De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 30 november pagina 1

30 november 1935 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

l l Politieke dissidenten A. C. JOSEPHUS JITTA DE Nederkmdsche volksaard wordt geken merkt door een sterke neiging, van geestverwanten of. van personen die eenzelfde belang hebben te behartigen, zich te vereenigen. Doch. nauwelijks is de organisatie gesticht, of men ontdekt, dat men toch niet in alle opzichten harmonieert, dat niet alle belan gen parallel loppen en de organisatie splitst zich m twee nieuwe organisaties. Die neiging komt op velerlei gebied tot uiting, vooral op godsdienstig en politiek gebied. De omstandigheden, waaronder wij sinds enkele jaren leven, geven aanleiding tot onte vredenheid op velerlei gebied. Men klaagt over verminderde welvaart, over de moreelc en godsdienstige crisis, over het gebrek aan activi teit der regcering, over de verwording van het parlementaire stelsel en de politieke partijen. Een bedaard en verstandig man zei onlangs tegen' mij: Waarom doet de regeering toch niets?" Men kan van oordeel zijn, dat de regeering verkeerde dingen doet, in sommige opzichten te veel, in andere opzichten te weinig, maar te volstaan met de boutade, dat de regeering niets doet, is toch wel een groote dwaasheid. Welbeschouwd was de man, dien ik citeerde, dus ook niet een verstandig man. Maar zijn uit lating karakteriseert den toestand. DEZE omstandigheden vormen niet alleen een goeden voedingsbodem voor het op richten van nieuwe partijen, zij werken ook de ontevredenheid in de bestaande partijen in de hand. Enkele.dagen geleden werden wij verrast door de openbaar gemaakte verklaringen van twee dissidenten, twee aanhangers van groote par tijen, die meer dan een kwart eeuw van die partijen deel hebben uitgemaakt, die tot de sieraden van die partijen hebben behoord, maar die zich thans hebben afgescheiden. Ik heb natuurlijk Prof. Dr. Hugo Visscher op het oog, die bedankt heeft voor de Antirevolutionnaire partij, en Mr. J. E. W. Duys; die het lidmaatschap van de fractie van de S. D. A. P. in de Tweede Kamer heeft neer gelegd. PROF. H. Visscher, de man met den geuzenkop, zooals Kuyper hem placht aan te duiden; behoort tot die groep antirevolutionnairen, die niet Gereformeerd zijn, maar Hervormd. Hij heeft er zich over beklaagd ? en die klacht is niet van vandaag of gisteren dat in de Antirevolutionnaire partij de Hervormden worden achtergesteld bij de Gereformeerden. ' Het is voor een buitenstaander moeilijk over de gegrondheid van die klacht te oordeelen. Men kan slechts .constateeren, dat de meest op den voorgrond tredenden anti-revolutionnairen Gereformeerd zijn. Maar dit verwijt alleen schijnt niet een voldoende grond voor een af scheiding. Die achterstelling is stellig niet het eenige en zeker niet het Voornaamste motief voor de afscheiding. De Heer Visscher en de zijnen hebben er zich dikwijls over beklaagd, dat de anti-revolutionnaire leiders schipperen met hun beginselen. Noch de wederinvoering van de doodstraf, noch de handhaving naar de letter .vandeZondagswet, noch het kerkelijk vraagstuk, is ter hand genomen. Het beleid van het zittende kabinet is, óf te liberaal, óf te katholiek, in ieder geval niet overeenkomstig de zuivere leer van Galvijn. . Van de wenschen aangaande de doodstraf, de Zondagsrust en het kerkelijk vraagstuk vraagt men zich af, of dat nu inderdaad de dingen zijn, waarop het in dezen tijd het eerst aankomt. En meent prof. Visscher, dat hij buiten de partij dienaangaande betere resultaten zal weten te bereiken dan in de partij? Het lijkt nogal naief. Proi. Visscher heeft verklaard niet te beoogen een nieuwe partij te stichten, doch slechts een beweging" . Die gedachte is in Utrecht meer ge opperd. Maar het resultaat heeft toen niet beantwoord aan die voorspelling. Er ontstond inderdaad veel beweging, maar ook een, nieuwe partij. Deze nieuwe beweging" zou streven naar samenwerking van anti-revolutionnairen, Christelijk-historischen, Lingbeekianen en Kerstenianen. Op zich zelf zou stellig n groote Protes tante partij te verkiezen zijn boven deze vier partijen, ook van uit het gezichtspunt van iemand, die tot geen dezer groepen behoort. Maar men kan nauwelijks verwachten, dat de daad van prof. Visscher de verwezenlijking van dit doel nader zal brengen. j HEEL wat meer sensatie is gemaakt en zal worden gemaakt door den Heer Duys, die wel is waar nog niet heeft bedankt voor de S. D. A. P., doch slechts voor de Tweede Kamer fractie van die partij. Hij is zelfs van plan ??in tegenstelling met prof. Visscher deel te blijven uitmaken van de Tweede Kamer tot de verkiezingen van 1937. De Heer Duys heeft in een openbaar gemaakten brief aan zijn vroegere fractie en in een uit voerig communiauéaan de pers de gronden voor zijn uittreden omstandig bloot gelegd. Ik sta ongetwijfeld nader bij de nieuwe" denkbeelden van den Heer Duys, dan bij de oude" denkbeelden van zijn voormalige fractie. Desniettemin moet mij de opmerking van het hart, dat ik zijn optreden zeer weinig sympathiek vind. , De geheele openbare carrière van den Heer Duys is gekenmerkt door een reeks sensaties en overdrijvingen. Zijn felle uitvallen tegen de Roomsch-Katholieken, zijn omvangrijk boek over de risico-overdracht, dat tegen de critiek niet bestand bleek, kenmerken dezen politicus, die het tegendeel is van een bezadigd man. Wat zegt men van de uiting in zijn voorloopige rechtvaardiging, dat hij gewenscht zou hebben in zijn eigen partij slechts n tiende van de rechtszekerheia te hebben mogen genieten, welke op dit oogenblik in Duitschland aan de communisten wordt verleend? Men moet wel geheel door het dolle heen zijn, om te gelooven, dat eeni'g redelijk mensen dat zal slikken. De Heer Duys heeft twee jaren geleden in een brochure een reeks wenschen uitgesproken betreffende de reorganisatie van de beginselen der S. D. A. P. Hij begeerde o. a. een definitieve breuk met het communisme, het zich volledig stellen op de basis der democratie, een loyaal standpunt tegenover ons koningshuis en een onderzoek naar het laten varen van de leuze der nationale ontwapening. In zeer veel op zichten is aan die wenschen tegemoet gekomen. Dat zou zonder die brochure ook gebeurd zijn. Ik denk er niet aan iemand te verwijten, dat zijn politieke inzichten zich wijzigen met wien onzer is dat in de huidige omstandigheden niet eenigermate het geval evenmin, dat hij breekt met de partij, waartoe hij behoort, wan neer hij zich daarin niet langer thuis gevoelt. Maar de wijze, waarop de Heer Duys zijn grieven uit, zijn.kennelijk streven, ook na cte breuk met zijn vroegere politieke vrienden zijn zetel te blijven behouden, wordt in geen. enkel opzicht gerechtvaardigd door de tot dusverre aangevoerde argumenten. En het lijkt voors hands niet waarschijnlijk, dat de Heer Duys zijn beste argumenten heeft achtergehouden. Niets zou mij aangenamer zijn, dan dat ik op den duur dit aanvankelijk inzicht zou moeten' herzien. Met dat al is déafscheiding der beide leden van de .Tweede Kamer prof. Visscher en Mr. Duys een verschijnsel, dat als symptoom van verbrokkeling ieder, die een voorstander is. van het parlementaire stelsel, met zorg moet vervullen.' PAG. 2 DE GROENE No. 3053 Burgemeester Dr. W. de V/ugt DE SCHOUT EN Afbert van Dalsum als De 8eu/" JJN RAKKER SCHANDAAL BUITELDEN SCHOUWBURG OP waarlijk magistrale wijze leeft A materdani's burgemeester door zijn uan duidelijk* held niets te wenschen overlatende verklaring, ter gelegenheid van de desbetreffende interpellatie in den Raad afgelegd, den staf gebroken over de weer* zinwckkende rel, die werd opgezet om de vertooning van ..De Beul" in den Amsterdamsehen Stads schouwburg. De helden, die aan het verwekken van deze incidenten schuldig staan, kennende, mag men aan nemen, dat deze verklaring het definitief einde daar van beteekent. Ook in den schouwburg zwegen zij als hel licht opging. Men zou er derhalve mede kunnen volstaan den burgemeester van Amsterdam een ceresaluut /?* brengen voor het exempel van waarachtige gezagshandhaving en persoonlijken moert, waarmede hij een kunstmatig niet laster en argwaan geladc-i atmosfeer heeft gezuiverd, om over te gaan tot d? orde van den dag, ware het niet, dal deze zaak algimeenere aspecten had, die het in het belang van <lc geestelijke hygiëne van ons volk noodzakelijk maken daarop de aandacht te vestigen. Veel belangrijker dan de gewaakte incidenten zelve toch is de rol, die onze zg. groote pers in fut ontstaan en verloop daarvan heeft gespeeld. Merkwaardig was al dadelijk de ongemeene. heftigheid. waarmede zij, in tegenstelling met het publiek <» een aantel persorganen van tuinder commercierle structuur, de première van. de, onderhavige verto»' ning ontving en veroordeelde,. Haar critici, die anders op zoo uiterst icelwillendp. wijze ons tooncd , doodschrijven, vonden in hun arsenaal -plotseling een voorraad bijkans vergeten invectieven, tlie broederlijk werden verdeeld en daarna kwistig rotn!gestrooid. Dat de aldus eenparig gedemonstreerde verontwaardiging niet slechts van aesthetischen aard '? en'strekking was, bleek ons al dadelijk uit de in tic N. ft. C. gelanceerde invite tot een ^ingrijpen der overheid tegen fleze vèrtooning". . Sedert wanmtr geeft een fatsoenlijk kunstbcoordeelaar dergclijkt on-aesthétische hints? En dan ,.De Tijd"! Na ft» strenge maar alleszins reëelc kritiek op dcpremifre iwi de hand van een plaatsvervanger,kica w daarin de ordinariusder tooneetkritiek op de zaakierug om te bdooyrndat het hier een , in geen nkel ander Christelijk blad gesignaleerde, blasfemie geldt, en dat wel op grond ra* teksten, die in de voorstelling in het geheel m'tt gebruikt worden, om dan te laten volgen: Ik erk<'>>: de voorstelling.... heeft buitengewone tooneelqtmti' teilen. .Maar juist daarom bestrijd ik haar. 11'fl* het een prulvoorstelling, ik zou er niet veel tr aan verspillen/ N t* is zij eerst een gevaar!" Daarop volgde in de Telegraaf van 25 'No de nauwelijks gecamoufleerde opruiing tot de HU' lijke vertooning, die de Nederlandsche bentgenooten «?«« de in de Beid." gehekelde levensbeschouwing" bij de eerstvolgende voorstelling prompt ten beste hebben gegeven, en die werd aanbevolen als de meest doelmatige wijze om de overheid to dwingen, niet alleen om zich er van te onthouden, dergelijke xtukken te subsidieerent maar ook ze te verbieden". Wie verwachtte, dat tegen een dergelijke, ten brutale als perfide, aanzetting tot ordeverstoring ?n terreur scherp protest zou worden aangeteekend in il f organen van het weldenkende deel der natie, die :ii-h om het hardst als kampioenen voor de gezagshandhaving plegen op te werpen, kwam bedrogen uil. Men zweeg als het graf en volhardde daarbij, niet ? uiteen toen bekend werd, dat een nationaal-socialisttechc horde aan den oproep van de Telegraaf gevolg :<*u geven, maar ook nadat zulks metterdaad icas fpwhied en men den euvelen moed had de schuldrraag aan de orde te stelkn. Nergens werd daarbij yonemoreerd, dat reeds'een geheele'reeks voorstel lingen van du stuk was gegeven met groeietut succes en zonder dat zich ook maar n onregelmatigheid had voorgedaan. Nergens werd verteld, dat ook bij de bctcuste Zondagmiddagvoorstelling het gewone publiek, ?v/er/et listen der belhamels ten spijt, een betcónderensmiardige discipline aan den dag legde en daarmede M beste bewijs leverde, dal van eenig spontaan verzet, wlfs mei gangmaking, geen sprake icas. Ja, men bestond het bij dit alles nog van provocatie door hel W'lend gezelschap en de overheid te spreken. Er is voor dit alles slechts n verklaring. Angst voor het verlies van aanhangers van en, "i/nipalhiseerenden met het nationaal-soeialisme 'als nbnnné'a en wellicht ook als adverteerderst beheersehf 'Ie geheele groote pers van Nederland. Angst voor hel ?; ontslaan van een nalionaal-socialistische dagbladper», waaraan zij ongetwijfeld ettelijke tienduizenden Ifsers zou verliezen, heeft de leiding van hel grootste der Nederlandsche dagblad-concerns er toe gebracht ff» indirecte N.S.B.-propaganda te voeren, die als beïnvloeding onzer publieke opinie veel gevaarlijker en voor den neer Mussert veel effectiever is, dan een eiym N.S.B-orgaan ooit zou kunnen worden, .omdat hiermede slechts voor eigen parochie te preeken en niet fff lijk thans geschiedt de argelooze massa dagelijks en ongemerkt te vergiftigen zou vallen. Angst voor lezersVerlies aan den groolen concurrent noopt de anderen op hun beurt tegenover het nationaal-socialisméeen welwil lende z.g. objectiviteit te bewaren en zich althans scherp te kecren, legen alles wat dat nalionaal-socialisme mee?doogenloos bestrijdt. En niemand ziet klaarblijkelijk hoezeer men zoodoende in een vicieuzên cirkel geraakt tn den groei van het hationaal-socialisme bevordert. Ook als men voor een uiteindelijk succes dezer Meeging in Nederland niet bevreesd is, baart toch ^n dergelijke ontwikkeling groote zorg* Door echanfalentala zich thans, niet in den Amsterdamschen ' Stadsschouwburg, maar in de Nederlandsche pers hebben afgespeeld, wordt blijvend een schade gedaan aan onze publieke moraliteit, die zich bij ernstige' Ongelegenheden moei wreken. . D. WEEKTROMPET VAN DEN WIJZEN OLIFANT WEINIG Nederlanden zijn zoo benijdens waardig als de negentigjarige heer Albert de Brey, de profesaeur de coiffure te Rotterdam, die in de afgeloopon week zijn negentigsteh verjaardag vierde. Een loven, gewijd aan vrouwenhaar, is het niet om jaloerech op te worden voor ons allen, die jonger van jaren, maar ouder van gemoed zijn dan deze eerwaardige baard- en snor-drager, die bijna tegelijk met Sint-Nicolaas verjaart? Wijj zijn in neteliger en minder weelderige draden gevangen dan de haren van een bekoorlijk vrouwen hoofd, wij zitten verstrikt in de netelige draden van een verwarde wereld, wij Beulen" ons af in Amsterdam, en wij kunnen nog altijd niet de draadjes aan elkaar krijgen". Edoch, er kwam toch eenige lijn in de wereldcoiffure. De dictatoriale gedachte, die bacil uit den ongunst der tijden gekweekt, vindt meer bestrijding dan men een tijd geleden vermoedde. Kijken wij eens even te zamen de wereld rond. In Griekenland heeft de dictatoriale gedachte het afgelegd. De n'euw verschenen koning heeft zijn zege op Kondylis behaald, met een wijsheid, welke de beste verwachtingen geeft, heeft hij de amnestie zoo ver mogelijk uitgebreid, en Venizelos van zijn krachtigste wapen, het martelaarschap, beroofd. , Belangrijker als symptoom is wellicht hei advies van het HaagschèHof aan den Volkenbondsraad, waardoor feitelijk een deel der Nazi-wetgeving, di strijdt met de Grondwet van Danzig, onwettig wordt verklaard. . Over Duitschland valt te melden dat het in de week, die verging, zeer duidelijk is geworden, hoezeer twee tegenstrijdige en strijdbare kampen zich tot het uiterste wapenen. De Regeering toont, nu zij het Joden-probleem acht opgelost. noch ten aanzien van de Katholieken, noch ten aanzien van de aanhangers, der Belijdeniskerk eenige concessie. Maar het verzet van beide groepen, die welhaast n Christelijk kamp vor men, is heviger 'dan velen hier vermoeden. En men moet in Duitschland niet meenen, dat men met déze belangrijke groepen zoo snel definitief zal hebben afgerekend. Mgr. Legge is nu, om verslag uit te brengen, haar het Vaticaan ver trokken en men verwacht met spanning hoe de verhouding zich zal ontwikkelen. IX Engeland, waar de koning sself. door het sterf geval 'zijner zuster, niet voor het parlement kon verschijnen, bevatte de troonrede weinig, dat wij niet alreeds wisten. Het belangrijke punt is de versterking van de vloot, die nu niet wijst op een spoedig verwachte wereldvrede. Ook ten onzent trekt de actie voor vloot-versterking en reorgani satie de aandacht. Een tweetal artikelen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant hebben de verwaarloozing van de vloot opnieuw onder de( algemeene aandacht gebracht, en er op aan gedrongen, dat men de vloot Vooral moest inrich ten voor de defensie van het Rijksgebied in Aziö. Achter dit alles rijst het dreigende beeld van een toekomstig confjict in de Stille Zuidzee. Middelerwijl wordt do potitiek dor Westerschc Mogendheden ten aanzien van Italiënog steeds beheerscht door een merkwaardig duet tussenin strengere sancties, zooals het olie-embargo, en nieuwe verzoeningspogingen. ?' '' ' " .. ... . ; MAAR gaan wöthans naar Nederland. De' week , was rijk aan schokkende feiten. Daar is de Beulsquaestie te Amsterdam, waarover de olifant zijn gedachte heeft. Maar hij laat die binnenin zijn slurf, omdat een ander medewerker over de Beul zijn oordeel geeft. Maar wat hij niét in zijn slurf laat, is zijn meening over de politiek > van den Amsterdamschen raad, waar nu de meerderheid van den gemeenteraad de voorstellen van B. en W. ' inzake salarisverlaging van de ambtenaren 'en werklieden der gemeente verwierp. Men raag gerust aannemen, dat B. en W. -het voorstel met grooten tegenzin hebben ter tafel gebracht. Wie de uitnemende rede van wethouder Kropman herleest, wordt getroffen door den ernst, waarmee1 deze bewindsman is vervuld en het leedwezen, waarmee'1 Wj ? zijn democratische overtuiging ge- ( weid aandeed. Maar ' is het democratisch, zoo i vraagt de olifant, wanneer een gemeenteraad door zijn weigering .om de loonen in overeenstem ming te brengen met de financièele draagkracht PAfl. 3 OC ROBNE KU.3053 der gemeente, en zijn- roekeloos spelen met subsi dies, de begrooting niet weet sluitend te maken, en de gemeente met verlies van haar zelfstandig heid bedreigt? Behalve de Beuls-beweging is de openbare aan dacht in Nederland op sensationeele wijze bezig gehouden door het vertrek van den heer Duys uit de s. d. Kamerfractie. Bij de anti-revolutionairen Prof. Visscher weg, bij de cociaal-democraten Duys. Allemaal haver voor Musrert! Want ofschoon uit het dissidentisme van do groepVisscher en den persoon-liuys geenerlei gevolg, trekkingen gemaakt kunnen worden ten aanzien van de innerlijke situatie bij de'anti-revolutionaire en sociaal-democratische partijen, zal de aan leiding tot een gereede gevolgtrekking gretig worden gehanteerd. De houding van Professor Visscher, die meteen zijn ontslag aanbood als kamerlid, lijkt den Olifant correcter dan de hou ding van den heer Duys, die in de Kamer bleef. Het moest toch eigenlijk blijven gelden als een ongeschreven fatsoenswet, dat wie van zijn partij (d. w. z. van de kiezers, die iemand verkozen hebben) vervreemdt, zijn mandaat neerlegt. Hoe langer zoo veelvuldiger worden de zonden tegen deze ongeschreven wet, die als een stuk volksovertuiging kan worden bestempeld. Intusschen gaat de Regeering met haar actie tot saneering van de S. A.-nering voort. Een wets ontwerp tot beteugeling van particuliere weer korpsen is bij de Tweede Kamer ingediend. De Regeering meent, dat ook zonder wapenbezit en zonder dat in het openbaar in uniform wordt opgetreden, de vermilitariseering van bepaalde organisaties, die in particuliere legercorpsen kun nen worden omgezet, mogelijk is. En zij wil die vermilitariseering, terecht, voorkomen. Wie had twintig jaar geleden een dergelijk wets ontwerp in ons goede Nederland mogelgk geacht? Het zijn de lieden die al roepend om de-Volkseenheid, de volkscenheid vernietigen, welke de gevaren opwekken, die de Regeering bestrydt. Aan een optreden, dat met de leuze der volks cenheid allerminst strookt, zijn wjj echter reeds gewoon geraakt. Ware dit niet het gevall dan zou men zich zeer hebben te verwonderen over de houding vnn den ' internationalen graaf, die de partij vertegen woordigt welke zich uationaal-bij-uitstek noemt. De heer Marchant d'Ansembourg' heeft geweigerd in het Eerste Kamer-gebouw te komen teneinde inlichtingen te verschaffen ter beoordeeling van de qunestie van zijn Nederlanderschap. De zaak heeft tot achtergrond een bepaalde tactiek van de N. S. B., 'die, hangende het onderzoek, haar Statenleden, buiten de vergadering houdt. büwyze vaa protest. Er blijkt uit deze houding duidelijk, dat het de X. S. B. aan den zin tot parlementaire samenwerking ontbreekt. Wie Volk en Vaderland" regelmatig leest, heeft wel in de gaten gekregen, dat parlementaire samenwerking ook niet ia de bedoeling ligt, dat men in de volks vertegenwoordiging wil treden om de volksver- ' tegenwoordiging te saboteeren. Mam* - de Olifant vraagt zich toch af, of deze negatieve politiek bij de Nederlanders eenig succes kan behalen. Zelfs bij de naaste geestverwanten van de N. S. B., welke die beweging steunen, omdat zij meenen daarmee een ,,houvast" te bereiken, kan dit zinledig spelletje van parlementair absenteïsme (dat de N. 3. B.ers aan anderen verwijten) weinig sympathie oogsten», ?."'-. Maar -r- never inind! Thuisgekomen van de ontbonden Weer-A fdeelihgen" zullen de ridders door hun echtgenooten worden opgewacht, die hun indachtig zullen maken op het pantoffelheld-artikel", waarbij de man, wanneer hij huishoudelijk huurkoop-bevliegingen krijgt, aan zijn ega toestemming zal moeten vragen. ? In een tijd, diéerg -barsch doet tegen het feminisnde, komt een feministische wetsbepaling glim lachend door een achterdeurtje binnea-jluipen eu zegt: ,,hier ben ik J" Zoo is dévrouw.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl