde intellectueele vrijheid voor
vrouwen, is het niet zoo verwonderlijk,
dat bij het zien van een eigen kamer
voor een gehuwde vrouw, die sinds
eeuwen ingeroeste gedachten -weer
bovenkomen in den vorm van lichte
spot en verbazing.
. En waarom? De vrouw en moeder
behoort aan haar gezin; zij hoort het
middelpunt te zijn in de huiskamer
onder de lamp; zij hoort de warmte
bron te zijn in hot gezin, waaraan
ieder, als hij het . npodig heeft, zich
koestert. Inderdaad; alle tegenstan
ders van de emancipatie der gehuwde
vrouw, die zoo spreken, hebben gelijk.
Maar zij moeten niet vergeten, dat er,
juist bij deze hooge taak van zichzelf
wegcijferen voor man en kinderen,
perioden zijn, dat heel veel warmte
aan deze warmtebron wordt
vonttrokken, zoodat hij uitgeput raakt en
weer gevuld moet worden. Dan is het
noodig, om eens alleen te zijn voor
bezinning, rust of eigen werk. Som-"
mige gehuwde vrouwen trekken zich
daarvoor 's middags terug in haar bed
of op haar slaapkamer, waar zij de
deur op slot kunnen doen. Maar er
zijn er, voor wie slaap niet voldoende
is om het geestelijk peil te herstellen,
omdat zij door intellectueelen arbeid
haar geest verfrisschen. De maat
schappij, door werkeloosheid geteis
terd, stelt geen prijs op dezen arbeid;
het gezin echter wel. Want, wanneer
die andere periode begint, waarin te
weinig warmte aan de warmtebron
wordt onttrokken, n.l. als de kinderen
volwassen worden, en de moeder
minder noodig hebben, dan is de
geest gewend gebleven aan zelfstandig
werk, gericht op de eigen persoonlijk
heid der gehuwde vrouw. Dan staat
de vrouw en moeder als harmonieus
middelpunt in het gezin gedurende
haar gehèle leven en blijft zij niet,
zooals nu al te vaak, met een groote
dosis ongebruikte opofferende liefde
zielig achter.
Er is veel geschreven over de
dubbele roeping der vrouw in verband
met een opleiding voor beroep of
huwelijk. Voor de meeste vrouwen
(86 %) komt het huwelijk tot stand:
men is tevreden en schrijft niet verder,
de roman heeft een gelukkig einde.
Maar- dan begint het pas met do
dubbele roeping. Dan moet blijken,
dat de vrouw de-juiste maat weet te
vinden tusschen haar taak van afzien
van haar eigen persoon, zich instel
lende op man en kinderen, en haar
taak van toezien op haar eigen persoon,
zich instellende op eigen werk naar
eigen aard. Daar ligt voor mij de
waarde van een eigen kamer.
Mr. A. W. DB RANITZ-COHEN
SPELINGEN DER
NATUUR
"Vleeachetende planten
HET is gelukkig, dat slechts"
een 500 soorten planten op
aarde voorkomen, die zien
met een vegetarische levenswijze niet
kunnen vereenigen en zich voeden
met insecten en vleesch van andere
dieren. Die dus niet als de andere
planten uitsluitend voedsel en water
uit den bodem opnemen en het kool*
zuurgas uit de lucht. Doch die 500
soorten zijn dan toch maar de insec
ten-verdelgers, die maken, dat wij
menschen, gespaard bleven van een
insecten-plaag. Hoeveel vliegen, mug
gen, spinnen en andere beestjes zijn
er reeds aan ten offer gevallen l
In andere werelddeelen is het insect
een veel grootere plaag voor den
mensch dan hier en de natuur heeft
daarom maar een drietal
vleeschetènde planten in ons land gebracht.
Twee daarvan komen in de natuur
voor, n.l. het Vetkruid en het Blaas
jes-kruid, doch de derde wordt zelfs
als.kamerplantje aangetroffen.
Het is de z.g. Ründbladige Zonne
dauw (Drosera Hotundifolia). De bla
deren lijken wel iets op speldekussens
door de lange haren, die aan het uit
einde een knopje hebben, dat een
kleverig vocht afscheidt. De insecten,
die ervan snoepen, blijven kleven, de
haren buigen zich over en het vleesch
wordt verteerd. Daarna gaan de
haren weer recht overeind.'
> U zet het plantje in de zon, voor
het raam, desnoods buiten, doch op
een schoteltje water. Het plantje
heeft verder niet veel uiterlijk schoon,
toch bloeit het nog met een wit
bloemetje.
: ? O. P. BBONKHOBST
PAG. 12 DE GROENE N*.w»
JEUGD VAN HEDEN
Dr. A..Saalt
WANNEICK I.H-II gucliireude
twintig jaar dagelijks uiel
een paar lumdurd
adolescenten omgaat, dan ziet men langzamer
hand duideljjk de twee 'puien,
waartusschen dat jetigd-zyn heen en weer
balanceert: de agressieve en de defen
sieve. Eensdeels is jeugd opstandig,
uritisch, eerbied en bewondering op
zettelijk onderdrukkend, als natuur
lijken, vijand voelend wat niet van
haar leeftijd is; anderdeels (en dikwyls
tegelijkertijd) ontvankelijk, receptief,
ljjdeUjk, volgzaam, passief, gereed tot
bewonderen. Merkwaardig is, dat de
invloedssferen van deze beide polen
?/.ich in den loop der jaren vrij aan
zienlijk hebben gewijzigd.
Aldus: omstreeks 1880?1000
overheerscht de defensieve pool. Ouders,
meesters en leeraren zijn geduchte on
te duchten, autoriteiten, liet kind is
gevangen, lichamelijk, maatschappe
lijk, geestelijk ea psychisch in den
greep der ouderen. Het volkskind
zwoegt voor zijn ouders en zijn bazen,
het kind der gegoeden jurat in verba
niagistri". Vergelijk Woutertje Pieterse.
Ook de Kleine Johannes zit nog
gevangen, maar in zijn eigen droomen;
Bline Vere in de maatschappelijke
vooroordeelen die haar verhinderen
te leven.
Tusschen 1900?1915 b de middel
bare school- jeugd defensief, receptief,
eerbiedig. Maar er komt critiek en,
wat meer zegt, het verlangen naar
andere waarden dan de school geeft.
Kwamen wij op school niet verder dan
''ütgieter en de Genestet, dan lazen
i.ve voor ons zelf Kluos en Van Eeden.
Tusschen 1015?1025 kwam ik als
,-mg leeraar zelf met Kloos en Gorter
u de gansche Nieuwe Gids-bcweging
i andrage n en met open hart, met
;? pen oo ren werd het opgenomen en
verwerkt door de jeugd van dia jaren.
>.y was in hooge mate ontvankelijk
x oor de dingen des geestes. Daarnaast
'?rak de offensieve pool zich baau.
Meer en meer critiek groeide. Eerbied
v-ior de grooten" begon te
vermin? -ren. Van een heel enkele kreeg ik
i> die jaren te hooren, dat een
locoi i-jtief toch mooier was dan Vondels
l 'icifer. Maar dat bleef uitzondering.
r- 'j de meesten bestond groote
behoef!?? aan schoonheid. (Niet te verwarren
u 't aethetisch gezwam inde ruimte"
V'ioals sommige venijnige
schoolmeesM-S het gaarne noemen).
kwam de tijd sedert 1025;
men kan niet zeggen, dat het
h -den" toen begon. Alleen, dat de
-randeringén steeds sneller op elkaar
\ dgen, dat het zich afwenden van
i- «Stelijke en aethetiachs waarden
t- enam ten bate van grootere naar
l'titen gekeerdheid. Het defensieve
moest wijken voor het agressieve, het
s! i 11e voor het luide. Van Schendeis
w-rk werd in die jaren door sommigen
vervelend gezeur genoemd, Van Eeden
tf u dominee. De Kleine Johannes
ni'iar dat geldt eerst voor 'de laatste
j&ren neemt men als een lief
sprookj" nu ja, maar dat weet men nu wel;
Bi-kend, meneer,
alsunietsinteressan?<>?« hebt l i l De betweterigheid,
zelfovorschatting, het cynische
over-alles11" -n-zijn, daarbij het brutaalgrove
u u toon spreiden van eigen half-gare
oi.doordachtheden en onb
zonnenj zich op een voetstuk van
'jong7->jti plaatsen en oudere jaargangen als
af gedaan ter zijde plaatsen, dat alles
is karakteristiek voor het heden. Ik
ii-ifor uit een brief:
Wanneer bijv. Adama van
Schel'«ma wat staat te beweren over een
.koe m de wei, dan kan ik daar
godsotunogelijk dichterlijke schoonheid
in zien. Wel beeldende (n.l. in het
'AG. 13 DE GROENE Ne. 3CM6
orn
niet iu het K<'dicht), bijv.
fotografische." (! S).
Leerzaam in ook deze uitlating, die
men trouwens ook vindt bij tal van
hedendaagschc auteurs:
Perk zal ik niet meer uit du
kast halen, Kloos, Verwey evenmin.
Heel iets anders is het met de
moderne Vlamingen, die vind ik
prachtig, niet alleen ik, maar de
heele klasse. Waarom ? Omd,at die
de kunst van het leven geven, de
tachtigers daarentegen de kunst
van de verbeelding, en wij in een
tijd leven, waarin de schoonheid
van de werkelijkheid geprefereerd
wordt boven die van de verbeelding.
Het gevolg is, dat die arme klasse
uitgekreten wordt voor gevoelloos
en stompzinnig en eigenwijs, wat
zij toch in werkelijkheid niet is."
En dan krijg ik ten slotte den
goedgemeenden raad: Streeft u er ernstig
naar, het schoonheidsgevoel van de
moderne jeugd te vinden, dan zult u
het stellig vinden, niet als een arm
tierig rotsplantje, maar als een stevig
bloeiende plant"....
De zaak komt derhalve hierop neer,
dat men wat een oudere generatie
voortbracht niet meer wil waardeeren.
Terwy'l het geheim van alle ware
cultureele ontwikkeling juist is het open
staan niet alleen voor wat het heden
geeft, maar juist ook voor de waarden
van het verleden. En dat vermogen
deze luidruchtige jongeren niet te
begrijpen, zelfs niet als ze een klas
sieke opvoeding hebben gehad.
Op een conferentie te
Woudachoten, waar ik sprak over de
hedenda&gsche'verschijnselen die de jeugd
veihinderen menschen te worden in den
volledigsten zin van het woord (snel
heid, techniek, lichaamsvergoding, za
kelijkheid), meende een moderne me
vrouw te moeten opmerken, dat ik
dan maar een ander beroep moest
kiezen. Men staart zich in sommige,
\ooral paedagogische milieus, nog al
tijd blind op dat onbeschreven
heulgendom der jeugd.
Maar men vergeet, dat ieder kind
een paar ouders heeft, en de appel valt
niet ver van den boom. Dat blijkt
vooral in harde tijden als die wij thans
beleven.
Recept
en
Hachec van varkensvlcesch (j personen)
406 Gr. varkensvleesch (b.v. lap
pen), 4 groote uien.Co Gr. (afgestreken
cetlepels) boter, '/, L-' kokend water.
2, Maggi blokjes, scheutje azijn (on
geveer 3 lepels), i theelepeltje
zout, wat peper, een laurierblad,
2 krüidnagelen, ongeveer 20 Gr.
(2 afgestreken eetlepels) bloem.
Snijd met een scherp mes de
gewasschen varkenslappen in stukjes (niet te
klein), laat ze met de boter en de gesnip
perde uien in een gedekte pan zachtjes
stoven, tot het. mengsel lichtbruin is
(af en toe roerende); Giet er dan den
bouillon bij en .den azijn, strooi er de
'kruiden in en het zout en laat alles samen
verder zachtjes gaar worden (nog onge
veer i uur).Bind met aangemengde bloem.
Witte boonensoep (4 personen)
500 Gr. (i pond) witte boohen,
31/! L. water, 500 Gr. {i pond)
krabbet j es, 4 uien, i selderijknol, wat
.'. selderijgroen, 4 theelèpels Maggi's
Aroma, ongeveer 20 Gr. zout..
, Laat liefst gedurende den nacht de
gewasschen witte boonen weeken in 3 % L.
water; breng'ze den volgenden dag met
dat water aan de kook en' voeg het zout
en de krabbetjes bij. Laat de soep op een
zacht vuur gaar en gebonden worden
(ongeveer 3 uur), nu en dan de boonen
met een houten lepel fijn roerende. Laat
het laatste halve uur de gesnipperde
uien, de in blokjes gesneden knolselderij
en het selderijgroen meekoken.
PEREZ
PERZISCHE TAPIJTEN
AMSTERDAM C - Singel 480-482 b/h Koningsplein
ROTTERDAM - '8-GBAVBNHAGE - GRONINGEN - UTRECHT
Een eclit" Perilaoli tapijt wordt geknoopt door
menaclien met natuurlijken Kunstzin* Het léft»
Hat hult Ptns T»lt ali «r
Ma ImlUtl» In huls komt.
BADEN, GEYSERS EN WASCHTAFELS
G. J. DE KONING & Zn.
Opgericht 1739
Amsterdam C. Telefoon 32457 Keizersgracht 447
Bezoeker* aan Amsterdam
Victoria Hot*J - Damrak t/0 C. Station - noodlgt U uit.
WU varzorgen U In ons hotel tegen matige prijzen,
' U zult t«vr«d«n zljnt :
Kamer* met Holl. ontbijt Lunch Diner
f 1.60 «n f2.?f2.?, f8.?en f4,
Da Dlraetfa
vanaf f 8.50
Paris Unique
is de naam van
onze nieuwe
7-DAAGSCHE
GEZELSCHAPSREIS per verwarmde luxe-auto
car naar Parijs. Zeer interessant programma.
Eerste klas hotel.
is zeker nïet overdreven
7 dagen, alles inbegrepen, fl /^ Q
ook fooien en verzekeringen: III ? w»""
Vertrekdata 21, 28 Oct. en 4 Nov. 1935.
Vraagt inlichtingen en programma's b/d:
NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING - DEN HAAG
Telef. 333966 - Laan van Meerdervoort 53-D ? Giro 33333
VEILIGE BELEGGING
BOSCHTCRRCIN onder APELDOORN
(aas, alaetra, watarlaldlng «n talafeon)
vanaf 10?30 eant par M'.
Brieven No. 6050 bureau v. d. blad
De WERVINGS WEDSTRIJD
van DE GROENE is in
vollen gang. U hebt ook
nu nog kans óp den hoofd
prijs van
DUIZEND GULDEN.
of op een der prijzen van
50 of 100 gulden. U. kunt
zelfs meer dan n prijs
winnen. De voorwaarden
vindt U nogmaals afge
drukt op pag. 19 van dit
nummer. ?
HEERENKLEEDING VOOR
VADER EN ZOON
TOT REDELIJKE PRIJZEN
ADRIAAN SCHAKEL
HEJUGÊWEG - TELERDON 37273
ULSTERS
van f 45.?af
l
i
marie", sprak een echtvriend uit leiden,
ondanks deze sombere tijden
doet hij zeer verkeerd,
die de uitkijk" niet eert
en dus zijn programma *) zal mijden."
1 (?> n» «raak 9 pramlara*