Historisch Archief 1877-1940
l
l
Politieke dissidenten
A. C. JOSEPHUS JITTA
DE Nederkmdsche volksaard wordt geken
merkt door een sterke neiging, van
geestverwanten of. van personen die
eenzelfde belang hebben te behartigen, zich te
vereenigen. Doch. nauwelijks is de organisatie
gesticht, of men ontdekt, dat men toch niet in
alle opzichten harmonieert, dat niet alle belan
gen parallel loppen en de organisatie splitst
zich m twee nieuwe organisaties. Die neiging
komt op velerlei gebied tot uiting, vooral op
godsdienstig en politiek gebied.
De omstandigheden, waaronder wij sinds
enkele jaren leven, geven aanleiding tot onte
vredenheid op velerlei gebied. Men klaagt over
verminderde welvaart, over de moreelc en
godsdienstige crisis, over het gebrek aan activi
teit der regcering, over de verwording van het
parlementaire stelsel en de politieke partijen.
Een bedaard en verstandig man zei onlangs
tegen' mij: Waarom doet de regeering toch
niets?"
Men kan van oordeel zijn, dat de regeering
verkeerde dingen doet, in sommige opzichten
te veel, in andere opzichten te weinig, maar te
volstaan met de boutade, dat de regeering
niets doet, is toch wel een groote dwaasheid.
Welbeschouwd was de man, dien ik citeerde,
dus ook niet een verstandig man. Maar zijn uit
lating karakteriseert den toestand.
DEZE omstandigheden vormen niet alleen
een goeden voedingsbodem voor het op
richten van nieuwe partijen, zij werken ook
de ontevredenheid in de bestaande partijen in
de hand.
Enkele.dagen geleden werden wij verrast door
de openbaar gemaakte verklaringen van twee
dissidenten, twee aanhangers van groote par
tijen, die meer dan een kwart eeuw van die
partijen deel hebben uitgemaakt, die tot de
sieraden van die partijen hebben behoord, maar
die zich thans hebben afgescheiden.
Ik heb natuurlijk Prof. Dr. Hugo Visscher
op het oog, die bedankt heeft voor de
Antirevolutionnaire partij, en Mr. J. E. W. Duys;
die het lidmaatschap van de fractie van de
S. D. A. P. in de Tweede Kamer heeft neer
gelegd.
PROF. H. Visscher, de man met den
geuzenkop, zooals Kuyper hem placht aan te duiden;
behoort tot die groep antirevolutionnairen, die
niet Gereformeerd zijn, maar Hervormd. Hij
heeft er zich over beklaagd ? en die klacht is
niet van vandaag of gisteren dat in de
Antirevolutionnaire partij de Hervormden worden
achtergesteld bij de Gereformeerden. '
Het is voor een buitenstaander moeilijk over
de gegrondheid van die klacht te oordeelen.
Men kan slechts .constateeren, dat de meest op
den voorgrond tredenden anti-revolutionnairen
Gereformeerd zijn. Maar dit verwijt alleen
schijnt niet een voldoende grond voor een af
scheiding.
Die achterstelling is stellig niet het eenige
en zeker niet het Voornaamste motief voor de
afscheiding. De Heer Visscher en de zijnen
hebben er zich dikwijls over beklaagd, dat de
anti-revolutionnaire leiders schipperen met hun
beginselen. Noch de wederinvoering van de
doodstraf, noch de handhaving naar de letter
.vandeZondagswet, noch het kerkelijk vraagstuk,
is ter hand genomen. Het beleid van het zittende
kabinet is, óf te liberaal, óf te katholiek, in
ieder geval niet overeenkomstig de zuivere leer
van Galvijn. .
Van de wenschen aangaande de doodstraf, de
Zondagsrust en het kerkelijk vraagstuk vraagt
men zich af, of dat nu inderdaad de dingen zijn,
waarop het in dezen tijd het eerst aankomt.
En meent prof. Visscher, dat hij buiten de
partij dienaangaande betere resultaten zal
weten te bereiken dan in de partij? Het lijkt
nogal naief.
Proi. Visscher heeft verklaard niet te beoogen
een nieuwe partij te stichten, doch slechts een
beweging" . Die gedachte is in Utrecht meer ge
opperd. Maar het resultaat heeft toen niet
beantwoord aan die voorspelling. Er ontstond
inderdaad veel beweging, maar ook een,
nieuwe partij.
Deze nieuwe beweging" zou streven naar
samenwerking van anti-revolutionnairen,
Christelijk-historischen, Lingbeekianen en
Kerstenianen. Op zich zelf zou stellig n groote Protes
tante partij te verkiezen zijn boven deze vier
partijen, ook van uit het gezichtspunt van
iemand, die tot geen dezer groepen behoort.
Maar men kan nauwelijks verwachten, dat de
daad van prof. Visscher de verwezenlijking
van dit doel nader zal brengen. j
HEEL wat meer sensatie is gemaakt en zal
worden gemaakt door den Heer Duys,
die wel is waar nog niet heeft bedankt voor de
S. D. A. P., doch slechts voor de Tweede Kamer
fractie van die partij. Hij is zelfs van plan
??in tegenstelling met prof. Visscher deel te
blijven uitmaken van de Tweede Kamer tot de
verkiezingen van 1937.
De Heer Duys heeft in een openbaar
gemaakten brief aan zijn vroegere fractie en in een uit
voerig communiauéaan de pers de gronden
voor zijn uittreden omstandig bloot gelegd.
Ik sta ongetwijfeld nader bij de nieuwe"
denkbeelden van den Heer Duys, dan bij de
oude" denkbeelden van zijn voormalige fractie.
Desniettemin moet mij de opmerking van het
hart, dat ik zijn optreden zeer weinig sympathiek
vind.
, De geheele openbare carrière van den Heer
Duys is gekenmerkt door een reeks sensaties
en overdrijvingen. Zijn felle uitvallen tegen de
Roomsch-Katholieken, zijn omvangrijk boek
over de risico-overdracht, dat tegen de critiek
niet bestand bleek, kenmerken dezen politicus,
die het tegendeel is van een bezadigd man.
Wat zegt men van de uiting in zijn voorloopige
rechtvaardiging, dat hij gewenscht zou hebben
in zijn eigen partij slechts n tiende van de
rechtszekerheia te hebben mogen genieten,
welke op dit oogenblik in Duitschland aan de
communisten wordt verleend? Men moet wel
geheel door het dolle heen zijn, om te gelooven,
dat eeni'g redelijk mensen dat zal slikken.
De Heer Duys heeft twee jaren geleden in een
brochure een reeks wenschen uitgesproken
betreffende de reorganisatie van de beginselen
der S. D. A. P. Hij begeerde o. a. een definitieve
breuk met het communisme, het zich volledig
stellen op de basis der democratie, een loyaal
standpunt tegenover ons koningshuis en een
onderzoek naar het laten varen van de leuze
der nationale ontwapening. In zeer veel op
zichten is aan die wenschen tegemoet gekomen.
Dat zou zonder die brochure ook gebeurd zijn.
Ik denk er niet aan iemand te verwijten, dat
zijn politieke inzichten zich wijzigen met
wien onzer is dat in de huidige omstandigheden
niet eenigermate het geval evenmin, dat hij
breekt met de partij, waartoe hij behoort, wan
neer hij zich daarin niet langer thuis gevoelt.
Maar de wijze, waarop de Heer Duys zijn
grieven uit, zijn.kennelijk streven, ook na cte
breuk met zijn vroegere politieke vrienden zijn
zetel te blijven behouden, wordt in geen. enkel
opzicht gerechtvaardigd door de tot dusverre
aangevoerde argumenten. En het lijkt voors
hands niet waarschijnlijk, dat de Heer Duys
zijn beste argumenten heeft achtergehouden.
Niets zou mij aangenamer zijn, dan dat ik op
den duur dit aanvankelijk inzicht zou moeten'
herzien.
Met dat al is déafscheiding der beide leden
van de .Tweede Kamer prof. Visscher en Mr.
Duys een verschijnsel, dat als symptoom van
verbrokkeling ieder, die een voorstander is.
van het parlementaire stelsel, met zorg moet
vervullen.'
PAG. 2 DE GROENE No. 3053
Burgemeester Dr. W. de V/ugt
DE SCHOUT EN
Afbert van Dalsum als De 8eu/"
JJN RAKKER
SCHANDAAL BUITELDEN SCHOUWBURG
OP waarlijk magistrale wijze leeft A
materdani's burgemeester door zijn uan duidelijk*
held niets te wenschen overlatende verklaring,
ter gelegenheid van de desbetreffende interpellatie in
den Raad afgelegd, den staf gebroken over de weer*
zinwckkende rel, die werd opgezet om de vertooning
van ..De Beul" in den Amsterdamsehen Stads
schouwburg.
De helden, die aan het verwekken van deze
incidenten schuldig staan, kennende, mag men aan
nemen, dat deze verklaring het definitief einde daar
van beteekent. Ook in den schouwburg zwegen zij
als hel licht opging.
Men zou er derhalve mede kunnen volstaan den
burgemeester van Amsterdam een ceresaluut /?*
brengen voor het exempel van waarachtige
gezagshandhaving en persoonlijken moert, waarmede hij
een kunstmatig niet laster en argwaan geladc-i
atmosfeer heeft gezuiverd, om over te gaan tot d?
orde van den dag, ware het niet, dal deze zaak
algimeenere aspecten had, die het in het belang van <lc
geestelijke hygiëne van ons volk noodzakelijk maken
daarop de aandacht te vestigen.
Veel belangrijker dan de gewaakte incidenten
zelve toch is de rol, die onze zg. groote pers in fut
ontstaan en verloop daarvan heeft gespeeld.
Merkwaardig was al dadelijk de ongemeene. heftigheid.
waarmede zij, in tegenstelling met het publiek <»
een aantel persorganen van tuinder commercierle
structuur, de première van. de, onderhavige verto»'
ning ontving en veroordeelde,. Haar critici, die
anders op zoo uiterst icelwillendp. wijze ons tooncd
, doodschrijven, vonden in hun arsenaal -plotseling
een voorraad bijkans vergeten invectieven, tlie
broederlijk werden verdeeld en daarna kwistig
rotn!gestrooid. Dat de aldus eenparig gedemonstreerde
verontwaardiging niet slechts van aesthetischen aard
'? en'strekking was, bleek ons al dadelijk uit de in tic
N. ft. C. gelanceerde invite tot een ^ingrijpen der
overheid tegen fleze vèrtooning". . Sedert wanmtr
geeft een fatsoenlijk kunstbcoordeelaar dergclijkt
on-aesthétische hints? En dan ,.De Tijd"! Na ft»
strenge maar alleszins reëelc kritiek op dcpremifre iwi
de hand van een plaatsvervanger,kica w daarin de
ordinariusder tooneetkritiek op de zaakierug om te
bdooyrndat het hier een , in geen nkel ander Christelijk blad
gesignaleerde, blasfemie geldt, en dat wel op grond ra*
teksten, die in de voorstelling in het geheel m'tt
gebruikt worden, om dan te laten volgen: Ik erk<'>>:
de voorstelling.... heeft buitengewone tooneelqtmti'
teilen. .Maar juist daarom bestrijd ik haar. 11'fl*
het een prulvoorstelling, ik zou er niet veel tr
aan verspillen/ N t* is zij eerst een gevaar!"
Daarop volgde in de Telegraaf van 25 'No
de nauwelijks gecamoufleerde opruiing tot de HU'
lijke vertooning, die de Nederlandsche bentgenooten
«?«« de in de Beid." gehekelde levensbeschouwing"
bij de eerstvolgende voorstelling prompt ten beste
hebben gegeven, en die werd aanbevolen als de meest
doelmatige wijze om de overheid to dwingen,
niet alleen om zich er van te onthouden, dergelijke
xtukken te subsidieerent maar ook ze te verbieden".
Wie verwachtte, dat tegen een dergelijke, ten
brutale als perfide, aanzetting tot ordeverstoring ?n
terreur scherp protest zou worden aangeteekend in
il f organen van het weldenkende deel der natie, die
:ii-h om het hardst als kampioenen voor de
gezagshandhaving plegen op te werpen, kwam bedrogen uil.
Men zweeg als het graf en volhardde daarbij, niet ?
uiteen toen bekend werd, dat een
nationaal-socialisttechc horde aan den oproep van de Telegraaf gevolg
:<*u geven, maar ook nadat zulks metterdaad icas
fpwhied en men den euvelen moed had de
schuldrraag aan de orde te stelkn. Nergens werd daarbij
yonemoreerd, dat reeds'een geheele'reeks voorstel
lingen van du stuk was gegeven met groeietut succes
en zonder dat zich ook maar n onregelmatigheid had
voorgedaan. Nergens werd verteld, dat ook bij de
bctcuste Zondagmiddagvoorstelling het gewone publiek,
?v/er/et listen der belhamels ten spijt, een
betcónderensmiardige discipline aan den dag legde en daarmede
M beste bewijs leverde, dal van eenig spontaan verzet,
wlfs mei gangmaking, geen sprake icas. Ja, men
bestond het bij dit alles nog van provocatie door hel
W'lend gezelschap en de overheid te spreken.
Er is voor dit alles slechts n verklaring.
Angst voor het verlies van aanhangers van en,
"i/nipalhiseerenden met het nationaal-soeialisme 'als
nbnnné'a en wellicht ook als adverteerderst beheersehf
'Ie geheele groote pers van Nederland. Angst voor hel ?;
ontslaan van een nalionaal-socialistische
dagbladper», waaraan zij ongetwijfeld ettelijke tienduizenden
Ifsers zou verliezen, heeft de leiding van hel grootste
der Nederlandsche dagblad-concerns er toe gebracht
ff» indirecte N.S.B.-propaganda te voeren, die als
beïnvloeding onzer publieke opinie veel gevaarlijker
en voor den neer Mussert veel effectiever is, dan een
eiym N.S.B-orgaan ooit zou kunnen worden, .omdat
hiermede slechts voor eigen parochie te preeken en niet
fff lijk thans geschiedt de argelooze massa dagelijks en
ongemerkt te vergiftigen zou vallen. Angst voor
lezersVerlies aan den groolen concurrent noopt de anderen op
hun beurt tegenover het nationaal-socialisméeen welwil
lende z.g. objectiviteit te bewaren en zich althans scherp te
kecren, legen alles wat dat nalionaal-socialisme
mee?doogenloos bestrijdt. En niemand ziet klaarblijkelijk
hoezeer men zoodoende in een vicieuzên cirkel geraakt
tn den groei van het hationaal-socialisme bevordert.
Ook als men voor een uiteindelijk succes dezer
Meeging in Nederland niet bevreesd is, baart toch
^n dergelijke ontwikkeling groote zorg* Door
echanfalentala zich thans, niet in den Amsterdamschen '
Stadsschouwburg, maar in de Nederlandsche pers
hebben afgespeeld, wordt blijvend een schade gedaan
aan onze publieke moraliteit, die zich bij ernstige'
Ongelegenheden moei wreken. . D.
WEEKTROMPET
VAN DEN WIJZEN OLIFANT
WEINIG Nederlanden zijn zoo benijdens
waardig als de negentigjarige heer Albert
de Brey, de profesaeur de coiffure te
Rotterdam, die in de afgeloopon week zijn
negentigsteh verjaardag vierde. Een loven, gewijd aan
vrouwenhaar, is het niet om jaloerech op te worden
voor ons allen, die jonger van jaren, maar ouder
van gemoed zijn dan deze eerwaardige baard- en
snor-drager, die bijna tegelijk met Sint-Nicolaas
verjaart?
Wijj zijn in neteliger en minder weelderige draden
gevangen dan de haren van een bekoorlijk vrouwen
hoofd, wij zitten verstrikt in de netelige draden
van een verwarde wereld, wij Beulen" ons af
in Amsterdam, en wij kunnen nog altijd niet de
draadjes aan elkaar krijgen".
Edoch, er kwam toch eenige lijn in de
wereldcoiffure. De dictatoriale gedachte, die bacil uit
den ongunst der tijden gekweekt, vindt meer
bestrijding dan men een tijd geleden vermoedde.
Kijken wij eens even te zamen de wereld rond.
In Griekenland heeft de dictatoriale gedachte
het afgelegd. De n'euw verschenen koning heeft
zijn zege op Kondylis behaald, met een wijsheid,
welke de beste verwachtingen geeft, heeft hij de
amnestie zoo ver mogelijk uitgebreid, en Venizelos
van zijn krachtigste wapen, het martelaarschap,
beroofd. ,
Belangrijker als symptoom is wellicht hei advies
van het HaagschèHof aan den Volkenbondsraad,
waardoor feitelijk een deel der Nazi-wetgeving, di
strijdt met de Grondwet van Danzig, onwettig
wordt verklaard. .
Over Duitschland valt te melden dat het in de
week, die verging, zeer duidelijk is geworden,
hoezeer twee tegenstrijdige en strijdbare kampen
zich tot het uiterste wapenen. De Regeering
toont, nu zij het Joden-probleem acht opgelost.
noch ten aanzien van de Katholieken, noch ten
aanzien van de aanhangers, der Belijdeniskerk
eenige concessie. Maar het verzet van beide
groepen, die welhaast n Christelijk kamp vor
men, is heviger 'dan velen hier vermoeden. En
men moet in Duitschland niet meenen, dat men
met déze belangrijke groepen zoo snel definitief
zal hebben afgerekend. Mgr. Legge is nu, om
verslag uit te brengen, haar het Vaticaan ver
trokken en men verwacht met spanning hoe de
verhouding zich zal ontwikkelen.
IX Engeland, waar de koning sself. door het sterf
geval 'zijner zuster, niet voor het parlement kon
verschijnen, bevatte de troonrede weinig, dat wij
niet alreeds wisten. Het belangrijke punt is de
versterking van de vloot, die nu niet wijst op een
spoedig verwachte wereldvrede. Ook ten onzent
trekt de actie voor vloot-versterking en reorgani
satie de aandacht. Een tweetal artikelen in de
Nieuwe Rotterdamsche Courant hebben de
verwaarloozing van de vloot opnieuw onder de(
algemeene aandacht gebracht, en er op aan
gedrongen, dat men de vloot Vooral moest inrich
ten voor de defensie van het Rijksgebied in Aziö.
Achter dit alles rijst het dreigende beeld van een
toekomstig confjict in de Stille Zuidzee.
Middelerwijl wordt do potitiek dor Westerschc
Mogendheden ten aanzien van Italiënog steeds
beheerscht door een merkwaardig duet tussenin
strengere sancties, zooals het olie-embargo, en
nieuwe verzoeningspogingen.
?' '' ' "
.. ... . ;
MAAR gaan wöthans naar Nederland. De' week ,
was rijk aan schokkende feiten. Daar is de
Beulsquaestie te Amsterdam, waarover de olifant
zijn gedachte heeft. Maar hij laat die binnenin zijn
slurf, omdat een ander medewerker over de Beul
zijn oordeel geeft. Maar wat hij niét in zijn slurf
laat, is zijn meening over de politiek > van den
Amsterdamschen raad, waar nu de meerderheid
van den gemeenteraad de voorstellen van B. en W. '
inzake salarisverlaging van de ambtenaren 'en
werklieden der gemeente verwierp. Men raag
gerust aannemen, dat B. en W. -het voorstel
met grooten tegenzin hebben ter tafel gebracht.
Wie de uitnemende rede van wethouder Kropman
herleest, wordt getroffen door den ernst, waarmee1
deze bewindsman is vervuld en het leedwezen,
waarmee'1 Wj ? zijn democratische overtuiging ge- (
weid aandeed. Maar ' is het democratisch, zoo i
vraagt de olifant, wanneer een gemeenteraad
door zijn weigering .om de loonen in overeenstem
ming te brengen met de financièele draagkracht
PAfl. 3 OC ROBNE KU.3053
der gemeente, en zijn- roekeloos spelen met subsi
dies, de begrooting niet weet sluitend te maken,
en de gemeente met verlies van haar zelfstandig
heid bedreigt?
Behalve de Beuls-beweging is de openbare aan
dacht in Nederland op sensationeele wijze bezig
gehouden door het vertrek van den heer Duys
uit de s. d. Kamerfractie. Bij de
anti-revolutionairen Prof. Visscher weg, bij de cociaal-democraten
Duys. Allemaal haver voor Musrert! Want
ofschoon uit het dissidentisme van do
groepVisscher en den persoon-liuys geenerlei
gevolg, trekkingen gemaakt kunnen worden ten aanzien
van de innerlijke situatie bij de'anti-revolutionaire
en sociaal-democratische partijen, zal de aan
leiding tot een gereede gevolgtrekking gretig
worden gehanteerd. De houding van Professor
Visscher, die meteen zijn ontslag aanbood als
kamerlid, lijkt den Olifant correcter dan de hou
ding van den heer Duys, die in de Kamer bleef.
Het moest toch eigenlijk blijven gelden als een
ongeschreven fatsoenswet, dat wie van zijn partij
(d. w. z. van de kiezers, die iemand verkozen
hebben) vervreemdt, zijn mandaat neerlegt.
Hoe langer zoo veelvuldiger worden de zonden
tegen deze ongeschreven wet, die als een stuk
volksovertuiging kan worden bestempeld.
Intusschen gaat de Regeering met haar actie
tot saneering van de S. A.-nering voort. Een wets
ontwerp tot beteugeling van particuliere weer
korpsen is bij de Tweede Kamer ingediend.
De Regeering meent, dat ook zonder wapenbezit
en zonder dat in het openbaar in uniform wordt
opgetreden, de vermilitariseering van bepaalde
organisaties, die in particuliere legercorpsen kun
nen worden omgezet, mogelijk is. En zij wil die
vermilitariseering, terecht, voorkomen. Wie
had twintig jaar geleden een dergelijk wets
ontwerp in ons goede Nederland mogelgk geacht?
Het zijn de lieden die al roepend om
de-Volkseenheid, de volkscenheid vernietigen, welke de
gevaren opwekken, die de Regeering bestrydt.
Aan een optreden, dat met de leuze der volks
cenheid allerminst strookt, zijn wjj echter reeds
gewoon geraakt.
Ware dit niet het gevall dan zou men zich zeer
hebben te verwonderen over de houding vnn den '
internationalen graaf, die de partij vertegen
woordigt welke zich uationaal-bij-uitstek noemt.
De heer Marchant d'Ansembourg' heeft geweigerd
in het Eerste Kamer-gebouw te komen teneinde
inlichtingen te verschaffen ter beoordeeling van
de qunestie van zijn Nederlanderschap. De
zaak heeft tot achtergrond een bepaalde tactiek
van de N. S. B., 'die, hangende het onderzoek,
haar Statenleden, buiten de vergadering houdt.
büwyze vaa protest. Er blijkt uit deze houding
duidelijk, dat het de X. S. B. aan den zin tot
parlementaire samenwerking ontbreekt. Wie Volk
en Vaderland" regelmatig leest, heeft wel in de
gaten gekregen, dat parlementaire samenwerking
ook niet ia de bedoeling ligt, dat men in de volks
vertegenwoordiging wil treden om de volksver- '
tegenwoordiging te saboteeren. Mam* - de
Olifant vraagt zich toch af, of deze negatieve
politiek bij de Nederlanders eenig succes kan
behalen. Zelfs bij de naaste geestverwanten van
de N. S. B., welke die beweging steunen, omdat zij
meenen daarmee een ,,houvast" te bereiken, kan
dit zinledig spelletje van parlementair absenteïsme
(dat de N. 3. B.ers aan anderen verwijten) weinig
sympathie oogsten», ?."'-.
Maar -r- never inind! Thuisgekomen van de
ontbonden Weer-A fdeelihgen" zullen de ridders
door hun echtgenooten worden opgewacht,
die hun indachtig zullen maken op het
pantoffelheld-artikel", waarbij de man, wanneer hij
huishoudelijk huurkoop-bevliegingen krijgt, aan
zijn ega toestemming zal moeten vragen. ?
In een tijd, diéerg -barsch doet tegen het
feminisnde, komt een feministische wetsbepaling glim
lachend door een achterdeurtje binnea-jluipen eu
zegt: ,,hier ben ik J" Zoo is dévrouw.