Historisch Archief 1877-1940
!
i?
:< i
ZOO JWST VERSCHEHEN
Geromantiseerde geschiedenis
Ina Boadier-Bakker: Vrouw Jocob
(Van Kampen. Amsterdam)
jyrAT Is eigenlijk historische
ken\A/ nis? De subjectieve interpretatie
V¥van schrifturen, die een subjec
tieve aanschouwing, opvatting, begrip
geven van dat ijle, onvatbare, mysterieuse,
dat men feiten" en gebeuren" noem1.
Dus, binnen de schrale omraming van
tijdrekening en plaatsbepaling, iets zuiver
persoonlijks van inzicht en fantasie, dat
juist zooveel waard is als de persoonlijk
heid, die het opschreef. Zijn er meerdere
van die getuigenissen" in menig straf
proces is gebleken wat zij waard zijn l
dan neemt men daarvan het gemiddelde,
zooieis als den grootsten gemeenen deeler,
en dat wordt dan in handboeken verwerkt
als de Geschiedenis". Ijdel te vragen of
het inderdaad zoo was". Het was inder
daad zoo.... en nog op honderdduizend
andere manieren ook.
Wie moet men dan gelooven"? Om
te beginnen niemand, maar als het op
waarschijnlijkheid aankomt, nog het meest
de menschen, die kennis, levenswijsheid
en verbeeldingskracht bezitten: Op de laat
ste vooral komt het aan, op het vermogen
uit het abstracte relaas het leven te doen
herrijzen en te herscheppen die verzonken
-werel&vafrhet verleden*Waaruit volgt
datde kunstenaar-romancier de beste, zoo niet
de eenige historicus is, die dien naam ver
dient, Want olie historie is tenslotte
hlstotre romancée", en met kennis en begrip
alleen komt men er niet. Niet tot tets, dat;
als levenverrijkend, waarlijk voor ons van
belang is namelijk.
Maar dit is dan ook de eisch, dat wij
nader gebracht worden, dat wij het teven
benaderen" van een historische figuur
en, als 't ware, zijn harteklop gaan voelen.
En dat is n zware opgaaf, want de kun
stenaar moet hier schep pen in gebondenheid.
* - . *
Ina Boudier-Bakker heeft zich de
taak ge teld een der meest interessante en
pathetische figuren in de geschiedenis voor
ons wtcr levend en menschelijk te doen
ommegaan, en men kan at vast bewondering
en eerbied hebben voor het streven als zoo
danig, want het bewijst ten minste een
diepe aandacht en genegenheid voor wat
maar niet zoo langs den weg valt op te
rapen. En zij heeft het zich dubbel moeilijk
gemaakt dooreen tijd van kentering en ver
warring te kiezen, toen het feodale regiem
ten einde ging en het absolutisme opkwam.
Hetgeen dan in Holland nog gecompliceerd
werd door de opleving van een burgerdom,
dat zich tegen feodaliteit en absolutisme
gelijkelijk verzette en allengs de macht aan
zich trok.
Van dit oneindig veelkleurige,
wisselende, plotselinge, onverwachte ven feiten
en toestanden, heeft de schrijf ster een blijk
baar historisch getrouw en belangwekkend
relaas gegeven. Zij moet zeer gedocumen
teerd geweest zijn, en daarbij die documen
tatie beheer schend, om tot een zoo klaar
overzicht en evenwichtige compositie te
komen, die zich i n vijf episoden, overeen
komend met vijf dominante toestanden in
Jacoba's leven, verdeden liet. In deze vijf
tijdvakken tracht zij dan tegelijk het
algemeene leven van land en volk o'p te roepen,
en dat van Jacoba zelf in zijn uiting en
ontwikkeling te beelden. Want ook de levens
van Jacobo/s vader, Willem van Hene
gouwen, van haar oom Jan De Beier, van
Jan van Brabant, Gloucester, Philips van
Bourgondil, en nog anderen worden ons,
als in vogelvlucht, voorgesteld en geven
telkens bijzondere kleurt aan het verhaal.
Maar naar Jacoba zelve gaat tóch vooral
haar aandachtige liefde, naar Jacoba, net
kind, het melsfe. de jonge vrouw, de
heerscheres, de krljgsoverste. En zij heeft
dit historisch teven gevoeld als. het meest
volkomen menschelijkéin hevige vitaliteit,
tri hartstochtelijk .willen, In hoogen trots,
in smartelijk lijden, in zelfbeheersching;
alles In wisselwerking met de opvolgende
gebeurtenissen en de omgeving waarin
Jacoba zich bevindt.
Zij heeft ook getracht de figuren in het
geheel der historische verschijnselen te
stellen als het tragisch ondergaande, wan
hopige kampen voor het oude legen een
nieuwen tijdgeest, belichaming van een
systeem en een kaste, die zich zelf over
leefd hadden. En ten slotte wilde de schrijf
ster ons de vrouw doen zien, voor wie alles
uitgaat van en zich samentrekt op de Hef de
tot den man, die over haar heerschefi zal,
als hij het waard is, en voor wlen alle
andere belangen des levens in het niet
verdwijnen.
* *
Het is vrijwel duidelijk, dat Vrouw
Jacob" ons op al deze verscheidene wijzen
levend had moeten verschijnen, en het zou
misschien gelukt zijn, als haar tijd niet
zoo roezig en verwarrend levendig ware
geweest. Nu eischt het verhaal der gebeurte
nissen zooveel werk en aandacht, dat Jaco
ba's leven er maar incidenteel tusschen
doorloopt en ons, behalve In eenige
touchante scènes, niet vast houdt. De geschied
kundige last lijkt de auteur te zwaar ge
worden, 't is alles te druk en te woelig en
ten slotte toch niet suggestief beeldend ge
noeg, zoodot het ons op den duur vermoeit
door veelheid en verscheidenheid. Want
ook de bijfiguren lijken te zeer op elkaar
en doen geen afzonderlijke beelden ont
staan. Het blijft ten slotte bij een kleurig
relaas, en een gevoel van sfeer, van
middel
-eeuwschheid,graptsch~erLbarbaarsch,krij-gen wij eigenlijk nergens. Wat wij dan van
Vrouw Jacob" in onze nagedachte voor
namelijk overhouden, is behalve een blijk
baar consciëntieus geteekend, maar niet
zeer levend portret van de hoofdpersoon,
het gevoel van het onpersoonlijk en onver
schillig voorgijgaan der dingen, het inge
wikkeld spel van persoonlijk willen en
onpersoonlijk krachten, wter door niemand
gewilde of voorziene uitkomst tenslotte het
nieuwe leven der maatschappij maakt. Als
levensinzicht Is dit zeker niet onredelijk,
maar was het noodig daarvoor een zoo
dikken roman te schrijven?
Het is in elk geval een respectabel werk
en voluit romantisch.
FRANS COENEN
Bibliografie
Duitsche boeken
Ferdlnund Bruekm»r: MuHftla (De
Lange, AuiHtertlam)
VAN de oudere generaties kennen
zeer velen het Dagboek van
Marie Baskirtseff, uit de jaren
tachtig. Johan de Meester heeft er
indertijd een aardig levendig boekje
aan gewijd en het is in vele artikelen
behandeld. Hier, na al die jaren, wordt
nogeens Marie Baskirtseffs geschiedenis
van haar korte leven verteld, eenvou
dig en niet sentimenteel, met het juiste
accent op wat haar en haar dagboek
zoo polgnant" maakte: de wanhopige
levenshonger, die in den korten tijd
haar gegeven niet gestild kon worden.
De geschiedenis werpt tegelijk natuurlijk
een zedebeeld van die Russisch-Parijsche
samenleving op in dat eeuweinde.
Alja Kuchmanowa: Die Fabrlk de»
Xeuen Menschen (Pustet,
8al*burgC EN grauw en triestig beeld van
*-* het Rusland der sovjets in 'de eerste
jaren na den oorlog. Het starre,
fanatische idealisme en de rauwe werkelijk
heid. Het is niet al te hevig tendentieus
geworden, maar wel is duidelijk, dat
Alja Rachmanowa menschen en régime
van -hel?b5Uchewisme haat. Toch_weJL
een belangrijk boek om de bittere
zedeschildering van Rusland in deze over
gangstijden. De overtuigde
revolutionnair en atheïst, Wladimirow, komt ten
slotte door de vrouw tot de religie en
geloof terug. Wat maatschappelijk zijn
ondergang beduidt.
Gieorgr Hermann: Itosen JRiiiJl (l>e
Lange, Amsterdam)
EEN wat ademloos geschrift, wellicht
zoo lijkend door het ontbreken van
iedere indeeling in hoofdstukken of
wat ook.
Een werkloos jongmensch die in de
demi monde geraakt en daar meer dan
halve belevingen doormaakt. In den
Roman van den arbeid
ER zijn vooral in de laatste jaren
heel wat romans op het thema
van den Arbeid gebouwd; in
vele daarvan erkenden, wij-de goede be
doelingen, van andere de onmiskenbare
waarde voor de propaganda, maar zelden
ontdekten wij er een kunstwerk tusschen.
Hout" door Albert Vikstén (uitgave
N.V. Wereldbibliotheek, Amsterdam,
1935) is een roman als roman bewonde
renswaardig, boeiend door de stof en de
behandeling daarvan, en .sympathiek
om de zuivere en hooge gezindheid van
den schrijver. Dit is een edel boek,
waarin liefde voor de menschen en liefde
voor de natuur innig verbonden zijn en
waarin de arbeid, die de basis en' het
centrum van dit boek vormt, als een
tragische, verschrikkelijke en grootsche
kracht verschijnt. Vikstén schildert ons
het harde leven van de kappersen vlotters
in het barre en noordelijke deel van
Zweden. Het zijn eenvoudige, sterke
menschen zonder achterdocht en zonder
eenige kleinheid; Zij werken in de
allerellendigste omstandigheden zonder zich
volledig bewust te zijn van de wreed
heid van hun lot. Dan zien wij hoe lang
zamerhand onder den invloed der denk
beelden uit de stad bij het jongere ge
slacht een verlangen opkomt naar een
beter lot, een redelijker betaling en een
normaler verdeeling der werktijden. Dit
geeft aanleiding tot een staking, gevolgd
door een organisatie der arbeiders, welke
door de ouderen als het werk des duivels
wordt beschouwd, maar die toch al spoe
dig algemeen aanvaard en erkend wordt.
Hierdoorheen zijn verschillende liefdes
geschiedenissen geweven, eveneens pri
mitief, driftig en zuiver.
\ Het boek bevat een reeks onvergete
lijke tafereelèn. In het begin bijvoorbeeld
als Fjailman, door een wilde razernij
aangegrepen, zijn paard mét een bijl af
maakt. Of (en dat is voor mij het hoogte
punt van het boek) de sterfscène van
Lange Jan te midden van de absolute
verlatenheid van het winterbosch. En
ten slotte de staking met de conflicten
m de menschen zelf en in de families,
welke er uit voortvloeien. .Vrijwel alle
figuren zijn duidelijk geteekend en de
schrijver bezit zulk een warme oprechte
menschenliefde dat hij zelfs de onsym
pathieke figuren nog min of meer sym
pathiek maakt. Windlau, de vertegen
woordiger van de directie die verplicht
is zich tegen de arbeiders te keeren e.n
Stenman, de ploegbaas, zijn menschen
met veel slech* e eigenschappen, maar
niet geheel slecht.
Zoo dikwijls vraagt men zich af:
waarom werd dit boek of dat boek nu
toch in onze taal overgebracht? Hier
echter is geen twijfel mogelijk: ,,Hout"
is een boek zoo eigenaardig, zoo rijk en
zoo goed, dat men zich slechts verheugen
kan over de vertaling, vooral nu die zoo
zorgvuldig en met geweten ondernomen
werd door mevrouw N. Boelen-Ranneft.
Het Nederlandsch is eenvoudig, klaar
en zeer zuiver. Wel ontdekte ik enkele
vLkjes, doch dit zijn kleinigheden welke
de waarde van het geheel in'geen enkel
opzicht aantasten.
Het zou aardig geweest zijn, indien
'op bladz. 339; die nu wit is, eenige korte
mededeelingen betreffende den schrijver
gestaan hadden. Zijn geboortejaar, zijn
ontwikkeling, de titels van zijn voor
naamste werken en zoo mogelijk me* een
enkel zinnetje de plaats welke hij in
Zweden inneemt. Dit verhoogt geens
zins de kosten der uitgave, maar wei de
bruikbaarheid daarvan voorontwikkelde
lezers die graag het boek, dat ze onder
handen hebben, een plaats geven in tijd
en ruimte. Vikstén heeft nog meer
boeken geschreven: De Witte Oneindig
heid"; De Oogen van hét Dorp"; De
Beek der Bevers". Wanneer die van de
zelfde- waarde zijn als Hout" zal een
vertaling welkom zijn. J. GRESHOFF
aanvang is dit alles wat hortend ge*
schreven, nauwelijks boven het
alledaagschc uit. Later wel goed getypeerd,
met uiterst vermakelijke, roerende of
ingewikkelde situaties. Doch nergens
treffend van oorspronkelijkheid of diep*
te. Een amusante en tragische greep uit
een dito wereld.
Alfred Neumann: Kttnlutfln
Christlne- von Renweden (De Lange, Am
sterdam)
ONGETWI FELD belangrijk wat
betreft de politieke en economische
constellatie van dien tijd. Want het zijn
vooral deze dingen waaraan de schrij
ver de meeste aandacht en woorden
wijdt. De merkwaardige figuur van
Christinc komt er echter niet geheel
uit, en zoo N.umann haar al te merk
waardig weet te maken, menschelijk
wordt zij niet. 't Is wel voornamelijk
de bijna goddelijke verhevenheid der
vorsten van dien tijd die hier uit spreekt
en die haar ons, begrijpelijkerwijs, niet
nader brengt.
Anna Scghers: Ver Wee dureli den
Februar (Edltlons du Correfour,
1'arljH)
EEN verslag van de Oostenrijksche
Februarirevolutie, maar een wat
verward en subjectief vérslag. Dit
verhaal heeft wel oorspronkelijkheid
van visie en compositie, doch ten koste
.van de duidelijkheid van het voorgestel-^
de. De ketting der historie is te zwak om
de losse schakels der detailleering te
verbinden. En de persoonlijke belevingen
der menschen afzonderlijk blijven steriel
als bevroren vleesch onder den druk der
partijdigheid. Die ook weer niet op
zichzelf vermag te bekoren.
Jacob Wassermann: Tagrebuclt aus
de m Winkel (Querldo, Amsterdam)
DIT is de litteraire nalatenschap van
den beroemden schrijver; vier no
vellen en een aantal opstellen, voor
drachten, notities. De laatste vooral
niet het minst belangrijk. In een rede
voor het Wiener Volksheim, in 1933
gehouden, geeft Wassermann zich reken
schap van de eigen kunstenaarsrelatie
tusschen omgevingen gemoedsleven. Er
is een toespraak tot de Amerikaansche
jeugd in deze crisis, waarin hij haar moed
tracht in te spreken. En dan zijn er type
beschrijvingen/uit dezen tijd: Ein Repre
sentant, Ein Bankdirektor, Zwei Chauf
feurs. Tenslotte beminlijke overpein
zingen over groote steden en buitenleven.
Voor wie Wassermann bewonderen,
zal dit meer intieme leven van den
dichter groote bekoring hebben.
Llon Feuchtwanger: Die Hassllche
Herzogln, Margareta Maultaseh
(Querldo, Amsterdam)
DE verdreven Duitsche letterkun
digen, en dit zijn de besten, zetten
on verdroten hun arbeid-voort. Hier is
van Feuchtwanger een zijner voor
treffelijke historische romans. Het gaat
om Margaretha van Tirol, een vrouw
zoo leelijk, als de wereld maar zelden
zag, doch met een verstand als regentes
en landsvrouw, dat tegen haar leelijkheid
opwoog, al kon het haar lot als vrouw
niet verzachten. Wat dan tot de smarte
lijke liefde voor een jongen page voert,
die haar weldaden accepteert, maarniet
trouw is. Zooals ook dévorige geliefden
niet lang bij haar gebleven waren. Het
einde is vereenzaming, als sterfgevallen
in haar familie en rampen over haar
land gekomen, aan haar leelijkheid
worden toegeschreven, en zij de heer
schappij aan de hertogin van Oostenrijk
afstaat. Er is misschien wel teveel
pulitiékbcschrijving in dit boek.
Franz Kafka: tiesammelte Schrif
ten, Bnd I, rxahlungen und Kleine
Proiro (Bchocken Verlag* Berlijn)
Tl/fAX Brod geeft deze Verzamelde
J.VJL Werken van Kaf ka uit inödeelen,
waarvan dit eerste vertellingen en
kleine stemmingsstukjes bevat, behalve
nog een hoofdstuk uit een met Brod
geschreven en nooit voleindigden roman.
Het is wonderlijk en niet zoo dadelijk te
'begrijpen proza, dat van Kafka. Vooral
in de korte stemmingsstukjes ontgaan
ons nogal eens de associaties. Een
merkwaardig auteur was hij zeker. ?
Bloscopy
Amerika versus Europa
L. J* Jordaan
Vletor MacLaglan In Ver
raad" <RoyaT) en Cnarles
Laughton la Ruggles dient
twee heeren"
HET zijn niet in de eerste plaats
de twee excellente films, The
informer" on ..Ruggles of Red
Gap", waarnam- onze aandacht deze
week het meest uitgaat.... het zyn
ditmaal dt» hoofdfiguren in beide wer
ken, die tmze belangstelling vragen.
..Verraad" is een dier rauwe, forscho
experimenten, waarin wy het nuch
tere, practischc Amerika van zulk een
gansch andere zydo leeren kennen.
Een schokkende, adembeklemmendc
film een krater van primitieve
hartstochten ??een wilde kreet van patho
logische tragiek een mcedoogenloos
woelen tenslotte in de diepste, don
kerste misère der menschciyke ziel.
Het Judas-complex in al zijn ver
schrikking, voet voor voet gevolgd
en mot b(jna chirurgische
onpartijdigheld ontleed. Men kan het met de
wenscheiykheid van een dergelijke
analyse at dan niet eens zijn vost
«taat dat in deze film stukken voor
komen, die naar mijn meening in hun
ontstellende dramatiek een gooi naar
het hoogste doen,^vat wy op het
projectiedoek zagên.^Daar is een
langxamc, wrecde. schildering van het- pro
ces dat den verrader naar zijn misdaad
drijft, een uit tal van dwingende détails
aangeduide psychose, die wy zien
groeien van MacLaglan's
getourmenteerde masker af tot hot verfrommelde
stuk papier toe, waarop de belooning
van 20 pond aangekondigd staat en
dat een grillige wind langs het mod
derige plaveisel jaagt. Daar is boven
alles de scène van het verraad zelf:
het moment waarop de samenzweer
der zijn vriend aangeeft, een meester
stuk van stemming en psychologische
teekening, dat den beschouwer de keel
toeknijpt. In zulke oogenblikken wordt
hot geharrewar over de artistieke on
volwaardigheid der film tegenover
tooneel en literatuur een belachelijke
hoarklovery. Zoolang er nog menschcn
zijn, die do heftige, levende emotie
voor het hoogste houden, wat de kunst
schenken kan, zoolang zal een frag
ment als dit zich weten te handhaven,
tegen alle ge-aestethiseer in.
Van een geheel andere allure is
,,Ruggles of Red Gap". Een fijne,
geestige comcdio die haar kostelijke
dwaasheid binnen de perken houdt
van een logische en beheerschte sober
heid. Voor do massa zal de humor z\jn
hoogtepunt bereiken in diverse malle
situaties; do boido tough Americans"
die den Parijschen boulevard in op
schudding brengen door op clkaars
rug langs de terrassen te rennen, de
personages die aan den eenen kant
een h uurrij tuig binnonklimmen om er
aan den anderen kant weer uit te ko
men wat de aangeschoten mensch meer
aan zonderlingheden mag begaan.
Maar voor den liefhebber zit de vis
comica elders l Zij steekt tenslotte in
het zuiver menscheiyk conflict van
den deftigen Engelschen butler, dat
monument van feodalisme, geslachten
long met den ritus van zijn ambt
samengegroeld, zoodat iedere schending
van deze heilige traditie hem tot een
pynlyke vernedering wordt. Deze but
ler, die door zijn llchtzinnigcn heer aan
de speeltafel wordt verkwanseld ten
behoeve van een Amerikaanschon par
venu en die deze wreedheid beant
woordt int't een laatste bezorgde in
spectie van 's mans das. Het is do?.»»
prachtige controverse, welke men
overal aanwezig voelt onjiie de won
derlijkst o en vermakëyksfe excessëiT
tenslotte beheerscht en aannemelijk
maakt.
BEIDE films zijn knap, intelligent
en met een zuiver gevoel voor het
materiaal gemaakt.... voldoende re
den om ze in iedere omstandigheid te
gaan zien. Maar zij vertoonen daarbij
in hooge mate de eigenaardigheid een
bepaald personage als Icvcnwekkcnde
?kern te hebben gekozen, en het is de
merkwaardige tegenstelling tusschen
deze beide figuren, waarom de zaak
tenslotte draait.... wijl ze de ver
houding Amerika versus Europa in
zulk een helder licht stelt.
Wy zijn nog lang niet aan het eind,
van ons Latijn, wat betreft de
beteekenis van den speler in de film, In alle
schakeeringen en onder tal van aspec
ten doet het probleem zich telkens
weer voor en hier vinden wy een curi
eus aanknoopingspunt in de figuren
yan Victor MacLaglan en Charles
Laughton.
MacLaglan is het geprononceerde
type van een bepaald soort acteur,
dat wel zeer positief van
Amerikaanschcn bloede ia, al stond zijn wieg in
Londen. Deze ontspoorde dominees-'
zoon, ex-bokser, ex-sergeant, ex-goud
zoeker, zwerver en avonturier
ingrootên stijl, belandde tenslotte by het
tooneel.... het schmiere-tooneel der
reizende troepen wel te verstaan. En
hij was een der eersten die voor de
Amerikaansche film in aanmerking
moesten komen, door een serie
qualiteiten die hem maakten tot hetgeen
wij met de benaming ..type" plegen
te doodverven. Een door het leven
geteekende, wiens persoonlijkheid zich
ontwikkelde en in een markanten vorm
kristalliseerde, dank zij een storm ?
achtig en afwisselend bestaan.... zoo
als een huid zich bronst onder 'den be
stendigen invloed van weer en wind.
Hy ontplooide een zonder twijfel
eenzydig gerichte persoonlijkheid: de
zuivere, onopgesmukte resultante van
het avonturiers-temperament gehard
in een stormachtig leven. Maar in dien
vorm dan ook van een gaafheid en een
zuiverheid, als wij alleen by het dier
aantreffen. Een object dat slechts
voor de camera tot zyn volle recht kon
komen en waarvan het deswege nog
steeds niet vaststaat of het op den
Uit Rusglcs dient twee hccrên"
duur niet van groot er waarde zal
blykén in de ontwikkeling derTHmkvmst
dan het geraffineerdste speel talen t.
Men beseft dit wanneer zyn interpre
tatie-taak tot een minimum wordt
gereduceerd en het apparaat om hem
heen sluipt teneinde die emanaties van
brandend animaal leven op te vangen
en in de compositie der filmeenheid
op te nemen, als een wolkenhemel of
een kokende zee. Dit is de Xolan" uit
de eerste deelen van ..Verraad"
argeloos, stompzinnig en grootsch in
zijn geborneerdheid. Zoodra het op
spelen".?op creëeren aankomt loopt
het mis.... geiyk het ongelukkige slot
van dit overigens zoo voortreffeiyke
werk bewijst.
Daartegenover staat Charles Laugh
ton, een fijne, gecultiveerde en uitge
balanceerde mentaliteit. Graduate
van Stonyhurat College, bekroond stu
dent der Royal Academy of Dramatic
Art.... acteur, karakterschepper tot
in de toppen zyner vingers. Een on
handzame, logge gestalte met de gro
teske deining van een rechtopgaanden
beer. Een week, papperig masker, dat
iedere poging tot markeeren by voor
baat hopeloos schynt te maken. En
OP- EN AANMERKINGEN
VAN ONZE LEZERS
Uit eerbied Voor de
dramatische kunst
BINNEN het tijdsbestek van
drie avonden hebben twee
Dooden geloopen over de. plan
ken van den Stadsschouwburg* De
laatste was de, het Arasterdamsche
publiek reeds bekende, Dood van
Kuit Joqss uit het ballet Der Grttne
Tisch. Met bewondering heeft men
gekeken naar de ohyorbiddeiyko fi
guur, waarvoor jong en oud zwicht.
Ontstellend was het rhythme van de
gedaante op den achtergrond, die
wachtte op zyn 'prooi en mot het
instinct van den kunstenaar heeft
Jooss,.wol beseffend dat de majesteit
van den Dood niet machtig en grootsch
genoeg uit te beelden is, als personi
ficatie het indirecte middel aangewend
door zeer indrukwekkend den stoet
van stervelingen te componecrèn,
doorfuischt van den adem van het "Einde.
Daarnaast Laseur met de zynen,
die in het stuk van den Italiaan
Albert Casclla, .Drie Dagen onder de
Levenden, tracht weer.te geven een
vacantie van den Dood. De dood die
om zoo te zeggen een slippertje maakt
en zich daarbij, geiyk het by slipper
tjes betaamt, kostelijk amuseert. Niet
dat we hier te doen hebben met een
klucht. De hemel beware i Allerlei
diepzinnige gedachten hebben den
schryver voorgezweefd over de goe
dertierenheid, de goede bedoelingen
.van den Dood etc., hoewel die diep
zinnigheid wél wat wazig moet ge
weest zijn,, want wat beteekent .nu
een Dood die verzot op het Leven
geraakt? Hetzelfde als een baby met
ouderdomsvcrschynselen, als een engel
als apache, als de Heiland in de rol
van Mefisto. Er bestaan nu eenmaal
van die fundamenteelo tegenstellingen,
waar een schrijver niet straffeloos mee
kan spelen. Doch vooruit, deze ge
heimzinnige figuur de Dood verschynt
op onze vaderlandsche planken en
intimideert een Engelsch edelman tot
een vrij bibberige gastvrijheid. Wat
komt er hiervan terecht?
Een modern zeer smaakvol Inte
rieur, Engelsch en-voornaam doende
heeren. wooriyk zeer schoone vrou
wen, telkens in fraaie stillevens van
armen, beenen, rompen en wat dies
meer zij gerangschikt. Een
onwezenlyke dialoog a la Mijn waarde graaf"
met de stroomversnellingen, klem
tonen en conventioneele bibbers in
den klank, die we nergens ter wereld
dan op de Bühne kunnen ontmoeten*
Avond. Een door een snor A la
graaf Lascelles nog niet geheel ge
adeld heer (Cor Hermus) deinst terug
voor de entree van een buikig gast in
zwart domino. Het publiek denkt:
Welke bonvivant komt daar dezen
schrik veinzenden menheer verschal
ken?'' Een gedachte die direct in de
eerste kronkels onzer hersens sterft,
wanneer do bezoeker in domino een
grafstem opzet, zich voorstelt als
De Dood" en een dreunende mono
loog aanvangt. Want dan dringt zich
een associatie by ons op die we niet
meer uit onzen geest kunnen bannen,
nameiyk die met het spelletje Nacht
wacht", waarby onze kleine jongens,
met behulp van een cape vermomd,
heel ernstig en heel griezelig het De
klok slaat n" staan te galmen.
Even later optreden van den Dood
in de - gedaante van prins Cirsc.
Schitterend wit uniform., toreede schou
ders, met de beenen wijd
iteengeplante tooneelgestalte, glimmende
oogen, een grUnzend gezicht, waarop
geschre.ven staat: Hè-é\ wat lekker,
wat lekker is het leven toch f "En dan,
volgens de oude quadrille, la visite
der schoone en elegante vrouwen,
gracléuse en beminnelijke t t e
t t es met als slot, by de herkenning
van haar partner, een luide gilsnik.
als ha4den ze een inbreker onder het
bed ontwaard.
En by den toeschouwer? Ergernis,
teleurstelling, het voornemen den
schouwburg te. myden, en heimwee
naar Kunst. Misschien vërgeiyking
met de prestaties van het ballet.
De tooneelspeler zal in zyn 'veront
waardiging aanvoeren, dat den dan
sers andere uitdrukkingsmiddelen ten
dienste staan. Mijn antwoord luidt:
De danser moge zich. bezinnen of hy
met zyn.pantomime de grenzen zyner
kunst misschien niet overschrijdt, de
acteur echter heeft de plicht 'zich de
middelen van den dans toe te eigenen,
welke enkel en alleen de middelen zyn
der Kunst. En als het 'zoover is,
héft hij pas het recht te jerimieeren
over den noodtoestand van het tooneel.
Die dan meteen wel zal verdwenen
'zyn! ? .
GABRIELLE VAN LOENEN
PAG. S DE GROENE No. XM9
PAG. 9 DE GROENE No. 1049