Historisch Archief 1877-1940
Onwaardige uitvlucht
GRONDSTOFFEN EN POLITIEK
Mr. M. Kann
.flpr,
ER staat in het Verdrag van Versailles
een ongelukkige passage over ontwape
ning. Ongelukkig, niet daarom omdat
zij over ontwapening handelt, maar omdat er
in latere jaren meer in gelezen is, dan er eigenlijk
in staat. Het artikel, immers, waarin de over
winnende* staten als uiteindelijk doel ontwape
ning aanvaardden, bevatte niet anders dan een
declaratie dat ook de overwinnaars zich ge
houden achtten eenmaal te ontwapenen. Wan
neer dat was een kwestie die men nader onder
oogen zou zien. Een verplichting om binnen een
bepaalden termijn tot algemeene ontwapening
te komen, heeft nooit bestaan. Maar in den tijd
van hoopvolle verwachting kort na den wereld
oorlog dacht men dat een pacifistische
paradijstoestand niet lang meer behoefde uit te blijven.
Toen later bleek dat door alle mogelijke oorza
ken (onderling wantrouwen, spanning in het
Verre Oosten, kwade trouw der ontwapenden
en later hun geweldige toerusting) de
ontwape
beeïd was geworden, achtte menigeen zich
bedrogen. ?
Teleurstelling verleidde sommigen er toe het
.ontwapeningsartikel te interpreteeren als een
directe ontwapeningsplicht. Niet alleen paci
fistische idealisten maakten deze fout. Ook
anti-pacifisten. De bewuste passage werd, dank
zij haar vage formuleering, een schijnargument,
dat de Duitsche bewapening moest rechtvaardi
gen. Het werd een onwaardige uitvlucht, ten
dienste van de aanbidders van het
geweld-alsprincipe, een strijdmiddel van de belagers van
den Europeeschen vrede.
Niet echter om de weinig bevredigende voor
uitzichten nog eens in 't licht te stellen, die nu
ook de Londensche vlootconferentie ons biedt,
komen wij op de ontwapeningstragedie terug.
We weten immers reeds sinds lang, dat er pas
ontwapening zal komen, wanneer de bewape
ning zichzelf onmogelijk en overbodig heeft
gemaakt. Dat wij daartoe wel degelijk op weg
zijn, niet alleen door de alles-vernielende uit
werking van den modernen krijg, maar ook door
de enorme materiaal-verslinding, waardoor geen
staat een ernstigen oorlog kan beginnen zonder
verzekerd te zijn van een onbelemmerden grond
stoffen-toevoer, dat was reeds de strekking van
ons artikel in De Groene van 30 November.
WAARTOE dit alles dan'nog eens opge
haald? Niet om het Tantalus-vraagstuk
der ontwapening opnieuw te beschouwen, maar
om te wijzen op de gevaren, die voortvloeien uit
oppervlakkige en onjuiste interpretaties, zooals
die waaraan het veelbesproken ontwapenings
artikel heeft blootgestaan. Het is moeilijk uit te
maken, welke verkeerde interpretaties gevaar
lijker zijn: die, welke voortkomen uit bedrogen
verwachtingen of die, welke gefundeerd zijn
op kwade trouw.
Er is aanleiding genoeg hier eens even bij stil
te staan.
?, ?. Wij hebben gezien welk een rol van toenemen
de beteekenis 's werelds grondstoffen-voorzie
ning speelt. Niet alleen in geval van oorlog, maar
zelfs reeds bij een op^krijgstoerusting gelijkende
bewapening, zooals Duitschland nu te zien geeft.
Aan den anderen kant hebben wij gezien hoe
snel internationale organisatie de
grondstoffen. voorziening kan hanteeren en naar maken
tot een dwangmiddel, tot een
internationaalrechtelijk middel van executie. Maar wanneer
het smeden van zwaarden tot ploegscharen al
zoo apert onmogelijk bleek, wanneer de groote
vredesbevestiging door algemeene ontwapening
tot nu toe niet téverwezenlijken was, zal het
niemand verwonderen dat de kleinere" orga
nisatie van den vrede volkenbondsoordeel
ert sanctie-politiek?toch niet in n dag te
realiseeren viel. .
-Wij kunnen de feiten van den dag laten voor
wat ze zijn. Het ligt niet in de bedoeling van
deze beschouwing een conclusie uit de
sanctiepolitiek te trekken; daarvoor is het trouwens
' nog te vroeg. Maar wil de Volkenbondsgedacht
geen ontijdigen dood sterven,' dan moet zij de
weerstand van het opportunistische Frankrijk
en de aarzeling van Engeland overwinnen. De
Engelsche publieke'opinie en het uitgesproken
verlangen der kleinere staten eischen dat.
Gelukt het nu niet, dan gelukt het mor
gen. Sinds het stormachtige begin, en het
tusschen enthousiasme en koehandel heen-en-weer
slingerend verloop van deze sanctie-politiek,
kan men toch, in zekeren zin spreken van het
begin van een nieuw tijdperk in de wereld
politiek. Dit tijdperk is ingeluid door Sir Samuel
Hoare's groote rede voor de
Volkenbondsvergadering in September. Uit zijn woorden bleek,
dat hij terdege doordrongen was van de betee
kenis van het vraagstuk der grondstoffen-voor
ziening. Hij voorzag de scherpte van dit wapen.
En het was in dit verband, dat hij pleitte voor
een rechtvaardig aandeel van ieder land in de
schatten der wereld. Hij begreep heel goed, en
wees er ook op, dat dit vraagstuk niet uitgeput
was met een her-verdeeling der productie
want de tegenwoordige producenten spinnen er
werkelijk geen zijde bij; de door hen geprodu
ceerde grondstoffen brengen zelfs vaak den kost
prijs niet op. Maar Sir Samuel gaf toch aan dat
op 't stuk van de verdeeling der grondstoffen
een verfrissching der denkbeelden noodzakelijk
was.
DEZE uitlating kan in de toekomst wel eens
een even groote bron van misverstand en
teleurstelling blijken te zijn, als de hierboven
genoemde clausule over algemeene ontwapening
in het Verdrag van Versailles.
Het is te vreezen, dat deze passage in Hoare's
rede het plechtanker zal zijn van die lieden, die
niet ophouden te schreeuwen om expansie"
en bevrediging van het natuurlijk recht op
grondstoffen . Want wat zij er van verwachten
is niets meer of minder dan een herziening van
het koloniaal bezit.
Deze leuze wordt weer fiksch aangeheven.
Voornamelijk door Duitschland en Italië. Dat
het niets anders is, dan een voorwendsel/een
uitvlucht om te mogen toegeven aan de.
ver-overingszucht die de tegenwoordige koloniale
rijken hebben bot gevierd in een vervlogen
periode der geschiedenis, wisten wij waarlijk
reeds lang. Dat de agressieve gedachte het fas
cisme en het nationaal-socialisme in 't bloed
zit, is waarlijk niets nieuws! Het is alleen niet
onvermakelijk op te merken dat dit agressie
instinct in onze volwassen wereld toch een om
kleeding, een .^rationalisatie" noodig blijkt te
hebben. Maar deze argumentatie dat een even
redig aandeel in 's werelds
grondstoffenvoprziemng noodzakelijk is voor ieder land dat zich
zelf ook "maar een beetje respecteert, en dat
daarom eenige staten recht zouden hebben op
een punt van de alleen in hun verbeelding be
staande grondstoffen-taart, blijkt tegen geen
ernstige critiek bestand.
De schatten der aarde, de belangrijkste grond
stoffen en voedselprpducten, bevinden zich
geenszins in n hand. Zij zijn kwistig over de
geheele wereld verdeeld, hier wat meer, ginds
wat minder, maar volstrekt niet in hoofdzaak
in koloniale of andere tropische gebieden. En
al was dat wél het geval, het zou nog niets hin
deren. Er zijn welvarende grondstof-arme lan
den genoeg op de wereld. Zwitserland is er n
van. .
Want ten-eerste moet ook degeen die in de
eerste hand de grondstoffen produceert deze
betalen", d.w.z. op zijn minst genomen de
productie-kosten goedmaken hetgeen al een
riskant bedrijf blijkt te zijn met geenszins
zekeren uitslag. n iedere verwerver in de tweede of
derde hand kan deze producten toch krijgen,
als hij maar betaalt. En ten tweede blijkt uit
nevenstaande statistiek dat slechts voor heel
enkele producten en grondstoffen het kolo
niaal bezit" van doorslaggevend belang is. Een
correctie van de verdeeling van dit oezit zal
dus al hél weinig veranderen aan de z.g* onbil
lijke verdeeling van 's werelds grondstoffen.
. weinig bona fi
sie-om-der-wille-van-de-expansie-zelf
Er is intusschen n ding> dat een zegenrijke
correctie in het internationaal goederenverkeer
kan brengen, n ding dat werkelijk veel tot
be" houd van #en vrede kan bijdragen..
Dat is: herstel der handelsvrijheid. Deleer
der autarkie, die zoo vurig beleden wordt/juist
in die landen, die nu hun recht op expansie doen
gelden, is daarmee echter niet vereenigbaar.
Maar dit is een chapiter pp zich zelf.
PAG. 2 DE GROENE No.3054
1
In percentages uitgedrukt wordt van de hiej
A. IN KOLONIALE
GEBIEDEN EN
MANDAVTSLANDEN
Algiers
D ^"* _
Br, Guyana
Br. Indi
Br. Af. fiorneo
Fr. Marokko
f_,J~» /""Ui..*»
Ncd. Indi
Ncd. Suriname
Steaits
»T»_;_;J_.J
f .._|
Zij/ ji r_jl>a
Overige Af r. Kol. ? ?
Totalt kol. .productie in
procenten van de wereld
productie
B. IN SOEVEREINE
STATEN
A WMAM*IM|U
A ?****!, t tX
Bolivia
.Brazili
Canada ...........
Chili..
China
Columbia
Duitschland
Irak
Italië. ? .
Ny.,_i__ j
U. S
U. S. S. R. .......
Z. Afrika.........
Diverse Staten van
Lat Amerika ? ? ? ?
Overige landen. ....
Totale productie
souverclne ituten
Bauxiet
8
13
.
21
'
40
11.5
9
^^^^^??i
10.5
8
79
CACAO
^^^^mm^
l
0.3
0.5
70
74.8
20
^^MMHM
mt*^me**m
5.2
25.2
1
?^^?^^^?i
16
^??MMMMMB»
f
l
0.3
17.3
^??????M)
10.2
5
««???^?i
53.5
14
82.7
1
^
0.6
6
Oe
?J
0.9
8
M^^^^^H*
60
13
«?????M
MHBMMHMM
4
15
92
1
1.9
^^?MBV»
0.1
?
2
^^^???^
1
12
20.5
4.7
1.2
?MMHHMi
«??NMMMBB
40
8.1
1.5
9
98
£
~7~
;/
.-.
_
1
1
18 1
13
15
H
onder genoemde grondstoffen geproduceerbTt f
J
O.f
^^^^^m
?
^^?M«M
^?^?^H
0.2
«?????MM
0.7
?
19
_ff_
_.__
~" BHU
il
J
"ÏT|
T
37 1
53 1
I>e verdeelljiff der grondstoffen 1
r\E hierboven afgedrukte statistiek maatt 1
/J geen aanspraak Op volledigheid. Er zijn l
'"^ trouwens maar een beperkt aantal gron>l' l
stoffen, de belangrijkste mineralen en leven»- l
. middelen, in vermeld. Het is onmogelijk in dit l
bestek een uitgebreider overzicht te geven. l
In groote lijnen geeft deze tabel een juist beetd ?
van het in percentages uitgedrukte aandeel dni |
ieder land heeft in de productie (dus niet: >n l
den export) van. diverse grondstoffen. SlecM» l
kleine fracties van procenten zijn verwaarloosd l
en gevoegd bij Overige Zanden", l
Met n oogopslag wordt het duidelijk, dat de m
koloniale productie in het algemeen gesprok** l
geenszins' het grootste deel van de wereldproductie l
uitmaakt. Het over g r oote , quant w»* l
' der grondstoffen komt niet wi'l
:k o loni a Ie, maar uit on a f h ank e ? |
lijlee gebied-en. Met de erkenning van m
dit feit wordt bewezen dat het motiveeren fin ?
den roep om expansie en koloniën" .met eten ?
. z.g< ecónomischen eisch vrijelijk" de beschik ?
king over grondstoffen te kunnen hebben op ?
volkomen onjuiste gronden geschiedt, l
Onder de koloniale gebieden zijn er intusschcn |
twee, die- opvatten wegens hun grondstoffen-rijk- |
dom: Britsch en Nederlandsch Indië. De cijfer» l
van Nederland en zijn bezittingen zijn vet gednM. l
Gegeven de relatief geringe gebiedsoppervlaWt' l
is Néderlandsch Indiëeen oij uitstek belangrij ?
producent. Vrijwel de eenige begeerenswdard'ge ?
kolonie t Suriname blijkt een belangrijk lever a»' l
1 der van bauxiet (aluminium-erts) te zijn. ? .. J
l
F
r
r
[263
r
£
0
MM^^H
Ou
4
0.6
48
^??^?^?t
P^^MB^lMMI
02
4
4
MMMM.
60
10
9
^^?«^^
8
RUBBER
?^^^^^
8.5
3
27
52
2.3
92.8
0.2
1.2
^^^^^^H
^^^^^^?V
mtimmmmi^
1
0.2
M
H
1
31
O.b
5
0.5
38
=
^??MPM^B
?MMHüiB*
-h
?
?^???i* mm
4.6 '
34
6
?«??«?» ??
!2 1
99.3 95.2 7.2 1 62 «
£
1
8
0.3
10.3
6
4
6
i .
~4~"
1
1.5
6.5
l.f>
4.5
0.2
0.4
t
4
U
<J4
0.2
0.7 "
3.2
J9.7
U
UU
s
38
28
2
19
87
1
^^?^??M
I^^BMM^B
??M^^B ?
?HHMW ??
2
3 <
Z
4
2.6
162
*
26
5
53.8
16.5
m*mm*^^m
82
^?^~
??MMM.
12
«?«??
9.5
"o
1.1
.5
?MüMB^
0.4
2
10
28
???????IB
8
12
9
^?^^ ^
U !
1
1
0.5
*
0.5
2.
7
JU
36
65
8.5
1
N
4.
n
0.1
65
?
22
6.5
6.0
«^
.
7
29.5
!8.5l
16.2 98 98 78
De cijfers, die op het Britsch Imperium
betrekfr"<j7 hebben, zijn cursief gedrukt. Men kan zich
//»?* met n oogopslag een beeld van alle ver
kondingen vormen. Wat de tabellen zelf betreft nog 1
f 'ige bijzonderheden i 1
De snel' stijgende productie van Sovjet- Rusland
'V bezig de onderlinge verhoudingen te
tvij*»'vn. ?".?'?'. . . ' ? , ?
Duiker buiten beschouwing gelaten,
hocw! het een belangrijk Nederlandsch-lndisch
pr>,duct is. Maar zoowel door den bietsuitcèrbouw
i» 'Ie gematigde zones, als door de productie der
K'iiubliek Cuba, is het zeker dat de koloniale
productie maar een gering deel tier
wereldpro\4u.-tie uitmaakt. 'Eveneens zijn plantaardige'
vellen (grondnoten) en Sierlijke vetten buiten
beschouwing gelaten.
Kr blijken tenslotte, vier koloniale waren"
','tnitrdqad hoofdzakelijk uUde koloniën te komen,
*» teel Cacao, Rubber, Thee en Tin. En'tpch
past achter deze twee laatste artikelen een
vraagbeken. Van China bestaan geen behoorlijke
l Pro'luctlesiatistieken. In du geval zijn dat dus
txport-rijfers. Men moet deze getallen eigenlijk
teritieérderén met de binnenlandsche consumptie,
*» evenredig daarmee de percentages uit de
Jeoloriate gebieden verminderen. Het koloniale
producK*percentagevqor thee (87) is dus te hoog. En
1 / Vn eigenlijk nog de 60 % behoort te halen, is
P zijn minst genomen twijfelachtig. , ( . '
Deze statistiek heeft overigens niet tot taak' een
volledige opsomming der productie te geven. De '
Woeling is sfechts daarvan de verdeeling
\itietsmatig weer te 'geven." . '
4
T
t
"'
WEEKTRDMPET
DEN'W1IZEN OLIFANT
TEGEN het naderend Kerstfeest rijn er In
de wereld der internationale verhoudingen
teekenen die wijzen op een geneigdheid tot
vrede en verzoening. Men schrikt wel wat terug
van de uiterste doorvoering, der sancties en zoo
zijn, na moeizame samensprekingen tusschen
Frankrijk en Engeland, de bekende voorstellen
ontstaan, waarvoor Mussolini een vriendelijken
glimlach over heeft, maar die stuiten op
AbessUnsch verzet en op princlpieele bezwaren van den
Volkenbond, die inderdaad volkomen juist zijn,
een roofaanval behoeft niet te worden gehonoreerd.
. In Frankrijk is intusschen het gevaar van een
kabinetscrisis afgewend, zoodat de heer Laval
zijn hoofd weer vrij heeft voor de buitenlandsche
politiek. Als een teeken van vredesgeneigdhéid is
ook te beschouwen de opening van de vloot
conferentie. Het' is hier niet alleen de ton", maar
de tonnage, die de muziek geeft, doch men kan
er een bemoedigend verschijnsel in zien, dat
on< danks de schokken, welke de internationale samen
werking en de Volkenbond telkens opnieuw hebben
te doorstaan, het werk der internationale confe
renties, die vrede en beperking van bewapening
beoogen, wordt voortgezet.
* *
Over de internationale quaesties en internatio
nale verhoudingen zal de olifant echter ditmaal
zeer kort zijn. Te meer reden heeft hij, om zich
bU allerlei merkwaardige verschijnselen, welke
zich hier te lande in de afgeloopen week voordeden,
op te houden. .
Wanneer wij onze oogen wenden naar de lande
lijke beroeringen, dan heeft in de eerste plaats het
onderwijsdebat in de Kamer, en al wat daar om
en bij is. .onze belangstelling.
Behoefde die belangstelling zich maar te beper
ken tot een verontwaardigde belangstelling over
het eindelooze spellingdebat! Het schijnt wel, dat
wij over de spelling-discussies nooit kunnen heen
komen, en dat wij gedoemd worden zoo lang te
kibbelen over spellingzakcn tot wij heelemaal niet
meer weten hoe wij schrijven moeten. De groote
fout in deze heele geschiedenis is het gemis van
vaste lijn, van positief beslissen. De spelling lijdt
win de ziekte der facultativiteit. De olifant schrijft
nog immer volgens do oude heeren de Vries en te
Winkel, omdat zijn oppasser hem dat zoo heeft
geleerd, hij heeft echter geen principieele bezwaren
tegen de spelling-Marchant, maar hij denkt bij
zich zelf: ik wacht nog maar een oogenblikje, want
het kan wel weer veranderen J De kamerdebatten
hebben de oude quaestie, die ons te midden van
zoovele nieuwe quaesties zoo weinig gelegen komt,
opnieuw opgerakeld, en mij dunkt, met weinig
reëel resultaat.
Intusschen, ik kondigde zooeven reeds aan,
dat er ernstiger vreezen kwamen opdoemen bij het
debat over de ondenvjjsbegrooting, dan de tot; in
den treure zich handhavende
spelling-plukbaarderijen. En dat andere is ernstig. Er zweven weer
crisis-geruchten om het kabinet.
Nu gelooft de Olifant wel niet, dat de Kamer
ons een kabinetscrisis zal geven als Kerstgeschenk,
maar de verschijnselen zijn er niet minder onheil
spellend om.
De motie-Suring, waarbij het ontslag van de
gehuwde onderwijzeres-niet-kostwinster wordt ge
vorderd, zet kwaad bloed ter linkerzijde, en naar
het schijnt zelfs in den linkervleugel van het
Kabinet, er werd in de afgeloopen week zwart
op wit voorspeld, dab b|j de aanvaarding
dier motie de drie vrijzinnige Ministers het Kabinet
zouden verlaten. En terwijl 'hier de tegenstelling
tusschen het oude rechts en links openbaar wordt, >
ziet men tegelijkertijd de( oude anti-these, die velen
(ten onrechte) reeds afgeschreven waataden, terug-1
koeren in het verzet, van de rechterzijde tegen de
concentratie van bizondere scholen. Zoodra er
onderwijsprincipes aan de orde komen, is heb bind
middel hersteld van hetgeen >ineh ontbonden
waande. Bovendien ligt de Katholieke oppositie
nog steeds op den loer. '
-' ?'.-. ?..??? ' ? **-* ', .:-? ? '? ' ' ;. .-.'
Maar niet alleen zijn er crisisverschijnselen in heb
parlement, ze zijn ook in sterke mate waarneem
baar om het parlement heen. Iedere nieuwe week,,
waarin wij leven, schilfert er weer wat af van de
politieke partijen. Thans zelfs van die gloednieuwe
partijen, welke zich als, partij geconstitueerd heb-,
ben om heb partijwezen te .vernietigen. NA heb
schisma in de anti-revplutionaire party door het
vertrek van Prof. VTsscher en zijn groep, na de door
bazuingeschal .vergezelde breuk van Mr. Du vs met ,
zijn politieke party>*begint. zoowaar-bet verbond
van Nationaal Herstel te ontstellen. Er rees, laten
wij niet spreken over een conflict, maar over: iets . '
PAG. 3 DE GROENE No. 3054
dafop een"conflict lijkt, tusschen Mr. Westerman
en zijn groep. Het Verbond voor Nationaal Herstel
draagt in zich de vloek van zijn geboorte.
Heb is deels liberaal, deels fascistisch, en wan
neer de liberale en de fascistische elementen allebei
aan een eind van het bouw trekken, dan gaat de
geheele beweging uit elkaar. Jammer misschien,
omdat juist de groep voor Nationaal Herstel, wan
neer zij van fascistische smetten vrij zou blijven,
veel goed, bemiddelend werk zou kunnen verrich
ten. De rede die Oeneraal Snijders hield op de ver
gadering in dezen bond bevatte juiste elementen
en drong ons opnieuw bob bewondering voor de
ongekende levenskracht van dezen bejaarden Ne
derlander.
Intusschen zullen deze gebeurtenissen in den
kring van Nationaal Hersbel den beer Musserb en
de zijnen toch wel te denken geven. De Olifant
vraagt zich af, of ook deze heeren, die eenheid en
leiding zeggen te begeeren, niet onvermijdelijk
zullen worden aangetast door de typisch
Nederlandsche splijtingsbacil. Het begint al vóór ze aan
het bewind zijn.
Wat ons volk te midden. van al deze gisting
noodig beeft, is bezinning in werkelijke eenheid,
die zich baseert op onze oude nationale traditiën
van vrijheid en recht, en heb zou hoe veel critiek
men overigens op de Regeering zou kunnen oefe
nen ??bedenkelijk zijn, indien de Regeering-Golijn
voortijdig zou worden geveld l
* *
De heer Duys is thans volkomen dcor zijn party
gedisqualificeerd. Hij komb nu in een zeer moeiiyke
positie, wanneer hij in de Kamer zou willen bly'ven.
Wanb hij zal worden, geroyeerd uit-zjjn party.*
Het geval blijft uiterst onverkwikkelijk.
. De beer Kortenhorst, .die in de Kamer duidelijk,
doch in volkomen correcte bewoordingen gewaar
schuwd heeft tegen het gevaar van Duitsche vrede
lievende annexatie, ondervindt moeilijkheden met
zijn onderhandelaarschap. Hij wordt, zoo is van
Duitsche officieelc of officieuse wyze medegedeeld,.
niet met die bizondere onderscheiding behandeld.
die bJj zou mogen wenschen. De Duitschers zullen
hun beleefdheidsplicht jegens den heer Korten
horst vervullen, meer niet. De Olifant gelooft niet,
dab de heer Kortenhorst op meer zal zyn gesteld,
maar het geeft toch te denken, dat men in Duitsch
land zich zoo aantrekkelijk toont, ten aanzien van
iemand, die geen woord heeft gesproken dat on
aangenaam of indeferent is ten aanzien van den ,
Duibschen staat, maar die alleen en uitsluitend zyn
vaderland wilde wyzen op het gevaar van vreemde
infiltratie. Mag men de courantenberichten
gelooven, dan is zelfs de Duitsche gezant er aan te pas'
gekomen. Waarschijnlijk zal de heer Kortenhorst.
zich wel terugtrekken als onderhandelaar, maar de
Olifant hoopt, dab de luisteraars naar dezen
tronipetstopt herlezen wat de beer Kortenhorst in de
Kamer heeft gezegd. Het is leerzaam en de moeite
waard.
Over een duig zyn wy allen verheugd. Dab
het werk der drooglegging van de Zuiderzee zal
worden voortgezet.
. ? -'- * . * ' ?
Er is n onderwerp, dat de Olifant op zyn weg
ontmoette, en dab wellicht niet behoort tobde in
het oog vallende gebeurtenissen, maar dat bij van
genoegzaam algemeen belang acht, om er enkele
woorden over te schrijven, alvorens hjj van zyn
lezers afscheid neemt.
De nood'der jonge inteUectueelen, v/in de jonge
mannen en vrouwen die afgestudeerd zijn, is schrik-'
barend. Men heeft flauwe pogingen aangewend om
hen te helpen. Doch die pogingen bleken onvol
doende, en nu helpen zy zichzelf. Zij hebben eenigen
tyd geleden een vereenlging opgericht, diésamen
werking op min of meer op coöperatieven grondslag
beoogt. Zy orgahiseeren huiswerk-cursussen, om
de zwakke leerlingen der middelbare en lagere
scholen te helpen. De Olifanb hoopt dab ouders
en voorts rectoren n directeuren deze onderne
ming zullen steunen* en dab de by lessen zooveel
mogelijk in heb bezit zullen komen niet van hen
die daarmee hvin inkomen cumuleeren, maar van
deze jonge ondernemende menschien die" zonder
brood, maar met' een hardnekkigen wil om zich te
handhaven, in de wereld staan. ..