Historisch Archief 1877-1940
0
T«»k«nlni«n ep htt m«nu
van la P»uU« dt Mturuulc
fan wn,
\
:**/
V
?i
»<?
«fa* ttwii plu. «u
'
VVimleest
B
in
ourone
g
MIJN linkorbuurman zei: Pas
du Canada, hoin," waarmee
hij maar zeggen wilde, dat de
%alm versch was. Be rechter-dito
fluisterde: Goütez-moi ca, mon Meur
sault !" Quelle année?" Vingt-neuf,
bon, hein." Nu. het was goed. Alles
was goed.
Het menu, de. wijn, vooral de wijn,
want het wachtwoord was; Suivant la
tradition que chacun apporte sa
bouteillc en vol trots had clko vigneron
drie of meer flesschen op tafel gezet
van het beste wat hij had, jonge
wyn, maar ook flesschen, die het stof
van jaren tot zich hadden genomen.
Meursault en Móntrachet, Clos de
Vougeot, Richebourg en Romance
St. Vivant, Aloxc Corton, en hoe zij
alle heetcn mogen. Alles waarop de
Cóte d'Or zich beroemt, was aan
wezig.
Maar het beste van al was de stem
ming, de ronde, eerlijke, vroolijke
.Bourguigneesche stemming op deze
laatste der vier feestdagen les 4
glorieuscs" van de wijnweck in Bour
gogne, la Paulée de Mem-snuit. Een.
echt feest van den wijnbouw. Als
de schotels worden binnengedragen,
on op onze tafel 42 flesschen staan,
duet dit een beetje Brcugheliaansch
aan, doch het was leutig zonder dat
ór een enkel onvcrtogen woord werd
geuit. n of wyzelf de flesschen moesten
untkurkon, votre tire-bouchoh s'il
vous plait?", en de glazen niot aan
alk- eischcn voldeden, en de Mare de
Bourgogne 1920 ten slotte uit kopjes
word gedronken, omdat er geen
glazen meer waren.... wat deerde
hot: Nous sommes des Bourguignons,i
Dat daverde telkens door de zaal:
..nous sommes des Bourguignons", en
wy* zongen uit volle borst mede, alsof
wij ook tot het land behoorden.
Eigenlijk landverraad. Maar stelt u
zich gerust: thuis zingen wij weer
Piet'Hein, omdat die beter bij ons
land past.
Na den maaltijd een keurige speech.
van den bejaarden aristocraat, Comte
de Lafon, die met groote charme, en*
benijdenswaardige belezenheid zijn
jaarlyksche prix de Meursault, 300
flesschen van de beste Meursault uit
zijn kelders, uitreikt aan hem, die
<le interessantste verhandeling over
Bourgogne heeft geschreven. Daarna
sprak een ancien Ministre, M. Gaston
? Gérard, waarna de prijswinnaar, M.
Deslandes, bedankte.
Hier hadden'wij den aristocraat,
den politicus en déboeren bij elkaar,
alleri Bourguignons, doch tegelijk
Frankrijk in 't klein.
n als by* 't afscheid, déComte de
Lafon op ons menu teekent met de
woorden: Vive Ia Hollande, qui
comprend la Bourgogne l" dan zijn
wij trotsch op 'dit compliment.
Niet licht zullen wij de Paulée de
Meursault op 18 November 1035
vergeten, 't Was geen verfijnd feest,
maar door en door eerlijk, vol levens
vreugde, wat toch ook iets beteekent,
vooral nu. '
Terug in ons land, namen wü,
huichelaars, in Breda een broodje met
kaas en een kop koffie.
'S
GRAFREDE
op den chef der centrale recherche
door den sous-chef
omstanders!
Hier staan wjj nu, on kijken
diep-geroerd naar de kist met
den achtenswaardigen inhoud.
Hier stonden wij en keken, op de
zelfde plaats en naar hetzelfde, thans
veertien dagen geleden.
Laat ik eerst mogen herhalen wat
ik toenmaals op deze eigen plek zeide.
Ik gaf u een korte levensschets van
onzen chef.
Een kleine gezette man (zoo ver
haalde ik) kwam op zekeren dag ons
hoofdbureau binnen. Onze lange por
tier versperde hem den weg. Maar de
kleine wist raad. Ik ben de nieuwe
chef, zei hij, boog de beenen van
den portier met een ruk uit elkaar,
en liep onder hem door.
Even later riep hij ons op zijn kamer
te zamen, en sprak hij, achter zijn
bureau gezeten, de volgende, be
hartigenswaardige woorden:
Manhen van het corps, zoo
zeide hij, ik ben uw nieuwe chef.
Drie woorden draagt uw blazoen:
twijfel, wantrouwen, achterdocht. Ge
hebt maar n vijand, den schijn.
Tegen den schijn strijdt ge met de
hierboven gememoreerde wapenen:
twijfel, wantrouwen, achterdocht.
Bedenkt dat elke dame van de
wereld een verkleede polderjongen
kan zijn. Ieder argeloos klein kind
moet voor u een listig geschminkt
grijsaard kunnen verbergen. En vooral
wanneer de grijsaard kindsch is
bovendien, kan de gelijkenis treffend
wezen. .
Wapent u tegen den schijn. Dat
simpel oud wijfje dat uit het waren
huis komt met een blik busgroente
in den oksel, is dat geen dynamitcuse
en haar blik geen helsche machine?
Die vreemde vorst van een bevriende
natie, die aan uw land een officieel
bezoek brengt, komt hij niet ijs
koud" over de grens met documenten
druipend van landverraad in den
dubbelen bodem van zijn képi?
En omgekeerd. Dat lijk dat ge daar
op straat ziet liggen als resultaat
van een verkeersongeval, is het wel
echt? Is het ongeval niet in scène
gezet, en staat daar niet de camera
man?
De moord, dien ge op straat ziet
begaan, is dat geen schijnvertooning
tusschen tweo daklooze acteurs die
oefenen met een ponjaard van zilver
papier en een fleschje rooden inkt?
/"1IJ J Ik noem u mannen van het
corps. Maar ben ik geen offer van
den schijn? Zijt gij het corps, of zijt
güeen bende bandieten en heb't ge
het corps verdonkeremaand?
Ik l Ik zeg daar ik. Ik noem mij
uw chef. Maar ben ik uw chef? Of
heb ik uw chef onderweg doodge
slagen en mij op zijn zetel verheven?
Uw chef draagt volgens de kranten
foto's een' baard. Het schijnt dat ik
op hem lijk. Maar is mijn baard echt?
Niemand uwer behalve de portier
heeft mij gewantrouwd. Als ik wérke
lijk uw chef ben, en niet diens moor
denaar, bevorder ik den portier
(wanneer hij echt blijkt) tot mijn
kamerbewaarder.
Hier liep de kleine chef onze rijen
langs, duwde zijn baard tegen onze
kin en eischte dat wij eraan trekken
zouden. Daar niemand. dit waagde
trok hij tenslotte zelf, en onder zicht
bare teekehen van pijn. Maar reeds
vroegen wij ons. af of daar geen
simulant stond te trekken.
Aldus ging zijn leer reeds aan
stonds wortel schieten. Weldra was
ons corps doordrenkt -van dien be:
roemden geest van argwaan en
/ ?
achterdocht die zijn faam tot in
het buitenland verspreiden zou.
Wanneer de chef mij inviteerde
tot een rondgang door de stad eischte
deze verwoede bekamper van den
schijn steeds dat ik hem vooraf mijn
identiteit bewees. Zoo was ik dan
genoodzaakt onder het ontblooten
van mijn bovenlijf drie wratten
tusschen mijn schouderbladen aan
zijn blikken prijs te geven. Maar
onpartijdig toonde hij zijnerzijds me
dan een van zijn vleezigste lichaams
partijen, ontsierd door het
merkteeken van een paardehoef.
Want, zei hij, deze geheime
schoonheidsfouten zijn niet gemakke
lijk na te bootsen. Zoo kunnen we
van elkaar redelijk zeker zijn.
Hij ging nooit de beruchte buurten,
want hij wantrouwde daar de mis
daad. Ze leek hem te echt. Maar wij
doorkruisten de aanzienlijkste wijken.
En onze oogst was er groot. Want
regelmatig brachten wij dames op
gekroond met diademen, onder ver
denking van beroo\ing van
buitenmannen, of heeren overdekt met
ridderorden op beschuldiging van
souteneurschap.
Dat al onze razzia's eindigden met
invrijheidstelling afgezien van
kolommenlange dagbladprotesten ver
zwakte nimmer de kracht zijner over
tuiging: dat niets ter wereld was wat
het scheen !
Bij zoo groote beginselvastheid
moest echter noodwendig reeds de
eerste erkenning te hebben gefaald
een doodelyken schok toebrengen.
Het gebeurde aldus. Op zekeren
nacht waren wij uit de wijken der
gegoeden afgedwaald naar den zelf
kant der stad, toen in het duister
naast den zwarten klomp van een
klein huis een regelmatig gepuf ons
oor trof en een geur van gedistilleerd
onzen neus.
Ha, een geheime distilleerder!j,
siste de chef. .
Tegelijk gaf hij een fermon schop
tegen wat hij aanzag voor den onder
kant der deur. Maar de Vagebond
die aan den drempel zijn roes uitsliep
tot de zware laars van den chef zich
m zijn nieren boorde, rees onder
oorvërdoovend kabaal tot de werke
lijkheid.
. Ieder mensch, zoo troostte ik
tijdens onzen ' eervollen terugtocht
naar het bureau mijn gehavenden en
gekneusden superieur, ieder mensch
is in zekeren zin een geheime distil
leerder ij. Hoeveel témeer dan niet
een habitueele dronkaard J
Neen, zei hij, dat is onzin, daar
verzet zich mijn rede tegen. Een
jeneverstokerij kan nimmer die ge
daante van een landlooper aannemen.
Ik heb gefaald, dat laat zich niet
goedpraten. Ik, de kampioen der
waarheid, heb me als een kind laten
verblinden door onzen vijand den
schijn.
Zooals ik reeds aanstipte, deze
schok werd, zijn dood, het waren
niet zijn wonden....
TOT hiertoe was ik veertien dogen
, geleden gekomen, geachte om
standers. Go herinnert u allen wat
toen voorviel. Déoverblijfselen van '
onzen eminenten doode waren neer
gelaten in déze zelfde groene. Ik
wierp de eerste schop aarde. Doch
in plaats van den doffen plof dien we
verwachtten klonk een ware
kanonnade ujt de diepte des grafs. We
takelden de kist in allerijl omhoog,
doch konden haar nauwelijks houden ?
vanwege, de mvstérieuse kracht .die
haar bewoog. Met evenveel haast
PA6, H DB GROENE No.MH
als schroom openden wij het lid, en
daar verrees voor onze verbijsterende
oogen de chef, springlevend, maar
ten prooi aan een wanhoop waarvan
de aanblik ons kapot maakte.
Ha, zoo klonk zijn woedend
gehuil, terwijl zijn nagels in alle
richtingen zijn wangen doorploegden,
ha, dat juist ik, dat niemand minder
dan juist ik schijndood moest wezen !
Maar dit was den rampspoedige
toch te veel. Zichzelf n zijn mede
stervelingen te hebben verraden,
en dan nog volkomen bona fide l
Na tien dagen van de diepste
ontgoocheling, tijdens welke niemand
hem binnen de honderd meter dorst
naderen, stierf hu, thans voor de
tweede maal, en, laat het ons
waarachtigUjk hopen, voorgoed.
Maar hij heeft ons toch al te wan
trouwend gemaakt, door zijn leven
n door zijn dood. Daarom, misschien
sprak ik reeds te uitvoerig, maar
laat ons nu in elk geval hem, dien w
voor alle zekerheid zoolang mogelijk
op zijn doodsbed liggen lieten,
laat ons, zeg ik, dit groote ongeluk,
ik bedoel dezen grooten ongelukkige,
thans ook met bekwamen spoed
begraven, opdat niet opnieuw....
Reeds meen ik te bespeuren hoe
nerveuse trillingen zich in het kisthout
openbaren. Haast U dus, omstanders,
helpt mee hem in allerijl ter aarde te
bestellen, en tevens in dubbele
beteekenis grondig. ledere dood
kist moge onze achterdocht wekken,
naar de zijne, de zijne juist niet.
P. BORDEWIJK
Voedt u goed
TjiElflGSZINS onder dtn indruk
r*t van prof. Huisinga'* somber pro
fetisch boek, herdacht ook ik de
tijdrn van weleer en bevond hen zooveel
beter dan het heden. Bijvoorbeeld de
kruidenierswinkels. Had een kruide*
nier in die goede tijden van olim niet
een vasten stand en waardigheid? Hij
verkocht uit, dtn eenvoud zijns harten
krenten n rozijnen, koffie en thee,
suiker en zout en soda en nog vél, vél
meer. Doch zijn warengebied was scherp
| begrensd en hij autoritair in export op
zijn gebied. En dergelijks de
komenijsman en die van fijne vleeschtcaren, zoo
ongeloofelijk virtuoos gesneden in
vloeidunne plakken, detcclke willoos om
vielen voor het mes. Zij ook waren
onbestreden deskundigen op hun komenijs
en vleeschgebied, waar geen ander artikel
toegang had. Toen kwam het vt-rval.
Allengskens, en tol ontsteltenis van hen,
die aan vaste waarden en scherpe gren
zen hechten tot behoud eener ordelijke
samenleving, vloeide kruidenicrsicnrtm
en komenijs en vleeschwaren ineen tot
een rommelig door elkander dut zelfs
geen Hollandschen naam meer had.
doch tich uitheemsch frivool en ontiege
lijk, Comestibles noemde. Degruttcrij.
die vakkundige meelspecialitit, tras
intusschen al lang verdwenen.
Toen kwamhft verderf aan de bakkers.
De heldere, sobere, goedrookige bakkerij
verdween. Geperst door den nood des
tijds en de eigen slechte, hoogmoedige
lusten, ging de bakker ook taartjes bak
ken en werd banketbakker: En zijn uit
stalling, eertijds van degelijken,
vertrouwbaren eenvoud, verdween voor het
veelkleurig schijnschoon en de
begeertewekkende veelvuldigheid eener luxe
bakkerij. Weer was een steen aan het
huis van Hollandsch degelijkheid ont
vallen. En het bleef er niet bij.
Ossenslager werd varkensslager en dilettant
komenijsman, met sterke tendenties
naar de comestibleszaak. De melkslijtcr
ging eieren en kaas verkoopen en
kindermeel en koek en extraclköffie en bis- ?
cuitjes. De apotheker en dat was de
diepste val werd zoowaar drogist en'
vicfl versa. Hij weegten mengt niet meer,
geheimzinnig en veelbelovend, maar ver
koopt twijfelachtige middelen in schreeu
wende reclamepakjes van Dr. Zus en,
Zoo, en de kroon der wetenschap
ontviel zijn hoofd. Beteekent al deze
verflauwing der grenzen niet levens
verflauwing van verantwoordelijkheid.
dilettantisme, boerenbedrog en onver
schillige bandeloosheid? Wie nog ver
trouw f n , waar. nog het degelijk voedsel
te halen in deze wereld, die ons, hui
chelachtig, toeroept, Voedt tf goed"?
Helaas, alles is goedkoop en onbc- ?
trouwbaar geworden en den Untergang ,
des A bendlandes zien wij voor onze
oogen en magen voltrekken. F. C
C HAR IV ARIA
VERRASSENDE
MEDEDEELINGEN
De blinde is zijn scherpen blik
kwijt." (H. D.)
De voorzitter der vereenigtng van
gedroogde vischhandelaren te
Cheribon is spoorloos verdwenen."
(Java-Bodc)
PAINDELUXE-BROOD
Een herhaling van dergelijke aan
slagen moet in.de toekomst, worden
verhinderd." (N.R.Ct.)
Daardoor wordt het. geleden
verHes weder gecompenseerd";
jfjlf. v. A. B. Z.)
DAN ; ' . ?''; ...
Andere instrumenten als ik ge
bruikte." (N.R.C.)
Men moet meer aan de cijfers
van 1914 als aan die van 1904 den
ken." (Gr.)
ALS , '. ~ .,'..' '".'':/ ..
Het komt er niet zoo eer op aan
wat men doet in zijn leven, dan wel
of men zijn leven zoo goed mogelijk
leeft.". (H.O.C.) ' .
Wij hebben zelden onweersbuien
gehad, die zooveel electrische ont
ladingen te zien gaven dan dit on
weer." (N..Haart. C.) .
ONZE MEESTERS
Dit is het meest merkwaardige."
(H.P.)
De meest jammerlijke manier.".
(Gr.)
ONZE TEEKENAARS
Het beleid zal staan in het 3*
van de werkeloosheid." (N.Ii.C.)
Deze tentoonstelling staat in het
ó* van het S.O.S.-sein." (Tel.)
ONZE PREDIKANTEN
DominéSalvum Vac".
(De Koerier r. Z.)
DAT LASCHTIGÉHOLLANDS
De mobilisatie is afgelascht. Ook
is het verlof afgelascht." (O,H.C.)
De fascisten zouden minder
kiesch.keurig zijn." (N.R.C.)
UITSPRAAK-REGELEN
Grimbaard is een uitgesproken
nachtdier." (Tel.) . .
Frankrijk neemt te Gencvc een
zeer bijzondere en uitgesproken plaats
in. (Gr.) '??'?? . ?, ?
DEMOCRATISCHE HOFETIQUET
TE- ? '. - ...??.? ? .* ' ?
De Koning en de Koningin lieten
zich daarna aan ecnige ingenieurs en
arbeiders voorstellen." (Tel.)
Te Londen verwacht men 'dat de
Ver. Staten spoediger een uitvoer
verbod van petroleum zullen uit
vaardigen dan men vermoedt."
(N. R.C.)
Verwacht en vermoedt kunnen
desverkiezéndó van- plaats verwis
selen.
WAARHEEN
VOOR DE
WINTERSPORT?
NAAR
OOSTENRIJK!
HET SKIPARADIJS
FEESTELIJKHEDEN EN SPORT- EVENEMENTEN
WINTERSEIZOEN 1935/36
? GEBEURTENISSEN OP SPORTGEBIED ?
Dec. on Jan. WEENEN: Internationale IJshockey-wodst rijden.
Januari BADGASTEIN(Salzburg):Rodel-cnSkhrodstrijdnit.
17?10 Febr. SEEFELD (Tirol): Intern. Ski-spring- on
Slalomwedstrijd. Intern. Schaatsonrijden.
21 oh 22 Feb'r. INNSBRUCK (Tirol): F. I. S.-wedstrijdcn
Ski-afdalings- on Slalomwodstrijdon van do Féd
ration Internationale do Ski. Tor golegonhoid dor
F. I. S.-wedstrijdon van 17 tot 24 .Februari volr
attracties op wintersportgobied nis curling,
schnatsonrijdon. ijshockey enz.
22 '???n 2» Fobr. SEM M ER ING (- uur sporons van \Voonon):
Intorn. Bobwodstrjjden. l Maart Intt-rn.
Kampioon. Ski-springwedstrijdon om don ..Wmdin-Oup".
23 Fobr.
25 Fobr.
20 Fobr.
3 Moi
31 Moi
KLAGENFURT (Karnten): -Internationale
Skispringwodstrijden. ,
KITZBUHEL (Tirol): Intorn. Skhvodstrijrton.
LECH AM ARLBERG (Vorm-lhoi-g): Mndlneli-:
Ski- on Ski-afdalingswedstrijd.
ST. CHRISTOPH AM ARLBERG (Timl):
Moi-Ski-wodstrijdon.
HEILIGENBLUT (Knrnton):
nor-Skiwedst rijden.
FEESTELIJKHEDEN
2ö.Taiuuii'i
WEEN EN: Opera-bal.
2n.Tan.-3Fobr.WEENEN en SEMMERING bij WroiuMi:
Uostenrijksche Bridgo-Liga; Intorn. Bndgo-\vodstrijd.
(l Föhn ui n
WEENEN: Bnl van do Stad Woönotu
Jn n. on Fobr. WEENEN:Volo jagots-bals, gomnskord«> bals,
kunstenaars-bals, gocostum. foostoiu .
5-^-14 Maart WEENEN: Intern. Woonsehe Voorjaarsbeurs.
Belangrijke reducties óp de Oesterreichische
Bundesbahnen; na een 7-daagsch verblijf in Oostenrijk 60% o. d.
terugreis, alsmede 30% op willekeurige andere reizen.
Extra-treinen tot Innsbruck op 21 December 1035 en
op een nader te bepalen datum In Januari 1936.
Inlichtingen bij alle reisbureaux en bij den Oostenrijkschen
Propagandadienst voor Vreemdelingenverkeer
Stationsplein 22 Utrecht. ?
PAG. 19 DE GROENE No. 3053