Historisch Archief 1877-1940
il
r
i!'
i'
i:
!!
De onbekende factor
Mr. M. KANN
Hnosollni'slkaartenhuio
HET is altijd de onbekende factor, >die
teekening brengtin den loop der gebeur
tenissen. Ook in de politiek.
Men kan het zich gemakkelijk maken en
nauwkeurig rekening houden met alle bekende
factoren, met alle te voorziene krachten maar
plotseling doet zich een nieuwe factor voor, of
n dien men steeds over het hoofd heeft gezien
maar die nu plotseling in belangrijkheid is
toegenomen, en een heel gebouw van redenee
ringen, waarin men zelf naievelijk heeft geloofd,
valt ineen als een kaartenhuis. Niemand heeft
dat in de afgeloopen maanden zoo bitter ervaren
als Mussolini.
Zijn redeneering was aanvankelijk niet zoo
onjuist, hoe onjuist ook zijn politiek geweest
mag zijn. Want wij mogen wel aannemen, dat
hij het Abessynisch avontuur begonnen is,
omdat de zaken in Italiëlangzaam maar zeker
spaak begonnen téloopen. En wanneer de
Volkenbond zich met dezen veldtocht niet be
moeid had, dan zou dat nog volstrekt niet
hebJxaLbeteekend. dat het goecTzou zijn afgeloopen.
Zeer deskundigêTën allerminst vooringenomen
Fransche koloniale en militaire deskundigen
hebben zich er onverbloemd pessimistisch over
uitgelaten en het is niet onbekend dat generaal
Graziani's' inzichten eerder met die meeningen
strookten dan met de wenschen van den Duce.
Maar dat doet hier allemaal heel weinig ter zake,
al laat de onvergelijkelijke roekeloosheid van
deze onderneming wel eenig licht schijnen over
Mussolini's gemoedsgesteldheid toen hij onher
stelbare fouten maakte in de groote lijnen, bij
een ziekelijke volmaaktheid der organisatie in
kleinigheden. Hij ontketent een volkshaat tegen
Engeland en laat zijn troepen volgen door
rijdende ijsmachines.
Maar ter zake. Was het wel zoo onjuist gezien
van Mussolini, dat hij meende den Volkenbond
te kunnen negeererf? Aanvankelijk zeker niet.
De Volkenbond was wel niet dood, maar het
sanctie-begrip, de wil tot directe rechtshand
having, desnoods met den sterken arm, was
inderdaad niet levend. Het was het nooit geweest.
En daardoor was de Volkenbondsidee in de
werkelijke, in de reêele politiek n factor van
zóó weinig beteekenis geworden afgezien
van haar propagandistische waarde -p dat
Realpolitiker er dan ook geen rekening mee
hoefden te houden. Wanneer men al rekening
hield met den Volkenbond, dan wilde dat toch
eigenlijk niets anders zeggen dan dat men in een
bepaald vraagstuk de belangen van de betrokken
groote mogendheden te ontzien had. Het ab
stracte collectief belang kon men verwaarloozen,
zooals men in de berekening van den baan
eener ster een heel klein kracntje verwaarloost
?dat op den omloopstijd geen merkbaren invloed
heeft.
Totdat door een of andere oorzaak dat kleine
krachtje grooter wordt! Dat het imperiale
belang van het Britsche Rijk plotseling een
ftinken stoot zou geven aan den sluimerenden
Volkenbpndswil (hoe logisch en verklaarbaar
dat achteraf pok zijn mag) was niet te voorzien.
In zekeren zin was het toeval. Ook een andere
gebeurtenis had de eerste aanleiding kunnen
zijn. Een Hoiigaarsche bedreiging, bijvoorbeeld,
tégen Slovakije zou Frankrijk m het geweer
gebracht hebben. Dan had' het in Engeland
niet ontbroken aan lieden die riepen dat men
zich er liever niet mee moest bemoeien, evengoed
als er nu in Frankrijk zulke lieden zijn. Maar
noodzakelijkerwijze zou ook dan een
ngelschFransche solidariteit ontstaan zijn, evengoed
OLS
WKt» Cur«c«o SM
Ch«rr f Br*»dy
Aprlcoéftroarijr
als nu. Werkelijke kracht heeft die sluimerende
wil tot rechtshandhaving echter gekregen door
den weerklank dien de plotselinge roepstem vond.
Het bleek nu hoe groot de behoefte was aan
daadwerkelijke handhaving van het recht. En
dat beteekende dat hoogstwaarschijnlijk die
kleine te verwaarloozen factor ten onrechte
buiten de berekeningen gelaten was. Misschien
zou de Japansche kwestie er ook anders uitzien,
wanneer men inzake Mantsjoerije met meer man
haftigheid ware opgetreden en wanneer niet
toentertijd Sir John Simon gedacht had de
Britsche belangen het best te kunnen be
schermen door de Japansche militairen maar
hun gang te laten gaan. ...
Mussolini heeft gemeend zich aan dit voorbeeld
te kunnen spiegelen. Hij had daar goede redenen
toe; en toch heeft hij zich vergist.
Toen dat eenmaal duidelijk was, heeft hij
zijn vergissing niet willen inzien. Hij meende dat
het geen ernst was. Totdat de sancties kwamen.
Toen meende hij dat de sancties niet ernstig
waren. Totdat hij zal beginnen ze te voelen.
Is dat niet kenteekenend? JDat hij, toen hij deze
n^
geen rekening heeft gehouden, is verklaarbaar.
Maar in September moeten hem de oogen zijn
open gegaan. Toen heeft hij niet willen zien.
Ku zal zijn land in een toestand van economi
sche belegering geraken, met alle gevolgen van
dien. Hij wil dat niet zien. Het kan zijn dat hij
den Abessynischen veldtocht nog lang vol kan
houden. Misschien nog tot na de volgende
regenperiode. Maar door het steeds klemmender
worden van de Volkenbondssancties zal
^
plan tot vestiging van een koloniaal Imperium
in Oost-Afrika als een kaartenhuis ineenvallen
en het zal daarbij niet van veel belang zijn,
of de krijgsverrichtingen nog voortduren, of niet.
Sanctie»
ZOOALS eerst de wil tot rechtshandhaving de
onbekende factor was, zoo is dat nu het uit
vloeisel van dien wil: de politiek der sancties.
Zullen die sancties werkelijk een astreinte
worden, door -middel waarvan de Volkenbond
Italiëtenslotte kan dwingen"! Het ziet er wel
naar uit.
Intusschen zijn die sancties allesbehalve volledig.
Zij zullen pas op den langen duur instaat blijken
Italiëte nopen tot het opgeven van den strijd.
En dan nog via den omweg van de ontwrich
ting van het Italiaansche commercieele leven.
Dat ziet er niet zeer troostrijk uit. Wel is er
een Wapenembargo afgekondigd, maar Itali
heeft zelf genoeg gelegenheid om wapenen en .
munitie te fabriceeren. En omdat import van
grondstoffen door nïet-Volkenbondsleden mo
gelijk bleef, waren er tot nu toe een aantal van
deze zaken niet vervat onder het Volkenbonds
embargo, nl. kolen, ijzer en olie. Wel is het verbod
van invoer uit Italiëbedoeld als een bemoeilijking
van den invoer dezer grondstoffen, omdat
zoo? doende de geldmiddelen zullen gaan ontbreken
om deze waren te betalen, maar het ligt voor de
hand dat dit een dwangmiddel is dat slechts
na verloop van tijd zijn uitwerking toont.
Vandaar dan ook, dat zich te Genève een streven
kenbaar heeft gemaakt om contact te zoeken
met de niet-leden van den Bond om tot een
doeltreffender afsluiting van Italiëte komen.
? Van belang is vooral n product: olie. Een
accóord met de Vereenigde Staten scheen niet
.tot de onmogelijkheden te behooren. Wordt
dat bereikt, dan is er veel bereikt, want dan is
de Abessynische veldtocht voor Italiëbinnen
zeer. korten tijd een hopelopze zaak.
De president der Vereenigde Staten heeft het
, echter niet gemakkelijk. Roosevelt moet in zijn
leiding der buitenlandsche aangelegenheden met
velerlei binnenlandsche belangen rekening hou
den. Wel wordt het hem eenigszins gemakkelijk
gemaakt, doordat Stimson, oe .vroegere
Repubiikeinsche minister van buitenlandsche zaken,
een voorstander van steun aan den Volkenbond
blijkt, maar de ,|Big Business" is toch ook ter
dege in de partij der oppositie vertegenwoordigd.
En het 'zijn juist' de petroieum-ondernemingen,
die nu van den toestand blijken te profiteeren.
Óp handige wijze buiten nu de Amerikaansche
PAG.a DE GROENE No. 3049
v, ,
Mr. B. C. J. Loder
IHIIIIMIHMIIIMMIMHIMIHimilllllllHMHIlHIHI'HHMIIIIIIMHMHHIHHIIHIMinlimilllNl
den dood
je-rEDERLAND is door zijn geographtschc
2 V "JH»'nIJ en door zijn historie bestemd tot een
centrum van internationale verstandhouding
Wij onderhouden nauwe relaties met Engeland,
Frankrijk en Duitschland, wij spreken de talen van
die landen en hebben begrip van de uitingen van elk
van deze drie zoo verschillende culturen tegelijkertijd.
De eerste Europeaan, Erasmus, was een burger van
Rotterdam.
Hei land van Grotius heeft in de laatste tientallen
jaren meer eersterdngs beoefenaars van het
internationaal recht opgeleverd, dan menig veel grooter
tand. Onder hen nam Loder een unieke positie in.
Na een langdurige werkzaamheid als advocaat werd
hij geroepen deel uit te maken van ons hoogste
rechtsprekende college. Men had kunnen verwachten.
politici de verontwaardiging over deze oorlogs
winstmakerij uit, om te komen tot een
contmgentëering der olie-exporten. Alleen de normale
hoeveelheden wil men nu nog slechts voor uit
voer beschikbaar stellen. Op deze wijze kan men
dan zoowel de Amerikaansche neutraliteit hand
haven als den Volkenbond steunen. Klinkt dat
alles niet erg halfslachtig? Zooiets als de waar
schuwing aan de burgers der V.S., dat zij slechts
op eigen risico kunhen reizen op stoomscheper
,,der oorlogvoerenden". Maar met dat al schier
de sanctiepolitiek een eind verder op in
d'richting van directe doeltreffendheid en van. de
Amerikaansche halfslachtigheid, diétrouwens
meer van politiek-juridischen aard is dan van
materieele oeteekenis, zal wel spoedig niet vee»
meer over zijn.
Ondanks successen, die in deze dagen van
het oorlogsterrein worden gemeld, ziet de toe
komst er voor Ital ie allesbehalve rooskleurig uit .
i>e wereld in twee kampen
HET blijkt dus dat sancties zich plotseling
tot een formidabel politiek instrumen t
kunnen ontwikkelen. , Economisch gesproken
zal Italië, wanneer er geen zeer spoedig eintle
komt aan het Abessynische avontuur, zich
binnen enkele weken in een toestand van v
r»1-komen belegering .. bevinden.
' Merkwaardig is in- dit opzicht de houding
van Duitschland. Door geheel andere oorzaken
dreigt het Duitsche Rijk in een dergelijken
toestand te verglijden. Al doet de schaarsclne
zich daar op ander gebied gelden, het
gron.Jstoffentekort, dat voor de Duitschers den wereld
oorlog tot een verloren zaak maakte, culmi
neerde odk toen in een te weinig aan boter, vvt
en vleesch. Dat dit nu wederom het geval i>.
brengt langzamerhand de bevolking het bewust
zijn bij, dat men zich ook nu weer in een soort
belegeringstoéstand tegenover de buitenwereld
George II van Griekenland
limlIUIHmillllllHIHimimillllHIIIUtllllllllllirilllllftllllllimilllimiimmimiimillllt:
van Mr. L o d er
dat hij toen meer rust zou nemen en niet meer op den
voorgrond zou treden. Maar zijn groote bekwaam'
heden, zijn ijver en zijn ambitie deden hem daarna
nog-een groote rol spelen op een geheel ander terrein.
Hij werd de eerste Nederlander, die deel uitmaakte
van het In Den Haag gevestigde Permanente
Hof van Internationale Justitie en dat hof koos hem
tegelijkertijd een hulde aan den man en aan zijn
vaderland tot zijn eersten president.
Wie ooit Loder over het internationale recht heeft
hooren spreken, kwam onder den Indruk van zijn
redenaarsgaven en van de wijze, waarop hij de
materie beheerschte.
Hij was een goed Nederlander juist daardoor, dat
hij een even groote liefde koesterde voor het inter
nationaal recht als voor zijn vaderland. A. C. J. J.
s
s
s
s
mMi'IIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIUIIMinilHIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIimillllMIMIIIIIItlHMIIl
bevindt. Wel is dat enkel en alleen aan binnen
landsche oorzaken te wijten, aan het streven
naar autarkie, aan den f inancieelen janboel en de
geforceerde herwapening die het betalingsver
keer en de normale uitwisseling van goederen
met de omliggende landen in de war hebben
gestuurd, maar dat verandert weinig aan het
feit, dat een gelijk lot deze twee landen naar
elkaar toe dreigde te drijven.
Duitschland put echter uit het gebeurde te
Genève zijn les. Want de solidariteit tegenover
'len aanval, die aanvankelijk te Berlijn ongeloof
; n verbazing wekte, heeft al gauw diepen indruk
? gemaakt. Vandaar dat de Duitschers nu,
hoewel zij den schijn aannemen alsof ze niets
met den Bond te maken willen hebben en alleen
tegen de speculatie" optreden, de
sanctiepolitiek in de kaart willen spelen. Zij zullen daar
allicht bij denken: voor wat hoort wat. Maar
-if deze politiek de Duitschers uit hun isolement
verlossen zal, is toch aan gerechtvaardigden
twijfel onderhevig. Een boycot van het fascisme,
al is die dan niet als zoodanig bedoeld, kan toch
het nationaalsocialisme nooit ten goede komen.
Bovendien kan welwillendheid van het
buitenJand Duitschland niet helpen. Slechts een
prinripieele wending in hun binnenlandsche en-eco
nomische politiek kan dat. Maar met dat al is het
opmerkelijk dat Duitschland zich schrap zet
<>m niet door den drang der omstandigheden
gedreven te worden in het eenzame kamp dat
Van de wereldeconomie wordt afgesloten door
een onzichtbaren wal.
Wij moeten afwachten welke teekening de
onbekende factor, die de sanctie-politiek ook
nu nog blijft, aan hét wereldherstel zal geven.
De Crisis heeft het fenomeen opgeleverd van
een economischen oorlog van allen tegen allen.
Zal in' deze chaos de bewuste economische
oorlog de antithese brengen, die tot herstel
van orde voert?
lY
l ':
WEEKTROMPET
VAN DEN WIJZEN OLIFANT
ALLE dingen dezer aarde zijn bezwaarlijker
dan men vermoedt. Dat ondervindt op het
oogenblik de Volkenbond te Genève, dia
bezig moet zijn met de uitwerking der Sancties,
hetgeen een verre van gemakkelijke zaak is. Het
lijkt er wel op of Oenève een wespennest gaat
worden in plaats van een duiven-nest.
Intusschen duidt het bericht eener zijdelingsehe
medewerking van Duitachland met de
Sanctiepolitiek op een verminderde spanning in het hart
van Europa, en Hltler heeft het in de afgeloopen
week nog eens speciaal laten zeggen, dat hij, na
de oplossing van het Saar-probleem tegen Frank
rijk heelemaal niets kwaads in den zin heeft.
Ernstiger ziet het eruit in Oost-Europa, waar de
scherpe opmerker allerlei politieke verschuivingen
ontwaart. ??Het schijnt tusschen Polen en
Czecho-Slowakije allesbehalve dierbaar te zijn.
Terzelfder tijd ziet men een merkwaardige toe
nadering tusschen Polen en Hongarije. Als er
een gebied van Europa is, waar de politiek van
Versailles de gevaarlijkste situatie heeft gekozen,
dan is het het gebied der successie-staten. Honga
rije, dat gekortwiekt is aan alle kanten, is nog altijd
van een ziedenden haat vervuld, die den bezoeker
van Hongarije, die hem van aangezicht tot aange
zicht aanschouwde, met ontsteltenis vervult. Tot
cüen men elkander- rechtsstaat
"zelfs in den dagelijkachen groet,
brengt,, ligt een herinnering aan de re
vanchegedachtè. ?
In Griekenland heeft de omwenteling, die Koning
George weer op den troon bracht, haar onbloedig
beloop gehad, en de Koning heeft zich, nadat hij
zijn kroon eerst eens aan alle kanten heeft bekeken
er voor laten vinden, haar weer op het hoofd te
zetten. Eén korte trompet-stoot over revoluties.
De moderne revolutie doet afstand van het bloed.
Ze is gemoedelijker geworden dan haar romantische
en afgrijselijke voorouders, maar ze is dan ook ge
makkelijker gedaan en ongedaan te maken; ze kan
frequenter zijn. Ook démajesteit laat men gemak
kelijker komen en gaan, men zou bijna zeggen, als
het niet te oneerbiedig klonk, men speelt
pandverbeuren met haar. Nu men de ex-kóningen niet meer
onthalst blijven ze altijd beschikbaar op eenigerlei
? Londensch apartement. Zoowel het begrip majesteit
als het begrip omwenteling, oudtyds eerbiedwaar
dige en gruwelijke begrippen, zij zijn beide
genaakbaarder geworden, maar instabieler. Het is eigen
lijk geen vooruitgang, dat de menschheid zoo met
haar symbolen speelt.
Maar vóór Griekenland zal het waarschijnlijk wel
een vooruitgang wezen, dat een man met een nuch
ter hoofd, en die de beginselen heeft hlgedronken
van een door demokratisch beperkingen gestut
koningschap, zooals dat in Engeland bestaat, nu
den troon zal bestijgen. Bovendien vinden de
Hellenen het waarschijnlijk wel prettig dat ze met
koning George aan het hoofd, minder kans hebben
in Italiaansche avonturen te worden meegesleept,
LJ IER te lande trekken twee vraagstukken voor
alles de aandacht: de pogingen die worden aange
wend om de werkloosheidsbestrijding tot. verdere
ontwikkeling te brengen en de aangekondigde wij
ziging van de Grondwet.
Op de provinciale begrooting van Zuid-Holland
is een bedrag van 3 millioen gevoteerd voor verbe
tering der groote verkeerswegen in dat gewest,
Amsterdam is bezig met het plan van het park in
Zuid. Overal begint men actief te worden. Die acti
viteit openbaart zich niet alleen rechtstreeks in de
uitwerking van plannen tot arbeidsverschaffing, zti
komt ook uit in de allerwegen oprijzende stemmen
om de oeconomische basis te verbeteren, waarop
een gezonde workvermeerdering moet rusten. Er
ztfn teekenen, die er op duiden, dat voor Amster
dam de positie van het scheepvaartbedrijf iets
gunstiger aan het worden is. Maar Botterdam is
nog een groot zorgenkind. Zoowel de Olifant als
anderen hebben herhaaldelijk in dit blad voor tege
moetkoming en steunverleening aan Botterdam
gepleit. Het kan ons dan ook alleen maar verheugen,
dat de Oeconomische Baad zijn duit. in het zakje
heeft gedaan, en eenstemmig aan de Begeering
heeft geadviseerd om, met het oog op de steeds
scherper wordende Antwerpsche concurrentie, over
te gaan tot verlaging van de vaste lasten voor de
scheepvaart en verleening van Bijhvaartpremies.
'Botterdam heeft recht op aandacht, Excellenties.
Het wacht al zoo lang en zoo bang!
Nu het tweede punt. Indien ik het korte, maar
PAG.3 DE GROENE Ne. 3049
veelzeggende bericht over de aanstaande grond
wetsherziening, dat ui de afgeloopen week in de
bladen verscheen, goed heb begrepen, dan ademt
die grondweteherziening een nogal reactionnairen
geest. Er zou gedacht worden aan een wering van
revolutionnair-gezinde groepen uit de vertegen
woordigende colleges, en aan een herziening van
de artikelen 7 en 194 der Grondwet. Artikel 7 zegt,
dat niemand voorafgaand verlof noodlg heeft om
door de drukpers gedachten of gevoelens te open
baren, behoudens ieders verantwoordelijkheid vol
gens do wet.
Do Olifant zou het buitengewoon bedenkelijk
vinden, indien aan deze drukpersvrijheid, het
aloude instituut, dat met het wezen van het
Xederlandsche volkskarakter is samengevlochten, moest
worden getornd. De Olifant is niet ondubbelzinnig
geweest in zijn veroordeeling van wat sommige, in
beslag genomen, persen hebben uitgebraakt. Maar
laat onze Begeering, die den rechtsstaat vertegen
woordigt, en uit dien hoofde de sympathie heeft
van de groote meerderheid van ons volk, toch uiter
mate voorzichtig zijn. Het is een vicJeuse cirkel.
De verdedigers van den machtsstaat gebruiken de
hier te lande zeer ver gaande drukpersvrijheid, om
eon situatie te verwekken, waarin zij do persvrij
heid kunnen knevelen. De verdedigers vanden
(in casu de Begeering) willen aan
jhetvolk een persvrijheid ontnemen, waar ze zelf aan
gelooven, ten einde in beginsel de idee der vrijheid
te kunnen redden. Neen, politiek denken is con
creet denken en in de politiek heeft een idee, en
zeker de grond-idee van het Nederlandsch volks
wezen, de vrijheids-idee, meer beteekenis dan
ein leeres Etwas".
De Olifant gelooft aan de zelfregelende kracht
van de volksziel en van de volksgezindheid. Pers
uitingen, die verontwaardiging wekken, kunnen
gerustelijk aan de verontwaardiging van de open
bare meening worden toevertrouwd l Men houdt
elkaar hier wel in bedwang, zonder overheidsin
grijpen, dat wij liever van den heer de Wilde dan
van den heer Mussert ontvangen maar dat, wie
het ook doen moge altijd verkeerd is.
Artikel 194 van de Grondwet bepaalt dat de wet
aan andere dan in de Grondwet genoemde lichamen
verordenende bevoegdheid kan verleenen. Dat
artikel, zou worden gewijzigd, maar wat bedoelt
men er mee ? Wil men die andere lichamen gaan
noemen? En is do voorgenomen grondwetswijziging
op het stuk van art. 104 een uitbouwen van onze
staatsregeling in fascistische richting? Wij zijn
allen, benieuwd, er iets naders van te vernemen.
En nu, ten slotte de quaestie van het weren van
revolutionnaire groepen uit de vertegenwoordigende
colleges. Hierbij rijst de vraag: wat is een
revolutlonnairo groep? Alweer een buitengewoon inge
wikkeld begrip, waarop toekomstige juristen-ge
slachten hun intcrpretcerende hersenfuncties kun
nen vermoeien. Is de N.S.B, een revolutionnaire
groep? Men zou zeggen, als men die jongens hun
longen ziet uitzetten, van ja. ?
Is de S.D.A.P. een revolutionnaire groep? Zy
weet het nog altijd zelf niet. Ze heeft allang de roode
baret aan den kapstok gehangen en heeft een
allerbeveiligendst aantal soliede, breed uitzittende
burgers opgenomen in haar gelederen. Toch wil ze
het kriezeltje revolutionnaire gezindheid niet prijs
goven. Zijn do liberalen revolütionnair? Als men
do Gereformeerde Kerkbode leest, moet men dat
wel eens gelooven.
Och, Excellenties, het loopt met de N.S.B, zoo'n
vaart niét, dat we het niet zouden kunnen aan
durven om dezulken hun door ieder fatsoenlijk
mensch ? veroordeelde geschrijf ietwat te gunnen.
Actie wekt altijd reactie in Nederland. En kom,
kom, ons volk wil in zijn diepste wezen de revolutie
niot. Noch van links, noch van rechte. Brengt een
ongebreidelde verkiezing een burgerlijke,
revolutievijandige meerderheid, dan staat de Begeering die
daaruit voortkomt oneindig sterker, dan een Be
geering, dió een Kamer tegenover zich heeft, waar
kunstmatig de lastige elementen (die dan beginnen
te wroeten !) uit zijn geweerd. ' ?
rn s t f r d a m d e n h a a q
1
A