De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 2 november pagina 2

2 november 1935 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

il r i!' i' i: !! De onbekende factor Mr. M. KANN Hnosollni'slkaartenhuio HET is altijd de onbekende factor, >die teekening brengtin den loop der gebeur tenissen. Ook in de politiek. Men kan het zich gemakkelijk maken en nauwkeurig rekening houden met alle bekende factoren, met alle te voorziene krachten maar plotseling doet zich een nieuwe factor voor, of n dien men steeds over het hoofd heeft gezien maar die nu plotseling in belangrijkheid is toegenomen, en een heel gebouw van redenee ringen, waarin men zelf naievelijk heeft geloofd, valt ineen als een kaartenhuis. Niemand heeft dat in de afgeloopen maanden zoo bitter ervaren als Mussolini. Zijn redeneering was aanvankelijk niet zoo onjuist, hoe onjuist ook zijn politiek geweest mag zijn. Want wij mogen wel aannemen, dat hij het Abessynisch avontuur begonnen is, omdat de zaken in Italiëlangzaam maar zeker spaak begonnen téloopen. En wanneer de Volkenbond zich met dezen veldtocht niet be moeid had, dan zou dat nog volstrekt niet hebJxaLbeteekend. dat het goecTzou zijn afgeloopen. Zeer deskundigêTën allerminst vooringenomen Fransche koloniale en militaire deskundigen hebben zich er onverbloemd pessimistisch over uitgelaten en het is niet onbekend dat generaal Graziani's' inzichten eerder met die meeningen strookten dan met de wenschen van den Duce. Maar dat doet hier allemaal heel weinig ter zake, al laat de onvergelijkelijke roekeloosheid van deze onderneming wel eenig licht schijnen over Mussolini's gemoedsgesteldheid toen hij onher stelbare fouten maakte in de groote lijnen, bij een ziekelijke volmaaktheid der organisatie in kleinigheden. Hij ontketent een volkshaat tegen Engeland en laat zijn troepen volgen door rijdende ijsmachines. Maar ter zake. Was het wel zoo onjuist gezien van Mussolini, dat hij meende den Volkenbond te kunnen negeererf? Aanvankelijk zeker niet. De Volkenbond was wel niet dood, maar het sanctie-begrip, de wil tot directe rechtshand having, desnoods met den sterken arm, was inderdaad niet levend. Het was het nooit geweest. En daardoor was de Volkenbondsidee in de werkelijke, in de reêele politiek n factor van zóó weinig beteekenis geworden afgezien van haar propagandistische waarde -p dat Realpolitiker er dan ook geen rekening mee hoefden te houden. Wanneer men al rekening hield met den Volkenbond, dan wilde dat toch eigenlijk niets anders zeggen dan dat men in een bepaald vraagstuk de belangen van de betrokken groote mogendheden te ontzien had. Het ab stracte collectief belang kon men verwaarloozen, zooals men in de berekening van den baan eener ster een heel klein kracntje verwaarloost ?dat op den omloopstijd geen merkbaren invloed heeft. Totdat door een of andere oorzaak dat kleine krachtje grooter wordt! Dat het imperiale belang van het Britsche Rijk plotseling een ftinken stoot zou geven aan den sluimerenden Volkenbpndswil (hoe logisch en verklaarbaar dat achteraf pok zijn mag) was niet te voorzien. In zekeren zin was het toeval. Ook een andere gebeurtenis had de eerste aanleiding kunnen zijn. Een Hoiigaarsche bedreiging, bijvoorbeeld, tégen Slovakije zou Frankrijk m het geweer gebracht hebben. Dan had' het in Engeland niet ontbroken aan lieden die riepen dat men zich er liever niet mee moest bemoeien, evengoed als er nu in Frankrijk zulke lieden zijn. Maar noodzakelijkerwijze zou ook dan een ngelschFransche solidariteit ontstaan zijn, evengoed OLS WKt» Cur«c«o SM Ch«rr f Br*»dy Aprlcoéftroarijr als nu. Werkelijke kracht heeft die sluimerende wil tot rechtshandhaving echter gekregen door den weerklank dien de plotselinge roepstem vond. Het bleek nu hoe groot de behoefte was aan daadwerkelijke handhaving van het recht. En dat beteekende dat hoogstwaarschijnlijk die kleine te verwaarloozen factor ten onrechte buiten de berekeningen gelaten was. Misschien zou de Japansche kwestie er ook anders uitzien, wanneer men inzake Mantsjoerije met meer man haftigheid ware opgetreden en wanneer niet toentertijd Sir John Simon gedacht had de Britsche belangen het best te kunnen be schermen door de Japansche militairen maar hun gang te laten gaan. ... Mussolini heeft gemeend zich aan dit voorbeeld te kunnen spiegelen. Hij had daar goede redenen toe; en toch heeft hij zich vergist. Toen dat eenmaal duidelijk was, heeft hij zijn vergissing niet willen inzien. Hij meende dat het geen ernst was. Totdat de sancties kwamen. Toen meende hij dat de sancties niet ernstig waren. Totdat hij zal beginnen ze te voelen. Is dat niet kenteekenend? JDat hij, toen hij deze n^ geen rekening heeft gehouden, is verklaarbaar. Maar in September moeten hem de oogen zijn open gegaan. Toen heeft hij niet willen zien. Ku zal zijn land in een toestand van economi sche belegering geraken, met alle gevolgen van dien. Hij wil dat niet zien. Het kan zijn dat hij den Abessynischen veldtocht nog lang vol kan houden. Misschien nog tot na de volgende regenperiode. Maar door het steeds klemmender worden van de Volkenbondssancties zal ^ plan tot vestiging van een koloniaal Imperium in Oost-Afrika als een kaartenhuis ineenvallen en het zal daarbij niet van veel belang zijn, of de krijgsverrichtingen nog voortduren, of niet. Sanctie» ZOOALS eerst de wil tot rechtshandhaving de onbekende factor was, zoo is dat nu het uit vloeisel van dien wil: de politiek der sancties. Zullen die sancties werkelijk een astreinte worden, door -middel waarvan de Volkenbond Italiëtenslotte kan dwingen"! Het ziet er wel naar uit. Intusschen zijn die sancties allesbehalve volledig. Zij zullen pas op den langen duur instaat blijken Italiëte nopen tot het opgeven van den strijd. En dan nog via den omweg van de ontwrich ting van het Italiaansche commercieele leven. Dat ziet er niet zeer troostrijk uit. Wel is er een Wapenembargo afgekondigd, maar Itali heeft zelf genoeg gelegenheid om wapenen en . munitie te fabriceeren. En omdat import van grondstoffen door nïet-Volkenbondsleden mo gelijk bleef, waren er tot nu toe een aantal van deze zaken niet vervat onder het Volkenbonds embargo, nl. kolen, ijzer en olie. Wel is het verbod van invoer uit Italiëbedoeld als een bemoeilijking van den invoer dezer grondstoffen, omdat zoo? doende de geldmiddelen zullen gaan ontbreken om deze waren te betalen, maar het ligt voor de hand dat dit een dwangmiddel is dat slechts na verloop van tijd zijn uitwerking toont. Vandaar dan ook, dat zich te Genève een streven kenbaar heeft gemaakt om contact te zoeken met de niet-leden van den Bond om tot een doeltreffender afsluiting van Italiëte komen. ? Van belang is vooral n product: olie. Een accóord met de Vereenigde Staten scheen niet .tot de onmogelijkheden te behooren. Wordt dat bereikt, dan is er veel bereikt, want dan is de Abessynische veldtocht voor Italiëbinnen zeer. korten tijd een hopelopze zaak. De president der Vereenigde Staten heeft het , echter niet gemakkelijk. Roosevelt moet in zijn leiding der buitenlandsche aangelegenheden met velerlei binnenlandsche belangen rekening hou den. Wel wordt het hem eenigszins gemakkelijk gemaakt, doordat Stimson, oe .vroegere Repubiikeinsche minister van buitenlandsche zaken, een voorstander van steun aan den Volkenbond blijkt, maar de ,|Big Business" is toch ook ter dege in de partij der oppositie vertegenwoordigd. En het 'zijn juist' de petroieum-ondernemingen, die nu van den toestand blijken te profiteeren. Óp handige wijze buiten nu de Amerikaansche PAG.a DE GROENE No. 3049 v, , Mr. B. C. J. Loder IHIIIIMIHMIIIMMIMHIMIHimilllllllHMHIlHIHI'HHMIIIIIIMHMHHIHHIIHIMinlimilllNl den dood je-rEDERLAND is door zijn geographtschc 2 V "JH»'nIJ en door zijn historie bestemd tot een centrum van internationale verstandhouding Wij onderhouden nauwe relaties met Engeland, Frankrijk en Duitschland, wij spreken de talen van die landen en hebben begrip van de uitingen van elk van deze drie zoo verschillende culturen tegelijkertijd. De eerste Europeaan, Erasmus, was een burger van Rotterdam. Hei land van Grotius heeft in de laatste tientallen jaren meer eersterdngs beoefenaars van het internationaal recht opgeleverd, dan menig veel grooter tand. Onder hen nam Loder een unieke positie in. Na een langdurige werkzaamheid als advocaat werd hij geroepen deel uit te maken van ons hoogste rechtsprekende college. Men had kunnen verwachten. politici de verontwaardiging over deze oorlogs winstmakerij uit, om te komen tot een contmgentëering der olie-exporten. Alleen de normale hoeveelheden wil men nu nog slechts voor uit voer beschikbaar stellen. Op deze wijze kan men dan zoowel de Amerikaansche neutraliteit hand haven als den Volkenbond steunen. Klinkt dat alles niet erg halfslachtig? Zooiets als de waar schuwing aan de burgers der V.S., dat zij slechts op eigen risico kunhen reizen op stoomscheper ,,der oorlogvoerenden". Maar met dat al schier de sanctiepolitiek een eind verder op in d'richting van directe doeltreffendheid en van. de Amerikaansche halfslachtigheid, diétrouwens meer van politiek-juridischen aard is dan van materieele oeteekenis, zal wel spoedig niet vee» meer over zijn. Ondanks successen, die in deze dagen van het oorlogsterrein worden gemeld, ziet de toe komst er voor Ital ie allesbehalve rooskleurig uit . i>e wereld in twee kampen HET blijkt dus dat sancties zich plotseling tot een formidabel politiek instrumen t kunnen ontwikkelen. , Economisch gesproken zal Italië, wanneer er geen zeer spoedig eintle komt aan het Abessynische avontuur, zich binnen enkele weken in een toestand van v r»1-komen belegering .. bevinden. ' Merkwaardig is in- dit opzicht de houding van Duitschland. Door geheel andere oorzaken dreigt het Duitsche Rijk in een dergelijken toestand te verglijden. Al doet de schaarsclne zich daar op ander gebied gelden, het gron.Jstoffentekort, dat voor de Duitschers den wereld oorlog tot een verloren zaak maakte, culmi neerde odk toen in een te weinig aan boter, vvt en vleesch. Dat dit nu wederom het geval i>. brengt langzamerhand de bevolking het bewust zijn bij, dat men zich ook nu weer in een soort belegeringstoéstand tegenover de buitenwereld George II van Griekenland limlIUIHmillllllHIHimimillllHIIIUtllllllllllirilllllftllllllimilllimiimmimiimillllt: van Mr. L o d er dat hij toen meer rust zou nemen en niet meer op den voorgrond zou treden. Maar zijn groote bekwaam' heden, zijn ijver en zijn ambitie deden hem daarna nog-een groote rol spelen op een geheel ander terrein. Hij werd de eerste Nederlander, die deel uitmaakte van het In Den Haag gevestigde Permanente Hof van Internationale Justitie en dat hof koos hem tegelijkertijd een hulde aan den man en aan zijn vaderland tot zijn eersten president. Wie ooit Loder over het internationale recht heeft hooren spreken, kwam onder den Indruk van zijn redenaarsgaven en van de wijze, waarop hij de materie beheerschte. Hij was een goed Nederlander juist daardoor, dat hij een even groote liefde koesterde voor het inter nationaal recht als voor zijn vaderland. A. C. J. J. s s s s mMi'IIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIUIIMinilHIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIimillllMIMIIIIIItlHMIIl bevindt. Wel is dat enkel en alleen aan binnen landsche oorzaken te wijten, aan het streven naar autarkie, aan den f inancieelen janboel en de geforceerde herwapening die het betalingsver keer en de normale uitwisseling van goederen met de omliggende landen in de war hebben gestuurd, maar dat verandert weinig aan het feit, dat een gelijk lot deze twee landen naar elkaar toe dreigde te drijven. Duitschland put echter uit het gebeurde te Genève zijn les. Want de solidariteit tegenover 'len aanval, die aanvankelijk te Berlijn ongeloof ; n verbazing wekte, heeft al gauw diepen indruk ? gemaakt. Vandaar dat de Duitschers nu, hoewel zij den schijn aannemen alsof ze niets met den Bond te maken willen hebben en alleen tegen de speculatie" optreden, de sanctiepolitiek in de kaart willen spelen. Zij zullen daar allicht bij denken: voor wat hoort wat. Maar -if deze politiek de Duitschers uit hun isolement verlossen zal, is toch aan gerechtvaardigden twijfel onderhevig. Een boycot van het fascisme, al is die dan niet als zoodanig bedoeld, kan toch het nationaalsocialisme nooit ten goede komen. Bovendien kan welwillendheid van het buitenJand Duitschland niet helpen. Slechts een prinripieele wending in hun binnenlandsche en-eco nomische politiek kan dat. Maar met dat al is het opmerkelijk dat Duitschland zich schrap zet <>m niet door den drang der omstandigheden gedreven te worden in het eenzame kamp dat Van de wereldeconomie wordt afgesloten door een onzichtbaren wal. Wij moeten afwachten welke teekening de onbekende factor, die de sanctie-politiek ook nu nog blijft, aan hét wereldherstel zal geven. De Crisis heeft het fenomeen opgeleverd van een economischen oorlog van allen tegen allen. Zal in' deze chaos de bewuste economische oorlog de antithese brengen, die tot herstel van orde voert? lY l ': WEEKTROMPET VAN DEN WIJZEN OLIFANT ALLE dingen dezer aarde zijn bezwaarlijker dan men vermoedt. Dat ondervindt op het oogenblik de Volkenbond te Genève, dia bezig moet zijn met de uitwerking der Sancties, hetgeen een verre van gemakkelijke zaak is. Het lijkt er wel op of Oenève een wespennest gaat worden in plaats van een duiven-nest. Intusschen duidt het bericht eener zijdelingsehe medewerking van Duitachland met de Sanctiepolitiek op een verminderde spanning in het hart van Europa, en Hltler heeft het in de afgeloopen week nog eens speciaal laten zeggen, dat hij, na de oplossing van het Saar-probleem tegen Frank rijk heelemaal niets kwaads in den zin heeft. Ernstiger ziet het eruit in Oost-Europa, waar de scherpe opmerker allerlei politieke verschuivingen ontwaart. ??Het schijnt tusschen Polen en Czecho-Slowakije allesbehalve dierbaar te zijn. Terzelfder tijd ziet men een merkwaardige toe nadering tusschen Polen en Hongarije. Als er een gebied van Europa is, waar de politiek van Versailles de gevaarlijkste situatie heeft gekozen, dan is het het gebied der successie-staten. Honga rije, dat gekortwiekt is aan alle kanten, is nog altijd van een ziedenden haat vervuld, die den bezoeker van Hongarije, die hem van aangezicht tot aange zicht aanschouwde, met ontsteltenis vervult. Tot cüen men elkander- rechtsstaat "zelfs in den dagelijkachen groet, brengt,, ligt een herinnering aan de re vanchegedachtè. ? In Griekenland heeft de omwenteling, die Koning George weer op den troon bracht, haar onbloedig beloop gehad, en de Koning heeft zich, nadat hij zijn kroon eerst eens aan alle kanten heeft bekeken er voor laten vinden, haar weer op het hoofd te zetten. Eén korte trompet-stoot over revoluties. De moderne revolutie doet afstand van het bloed. Ze is gemoedelijker geworden dan haar romantische en afgrijselijke voorouders, maar ze is dan ook ge makkelijker gedaan en ongedaan te maken; ze kan frequenter zijn. Ook démajesteit laat men gemak kelijker komen en gaan, men zou bijna zeggen, als het niet te oneerbiedig klonk, men speelt pandverbeuren met haar. Nu men de ex-kóningen niet meer onthalst blijven ze altijd beschikbaar op eenigerlei ? Londensch apartement. Zoowel het begrip majesteit als het begrip omwenteling, oudtyds eerbiedwaar dige en gruwelijke begrippen, zij zijn beide genaakbaarder geworden, maar instabieler. Het is eigen lijk geen vooruitgang, dat de menschheid zoo met haar symbolen speelt. Maar vóór Griekenland zal het waarschijnlijk wel een vooruitgang wezen, dat een man met een nuch ter hoofd, en die de beginselen heeft hlgedronken van een door demokratisch beperkingen gestut koningschap, zooals dat in Engeland bestaat, nu den troon zal bestijgen. Bovendien vinden de Hellenen het waarschijnlijk wel prettig dat ze met koning George aan het hoofd, minder kans hebben in Italiaansche avonturen te worden meegesleept, LJ IER te lande trekken twee vraagstukken voor alles de aandacht: de pogingen die worden aange wend om de werkloosheidsbestrijding tot. verdere ontwikkeling te brengen en de aangekondigde wij ziging van de Grondwet. Op de provinciale begrooting van Zuid-Holland is een bedrag van 3 millioen gevoteerd voor verbe tering der groote verkeerswegen in dat gewest, Amsterdam is bezig met het plan van het park in Zuid. Overal begint men actief te worden. Die acti viteit openbaart zich niet alleen rechtstreeks in de uitwerking van plannen tot arbeidsverschaffing, zti komt ook uit in de allerwegen oprijzende stemmen om de oeconomische basis te verbeteren, waarop een gezonde workvermeerdering moet rusten. Er ztfn teekenen, die er op duiden, dat voor Amster dam de positie van het scheepvaartbedrijf iets gunstiger aan het worden is. Maar Botterdam is nog een groot zorgenkind. Zoowel de Olifant als anderen hebben herhaaldelijk in dit blad voor tege moetkoming en steunverleening aan Botterdam gepleit. Het kan ons dan ook alleen maar verheugen, dat de Oeconomische Baad zijn duit. in het zakje heeft gedaan, en eenstemmig aan de Begeering heeft geadviseerd om, met het oog op de steeds scherper wordende Antwerpsche concurrentie, over te gaan tot verlaging van de vaste lasten voor de scheepvaart en verleening van Bijhvaartpremies. 'Botterdam heeft recht op aandacht, Excellenties. Het wacht al zoo lang en zoo bang! Nu het tweede punt. Indien ik het korte, maar PAG.3 DE GROENE Ne. 3049 veelzeggende bericht over de aanstaande grond wetsherziening, dat ui de afgeloopen week in de bladen verscheen, goed heb begrepen, dan ademt die grondweteherziening een nogal reactionnairen geest. Er zou gedacht worden aan een wering van revolutionnair-gezinde groepen uit de vertegen woordigende colleges, en aan een herziening van de artikelen 7 en 194 der Grondwet. Artikel 7 zegt, dat niemand voorafgaand verlof noodlg heeft om door de drukpers gedachten of gevoelens te open baren, behoudens ieders verantwoordelijkheid vol gens do wet. Do Olifant zou het buitengewoon bedenkelijk vinden, indien aan deze drukpersvrijheid, het aloude instituut, dat met het wezen van het Xederlandsche volkskarakter is samengevlochten, moest worden getornd. De Olifant is niet ondubbelzinnig geweest in zijn veroordeeling van wat sommige, in beslag genomen, persen hebben uitgebraakt. Maar laat onze Begeering, die den rechtsstaat vertegen woordigt, en uit dien hoofde de sympathie heeft van de groote meerderheid van ons volk, toch uiter mate voorzichtig zijn. Het is een vicJeuse cirkel. De verdedigers van den machtsstaat gebruiken de hier te lande zeer ver gaande drukpersvrijheid, om eon situatie te verwekken, waarin zij do persvrij heid kunnen knevelen. De verdedigers vanden (in casu de Begeering) willen aan jhetvolk een persvrijheid ontnemen, waar ze zelf aan gelooven, ten einde in beginsel de idee der vrijheid te kunnen redden. Neen, politiek denken is con creet denken en in de politiek heeft een idee, en zeker de grond-idee van het Nederlandsch volks wezen, de vrijheids-idee, meer beteekenis dan ein leeres Etwas". De Olifant gelooft aan de zelfregelende kracht van de volksziel en van de volksgezindheid. Pers uitingen, die verontwaardiging wekken, kunnen gerustelijk aan de verontwaardiging van de open bare meening worden toevertrouwd l Men houdt elkaar hier wel in bedwang, zonder overheidsin grijpen, dat wij liever van den heer de Wilde dan van den heer Mussert ontvangen maar dat, wie het ook doen moge altijd verkeerd is. Artikel 194 van de Grondwet bepaalt dat de wet aan andere dan in de Grondwet genoemde lichamen verordenende bevoegdheid kan verleenen. Dat artikel, zou worden gewijzigd, maar wat bedoelt men er mee ? Wil men die andere lichamen gaan noemen? En is do voorgenomen grondwetswijziging op het stuk van art. 104 een uitbouwen van onze staatsregeling in fascistische richting? Wij zijn allen, benieuwd, er iets naders van te vernemen. En nu, ten slotte de quaestie van het weren van revolutionnaire groepen uit de vertegenwoordigende colleges. Hierbij rijst de vraag: wat is een revolutlonnairo groep? Alweer een buitengewoon inge wikkeld begrip, waarop toekomstige juristen-ge slachten hun intcrpretcerende hersenfuncties kun nen vermoeien. Is de N.S.B, een revolutionnaire groep? Men zou zeggen, als men die jongens hun longen ziet uitzetten, van ja. ? Is de S.D.A.P. een revolutionnaire groep? Zy weet het nog altijd zelf niet. Ze heeft allang de roode baret aan den kapstok gehangen en heeft een allerbeveiligendst aantal soliede, breed uitzittende burgers opgenomen in haar gelederen. Toch wil ze het kriezeltje revolutionnaire gezindheid niet prijs goven. Zijn do liberalen revolütionnair? Als men do Gereformeerde Kerkbode leest, moet men dat wel eens gelooven. Och, Excellenties, het loopt met de N.S.B, zoo'n vaart niét, dat we het niet zouden kunnen aan durven om dezulken hun door ieder fatsoenlijk mensch ? veroordeelde geschrijf ietwat te gunnen. Actie wekt altijd reactie in Nederland. En kom, kom, ons volk wil in zijn diepste wezen de revolutie niot. Noch van links, noch van rechte. Brengt een ongebreidelde verkiezing een burgerlijke, revolutievijandige meerderheid, dan staat de Begeering die daaruit voortkomt oneindig sterker, dan een Be geering, dió een Kamer tegenover zich heeft, waar kunstmatig de lastige elementen (die dan beginnen te wroeten !) uit zijn geweerd. ' ? rn s t f r d a m d e n h a a q 1 A

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl