De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 2 november pagina 5

2 november 1935 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

! i? :< i ZOO JWST VERSCHEHEN Geromantiseerde geschiedenis Ina Boadier-Bakker: Vrouw Jocob (Van Kampen. Amsterdam) jyrAT Is eigenlijk historische ken\A/ nis? De subjectieve interpretatie V¥van schrifturen, die een subjec tieve aanschouwing, opvatting, begrip geven van dat ijle, onvatbare, mysterieuse, dat men feiten" en gebeuren" noem1. Dus, binnen de schrale omraming van tijdrekening en plaatsbepaling, iets zuiver persoonlijks van inzicht en fantasie, dat juist zooveel waard is als de persoonlijk heid, die het opschreef. Zijn er meerdere van die getuigenissen" in menig straf proces is gebleken wat zij waard zijn l dan neemt men daarvan het gemiddelde, zooieis als den grootsten gemeenen deeler, en dat wordt dan in handboeken verwerkt als de Geschiedenis". Ijdel te vragen of het inderdaad zoo was". Het was inder daad zoo.... en nog op honderdduizend andere manieren ook. Wie moet men dan gelooven"? Om te beginnen niemand, maar als het op waarschijnlijkheid aankomt, nog het meest de menschen, die kennis, levenswijsheid en verbeeldingskracht bezitten: Op de laat ste vooral komt het aan, op het vermogen uit het abstracte relaas het leven te doen herrijzen en te herscheppen die verzonken -werel&vafrhet verleden*Waaruit volgt datde kunstenaar-romancier de beste, zoo niet de eenige historicus is, die dien naam ver dient, Want olie historie is tenslotte hlstotre romancée", en met kennis en begrip alleen komt men er niet. Niet tot tets, dat; als levenverrijkend, waarlijk voor ons van belang is namelijk. Maar dit is dan ook de eisch, dat wij nader gebracht worden, dat wij het teven benaderen" van een historische figuur en, als 't ware, zijn harteklop gaan voelen. En dat is n zware opgaaf, want de kun stenaar moet hier schep pen in gebondenheid. * - . * Ina Boudier-Bakker heeft zich de taak ge teld een der meest interessante en pathetische figuren in de geschiedenis voor ons wtcr levend en menschelijk te doen ommegaan, en men kan at vast bewondering en eerbied hebben voor het streven als zoo danig, want het bewijst ten minste een diepe aandacht en genegenheid voor wat maar niet zoo langs den weg valt op te rapen. En zij heeft het zich dubbel moeilijk gemaakt dooreen tijd van kentering en ver warring te kiezen, toen het feodale regiem ten einde ging en het absolutisme opkwam. Hetgeen dan in Holland nog gecompliceerd werd door de opleving van een burgerdom, dat zich tegen feodaliteit en absolutisme gelijkelijk verzette en allengs de macht aan zich trok. Van dit oneindig veelkleurige, wisselende, plotselinge, onverwachte ven feiten en toestanden, heeft de schrijf ster een blijk baar historisch getrouw en belangwekkend relaas gegeven. Zij moet zeer gedocumen teerd geweest zijn, en daarbij die documen tatie beheer schend, om tot een zoo klaar overzicht en evenwichtige compositie te komen, die zich i n vijf episoden, overeen komend met vijf dominante toestanden in Jacoba's leven, verdeden liet. In deze vijf tijdvakken tracht zij dan tegelijk het algemeene leven van land en volk o'p te roepen, en dat van Jacoba zelf in zijn uiting en ontwikkeling te beelden. Want ook de levens van Jacobo/s vader, Willem van Hene gouwen, van haar oom Jan De Beier, van Jan van Brabant, Gloucester, Philips van Bourgondil, en nog anderen worden ons, als in vogelvlucht, voorgesteld en geven telkens bijzondere kleurt aan het verhaal. Maar naar Jacoba zelve gaat tóch vooral haar aandachtige liefde, naar Jacoba, net kind, het melsfe. de jonge vrouw, de heerscheres, de krljgsoverste. En zij heeft dit historisch teven gevoeld als. het meest volkomen menschelijkéin hevige vitaliteit, tri hartstochtelijk .willen, In hoogen trots, in smartelijk lijden, in zelfbeheersching; alles In wisselwerking met de opvolgende gebeurtenissen en de omgeving waarin Jacoba zich bevindt. Zij heeft ook getracht de figuren in het geheel der historische verschijnselen te stellen als het tragisch ondergaande, wan hopige kampen voor het oude legen een nieuwen tijdgeest, belichaming van een systeem en een kaste, die zich zelf over leefd hadden. En ten slotte wilde de schrijf ster ons de vrouw doen zien, voor wie alles uitgaat van en zich samentrekt op de Hef de tot den man, die over haar heerschefi zal, als hij het waard is, en voor wlen alle andere belangen des levens in het niet verdwijnen. * * Het is vrijwel duidelijk, dat Vrouw Jacob" ons op al deze verscheidene wijzen levend had moeten verschijnen, en het zou misschien gelukt zijn, als haar tijd niet zoo roezig en verwarrend levendig ware geweest. Nu eischt het verhaal der gebeurte nissen zooveel werk en aandacht, dat Jaco ba's leven er maar incidenteel tusschen doorloopt en ons, behalve In eenige touchante scènes, niet vast houdt. De geschied kundige last lijkt de auteur te zwaar ge worden, 't is alles te druk en te woelig en ten slotte toch niet suggestief beeldend ge noeg, zoodot het ons op den duur vermoeit door veelheid en verscheidenheid. Want ook de bijfiguren lijken te zeer op elkaar en doen geen afzonderlijke beelden ont staan. Het blijft ten slotte bij een kleurig relaas, en een gevoel van sfeer, van middel -eeuwschheid,graptsch~erLbarbaarsch,krij-gen wij eigenlijk nergens. Wat wij dan van Vrouw Jacob" in onze nagedachte voor namelijk overhouden, is behalve een blijk baar consciëntieus geteekend, maar niet zeer levend portret van de hoofdpersoon, het gevoel van het onpersoonlijk en onver schillig voorgijgaan der dingen, het inge wikkeld spel van persoonlijk willen en onpersoonlijk krachten, wter door niemand gewilde of voorziene uitkomst tenslotte het nieuwe leven der maatschappij maakt. Als levensinzicht Is dit zeker niet onredelijk, maar was het noodig daarvoor een zoo dikken roman te schrijven? Het is in elk geval een respectabel werk en voluit romantisch. FRANS COENEN Bibliografie Duitsche boeken Ferdlnund Bruekm»r: MuHftla (De Lange, AuiHtertlam) VAN de oudere generaties kennen zeer velen het Dagboek van Marie Baskirtseff, uit de jaren tachtig. Johan de Meester heeft er indertijd een aardig levendig boekje aan gewijd en het is in vele artikelen behandeld. Hier, na al die jaren, wordt nogeens Marie Baskirtseffs geschiedenis van haar korte leven verteld, eenvou dig en niet sentimenteel, met het juiste accent op wat haar en haar dagboek zoo polgnant" maakte: de wanhopige levenshonger, die in den korten tijd haar gegeven niet gestild kon worden. De geschiedenis werpt tegelijk natuurlijk een zedebeeld van die Russisch-Parijsche samenleving op in dat eeuweinde. Alja Kuchmanowa: Die Fabrlk de» Xeuen Menschen (Pustet, 8al*burgC EN grauw en triestig beeld van *-* het Rusland der sovjets in 'de eerste jaren na den oorlog. Het starre, fanatische idealisme en de rauwe werkelijk heid. Het is niet al te hevig tendentieus geworden, maar wel is duidelijk, dat Alja Rachmanowa menschen en régime van -hel?b5Uchewisme haat. Toch_weJL een belangrijk boek om de bittere zedeschildering van Rusland in deze over gangstijden. De overtuigde revolutionnair en atheïst, Wladimirow, komt ten slotte door de vrouw tot de religie en geloof terug. Wat maatschappelijk zijn ondergang beduidt. Gieorgr Hermann: Itosen JRiiiJl (l>e Lange, Amsterdam) EEN wat ademloos geschrift, wellicht zoo lijkend door het ontbreken van iedere indeeling in hoofdstukken of wat ook. Een werkloos jongmensch die in de demi monde geraakt en daar meer dan halve belevingen doormaakt. In den Roman van den arbeid ER zijn vooral in de laatste jaren heel wat romans op het thema van den Arbeid gebouwd; in vele daarvan erkenden, wij-de goede be doelingen, van andere de onmiskenbare waarde voor de propaganda, maar zelden ontdekten wij er een kunstwerk tusschen. Hout" door Albert Vikstén (uitgave N.V. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1935) is een roman als roman bewonde renswaardig, boeiend door de stof en de behandeling daarvan, en .sympathiek om de zuivere en hooge gezindheid van den schrijver. Dit is een edel boek, waarin liefde voor de menschen en liefde voor de natuur innig verbonden zijn en waarin de arbeid, die de basis en' het centrum van dit boek vormt, als een tragische, verschrikkelijke en grootsche kracht verschijnt. Vikstén schildert ons het harde leven van de kappersen vlotters in het barre en noordelijke deel van Zweden. Het zijn eenvoudige, sterke menschen zonder achterdocht en zonder eenige kleinheid; Zij werken in de allerellendigste omstandigheden zonder zich volledig bewust te zijn van de wreed heid van hun lot. Dan zien wij hoe lang zamerhand onder den invloed der denk beelden uit de stad bij het jongere ge slacht een verlangen opkomt naar een beter lot, een redelijker betaling en een normaler verdeeling der werktijden. Dit geeft aanleiding tot een staking, gevolgd door een organisatie der arbeiders, welke door de ouderen als het werk des duivels wordt beschouwd, maar die toch al spoe dig algemeen aanvaard en erkend wordt. Hierdoorheen zijn verschillende liefdes geschiedenissen geweven, eveneens pri mitief, driftig en zuiver. \ Het boek bevat een reeks onvergete lijke tafereelèn. In het begin bijvoorbeeld als Fjailman, door een wilde razernij aangegrepen, zijn paard mét een bijl af maakt. Of (en dat is voor mij het hoogte punt van het boek) de sterfscène van Lange Jan te midden van de absolute verlatenheid van het winterbosch. En ten slotte de staking met de conflicten m de menschen zelf en in de families, welke er uit voortvloeien. .Vrijwel alle figuren zijn duidelijk geteekend en de schrijver bezit zulk een warme oprechte menschenliefde dat hij zelfs de onsym pathieke figuren nog min of meer sym pathiek maakt. Windlau, de vertegen woordiger van de directie die verplicht is zich tegen de arbeiders te keeren e.n Stenman, de ploegbaas, zijn menschen met veel slech* e eigenschappen, maar niet geheel slecht. Zoo dikwijls vraagt men zich af: waarom werd dit boek of dat boek nu toch in onze taal overgebracht? Hier echter is geen twijfel mogelijk: ,,Hout" is een boek zoo eigenaardig, zoo rijk en zoo goed, dat men zich slechts verheugen kan over de vertaling, vooral nu die zoo zorgvuldig en met geweten ondernomen werd door mevrouw N. Boelen-Ranneft. Het Nederlandsch is eenvoudig, klaar en zeer zuiver. Wel ontdekte ik enkele vLkjes, doch dit zijn kleinigheden welke de waarde van het geheel in'geen enkel opzicht aantasten. Het zou aardig geweest zijn, indien 'op bladz. 339; die nu wit is, eenige korte mededeelingen betreffende den schrijver gestaan hadden. Zijn geboortejaar, zijn ontwikkeling, de titels van zijn voor naamste werken en zoo mogelijk me* een enkel zinnetje de plaats welke hij in Zweden inneemt. Dit verhoogt geens zins de kosten der uitgave, maar wei de bruikbaarheid daarvan voorontwikkelde lezers die graag het boek, dat ze onder handen hebben, een plaats geven in tijd en ruimte. Vikstén heeft nog meer boeken geschreven: De Witte Oneindig heid"; De Oogen van hét Dorp"; De Beek der Bevers". Wanneer die van de zelfde- waarde zijn als Hout" zal een vertaling welkom zijn. J. GRESHOFF aanvang is dit alles wat hortend ge* schreven, nauwelijks boven het alledaagschc uit. Later wel goed getypeerd, met uiterst vermakelijke, roerende of ingewikkelde situaties. Doch nergens treffend van oorspronkelijkheid of diep* te. Een amusante en tragische greep uit een dito wereld. Alfred Neumann: Kttnlutfln Christlne- von Renweden (De Lange, Am sterdam) ONGETWI FELD belangrijk wat betreft de politieke en economische constellatie van dien tijd. Want het zijn vooral deze dingen waaraan de schrij ver de meeste aandacht en woorden wijdt. De merkwaardige figuur van Christinc komt er echter niet geheel uit, en zoo N.umann haar al te merk waardig weet te maken, menschelijk wordt zij niet. 't Is wel voornamelijk de bijna goddelijke verhevenheid der vorsten van dien tijd die hier uit spreekt en die haar ons, begrijpelijkerwijs, niet nader brengt. Anna Scghers: Ver Wee dureli den Februar (Edltlons du Correfour, 1'arljH) EEN verslag van de Oostenrijksche Februarirevolutie, maar een wat verward en subjectief vérslag. Dit verhaal heeft wel oorspronkelijkheid van visie en compositie, doch ten koste .van de duidelijkheid van het voorgestel-^ de. De ketting der historie is te zwak om de losse schakels der detailleering te verbinden. En de persoonlijke belevingen der menschen afzonderlijk blijven steriel als bevroren vleesch onder den druk der partijdigheid. Die ook weer niet op zichzelf vermag te bekoren. Jacob Wassermann: Tagrebuclt aus de m Winkel (Querldo, Amsterdam) DIT is de litteraire nalatenschap van den beroemden schrijver; vier no vellen en een aantal opstellen, voor drachten, notities. De laatste vooral niet het minst belangrijk. In een rede voor het Wiener Volksheim, in 1933 gehouden, geeft Wassermann zich reken schap van de eigen kunstenaarsrelatie tusschen omgevingen gemoedsleven. Er is een toespraak tot de Amerikaansche jeugd in deze crisis, waarin hij haar moed tracht in te spreken. En dan zijn er type beschrijvingen/uit dezen tijd: Ein Repre sentant, Ein Bankdirektor, Zwei Chauf feurs. Tenslotte beminlijke overpein zingen over groote steden en buitenleven. Voor wie Wassermann bewonderen, zal dit meer intieme leven van den dichter groote bekoring hebben. Llon Feuchtwanger: Die Hassllche Herzogln, Margareta Maultaseh (Querldo, Amsterdam) DE verdreven Duitsche letterkun digen, en dit zijn de besten, zetten on verdroten hun arbeid-voort. Hier is van Feuchtwanger een zijner voor treffelijke historische romans. Het gaat om Margaretha van Tirol, een vrouw zoo leelijk, als de wereld maar zelden zag, doch met een verstand als regentes en landsvrouw, dat tegen haar leelijkheid opwoog, al kon het haar lot als vrouw niet verzachten. Wat dan tot de smarte lijke liefde voor een jongen page voert, die haar weldaden accepteert, maarniet trouw is. Zooals ook dévorige geliefden niet lang bij haar gebleven waren. Het einde is vereenzaming, als sterfgevallen in haar familie en rampen over haar land gekomen, aan haar leelijkheid worden toegeschreven, en zij de heer schappij aan de hertogin van Oostenrijk afstaat. Er is misschien wel teveel pulitiékbcschrijving in dit boek. Franz Kafka: tiesammelte Schrif ten, Bnd I, rxahlungen und Kleine Proiro (Bchocken Verlag* Berlijn) Tl/fAX Brod geeft deze Verzamelde J.VJL Werken van Kaf ka uit inödeelen, waarvan dit eerste vertellingen en kleine stemmingsstukjes bevat, behalve nog een hoofdstuk uit een met Brod geschreven en nooit voleindigden roman. Het is wonderlijk en niet zoo dadelijk te 'begrijpen proza, dat van Kafka. Vooral in de korte stemmingsstukjes ontgaan ons nogal eens de associaties. Een merkwaardig auteur was hij zeker. ? Bloscopy Amerika versus Europa L. J* Jordaan Vletor MacLaglan In Ver raad" <RoyaT) en Cnarles Laughton la Ruggles dient twee heeren" HET zijn niet in de eerste plaats de twee excellente films, The informer" on ..Ruggles of Red Gap", waarnam- onze aandacht deze week het meest uitgaat.... het zyn ditmaal dt» hoofdfiguren in beide wer ken, die tmze belangstelling vragen. ..Verraad" is een dier rauwe, forscho experimenten, waarin wy het nuch tere, practischc Amerika van zulk een gansch andere zydo leeren kennen. Een schokkende, adembeklemmendc film een krater van primitieve hartstochten ??een wilde kreet van patho logische tragiek een mcedoogenloos woelen tenslotte in de diepste, don kerste misère der menschciyke ziel. Het Judas-complex in al zijn ver schrikking, voet voor voet gevolgd en mot b(jna chirurgische onpartijdigheld ontleed. Men kan het met de wenscheiykheid van een dergelijke analyse at dan niet eens zijn vost «taat dat in deze film stukken voor komen, die naar mijn meening in hun ontstellende dramatiek een gooi naar het hoogste doen,^vat wy op het projectiedoek zagên.^Daar is een langxamc, wrecde. schildering van het- pro ces dat den verrader naar zijn misdaad drijft, een uit tal van dwingende détails aangeduide psychose, die wy zien groeien van MacLaglan's getourmenteerde masker af tot hot verfrommelde stuk papier toe, waarop de belooning van 20 pond aangekondigd staat en dat een grillige wind langs het mod derige plaveisel jaagt. Daar is boven alles de scène van het verraad zelf: het moment waarop de samenzweer der zijn vriend aangeeft, een meester stuk van stemming en psychologische teekening, dat den beschouwer de keel toeknijpt. In zulke oogenblikken wordt hot geharrewar over de artistieke on volwaardigheid der film tegenover tooneel en literatuur een belachelijke hoarklovery. Zoolang er nog menschcn zijn, die do heftige, levende emotie voor het hoogste houden, wat de kunst schenken kan, zoolang zal een frag ment als dit zich weten te handhaven, tegen alle ge-aestethiseer in. Van een geheel andere allure is ,,Ruggles of Red Gap". Een fijne, geestige comcdio die haar kostelijke dwaasheid binnen de perken houdt van een logische en beheerschte sober heid. Voor do massa zal de humor z\jn hoogtepunt bereiken in diverse malle situaties; do boido tough Americans" die den Parijschen boulevard in op schudding brengen door op clkaars rug langs de terrassen te rennen, de personages die aan den eenen kant een h uurrij tuig binnonklimmen om er aan den anderen kant weer uit te ko men wat de aangeschoten mensch meer aan zonderlingheden mag begaan. Maar voor den liefhebber zit de vis comica elders l Zij steekt tenslotte in het zuiver menscheiyk conflict van den deftigen Engelschen butler, dat monument van feodalisme, geslachten long met den ritus van zijn ambt samengegroeld, zoodat iedere schending van deze heilige traditie hem tot een pynlyke vernedering wordt. Deze but ler, die door zijn llchtzinnigcn heer aan de speeltafel wordt verkwanseld ten behoeve van een Amerikaanschon par venu en die deze wreedheid beant woordt int't een laatste bezorgde in spectie van 's mans das. Het is do?.»» prachtige controverse, welke men overal aanwezig voelt onjiie de won derlijkst o en vermakëyksfe excessëiT tenslotte beheerscht en aannemelijk maakt. BEIDE films zijn knap, intelligent en met een zuiver gevoel voor het materiaal gemaakt.... voldoende re den om ze in iedere omstandigheid te gaan zien. Maar zij vertoonen daarbij in hooge mate de eigenaardigheid een bepaald personage als Icvcnwekkcnde ?kern te hebben gekozen, en het is de merkwaardige tegenstelling tusschen deze beide figuren, waarom de zaak tenslotte draait.... wijl ze de ver houding Amerika versus Europa in zulk een helder licht stelt. Wy zijn nog lang niet aan het eind, van ons Latijn, wat betreft de beteekenis van den speler in de film, In alle schakeeringen en onder tal van aspec ten doet het probleem zich telkens weer voor en hier vinden wy een curi eus aanknoopingspunt in de figuren yan Victor MacLaglan en Charles Laughton. MacLaglan is het geprononceerde type van een bepaald soort acteur, dat wel zeer positief van Amerikaanschcn bloede ia, al stond zijn wieg in Londen. Deze ontspoorde dominees-' zoon, ex-bokser, ex-sergeant, ex-goud zoeker, zwerver en avonturier ingrootên stijl, belandde tenslotte by het tooneel.... het schmiere-tooneel der reizende troepen wel te verstaan. En hij was een der eersten die voor de Amerikaansche film in aanmerking moesten komen, door een serie qualiteiten die hem maakten tot hetgeen wij met de benaming ..type" plegen te doodverven. Een door het leven geteekende, wiens persoonlijkheid zich ontwikkelde en in een markanten vorm kristalliseerde, dank zij een storm ? achtig en afwisselend bestaan.... zoo als een huid zich bronst onder 'den be stendigen invloed van weer en wind. Hy ontplooide een zonder twijfel eenzydig gerichte persoonlijkheid: de zuivere, onopgesmukte resultante van het avonturiers-temperament gehard in een stormachtig leven. Maar in dien vorm dan ook van een gaafheid en een zuiverheid, als wij alleen by het dier aantreffen. Een object dat slechts voor de camera tot zyn volle recht kon komen en waarvan het deswege nog steeds niet vaststaat of het op den Uit Rusglcs dient twee hccrên" duur niet van groot er waarde zal blykén in de ontwikkeling derTHmkvmst dan het geraffineerdste speel talen t. Men beseft dit wanneer zyn interpre tatie-taak tot een minimum wordt gereduceerd en het apparaat om hem heen sluipt teneinde die emanaties van brandend animaal leven op te vangen en in de compositie der filmeenheid op te nemen, als een wolkenhemel of een kokende zee. Dit is de Xolan" uit de eerste deelen van ..Verraad" argeloos, stompzinnig en grootsch in zijn geborneerdheid. Zoodra het op spelen".?op creëeren aankomt loopt het mis.... geiyk het ongelukkige slot van dit overigens zoo voortreffeiyke werk bewijst. Daartegenover staat Charles Laugh ton, een fijne, gecultiveerde en uitge balanceerde mentaliteit. Graduate van Stonyhurat College, bekroond stu dent der Royal Academy of Dramatic Art.... acteur, karakterschepper tot in de toppen zyner vingers. Een on handzame, logge gestalte met de gro teske deining van een rechtopgaanden beer. Een week, papperig masker, dat iedere poging tot markeeren by voor baat hopeloos schynt te maken. En OP- EN AANMERKINGEN VAN ONZE LEZERS Uit eerbied Voor de dramatische kunst BINNEN het tijdsbestek van drie avonden hebben twee Dooden geloopen over de. plan ken van den Stadsschouwburg* De laatste was de, het Arasterdamsche publiek reeds bekende, Dood van Kuit Joqss uit het ballet Der Grttne Tisch. Met bewondering heeft men gekeken naar de ohyorbiddeiyko fi guur, waarvoor jong en oud zwicht. Ontstellend was het rhythme van de gedaante op den achtergrond, die wachtte op zyn 'prooi en mot het instinct van den kunstenaar heeft Jooss,.wol beseffend dat de majesteit van den Dood niet machtig en grootsch genoeg uit te beelden is, als personi ficatie het indirecte middel aangewend door zeer indrukwekkend den stoet van stervelingen te componecrèn, doorfuischt van den adem van het "Einde. Daarnaast Laseur met de zynen, die in het stuk van den Italiaan Albert Casclla, .Drie Dagen onder de Levenden, tracht weer.te geven een vacantie van den Dood. De dood die om zoo te zeggen een slippertje maakt en zich daarbij, geiyk het by slipper tjes betaamt, kostelijk amuseert. Niet dat we hier te doen hebben met een klucht. De hemel beware i Allerlei diepzinnige gedachten hebben den schryver voorgezweefd over de goe dertierenheid, de goede bedoelingen .van den Dood etc., hoewel die diep zinnigheid wél wat wazig moet ge weest zijn,, want wat beteekent .nu een Dood die verzot op het Leven geraakt? Hetzelfde als een baby met ouderdomsvcrschynselen, als een engel als apache, als de Heiland in de rol van Mefisto. Er bestaan nu eenmaal van die fundamenteelo tegenstellingen, waar een schrijver niet straffeloos mee kan spelen. Doch vooruit, deze ge heimzinnige figuur de Dood verschynt op onze vaderlandsche planken en intimideert een Engelsch edelman tot een vrij bibberige gastvrijheid. Wat komt er hiervan terecht? Een modern zeer smaakvol Inte rieur, Engelsch en-voornaam doende heeren. wooriyk zeer schoone vrou wen, telkens in fraaie stillevens van armen, beenen, rompen en wat dies meer zij gerangschikt. Een onwezenlyke dialoog a la Mijn waarde graaf" met de stroomversnellingen, klem tonen en conventioneele bibbers in den klank, die we nergens ter wereld dan op de Bühne kunnen ontmoeten* Avond. Een door een snor A la graaf Lascelles nog niet geheel ge adeld heer (Cor Hermus) deinst terug voor de entree van een buikig gast in zwart domino. Het publiek denkt: Welke bonvivant komt daar dezen schrik veinzenden menheer verschal ken?'' Een gedachte die direct in de eerste kronkels onzer hersens sterft, wanneer do bezoeker in domino een grafstem opzet, zich voorstelt als De Dood" en een dreunende mono loog aanvangt. Want dan dringt zich een associatie by ons op die we niet meer uit onzen geest kunnen bannen, nameiyk die met het spelletje Nacht wacht", waarby onze kleine jongens, met behulp van een cape vermomd, heel ernstig en heel griezelig het De klok slaat n" staan te galmen. Even later optreden van den Dood in de - gedaante van prins Cirsc. Schitterend wit uniform., toreede schou ders, met de beenen wijd iteengeplante tooneelgestalte, glimmende oogen, een grUnzend gezicht, waarop geschre.ven staat: Hè-é\ wat lekker, wat lekker is het leven toch f "En dan, volgens de oude quadrille, la visite der schoone en elegante vrouwen, gracléuse en beminnelijke t t e t t es met als slot, by de herkenning van haar partner, een luide gilsnik. als ha4den ze een inbreker onder het bed ontwaard. En by den toeschouwer? Ergernis, teleurstelling, het voornemen den schouwburg te. myden, en heimwee naar Kunst. Misschien vërgeiyking met de prestaties van het ballet. De tooneelspeler zal in zyn 'veront waardiging aanvoeren, dat den dan sers andere uitdrukkingsmiddelen ten dienste staan. Mijn antwoord luidt: De danser moge zich. bezinnen of hy met zyn.pantomime de grenzen zyner kunst misschien niet overschrijdt, de acteur echter heeft de plicht 'zich de middelen van den dans toe te eigenen, welke enkel en alleen de middelen zyn der Kunst. En als het 'zoover is, héft hij pas het recht te jerimieeren over den noodtoestand van het tooneel. Die dan meteen wel zal verdwenen 'zyn! ? . GABRIELLE VAN LOENEN PAG. S DE GROENE No. XM9 PAG. 9 DE GROENE No. 1049

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl