De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 30 november pagina 7

30 november 1935 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

0 T«»k«nlni«n ep htt m«nu van la P»uU« dt Mturuulc fan wn, \ :**/ V ?i »<? «fa* ttwii plu. «u ' VVimleest B in ourone g MIJN linkorbuurman zei: Pas du Canada, hoin," waarmee hij maar zeggen wilde, dat de %alm versch was. Be rechter-dito fluisterde: Goütez-moi ca, mon Meur sault !" Quelle année?" Vingt-neuf, bon, hein." Nu. het was goed. Alles was goed. Het menu, de. wijn, vooral de wijn, want het wachtwoord was; Suivant la tradition que chacun apporte sa bouteillc en vol trots had clko vigneron drie of meer flesschen op tafel gezet van het beste wat hij had, jonge wyn, maar ook flesschen, die het stof van jaren tot zich hadden genomen. Meursault en Móntrachet, Clos de Vougeot, Richebourg en Romance St. Vivant, Aloxc Corton, en hoe zij alle heetcn mogen. Alles waarop de Cóte d'Or zich beroemt, was aan wezig. Maar het beste van al was de stem ming, de ronde, eerlijke, vroolijke .Bourguigneesche stemming op deze laatste der vier feestdagen les 4 glorieuscs" van de wijnweck in Bour gogne, la Paulée de Mem-snuit. Een. echt feest van den wijnbouw. Als de schotels worden binnengedragen, on op onze tafel 42 flesschen staan, duet dit een beetje Brcugheliaansch aan, doch het was leutig zonder dat ór een enkel onvcrtogen woord werd geuit. n of wyzelf de flesschen moesten untkurkon, votre tire-bouchoh s'il vous plait?", en de glazen niot aan alk- eischcn voldeden, en de Mare de Bourgogne 1920 ten slotte uit kopjes word gedronken, omdat er geen glazen meer waren.... wat deerde hot: Nous sommes des Bourguignons,i Dat daverde telkens door de zaal: ..nous sommes des Bourguignons", en wy* zongen uit volle borst mede, alsof wij ook tot het land behoorden. Eigenlijk landverraad. Maar stelt u zich gerust: thuis zingen wij weer Piet'Hein, omdat die beter bij ons land past. Na den maaltijd een keurige speech. van den bejaarden aristocraat, Comte de Lafon, die met groote charme, en* benijdenswaardige belezenheid zijn jaarlyksche prix de Meursault, 300 flesschen van de beste Meursault uit zijn kelders, uitreikt aan hem, die <le interessantste verhandeling over Bourgogne heeft geschreven. Daarna sprak een ancien Ministre, M. Gaston ? Gérard, waarna de prijswinnaar, M. Deslandes, bedankte. Hier hadden'wij den aristocraat, den politicus en déboeren bij elkaar, alleri Bourguignons, doch tegelijk Frankrijk in 't klein. n als by* 't afscheid, déComte de Lafon op ons menu teekent met de woorden: Vive Ia Hollande, qui comprend la Bourgogne l" dan zijn wij trotsch op 'dit compliment. Niet licht zullen wij de Paulée de Meursault op 18 November 1035 vergeten, 't Was geen verfijnd feest, maar door en door eerlijk, vol levens vreugde, wat toch ook iets beteekent, vooral nu. ' Terug in ons land, namen wü, huichelaars, in Breda een broodje met kaas en een kop koffie. 'S GRAFREDE op den chef der centrale recherche door den sous-chef omstanders! Hier staan wjj nu, on kijken diep-geroerd naar de kist met den achtenswaardigen inhoud. Hier stonden wij en keken, op de zelfde plaats en naar hetzelfde, thans veertien dagen geleden. Laat ik eerst mogen herhalen wat ik toenmaals op deze eigen plek zeide. Ik gaf u een korte levensschets van onzen chef. Een kleine gezette man (zoo ver haalde ik) kwam op zekeren dag ons hoofdbureau binnen. Onze lange por tier versperde hem den weg. Maar de kleine wist raad. Ik ben de nieuwe chef, zei hij, boog de beenen van den portier met een ruk uit elkaar, en liep onder hem door. Even later riep hij ons op zijn kamer te zamen, en sprak hij, achter zijn bureau gezeten, de volgende, be hartigenswaardige woorden: Manhen van het corps, zoo zeide hij, ik ben uw nieuwe chef. Drie woorden draagt uw blazoen: twijfel, wantrouwen, achterdocht. Ge hebt maar n vijand, den schijn. Tegen den schijn strijdt ge met de hierboven gememoreerde wapenen: twijfel, wantrouwen, achterdocht. Bedenkt dat elke dame van de wereld een verkleede polderjongen kan zijn. Ieder argeloos klein kind moet voor u een listig geschminkt grijsaard kunnen verbergen. En vooral wanneer de grijsaard kindsch is bovendien, kan de gelijkenis treffend wezen. . Wapent u tegen den schijn. Dat simpel oud wijfje dat uit het waren huis komt met een blik busgroente in den oksel, is dat geen dynamitcuse en haar blik geen helsche machine? Die vreemde vorst van een bevriende natie, die aan uw land een officieel bezoek brengt, komt hij niet ijs koud" over de grens met documenten druipend van landverraad in den dubbelen bodem van zijn képi? En omgekeerd. Dat lijk dat ge daar op straat ziet liggen als resultaat van een verkeersongeval, is het wel echt? Is het ongeval niet in scène gezet, en staat daar niet de camera man? De moord, dien ge op straat ziet begaan, is dat geen schijnvertooning tusschen tweo daklooze acteurs die oefenen met een ponjaard van zilver papier en een fleschje rooden inkt? /"1IJ J Ik noem u mannen van het corps. Maar ben ik geen offer van den schijn? Zijt gij het corps, of zijt güeen bende bandieten en heb't ge het corps verdonkeremaand? Ik l Ik zeg daar ik. Ik noem mij uw chef. Maar ben ik uw chef? Of heb ik uw chef onderweg doodge slagen en mij op zijn zetel verheven? Uw chef draagt volgens de kranten foto's een' baard. Het schijnt dat ik op hem lijk. Maar is mijn baard echt? Niemand uwer behalve de portier heeft mij gewantrouwd. Als ik wérke lijk uw chef ben, en niet diens moor denaar, bevorder ik den portier (wanneer hij echt blijkt) tot mijn kamerbewaarder. Hier liep de kleine chef onze rijen langs, duwde zijn baard tegen onze kin en eischte dat wij eraan trekken zouden. Daar niemand. dit waagde trok hij tenslotte zelf, en onder zicht bare teekehen van pijn. Maar reeds vroegen wij ons. af of daar geen simulant stond te trekken. Aldus ging zijn leer reeds aan stonds wortel schieten. Weldra was ons corps doordrenkt -van dien be: roemden geest van argwaan en / ? achterdocht die zijn faam tot in het buitenland verspreiden zou. Wanneer de chef mij inviteerde tot een rondgang door de stad eischte deze verwoede bekamper van den schijn steeds dat ik hem vooraf mijn identiteit bewees. Zoo was ik dan genoodzaakt onder het ontblooten van mijn bovenlijf drie wratten tusschen mijn schouderbladen aan zijn blikken prijs te geven. Maar onpartijdig toonde hij zijnerzijds me dan een van zijn vleezigste lichaams partijen, ontsierd door het merkteeken van een paardehoef. Want, zei hij, deze geheime schoonheidsfouten zijn niet gemakke lijk na te bootsen. Zoo kunnen we van elkaar redelijk zeker zijn. Hij ging nooit de beruchte buurten, want hij wantrouwde daar de mis daad. Ze leek hem te echt. Maar wij doorkruisten de aanzienlijkste wijken. En onze oogst was er groot. Want regelmatig brachten wij dames op gekroond met diademen, onder ver denking van beroo\ing van buitenmannen, of heeren overdekt met ridderorden op beschuldiging van souteneurschap. Dat al onze razzia's eindigden met invrijheidstelling afgezien van kolommenlange dagbladprotesten ver zwakte nimmer de kracht zijner over tuiging: dat niets ter wereld was wat het scheen ! Bij zoo groote beginselvastheid moest echter noodwendig reeds de eerste erkenning te hebben gefaald een doodelyken schok toebrengen. Het gebeurde aldus. Op zekeren nacht waren wij uit de wijken der gegoeden afgedwaald naar den zelf kant der stad, toen in het duister naast den zwarten klomp van een klein huis een regelmatig gepuf ons oor trof en een geur van gedistilleerd onzen neus. Ha, een geheime distilleerder!j, siste de chef. . Tegelijk gaf hij een fermon schop tegen wat hij aanzag voor den onder kant der deur. Maar de Vagebond die aan den drempel zijn roes uitsliep tot de zware laars van den chef zich m zijn nieren boorde, rees onder oorvërdoovend kabaal tot de werke lijkheid. . Ieder mensch, zoo troostte ik tijdens onzen ' eervollen terugtocht naar het bureau mijn gehavenden en gekneusden superieur, ieder mensch is in zekeren zin een geheime distil leerder ij. Hoeveel témeer dan niet een habitueele dronkaard J Neen, zei hij, dat is onzin, daar verzet zich mijn rede tegen. Een jeneverstokerij kan nimmer die ge daante van een landlooper aannemen. Ik heb gefaald, dat laat zich niet goedpraten. Ik, de kampioen der waarheid, heb me als een kind laten verblinden door onzen vijand den schijn. Zooals ik reeds aanstipte, deze schok werd, zijn dood, het waren niet zijn wonden.... TOT hiertoe was ik veertien dogen , geleden gekomen, geachte om standers. Go herinnert u allen wat toen voorviel. Déoverblijfselen van ' onzen eminenten doode waren neer gelaten in déze zelfde groene. Ik wierp de eerste schop aarde. Doch in plaats van den doffen plof dien we verwachtten klonk een ware kanonnade ujt de diepte des grafs. We takelden de kist in allerijl omhoog, doch konden haar nauwelijks houden ? vanwege, de mvstérieuse kracht .die haar bewoog. Met evenveel haast PA6, H DB GROENE No.MH als schroom openden wij het lid, en daar verrees voor onze verbijsterende oogen de chef, springlevend, maar ten prooi aan een wanhoop waarvan de aanblik ons kapot maakte. Ha, zoo klonk zijn woedend gehuil, terwijl zijn nagels in alle richtingen zijn wangen doorploegden, ha, dat juist ik, dat niemand minder dan juist ik schijndood moest wezen ! Maar dit was den rampspoedige toch te veel. Zichzelf n zijn mede stervelingen te hebben verraden, en dan nog volkomen bona fide l Na tien dagen van de diepste ontgoocheling, tijdens welke niemand hem binnen de honderd meter dorst naderen, stierf hu, thans voor de tweede maal, en, laat het ons waarachtigUjk hopen, voorgoed. Maar hij heeft ons toch al te wan trouwend gemaakt, door zijn leven n door zijn dood. Daarom, misschien sprak ik reeds te uitvoerig, maar laat ons nu in elk geval hem, dien w voor alle zekerheid zoolang mogelijk op zijn doodsbed liggen lieten, laat ons, zeg ik, dit groote ongeluk, ik bedoel dezen grooten ongelukkige, thans ook met bekwamen spoed begraven, opdat niet opnieuw.... Reeds meen ik te bespeuren hoe nerveuse trillingen zich in het kisthout openbaren. Haast U dus, omstanders, helpt mee hem in allerijl ter aarde te bestellen, en tevens in dubbele beteekenis grondig. ledere dood kist moge onze achterdocht wekken, naar de zijne, de zijne juist niet. P. BORDEWIJK Voedt u goed TjiElflGSZINS onder dtn indruk r*t van prof. Huisinga'* somber pro fetisch boek, herdacht ook ik de tijdrn van weleer en bevond hen zooveel beter dan het heden. Bijvoorbeeld de kruidenierswinkels. Had een kruide* nier in die goede tijden van olim niet een vasten stand en waardigheid? Hij verkocht uit, dtn eenvoud zijns harten krenten n rozijnen, koffie en thee, suiker en zout en soda en nog vél, vél meer. Doch zijn warengebied was scherp | begrensd en hij autoritair in export op zijn gebied. En dergelijks de komenijsman en die van fijne vleeschtcaren, zoo ongeloofelijk virtuoos gesneden in vloeidunne plakken, detcclke willoos om vielen voor het mes. Zij ook waren onbestreden deskundigen op hun komenijs en vleeschgebied, waar geen ander artikel toegang had. Toen kwam het vt-rval. Allengskens, en tol ontsteltenis van hen, die aan vaste waarden en scherpe gren zen hechten tot behoud eener ordelijke samenleving, vloeide kruidenicrsicnrtm en komenijs en vleeschwaren ineen tot een rommelig door elkander dut zelfs geen Hollandschen naam meer had. doch tich uitheemsch frivool en ontiege lijk, Comestibles noemde. Degruttcrij. die vakkundige meelspecialitit, tras intusschen al lang verdwenen. Toen kwamhft verderf aan de bakkers. De heldere, sobere, goedrookige bakkerij verdween. Geperst door den nood des tijds en de eigen slechte, hoogmoedige lusten, ging de bakker ook taartjes bak ken en werd banketbakker: En zijn uit stalling, eertijds van degelijken, vertrouwbaren eenvoud, verdween voor het veelkleurig schijnschoon en de begeertewekkende veelvuldigheid eener luxe bakkerij. Weer was een steen aan het huis van Hollandsch degelijkheid ont vallen. En het bleef er niet bij. Ossenslager werd varkensslager en dilettant komenijsman, met sterke tendenties naar de comestibleszaak. De melkslijtcr ging eieren en kaas verkoopen en kindermeel en koek en extraclköffie en bis- ? cuitjes. De apotheker en dat was de diepste val werd zoowaar drogist en' vicfl versa. Hij weegten mengt niet meer, geheimzinnig en veelbelovend, maar ver koopt twijfelachtige middelen in schreeu wende reclamepakjes van Dr. Zus en, Zoo, en de kroon der wetenschap ontviel zijn hoofd. Beteekent al deze verflauwing der grenzen niet levens verflauwing van verantwoordelijkheid. dilettantisme, boerenbedrog en onver schillige bandeloosheid? Wie nog ver trouw f n , waar. nog het degelijk voedsel te halen in deze wereld, die ons, hui chelachtig, toeroept, Voedt tf goed"? Helaas, alles is goedkoop en onbc- ? trouwbaar geworden en den Untergang , des A bendlandes zien wij voor onze oogen en magen voltrekken. F. C C HAR IV ARIA VERRASSENDE MEDEDEELINGEN De blinde is zijn scherpen blik kwijt." (H. D.) De voorzitter der vereenigtng van gedroogde vischhandelaren te Cheribon is spoorloos verdwenen." (Java-Bodc) PAINDELUXE-BROOD Een herhaling van dergelijke aan slagen moet in.de toekomst, worden verhinderd." (N.R.Ct.) Daardoor wordt het. geleden verHes weder gecompenseerd"; jfjlf. v. A. B. Z.) DAN ; ' . ?''; ... Andere instrumenten als ik ge bruikte." (N.R.C.) Men moet meer aan de cijfers van 1914 als aan die van 1904 den ken." (Gr.) ALS , '. ~ .,'..' '".'':/ .. Het komt er niet zoo eer op aan wat men doet in zijn leven, dan wel of men zijn leven zoo goed mogelijk leeft.". (H.O.C.) ' . Wij hebben zelden onweersbuien gehad, die zooveel electrische ont ladingen te zien gaven dan dit on weer." (N..Haart. C.) . ONZE MEESTERS Dit is het meest merkwaardige." (H.P.) De meest jammerlijke manier.". (Gr.) ONZE TEEKENAARS Het beleid zal staan in het 3* van de werkeloosheid." (N.Ii.C.) Deze tentoonstelling staat in het ó* van het S.O.S.-sein." (Tel.) ONZE PREDIKANTEN DominéSalvum Vac". (De Koerier r. Z.) DAT LASCHTIGÉHOLLANDS De mobilisatie is afgelascht. Ook is het verlof afgelascht." (O,H.C.) De fascisten zouden minder kiesch.keurig zijn." (N.R.C.) UITSPRAAK-REGELEN Grimbaard is een uitgesproken nachtdier." (Tel.) . . Frankrijk neemt te Gencvc een zeer bijzondere en uitgesproken plaats in. (Gr.) '??'?? . ?, ? DEMOCRATISCHE HOFETIQUET TE- ? '. - ...??.? ? .* ' ? De Koning en de Koningin lieten zich daarna aan ecnige ingenieurs en arbeiders voorstellen." (Tel.) Te Londen verwacht men 'dat de Ver. Staten spoediger een uitvoer verbod van petroleum zullen uit vaardigen dan men vermoedt." (N. R.C.) Verwacht en vermoedt kunnen desverkiezéndó van- plaats verwis selen. WAARHEEN VOOR DE WINTERSPORT? NAAR OOSTENRIJK! HET SKIPARADIJS FEESTELIJKHEDEN EN SPORT- EVENEMENTEN WINTERSEIZOEN 1935/36 ? GEBEURTENISSEN OP SPORTGEBIED ? Dec. on Jan. WEENEN: Internationale IJshockey-wodst rijden. Januari BADGASTEIN(Salzburg):Rodel-cnSkhrodstrijdnit. 17?10 Febr. SEEFELD (Tirol): Intern. Ski-spring- on Slalomwedstrijd. Intern. Schaatsonrijden. 21 oh 22 Feb'r. INNSBRUCK (Tirol): F. I. S.-wedstrijdcn Ski-afdalings- on Slalomwodstrijdon van do Féd ration Internationale do Ski. Tor golegonhoid dor F. I. S.-wedstrijdon van 17 tot 24 .Februari volr attracties op wintersportgobied nis curling, schnatsonrijdon. ijshockey enz. 22 '???n 2» Fobr. SEM M ER ING (- uur sporons van \Voonon): Intorn. Bobwodstrjjden. l Maart Intt-rn. Kampioon. Ski-springwedstrijdon om don ..Wmdin-Oup". 23 Fobr. 25 Fobr. 20 Fobr. 3 Moi 31 Moi KLAGENFURT (Karnten): -Internationale Skispringwodstrijden. , KITZBUHEL (Tirol): Intorn. Skhvodstrijrton. LECH AM ARLBERG (Vorm-lhoi-g): Mndlneli-: Ski- on Ski-afdalingswedstrijd. ST. CHRISTOPH AM ARLBERG (Timl): Moi-Ski-wodstrijdon. HEILIGENBLUT (Knrnton): nor-Skiwedst rijden. FEESTELIJKHEDEN 2ö.Taiuuii'i WEEN EN: Opera-bal. 2n.Tan.-3Fobr.WEENEN en SEMMERING bij WroiuMi: Uostenrijksche Bridgo-Liga; Intorn. Bndgo-\vodstrijd. (l Föhn ui n WEENEN: Bnl van do Stad Woönotu Jn n. on Fobr. WEENEN:Volo jagots-bals, gomnskord«> bals, kunstenaars-bals, gocostum. foostoiu . 5-^-14 Maart WEENEN: Intern. Woonsehe Voorjaarsbeurs. Belangrijke reducties óp de Oesterreichische Bundesbahnen; na een 7-daagsch verblijf in Oostenrijk 60% o. d. terugreis, alsmede 30% op willekeurige andere reizen. Extra-treinen tot Innsbruck op 21 December 1035 en op een nader te bepalen datum In Januari 1936. Inlichtingen bij alle reisbureaux en bij den Oostenrijkschen Propagandadienst voor Vreemdelingenverkeer Stationsplein 22 Utrecht. ? PAG. 19 DE GROENE No. 3053

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl