De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 2 november pagina 3

2 november 1935 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

l» 'f r*~ ?? Il i v v. De corporaties in den Staat l CITY THEATER A. C. JOSEPHUS JITTA DE nieuwe hoogleeraar in het staatsrecht aan de Roomsch-Katholieke Handelshoogeschool te Tilburg, Mr. C. P. M. Romme, heeft onlangs deze functie aanvaard met het uitspreken van een rede, die gewijd is aan de taak, welke de corporaties in den staat behooren te vervullen. Het onderwerp is van het grootste belang. Niet alleen in den kring van de geestverwanten van den spreker, maar ook daarbuiten, is men in toenemende mate van oordeel, dat het bevorderen van de samenwer king der bedrijfsgenooten en het streven de orga nisaties dezer bedrijfsgenooten te betrekken in het staatsbestuur, een actueel vraagstuk is van groot belang. Een van de beginselen van de Fransche revo lutie, dat alle corporaties ven-allen moesten worden verklaard en dat 3e samenwrrking van ondernerhers onderling of van arbeiders onder ling ter belemmering van de vrije markt zelfs strafbaar moest worden gesteld, is reeds lang uit onze wetgeving verdwenen en vindt nergens meer verdediging. Men behoeft nog niet zoo ver te gaan als de voorzitter van de R.K. Staatspartij, Mr. C. M. J F. Goseling.jdeed. toen hij sprak van het verdeHeTijkTlhaividüalismë, dat~de dood is A-oorelk waar gemeenschapswerk en dat in eiken ver schijningsvorm met wortel en tak moeten wor den uitgeroeid. Min of meer individualist is elkeen, die zich bewust is van zijn persoonlijke verantwoordelijkheid voor zijn daden. Maar hij moet er natuurlijk naar streven zich te gedragen als een behoorlijk lid van de gemeenschap. Men behoeft nog geen voorstander te zijn van de afschaffing van alle politieke partijen, van het individueele kiesrecht en van de bestaande volksvertegenwoordiging, ten einde deze te ver vangen door corporaties, corporatief kiesrecht «n een corporatieve volksvertegenwoordiging, om te erkennen,, dat naast den individueelen invloed van de burgers op het staatsbestuur op grond van hun beginselen, alleszins aanleiding bestaat voor de bevordering van een mede werking van de burgers aan liet staatsbestuur op grond van hun beroep. Uitgangspunt voor prof. Romme is de stel ling, die eenigszins wonderlijk aandoet, dat er in wezen geen verschil bestaat tusschen een gemeente en een provincie eenerzijds en een corporatie, als een organisatie van degenen, die eenzelfde beroep uitoefenen (bedrijfsschap) of eenzelfde concreet belang te behartigen hebben (vyaterschap) anderzijds. Ook gemeenten en pro vinciën zijn corporaties, zegt prof. Romme. En de ne soort corporaties verhoudt zich tot den staat niet anacrs, dan de andere soort. H ET is niet verboden, al is het niet gebruikelijk en mijns inziens ook niet wenschehjk , zich van deze verwarrende terminologie te bedienen, het woord corporatie" zoo ruim op te vatten, dat daaronder ook vallen de gemeenten en de pro vincies, maar dan dient men in ieder geval aan stonds te onderscheiden, dat de bedrijfsschappen zich in wezen geheel anders tot den staat ver bonden, dan de gemeenten en de provincies. Een bedrijfschap bijvoorbeeld dient ter behar tiging van speciale bedrijfsbelangen: een ge meente en een provincie ter behartiging van het algemeen belang, zij het ook op een beperkt territoir. Het vertegenwoordigend college in een bedrijf scliBETIMMERINGEN THEATER FAUTEUILS MEUBELEN EN STOFFEERINGEN GEHEEL DOOR ZOMEN overheid en die dat doel wil bereiken door de burgers georganiseerd naar hm beroep in het staatsbestuur te betrekken wat een zeer lof waardig stfeven is dient er zich boven alles voor te hoeden de colleges, die speciale belangen hebben te behartigen, te vermengen met de colleges, die voor het algemeen belang hebben op te komen. __ vertegenwoordigm^ ; het vertegenwoordigend^ college in een provincie en een gemeente op een vertegenwoordiging van beginselen. Ik erken volmondig, dat het niet mogelijk is overal en altijd het ne van het andere te schei den. Wanneer een organisatie dient om bepaalde belangen tot uiting te brengen, dan dient zij deze aanstonds te beschouwen in het kader van het algemeen belang, wat slechts mogelijk is aan de hand van beginselen; En een uitspraak van een besturend of een vertegenwoordigend coU lege, dat geroepen is om bepaalde beginselen tot toepassing te brengen, dient zich in de eerste plaats rekenschap te 'geven van de belangen, die het heeft te behartigen, vóórdat het op die be langen de beginselen kan toepassen. Wie als prof. Romme streeft naar een betere vertegenwoordiging van de burgerij en een betere behartiging van het algemeene belang door de SANCTIES TEGEN ITALI het met opzet verdoezelen van het verschil t ussciicn belang en beginsel, tusschen speciale groepsbelangen en het algenieeu belang, voert prof. Romme tut de conclusie, die al reeds door dat verkeerde uitgangspunt was bepaald, dat' men een betere functionneering van de bestaan de vertegenwoordigende colleges 7.al verkrijgen door daarin naast de vertegenwoordigers van de politieke partijen vertegenwoordigers van tic corporaties op te nemen. 'ET komt mij vuur, dat prof. Rum me aan' stonds bespeurd zou hebben, dat hij op den verkeerden weg was, indien h'j aich niet bepaald Ivwl tot het formulceren van de/.c vage en algcmecne gedachte op grond van abstracte, rede neeringen, doch irdien hij gepoogd had die con clusie slechts eenigermate uit te werken. Welk aa-.ideel wil hij in de vertegemvoordigeivJe colleges toeke.nei aau de politieke partijen en . welk aandeel aan de corporaties? En hoe wil hij de voor de corporaties beschikbare plaatsen over de bestaa-ide corporaties verdeele-v? Welke ? Vit* MVObUU l V» W ^v. |» .?,.__ Teekenfng voor De Groene Amsterdammer" van F. Hazeveld Oplossing hij ook kiest, het zal altijd willekeur ? bliiven. Het gaat hier niet om details, diei eerst wlijven. **«.v j-,"..» ..... .-- - . bij de uitwerking te pas kernen, maar om kwes ties, die onmiddellijk met de hoofdgedachte samenhingen en waarop me:i aanstonds een intwoprd moet geven, wil men niet het verwijt te hooren krijgen, dat de gedachte, die men wil verwezenlijken, wel schoon is, maar niet voor uitvoering vatbaar. Met prof. Romme verwacht ik een betere ver tegen woprdigmg van de burgerij en een betere behartig! ~g van het algemeen belan», wanneer men de corporaties van belanghebbenden be trekt in het staatsbestuur. Maar men moet er, als men daartoe overgaat, vóór alles voor waken, dat men aan de corporaties de plaats geeft, die haar toekomt. Anders brengt men niet een ver betering aan, doch een verslechtering. Die corporaties kunnen een belangrijke functie vervullen, wanneer zij advies kunnen uitbren gen aan de overheid en de vplksvert genwoordiging, vóórdat 'deze haar beslissingen nemen en wanneer zij een aandeel in de uitvoering krijgen, nadat overheid en volksvertegenwoordiging in beginsel hebben uitgemaakt, wat het algemeen '. belang eischt. Kan ik mij derhalve met het streven van prof. Romme volledig vereenigen, tegen zijn conclusie en tegen déredeneering waarop die conclusie gebaseerd is, heb ik groot bezwaar. Barbier Eden: Mes goed, meneer BOUWTERREINEN en HUIZEN te koop in het Centrum'der Gemeente. Inlichtingen: PARK KERSBERGEN Kantoor: Montaubanstraat 4, ZEIST DE REPORTAGE VAN DE WEEK Filmen in Nederlandsch Indi PAREH, HET LIED VAN DE RIJST MET sombere gevoelens, vertrok ik een jaar geleden naai- JiuliP. Welwillende kennissen hadden me, nu ik vuur liet eerst naar du (rupen ging om to filmen, ruimschoots van goeden raad voorzien, en de meest- optimistisch» was wel deze. dat ik er in elk geval voor moest zorgen enn i-etourbiljet achter de hand te hebben. Het feit. (lat ik ingeënt was. zou niet verhoeden, dat ik voortdurend aan besmetting KOU blootstaan en een malaria tropica. mot als gevolg een wissen dood binnen drie dagen was wel de waarschijn lijkste der plagen, die mjj ginds te wachten stonden. Over de belichting in de tropen was iedereen het eens een paar uurtjes per dag waren slechts bruikbaar on dan nog zou het resultaat wel poover zijn. Het materiaal zou wel spoedig bederven door vocht en warmte, terwijl last not least de Oost binnen afzienbaren tijd in het een ,of ander Pacificconflict zou raken, waarbij dan het geheele blanke ra« vernietigd zou worden. Zoo tramde ik op een mistigcn morgen, somber temidden van sombere gestichten achtfr ochtend_bjndjni gedoken, tiMnM^ .Station, met^ mij meenemend de vertrouwde geur van een jarenlang opgespaarde sigarcnrook in mijn winter jas. Doch de zee verjoeg de somberheid en de zon verdrong de winterjns. terwijl ik nu teruggekomen zijnde gebroken heb met mijn welwillende ken nissen. Denkt u zich in als werk plant» een klein verscholen huisje, verborgen onder steeds bloeiende bougainville, een klein marmeren tafeltje als montagetafel, een voorwereldlijk drukmnchinctje met touwtjes en elastiek samengebonden. .Denkt u zieheen vervallen tapiocafabriek als studio met gaten in hel dak en gaten in de muren, met een .klein afgeschoten hoekje, lichtdicht gemaakt met litelkaarten van oude dramatische films. als donkere kamer. Denkt u zich hierin twee vrien delijke ('hineesjcs als technisch personeel, waarmee conversatie alleen mogelijk is in de meest beleefde terminologie. Denkt- u zich daarvoor een klein weggetje, dat- overdag steods versperd is door groote donkere karbouwen met op den rug. soms slapend., soms spelend* kleine jongens, die met een enkelen teendrnk" de zware boston bwt.uron. En voor dat weggetje on» eigen huis. liet eonige steenen huis uit de ry. waar bovendien het kantoor der Java Pacific Film in was ondergebracht. waar ons voetbalteam trainde en waar steeds twee f soms drie actrices onderdak genoten. Hier ont stond onze Indische film: Paren, het lied van do rijst." , l ? IER heb ik liet eerst Indiëleeren zien. De kapper voor ons huis. een ieder bemantelend met denzelfden witten doek, kammend met dezelfde kam. bedelaar, boer' of f mactcmr en alles in do open lucht in de schaduw dor breedgekroöndo hoornen. Hier stalde do tabaksverkooper op een matje in hot gras zijn pakken tabak uit. een ieder toestaande een praatje te komen maken en een strootje te rollen uit don voorraad. Hiqr roosterde de oude vrouw tot laat in den avond maïs en rijsl. haar nieuwtjes vertellend aan een breeden kring neergehurkte luisteraars. Hier liepen om elf uur de kleine meisjes, die uit school kwamen, parinantig Yóorby in hun nauwo sarongs en hun stUvo vlechtjes, de bockehtos'ch stijf ondcir den arm geklemd en oen beetje verlegen naar binnenglurend, naar dien blanke, die daar woonde om films ,to maken. Wanneer zij zagen, dat ik hen bemerkt had, holden zij giechelend weg om den volgenden morgen het zelfde spelletje opnieuw te beginnen. ( Filmen in Indië, dat is werken in een aardse h paradijs. Wanneer 's ochtends do heer Balink, do ? directeur der jonge onderneming, en ik erop uit trokken op zoek naar mooie rijstvelden, dan ge beurde het vaak, dat we 's avonds laat eerst terugkwamen, verdwaald geraakt in al die schoon heid. Als groote verstilde watervallen lagen daar de sawahs tot diep in de dalen, oen wonderlijk" spel van grillige" watervlakken, gevat tusschen de zwart glimmende dijkjes. En oen kwartier verder lag wéev een nieuwe sawahciweado, weer geheel anders'van lichtinval 'en bouw met tyeol in do verte. verloren bijna in de watervelden. een gebogen lijn van vrouwen, die de jonge rijst uitplantton. En dan do menschen zelf. Van nature begaafd met een gratie van beweging, met lichamen, die niefc vervormd waren door het dragen van lood zware winterjassen, haddon ztf bovendien die rustige toewijding die noodig is om een speelfilm op te kunnen nemen in de vrije natuur. Als acteurs waren zij prachtig materiaal. Zij gaven zich geheel aan zijn spel en met zulk een overgave, dat wij hem dikwijls moesten remmen uit angst voor ongelukken. 55oo was het ook met het gevecht tusschen den visschersjongen Machmoed en zijn medeminnaar Djahal. Den avond voor het opnemen liep de jonge held Machmocd verlegen om ons huis en toen wij hem eindelijk vroegen, wat er aan do hand was, bekende hij: ..Mneorr, ik durf niet, ik bang hij echt!" Hij was bang, dat Djahal hem den volgenden morgen workelyk to lijf zou gaan. Wy hebben de scène toon met kleine stukjes opgenomen, zoodat do vechtonden geen gelegenheid hadden erin te komen. MEN denke niet. dat dit alles zonder moeilijk heden verliep. Bij de groote verdrinkingssc ne van den slechtaard Djahal moesten we nog een npnamc maken, waarin zijn hoofd in het water ver_jj.w.|int« Nu stond hij op don bodem in. de rivier on.... hij had niets anders to doen. dan zijn adem in te honden en zoo lang mogelijk onder water te blijven. Maar wat wij ook zeiden. Djahal beweerde stok en stjjf. ilnt het niet ging. omdat, hij te zwanr was. Xolfs een proef, waarbij hij met zijn handen nous en nidnd dichthield, mislukt'* volkomen en binnen twee seconden kwam hij weer boven, proest end en kuchend va» liet water. Eerst dachten we aau tegenwerking, maar bij nader informooron bl««i»k ons. dat hij onder zijn huid een stukje ijzer had. waarschijnlijk in zijn jeugd erin gebracht. Dit stukje ijzer nu maakte hem in den strijd onover winnelijk, muur tegelijkertijd meende hij. dot hij nu te zwaar voor water was. liet was niet mogelijk hem tot andere gedachten te brengen en tenslotte moesten we een ander in zijn plaats nemen, die ..geen ij/er droeg"., , Aan alle herinneringen aan Indiëis er toch wel een, die sterk naar voren springt en wel heb werken zelf. Drie voorwaarden werden mij gesteld bij het maken van deze film. Ten eerste zou dit een film moeten zijn, die grootere bekend heid aan Indiëin Europa zou geven, ten tweede zou de film den ongunstigen invloed, die de Euro* peesche en Amerikaanschéfilms uitoefenen op het prestige van het blanke ras in Indië, zooveel mogelijk moeten tegengaan door positieve elemen ten van het Soendaneesche leven in de film te brengen, en ten derde zouden de makers de film als film moeten kunnen verantwoorden. Een land, dat'inziet, dat de film ook een cultuurtaak heeft te vervullen en hiervan uitgaande oen kleine industrie tracht te fundeeren, staat op een zuiverder basis dan veel andere landen, waar de filmindustrie niet meer is dan een maatschappij tot exploitatie van cultuurwaarden. Wanneer dan tenslotte aan de makers nog artistieke verant woording wordt gevraagd ten opzichte van hun werk. dan kan men constateeren mUn wel willende kennissen ten spijt dat de film in Indiëeen kleine, maar mooie toekomst heeft. FRANKEN Als filmacteurs bleken de Soendaneezen prachtig ma» ter laai. Rechts Mochmoed. de Jonge held uit Het lied van de rljit"; onder een der prachtige natuuropnamen. ' PAO. 4 DE GROENE NO..J041 PAG. 5 DE GROEN E Na. 304*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl