Historisch Archief 1877-1940
I
ZOO JUST VERSCHEWN
Bioscopy
Voltaire en Piron
T") IJNA tegelijkertijd verschenen
IJ nieuwe biografieën van twee
merkwaardige schrijvers uit de
achttiende eeuw, die elkander tijdens
hun leven voortdurend dwars gezeten
hebben. Alexis Piron is bij het nage
slacht eigenlijk allén maar bekend
geworden door de hardnekkige vijand
schap, waar hij Voltaire mee vervolgde.
Wie van de twee als kunstenaar het .
grootst, als figuur het belangrijkst was,
behoeft ons geen hoofdbreken te kosten:
Voltaire was in ieder opzicht P ir on's
meerdere. Toch niet in ieder opzicht.
Als gewoon mensch in het dageiijksch
leven, bezat Piron een reeks beminne
lijke eigenschappen, terwijl Voltaire nu
niet bepaald wat men noemt: een aan
genaam, vriendelijk, welwillend, onbaat
zuchtig en goedgeefsch man was.
Alexis Piron werd geboren te Dij on
p Juli 1689 als zoon van een eerzaam
piüendraaier, die een even groote be
langstelling had voor de vermaarde
wijnen van zijn landstreek als voor de
rijmelarij. Alexis was van jongs af een
wilde knaap, tot geen geregelde studie
bekwaam. Na allertei vroolijke en ge
waagde avonturen trekt hij naar Parijs,
waar hij vete jaren een onafhankelijk
maar. moeilijk bestaan leidt en zijn
kostje verdient met het schrijven van
stukken voor ermistooneel'en
marionnettentheaters. Heel langzaam komt de
faam. Het hoogtepunt van zijn
tooneelproductie is La Métromanié", waar
mede hij een groot succes behaalt.
Piron was een improvisator tintelend
van geest en zijn stuk werd in zijn soort
een meesterwerk, dat zich ook thans nóg
zeer wel lezen laat.
Een gedeelte van zijn levenskracht
wijdde hij aan de bestrijding van
Voltaire. Hierin bleef hij niet altijd
redelijk en soms toonde hij een pijnlijk
gebrek aan goeden smaak. Maar aan
een man als Piron kan, men veel ver
geven omdat hij' n eigenschap bezat,
welke wij nog immer boven alle andere
stellen: de trouw aan allen voor wie hij
liefde of genegenheid voelde. De, vooral
in dien tijd, zeldzame offervaardigheid
in het huwelijk, was een van Piron's
schoonste trekken en de geschiedenis van
zijn echtverbintenis begint als een idylle>
en eindigt door de verschrikkelijke ziekte
van zijn vrouw als een tragedie.
Met behulp van deze rijke
menschelijke materie heeft Paul Chaponnière,
een Zwitsersch literatuurhistoricus, een
voortreffelijk boekje samengesteld: La
Vie joyeuse de Piron" (Mercure de
France, Parijs 1935). Het is beter
geschreven en boeiender dan de meeste
romans en de groote verdienste van den
schrijver is, dat hij ons zijn groote ge
negenheid voor Piron overdraagt.
Wiein staat is te genieten van de avonturen
van een origineel, vurig en geestig man,
zal deze karakterschets met ongerept
genoegen lezen.
Het genoegen zal niet minder groot
zijn bij de lectuur van AndréMaurois'
? f,Voltaire" (Gallimard, Parijs 1935)*
Wij weten uit ervaring, hoe Maurois in
zulk werk op zijn best is. Hij is een
geboren naverteller en qén compilator
beschikt over zulk een sierlijken stijl en
zulk een welgekozen belezenheid. Het
spreekt vanzelf, dat wij in 'dit boekje
niets nieuws over Voltaire vinden.
Maar de rangschikking der ?feiten is
zinrijk, de samenvatting weldoordacht
en de voordracht boeiend. Het bezwaar
er tegen ligt voor imij, in de angstvallig
heid der teekening. De trekken van
Voltaire leenën zien niét tot een
pasteiportret. Ik had zijn deugden en ge
breken gaarne wat zwaarder1 geaccen
tueerd gezien. Maar ik begrijp aan den
anderen kant, dat men van een beschaafd
en gematigd auteur als Maurois geen
andere dan juist dezen Voltaire mocht
verwachten. Hem ontbreekt ten
eenenmale het gevoel voor het revolutionnair
sentiment, dat Voltaire, in weerwil van
zijn mondaine eerzucht, onmiskenbaar
eigen was. Hij leef t met vooroordeelen,
welke Voltaire vreemd waren. En wat
wij in zijn held bewonderen^ keurt hij af.
Ik vind hiervan een typisch voorbeeuf.
Tijdens een oorlog tusschen Frankrijk
en Pruisen toonen zoowel Frederik de
Groote als de schrijver van Candide
over genoeg geestesvniheid te beschikken
om, zich au dessus de la mêlée" stellend,
hun correspondentie te vervolgen. Mau
rois noemt dit un iuste scandaleP en
ik noem het een verblijdend verschijnsel.
Het spreekt vanzelf, dat het onder
werp Voltaire met dit boek niet uit
geput is. De bedoelingen van den
schrijver waren bescheiden en die be
doelingen heeft hij volkomen verwezen
lijkt. Hij maakte van Voltaire's leven
een prettig leesboek voor ontwikkelde
lieden, die het land aan uitersten hebben.
J. GRESHOFF
?Wat Nederland leest
ER zijn in Nederland tegen de
tweehonderd uitgevers. Dezen
lieten in 1935 verschijnen een
kleine driehonderd oorspronkelijke en
ruim driehonderd vertaalde romans.
(Over de ruim 50 gedichtenbundels en
de kinderboeken (ongeveer 250 in getal)
spreken we nu niet.)
Zeshonderd nieuwe boeken in een jaar.
We kunnen zeggen dat er in ons land
veel 'gelezen wordt.
Maar wat wordt er gelezen? De
Haagsche Post drukt elke maand een
lijstje af van de vijf meest gevraagde
boeken der afgeloopen maand. Deze
lijstjes zijn gebaseerd op gegevens ver
strekt door een aantal boekhandelaren,
en zullen een vrij zuiver gemiddelde
aangeven van den smaak van het
boeken koofrende pubUek.
In Januari en Februari is het meest
gevraagde boek Jo van Ammers-Küller:
Heeren, knechten en vrouwen, in Maart
wordt dit vervangen dóór Parmentler
In drie dagen naar Australië(de
Mei? bourne-race I); Heeren, knechten en
vrouwen zakt af naar de vierde plaats en
verdwijnt in April geheel van de lijst.
Parmentter staat dan nog bovenaan,
maar verdwijnt in Juni en wordt ver
vangen door Viruly: Alles O.K. Draaien!
(jubileum der K.L.M.!) dat in Juli de
eerste plaats behoudt. In Augustus ver
huist het naar de vierde, in September
naar de vijfde plaats; in October komt
het op de lijst niet meer voor. Anne de
Vries: Bartje is in die drie maanden het
1 meest gevraagde boek. In November
wordt dit naar de derde plaats ver
drongen door Hulzinga: In de schaduwen
van morgen en Ina Boudler-Bakker:
Vrouw Jacob.
Eén Boek (Marlanne Philips: Brui
loft in Europa) heeft volle acht maanden
een plaats op de lijst behouden, maar
dat is dan ook een topprestatie. Mis
schien dat Bartje dienzelfden weg. op
gaat. Anion Coolen: Dorp aan de rivier
hield het een half jaar uit.
DE indruk uit deze gegevens is: Er
is een uitgebreide, doch zeer vluch
tige belangstelling voor boeken. ,Deze
indruk wordt bevestigd wanneer men
met boekhandelaren en uitgevers gaat
praten.
, Er verschijnt veel f e veel," vertelt
óns de leider van een groote debietzaak.
Vroeger kon je in je winkel een voorraad
houden die ongeveer de Nedeflandsche
boekenproductie i weerspiegelde. Nie
mand heeft daar op het oogenblik nog
ruimte .voor om van het kapitaal
maar niet eens te spreken."
Worden er veel minder boeken ge
kocht tegenwoordig?" Natuurlijk mer
ken we den invloed van de crisis. Maar
daar staat tegenover dat het goedkoqpe
boek en er zijn den laatsten tijd vél
goedkoope series verschenen vrij wat
koopers trekt. Ik heb den indruk dat de
lage prijs zelfs menschen tot koopen
brengt die vroeger weinig of geen boeken
kochten. De koopers zijn dunner ge
zaaid, <maar het afzetgebied breidt
zich uit." '' ....??,?
Voor ons," zei een uitgever, is de
groote moeilijkheid dat het publiek bijna
alleen Schlagers" vraagt. Als een boek
niet onmiddellijk een succes is, deugt het
niet. En els het een succes is, duurt het
ten hoogste drie maanden. Een boek dat
een half jaar geleden verschenen is, is
oud". Het moge nóg zoo goed zijn; de
aandacht is weer op een nieuw
succesboek gericht en de vraag naar het oude"
verloopt snel. Daarom is ook de boek
handel zoo voorzichtig. Hij durft geen
voorraad in te slaan, omdat hij nooit
weet of een paar weken later het debiet
niet eensklaps zal terugloopen."
Er is nog een derde factor, en dat is de
productiviteit onzer auteurs. Hen dwingt
de snel vervlietende belangstelling van
het publiek aan de markt te blijven"
door ten minste eens per jaar een boek te
laten verschijnen. Bovendien is het ook
voor hen crisis, en elk geplaatst boek
beteekent een weliswaar kleine, maar
nooit te versmaden bijverdienste. De
uitgevers publiceeren wel: ook zij moe
ten aan de markt blijven, en men kan
van een boek nooit weten, of het niet de
Schlager" wordt waarnaar men zoo
hartstochtelijk zoekt. (Had u ooit van
Anne ? de Vries .gehoord vóór zijn
Bartje" het meest verkochte boek van
dit seizoen werd?) En als het werk van
een schrijver nog beloften in zich draagt,
wil men hem niet graag teleurstellen,
want zijn volgende boek mocht eens een
Schlager" zijn, en als hij dan
intusschen naar een anderen uitgever was
overgegaan....
Natuurlijk worden niet alle schrijvers
en uitgevers gedreven door deze mo
tieven. Maar het is wel zeker dat deze
voor een belangrijk deel de
Nederlandsche boekenproductie helpen bepalen
niet ten voordeele van de kwaliteit en
nog minder van de blijvende waarde der
boeken die verschijnen.
F. A. ROELS
Bibliografie
«?"?^?"???^??M*» ? ' V
Quifsche boeken
t. - . ?
Klmis Mann: Symphonie Path
tlque. Eln Tschalkowaky Roman
(Qucridn, Amsterdam)
EEN historische roman, waarbij
het accent meer op het
menschelijkc dan op het historische valt,
hoewel om de figuur van Tschaikowsky
veel beroemde of destijds het laatste
kwartaal der vorige eeuw beroemde
personen, zijn gegroepeerd. Het boek
bedoelt echter niet in de eerste plaats
een tijdsbeeld te geven. De mensch
Tschaikowsky, wiens leven inderdaad
een Symphonie Pathétique mag heeten,
wórdt in dit boek op de meest roerende ?
en indringende wijze voor ons levend
'gemaakt. Alzoo een mooi boek, dat in
zijn gevoeligen eenvoud gunstig afsteekt
tegen de vele historische romans, die
met veel bombarie veel minder bereiken.
ftlax Brod: Novellen ans Bëlimen
(Allert de Lange, Amsterdam)
vele dikke boeken, boordevol van
uiterlijk avontuur, zijn deze no
vellen van Max Brod, die zich uitslui
tend bekommeren om het avontuur, dat
zich Afspeelt in den menschelijken geest,
inderdaad avontuurlijk te noemen. Het
is in het bijzonder de Max Brodsche
geest, waarmee we in deze novellen ge
confronteerd worden. Typisch Joodsch,
tegelijk week en scherp. En
getourmenteërd door enkele, onder, verschillende
vormen steeds terugkeerende problemen.
De liefde.... het eeuwig hunkeren naar
de ideale verhouding, die een volkomen
versmelting van twee wezens tot n zal
zijn en de menschelijke onvolkomenheid,
die nimmer dit ideaal bereikt en het toch
niet op kan geven. Tegenover dit ver
langen de vijandige maatschappij, die
de mensch aan zijn liefde ontrooven wil.
Van Bflhmen" merken we in deze
novellen maar heel weinig.
K. A. Meissinger : Der Abentenrer
Gottes (Tal and Co.Lelpxiff, Weenen)
TT\E hoofdpersoon van het boek, dóór
?L' den schrijver Sira genoemd, de
Abenteurer Gottes"' is de anoniem
gebleven schrijver van de hoofdstukken
40?55 van het boek Jesajah, waaruit
een geheel andere geest spreekt dan uit
de overige geschriften van den profeet.
Het boek is zeer avontuurlijk. We
hooren van Sira's reizen, die zich verder
uitstrekken dan de reizen van eenig
ander tijdgenoot, van zijn roemruchte
daden op het slagveld en we vergeten
bijna, dat dit alles geschiedt in opdracht
van Jaweh, die Sira heeft uitverkoren,
om de Joden te verlossen uit' de Baby
lonische ballingschap. Later valt het
accent meer op het innerlijk avontuur.
Een boeiend en belangrijk boek, ge
schreven met de nauwgezette uitvoerig
heid van een scheepskapitejn, die zijn
journaal bijhoudt. De taal is sterk
beeldend en volkomen on-pretentieus.
Roda Roda : l>le Pandaren, Roman
einer Landschaft (Tal nnd Co.,
Leipzlg, Weenen)
T17IJ vreezen iets zwaarwichtigs, maar
"Y weldra bevinden wij dat, zoo Roda
Roda al een epos geschreven heeft, hij het
in ieder geval heeft gedaan met
weltrcönnische Leichtigkeit".
Het verhaal speelt in de omgeving van
de Drau, dicht bij de grens van de
Balkan. De Panduren zijn de nakome
lingen van een zekeren Obrist Franz voh
derTrenck, die voornamelijk uit roovers
en dieven een regiment samenstelde om
daarmee de jonge keizerin Maria The~'
resia te hulp te snellen. Deze Panduren
kenmerken zich dooreen groote, kromme
neus en Brauen wie ein Auerhahn,"
kortom door een woest uiterlijk en een
daarmee overeenstemmende levenswijze.
Aan het eind van het boek vinden we
het eigenlijk erg jammer, dat ze er nu
niet meer zijn, om op zoo phantastische
. en amusante wijze Weltgeschichte" te
maken.
Jean Jerry: Well nnd Co. (Brant,
Straatsburg)
R is een verleidelijke jonge vrouw,
Netti Weill en haar echtgenoot,
Gustave Weill is leelijk, maar rijk. Hun
huwelijk vatten ze op als een zaak, voor-1
beiden voordeelig, Weill und Co. Maar
de man wordt verliefd op zijn vrouw,
die evenwel al lang een minnaar heeft...
echter niet schejden wil, om dien min
naar te kunnen trouwen maar dan
een baby verwacht, van den minnaar
natuurlijk en hu wel wil trouwen. Maar
de minnaar gelooft maarzoo niet, dat de
.baby van hem is en wil nu niet meer
trouwen. Netty is beleedigd. De minnaar
beseft zijn ongelijk en wil wel trouwen.
Zij evenwel, in haar eer gekrenkt, wil nu
heelemaal niet meer.... Enzoovoort,
326 bladzijden, kleine druk. De bedoeling
is zwaar tragisch.
In den beginne was het woord
L. /. Jordaan
PAG. 8 DE GROENE Ne. 3053
Herbert Selpln : Een Ideaal echt
genoot"
K weet niet hoe het anderen gaat
maai* het herlezen van een stuk
als Wilde's An ideal husband"
geeft my wel erg den indruk van iets
totaal verouderds. Die wonderlijke
en voor ons onbegrijpelijk geworden
wereld der Engelsche nineties"
periode van het op de lauweren eener
onaangevochten mondiale heer
schappij breed uitrustende
GrootBrittanniëverstaan wU, dunkt
mij, niet meer. Uit die bladzijden
treden ons de laat-Victorians tege
moet benüdbare stervelingen die
den eersten tegenspoed van
beteekenis, den Boerenoorlog, nog moesten
leeren kennen die door een langen
tyd van welvaart en absolute veilig
heid het contact mét en het besef
van het leven waren kwyfc geraakt
die zich verdiepen in nestwijen en
futiliteiten die society-klntsch on
elegante philosophie ternauwernood
uit elkaar weten te houden en voor
wie intrige de hoogste vorm van
daad" schijnt te beduiden.
Onze dagen daarentegen dreunen
van wereldschokkende feiten zij
zyn volgepropt met do reëelste, klem
mendste zorgen. Wy vermogen ter
nauwernood het flitsen der gebeurte
nissen te volgen, die ieder voor zich
tot een catastrofe kunnen leiden.
.-Het leven is hard geworden en nuchter
en gevaarlijk het dwingt ons alert
te zijn, snel waar te nemen en te
verwerken om snel te kunnen
reageeren. In zulk een mentaliteit is
men niet bereid om lange brillante
dialogen over futiliteiten te volgen.
In den beginne was het woord....
inderdaad! -En het is er- nóg in al
z^n glorie van .het menschelykste
in den mensch. Maar wij vragen ons
af, tegenover een dergelijke toepas
sing van het woord, of onze tijd niet
nog iets anders eischt: een versobe
ring, een concretiseer ing, een ver
snelling van de impressie. Onze
waarnemings-horizon is zooveel wijzer
geworden de feiten komen zooveel
vlugger op ons af, dat een rapper,
heftiger mededeclingsvorm noodza
kelijk schijnt geworden.... oen onder
gaan van het leven in telegramstijl.
In dat licht bezien krijgt d» film
haar eigen, beteekenisvollo plaats in
de samenleving!
verfilming van An ideal
husband" is in zooverre een gebeur
tenis geworden, dat hier twee
levensuitingen elkaar ontmoeten en in een
onvermijdelijk conflict geraken. De
? snelle, conciese, alomvattende film
zet zich, om een lang-uitgesponnen
woordtournooi te transponcercn....
Deze ietwat verbleekte humor van
woord en togen-woord op tévangen
en om te zetten in een anderen vorm
van esprit, zoodat nieuw bloed wordt
toegovoerd, nieuw leven ingeblazen....
.ziedaar een opgave, welke aanzienlijk
boven het gewone niveau der experi
menten uitgaat.
Dat de film niet in alle opzichten
aan den eisch voldoet, ligt in de
eerste plaats aan het weinig geluk
kige scénario. Dat de
husband"-inquaestie in plaats van een
undersecretary for the foreign office" tot
een groot-industrieel wordt gebom
bardeerd, is tot daaraan toe: zoo'n
fabriekcomplex is nu eenmaal een
dankbaarder object voor de film
dan een ministerie van
Buitenlandsche Zaken. Bedenkelyker is echter
dat de eenige these van grooter en
menscheiyker allure in deze wereld
van wóord-marionnetten de stel
ling waar tenslotte het stuk om
draait werd verwaarloosd. De
con3053
| troverse tusschen de klare, pure,
intransigente figuur van Lady Chiltern
en de feilbaarheid van haar
geldealiseerden echtgenoot gaat inderdaad
in zyn wrange raenschelijkheid boven
het U del e heen-en* weer gepraat van
het drama uit. Alleen daar weet
Wilde de benauwde grenzen van den
fm-de-siècle"-geest te overschrijden
en ons téinteresseeren voor dingen
die van alle tijden zyn. Ah how I
worshipped you l" zegt Lady Chiltern
tot haar onttroonden echtgenoot You
were to me somethmg apart from
common llfe, a thing pure, noble,
honest, without stain. The world
seemed to me finer because you were
in it, and gooduess more real because
you lived. And now oh, when I
think that I made of a man like
ideal.... l" Waarop de echtgenoot
bitter antwoordt: There was your
error. The error all women commit.
Why can't -you women love us,
faults and all? Why do you place us
on monstrous pedestals?.... It is
not the perfect, but the imperfect,
who have need of love....
All sins, except a sin against itself,
Lovo should forgive.... l" Hier vindt
Wilde accenten, die ons de kakelende
Lady. Markby, .den gemaniëerden
Lord Goring, den vervelenden Lord
Caversham en den fin-de-siècle"-styi
doen vergeten. En precies dit conflict
van bloedwarme levende menschen,
lost de film op als een ordinair,
blijeindend tooneel-ruzietje!
Het is jammer dat Selpin in deze
vitale quaestie tekort schoot. Want
er valt afgezien van den op zich
zelf loffeUjken en moedigen opzet
veel in de f m téwaardeeren. Het is
een genoegen den voortreffeiyken
Karl Ludwig Diehl (die merkwaar
dige kruising van den cineast Hans
Richter en den acteur Cees Laseur!)
in de rol van Lord Chiltern terug te
zien. Hij verleent aan de creatie een
eigenaardige beteekenis doordien hy
iets meebrengt, dat boven en buiten
Wilde's woord omgaat en wel zeer
tot bet arsenaal der film behoort: de
onmiddellijke werking der persoon
lijkheid. Dit opmerkelijk sterke en
nobele masker met zijn
ick-en-weetniet-wat aan mannelijkheid geeft bg
het eerste contact reeds de sensatie
van een gaaf, levend karakter. Het
stelt den auteur een volledigen mensch
ter beschikking, die aan zijn woorden
een dubbele beteekenis verleent. In
zooverre men Wilde's voorkeur voor
de sterk-toonëelmatige enigmatieke"
avonturierster kan biliyken (zie zyn
Mrs. Erlynne in .,Lady Windermere's
fan"!) is de uitbeelding van Mrs.
Cheveley door Sybille Schmitz zeer
vo'.doende. Het is alweer, de schuld
van de filmbewerking, dat de Lady
Chiltern vervlakt tot een
tweedeplansfiguur en aan Brigitte Helm de
gelegenheid ontneemt dit personage,
voor welks koele, geborneerde, en au
fond harde naturel zy al de aange
boren eigenschappen meebrengt, tot
volle ontplooiing te brengen. De Lord
Goring van Alexander is een ver
gissing. Hij is noch elegant, noch
Engelsen genoeg om dezen zelfinge
nomen paradoxen-mitrailleur (?the
first wcU-dressed philosopher in the
history of thought"! verdraagUJk te
maken.
Intusschen hebben wij hier met een
proefneming te doen, die onze volle
belangstelling verdient. Wie zich niet
slechts voor den amusanten doch ook
voor den experimenteelen kent van de
film interesseert, moet dit werk
gaan zien. Allicht dat hy tot merk
waardige conclusies komt, b.v. dat
in den beginne het woord was.... en >
toen de f Urn kwam l ' ? . "
Jon van Herwf/nen; Appefen tegen hemel
A- t
Schilderkunst
Jan van Herwijneii
BIJ van Lier te Amsterdam
DE schilderkunst te Amsterdam
begint van een aangename ver
scheidenheid te worden; de
persoonUJkheid van een aantal schil
ders begint zich scherp en zuiver af te
teekenen. Hynckes heb ik pas uitvoe
rig geschetst; niet lang geleden wees
ik op het toenemen der ruimte by
Schuhmacher en op een grooter
toegeeflykheid by hem tegenover het eigen
gevoel; Van Herwynen, wanneer wy
ons de tentoonstellingen herinneren
by van Lier en wanneer wy de tentoon
stelling te Leiden niet vergeten, die
een overzicht gaf, wordt ons steeds
duidelijker, ofschoon wy een veran
dering, een terugkeer nog niet by hem
uitsluiten. Permeke, die zyn thuis heeft
by Buffa, zorgt voor de noodige groot
heid en voor de schakeeringen, die wy
by de anderen weer niet vinden. Wy
behoeven u dus in onze besprekingen
niet met kleine wijzigingen steeds het
zelfde te herhalen; wy kunhen ten
slotte, als onze meening over de ko
mende periode u zeggen, dat wy een
realistische periode verwachten, een
keeren naar een zeer hollandsche kunst
uiting, die het ambacht zal doen her
leven (er zullen vele stoffen in hun af
zonderlijkheid moeten worden uitge
drukt!) Toch zal ook dit nieuwe
realisme (dat zich van de nieuwe"
zakeiykheid zal onderscheiden door
echtheid en hechtheid) ons niet vol
doen door enkele kundigheid; het zal
psychologisch en dramatisch moeten
zyn (zie daarvoor reeds de stillevens
van Hynckes 1) Ik behoef niet te
zeggen, dat er in het nieuwe realisme
sporen zullen gevonden worden van
de tijden, die wy in snelle opvolging
hebben beleefd.
Wy weten, dat sinds lang Jan van
Herwynen zich langzamerhand heeft
verwyderd van de zware en sonore
schilderkunst der stadsgezichten enz.,
die wy- als een vroege uiting mogen n
moeten laten gelden. Daarna is eerst
nog zwaar, dan steeds yier de periode
vast te stellen, die wij de
blauwe-engele kunnen heeten. Maar hiermee is
de gang van dit werk niet genoeg be
paald. In dit blauw-en-geel zyn zelf
wijzigingen o ver-duidelijk. De eerste
blauwe-en-gele werken verraden nog
dat zy uit dieTzware periode voortko
men; de schilder bleef vooral nadruk
kelijk in en door de kleur. Een
boerdery met stallen enz.; een schildery
van de bloempotten en de pypen zyn
bybujvende voorbeelden o.a. van wat
ik hier bedoel. De schilder vermeit zich
in den twee-klank dezer kleuren; mj
schroomt niet ze duideUJk te
accentueeren; zy z|jn de materie, waaruit
het schildery is opgebouwd het
schilder^ heeft een kleur, die als stof
wordt ondervonden; het genot, dat
het werk geeft, ontstaat uit die stof;
de kleur, weer als stof, brengt des
schilders gevoelens rykeiyk over.....
Ge zoudb deze blauwen-en-gelen reeds
als een verijling toch, en yier worden,
kunnen beschouwen tegenover vroe
gere groenen-en-blaüwen, maar deze
veryiing zou worden voortgezet. En
op deze tentoonstelling is dat daar
niet openbaar? De hoedanigheid van
dat blauw-en-geel is veranderd. Een
verontstoffeUjking treedt op; het
geelen-blauw is licht geworden, maar niet
het wisselend, steeds zich wyzigend
licht der impressionisten en der
neoimpressionisten, der late franschen dus,
die feiteUjk het voorwerp oplosten; de
kleur is dus niet ha dezen zin veran
derd, niet materieel veruiterUjkt; zy
is innerlijk veranderd; zy wijst op
een rustigen staat in den onrustigen
mensch, die Van Herwijnen lang was.
Zy is, in 't kort gey.fgd, geworden
tot licht', tot innerlijk .i :ht, waardoor
ge de neiging zoudt I. ,nnen krygen
deze laatste stillevens, waar de vorm
niet is aangetast, de stillevens-met
vruchten, als een schildery van
hemelsch ooft te beschouwen, en waar de
achtergrond een wemelende doorzich
tigheid, een andere functie heeft ge
kregen; spiritueeler werd en waar ge
in do vormen nu en dan een meer
gespannen gevoel woudt aantreffen.
Ik geloof, dat ik hiermee niet alleen
de stillevens heb gedefinieerd, maar
ook de landschappen uit Wassenaar '
van den laateten tyd; de lanen enz. in
het bosch, de boomgroepen. En ook
de teekeningen, die deze schilderyen
begeleiden, en waar het lijnenspel der
boomen geldt. By deze boomgroepeu
enz. met n eer zwaar of duideujk
gegeven iyn van dien omtrek (ze herin
neren aan teekeningen van Dérain) is
hetzelfde bereikt, PLASSCHABBT
1!