De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 7 december pagina 2

7 december 1935 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Onwaardige uitvlucht GRONDSTOFFEN EN POLITIEK Mr. M. Kann .flpr, ER staat in het Verdrag van Versailles een ongelukkige passage over ontwape ning. Ongelukkig, niet daarom omdat zij over ontwapening handelt, maar omdat er in latere jaren meer in gelezen is, dan er eigenlijk in staat. Het artikel, immers, waarin de over winnende* staten als uiteindelijk doel ontwape ning aanvaardden, bevatte niet anders dan een declaratie dat ook de overwinnaars zich ge houden achtten eenmaal te ontwapenen. Wan neer dat was een kwestie die men nader onder oogen zou zien. Een verplichting om binnen een bepaalden termijn tot algemeene ontwapening te komen, heeft nooit bestaan. Maar in den tijd van hoopvolle verwachting kort na den wereld oorlog dacht men dat een pacifistische paradijstoestand niet lang meer behoefde uit te blijven. Toen later bleek dat door alle mogelijke oorza ken (onderling wantrouwen, spanning in het Verre Oosten, kwade trouw der ontwapenden en later hun geweldige toerusting) de ontwape beeïd was geworden, achtte menigeen zich bedrogen. ? Teleurstelling verleidde sommigen er toe het .ontwapeningsartikel te interpreteeren als een directe ontwapeningsplicht. Niet alleen paci fistische idealisten maakten deze fout. Ook anti-pacifisten. De bewuste passage werd, dank zij haar vage formuleering, een schijnargument, dat de Duitsche bewapening moest rechtvaardi gen. Het werd een onwaardige uitvlucht, ten dienste van de aanbidders van het geweld-alsprincipe, een strijdmiddel van de belagers van den Europeeschen vrede. Niet echter om de weinig bevredigende voor uitzichten nog eens in 't licht te stellen, die nu ook de Londensche vlootconferentie ons biedt, komen wij op de ontwapeningstragedie terug. We weten immers reeds sinds lang, dat er pas ontwapening zal komen, wanneer de bewape ning zichzelf onmogelijk en overbodig heeft gemaakt. Dat wij daartoe wel degelijk op weg zijn, niet alleen door de alles-vernielende uit werking van den modernen krijg, maar ook door de enorme materiaal-verslinding, waardoor geen staat een ernstigen oorlog kan beginnen zonder verzekerd te zijn van een onbelemmerden grond stoffen-toevoer, dat was reeds de strekking van ons artikel in De Groene van 30 November. WAARTOE dit alles dan'nog eens opge haald? Niet om het Tantalus-vraagstuk der ontwapening opnieuw te beschouwen, maar om te wijzen op de gevaren, die voortvloeien uit oppervlakkige en onjuiste interpretaties, zooals die waaraan het veelbesproken ontwapenings artikel heeft blootgestaan. Het is moeilijk uit te maken, welke verkeerde interpretaties gevaar lijker zijn: die, welke voortkomen uit bedrogen verwachtingen of die, welke gefundeerd zijn op kwade trouw. Er is aanleiding genoeg hier eens even bij stil te staan. ?, ?. Wij hebben gezien welk een rol van toenemen de beteekenis 's werelds grondstoffen-voorzie ning speelt. Niet alleen in geval van oorlog, maar zelfs reeds bij een op^krijgstoerusting gelijkende bewapening, zooals Duitschland nu te zien geeft. Aan den anderen kant hebben wij gezien hoe snel internationale organisatie de grondstoffen. voorziening kan hanteeren en naar maken tot een dwangmiddel, tot een internationaalrechtelijk middel van executie. Maar wanneer het smeden van zwaarden tot ploegscharen al zoo apert onmogelijk bleek, wanneer de groote vredesbevestiging door algemeene ontwapening tot nu toe niet téverwezenlijken was, zal het niemand verwonderen dat de kleinere" orga nisatie van den vrede volkenbondsoordeel ert sanctie-politiek?toch niet in n dag te realiseeren viel. . -Wij kunnen de feiten van den dag laten voor wat ze zijn. Het ligt niet in de bedoeling van deze beschouwing een conclusie uit de sanctiepolitiek te trekken; daarvoor is het trouwens ' nog te vroeg. Maar wil de Volkenbondsgedacht geen ontijdigen dood sterven,' dan moet zij de weerstand van het opportunistische Frankrijk en de aarzeling van Engeland overwinnen. De Engelsche publieke'opinie en het uitgesproken verlangen der kleinere staten eischen dat. Gelukt het nu niet, dan gelukt het mor gen. Sinds het stormachtige begin, en het tusschen enthousiasme en koehandel heen-en-weer slingerend verloop van deze sanctie-politiek, kan men toch, in zekeren zin spreken van het begin van een nieuw tijdperk in de wereld politiek. Dit tijdperk is ingeluid door Sir Samuel Hoare's groote rede voor de Volkenbondsvergadering in September. Uit zijn woorden bleek, dat hij terdege doordrongen was van de betee kenis van het vraagstuk der grondstoffen-voor ziening. Hij voorzag de scherpte van dit wapen. En het was in dit verband, dat hij pleitte voor een rechtvaardig aandeel van ieder land in de schatten der wereld. Hij begreep heel goed, en wees er ook op, dat dit vraagstuk niet uitgeput was met een her-verdeeling der productie want de tegenwoordige producenten spinnen er werkelijk geen zijde bij; de door hen geprodu ceerde grondstoffen brengen zelfs vaak den kost prijs niet op. Maar Sir Samuel gaf toch aan dat op 't stuk van de verdeeling der grondstoffen een verfrissching der denkbeelden noodzakelijk was. DEZE uitlating kan in de toekomst wel eens een even groote bron van misverstand en teleurstelling blijken te zijn, als de hierboven genoemde clausule over algemeene ontwapening in het Verdrag van Versailles. Het is te vreezen, dat deze passage in Hoare's rede het plechtanker zal zijn van die lieden, die niet ophouden te schreeuwen om expansie" en bevrediging van het natuurlijk recht op grondstoffen . Want wat zij er van verwachten is niets meer of minder dan een herziening van het koloniaal bezit. Deze leuze wordt weer fiksch aangeheven. Voornamelijk door Duitschland en Italië. Dat het niets anders is, dan een voorwendsel/een uitvlucht om te mogen toegeven aan de. ver-overingszucht die de tegenwoordige koloniale rijken hebben bot gevierd in een vervlogen periode der geschiedenis, wisten wij waarlijk reeds lang. Dat de agressieve gedachte het fas cisme en het nationaal-socialisme in 't bloed zit, is waarlijk niets nieuws! Het is alleen niet onvermakelijk op te merken dat dit agressie instinct in onze volwassen wereld toch een om kleeding, een .^rationalisatie" noodig blijkt te hebben. Maar deze argumentatie dat een even redig aandeel in 's werelds grondstoffenvoprziemng noodzakelijk is voor ieder land dat zich zelf ook "maar een beetje respecteert, en dat daarom eenige staten recht zouden hebben op een punt van de alleen in hun verbeelding be staande grondstoffen-taart, blijkt tegen geen ernstige critiek bestand. De schatten der aarde, de belangrijkste grond stoffen en voedselprpducten, bevinden zich geenszins in n hand. Zij zijn kwistig over de geheele wereld verdeeld, hier wat meer, ginds wat minder, maar volstrekt niet in hoofdzaak in koloniale of andere tropische gebieden. En al was dat wél het geval, het zou nog niets hin deren. Er zijn welvarende grondstof-arme lan den genoeg op de wereld. Zwitserland is er n van. . Want ten-eerste moet ook degeen die in de eerste hand de grondstoffen produceert deze betalen", d.w.z. op zijn minst genomen de productie-kosten goedmaken hetgeen al een riskant bedrijf blijkt te zijn met geenszins zekeren uitslag. n iedere verwerver in de tweede of derde hand kan deze producten toch krijgen, als hij maar betaalt. En ten tweede blijkt uit nevenstaande statistiek dat slechts voor heel enkele producten en grondstoffen het kolo niaal bezit" van doorslaggevend belang is. Een correctie van de verdeeling van dit oezit zal dus al hél weinig veranderen aan de z.g* onbil lijke verdeeling van 's werelds grondstoffen. . weinig bona fi sie-om-der-wille-van-de-expansie-zelf Er is intusschen n ding> dat een zegenrijke correctie in het internationaal goederenverkeer kan brengen, n ding dat werkelijk veel tot be" houd van #en vrede kan bijdragen.. Dat is: herstel der handelsvrijheid. Deleer der autarkie, die zoo vurig beleden wordt/juist in die landen, die nu hun recht op expansie doen gelden, is daarmee echter niet vereenigbaar. Maar dit is een chapiter pp zich zelf. PAG. 2 DE GROENE No.3054 1 In percentages uitgedrukt wordt van de hiej A. IN KOLONIALE GEBIEDEN EN MANDAVTSLANDEN Algiers D ^"* _ Br, Guyana Br. Indi Br. Af. fiorneo Fr. Marokko f_,J~» /""Ui..*» Ncd. Indi Ncd. Suriname Steaits »T»_;_;J_.J f .._| Zij/ ji r_jl>a Overige Af r. Kol. ? ? Totalt kol. .productie in procenten van de wereld productie B. IN SOEVEREINE STATEN A WMAM*IM|U A ?****!, t tX Bolivia .Brazili Canada ........... Chili.. China Columbia Duitschland Irak Italië. ? . Ny.,_i__ j U. S U. S. S. R. ....... Z. Afrika......... Diverse Staten van Lat Amerika ? ? ? ? Overige landen. .... Totale productie souverclne ituten Bauxiet 8 13 . 21 ' 40 11.5 9 ^^^^^??i 10.5 8 79 CACAO ^^^^mm^ l 0.3 0.5 70 74.8 20 ^^MMHM mt*^me**m 5.2 25.2 1 ?^^?^^^?i 16 ^??MMMMMB» f l 0.3 17.3 ^??????M) 10.2 5 ««???^?i 53.5 14 82.7 1 ^ 0.6 6 Oe ?J 0.9 8 M^^^^^H* 60 13 «?????M MHBMMHMM 4 15 92 1 1.9 ^^?MBV» 0.1 ? 2 ^^^???^ 1 12 20.5 4.7 1.2 ?MMHHMi «??NMMMBB 40 8.1 1.5 9 98 £ ~7~ ;/ .-. _ 1 1 18 1 13 15 H onder genoemde grondstoffen geproduceerbTt f J O.f ^^^^^m ? ^^?M«M ^?^?^H 0.2 «?????MM 0.7 ? 19 _ff_ _.__ ~" BHU il J "ÏT| T 37 1 53 1 I>e verdeelljiff der grondstoffen 1 r\E hierboven afgedrukte statistiek maatt 1 /J geen aanspraak Op volledigheid. Er zijn l '"^ trouwens maar een beperkt aantal gron>l' l stoffen, de belangrijkste mineralen en leven»- l . middelen, in vermeld. Het is onmogelijk in dit l bestek een uitgebreider overzicht te geven. l In groote lijnen geeft deze tabel een juist beetd ? van het in percentages uitgedrukte aandeel dni | ieder land heeft in de productie (dus niet: >n l den export) van. diverse grondstoffen. SlecM» l kleine fracties van procenten zijn verwaarloosd l en gevoegd bij Overige Zanden", l Met n oogopslag wordt het duidelijk, dat de m koloniale productie in het algemeen gesprok** l geenszins' het grootste deel van de wereldproductie l uitmaakt. Het over g r oote , quant w»* l ' der grondstoffen komt niet wi'l :k o loni a Ie, maar uit on a f h ank e ? | lijlee gebied-en. Met de erkenning van m dit feit wordt bewezen dat het motiveeren fin ? den roep om expansie en koloniën" .met eten ? . z.g< ecónomischen eisch vrijelijk" de beschik ? king over grondstoffen te kunnen hebben op ? volkomen onjuiste gronden geschiedt, l Onder de koloniale gebieden zijn er intusschcn | twee, die- opvatten wegens hun grondstoffen-rijk- | dom: Britsch en Nederlandsch Indië. De cijfer» l van Nederland en zijn bezittingen zijn vet gednM. l Gegeven de relatief geringe gebiedsoppervlaWt' l is Néderlandsch Indiëeen oij uitstek belangrij ? producent. Vrijwel de eenige begeerenswdard'ge ? kolonie t Suriname blijkt een belangrijk lever a»' l 1 der van bauxiet (aluminium-erts) te zijn. ? .. J l F r r [263 r £ 0 MM^^H Ou 4 0.6 48 ^??^?^?t P^^MB^lMMI 02 4 4 MMMM. 60 10 9 ^^?«^^ 8 RUBBER ?^^^^^ 8.5 3 27 52 2.3 92.8 0.2 1.2 ^^^^^^H ^^^^^^?V mtimmmmi^ 1 0.2 M H 1 31 O.b 5 0.5 38 = ^??MPM^B ?MMHüiB* -h ? ?^???i* mm 4.6 ' 34 6 ?«??«?» ?? !2 1 99.3 95.2 7.2 1 62 « £ 1 8 0.3 10.3 6 4 6 i . ~4~" 1 1.5 6.5 l.f> 4.5 0.2 0.4 t 4 U <J4 0.2 0.7 " 3.2 J9.7 U UU s 38 28 2 19 87 1 ^^?^??M I^^BMM^B ??M^^B ? ?HHMW ?? 2 3 < Z 4 2.6 162 * 26 5 53.8 16.5 m*mm*^^m 82 ^?^~ ??MMM. 12 «?«?? 9.5 "o 1.1 .5 ?MüMB^ 0.4 2 10 28 ???????IB 8 12 9 ^?^^ ^ U ! 1 1 0.5 * 0.5 2. 7 JU 36 65 8.5 1 N 4. n 0.1 65 ? 22 6.5 6.0 «^ . 7 29.5 !8.5l 16.2 98 98 78 De cijfers, die op het Britsch Imperium betrekfr"<j7 hebben, zijn cursief gedrukt. Men kan zich //»?* met n oogopslag een beeld van alle ver kondingen vormen. Wat de tabellen zelf betreft nog 1 f 'ige bijzonderheden i 1 De snel' stijgende productie van Sovjet- Rusland 'V bezig de onderlinge verhoudingen te tvij*»'vn. ?".?'?'. . . ' ? , ? Duiker buiten beschouwing gelaten, hocw! het een belangrijk Nederlandsch-lndisch pr>,duct is. Maar zoowel door den bietsuitcèrbouw i» 'Ie gematigde zones, als door de productie der K'iiubliek Cuba, is het zeker dat de koloniale productie maar een gering deel tier wereldpro\4u.-tie uitmaakt. 'Eveneens zijn plantaardige' vellen (grondnoten) en Sierlijke vetten buiten beschouwing gelaten. Kr blijken tenslotte, vier koloniale waren" ','tnitrdqad hoofdzakelijk uUde koloniën te komen, *» teel Cacao, Rubber, Thee en Tin. En'tpch past achter deze twee laatste artikelen een vraagbeken. Van China bestaan geen behoorlijke l Pro'luctlesiatistieken. In du geval zijn dat dus txport-rijfers. Men moet deze getallen eigenlijk teritieérderén met de binnenlandsche consumptie, *» evenredig daarmee de percentages uit de Jeoloriate gebieden verminderen. Het koloniale producK*percentagevqor thee (87) is dus te hoog. En 1 / Vn eigenlijk nog de 60 % behoort te halen, is P zijn minst genomen twijfelachtig. , ( . ' Deze statistiek heeft overigens niet tot taak' een volledige opsomming der productie te geven. De ' Woeling is sfechts daarvan de verdeeling \itietsmatig weer te 'geven." . ' 4 T t "' WEEKTRDMPET DEN'W1IZEN OLIFANT TEGEN het naderend Kerstfeest rijn er In de wereld der internationale verhoudingen teekenen die wijzen op een geneigdheid tot vrede en verzoening. Men schrikt wel wat terug van de uiterste doorvoering, der sancties en zoo zijn, na moeizame samensprekingen tusschen Frankrijk en Engeland, de bekende voorstellen ontstaan, waarvoor Mussolini een vriendelijken glimlach over heeft, maar die stuiten op AbessUnsch verzet en op princlpieele bezwaren van den Volkenbond, die inderdaad volkomen juist zijn, een roofaanval behoeft niet te worden gehonoreerd. . In Frankrijk is intusschen het gevaar van een kabinetscrisis afgewend, zoodat de heer Laval zijn hoofd weer vrij heeft voor de buitenlandsche politiek. Als een teeken van vredesgeneigdhéid is ook te beschouwen de opening van de vloot conferentie. Het' is hier niet alleen de ton", maar de tonnage, die de muziek geeft, doch men kan er een bemoedigend verschijnsel in zien, dat on< danks de schokken, welke de internationale samen werking en de Volkenbond telkens opnieuw hebben te doorstaan, het werk der internationale confe renties, die vrede en beperking van bewapening beoogen, wordt voortgezet. * * Over de internationale quaesties en internatio nale verhoudingen zal de olifant echter ditmaal zeer kort zijn. Te meer reden heeft hij, om zich bU allerlei merkwaardige verschijnselen, welke zich hier te lande in de afgeloopen week voordeden, op te houden. . Wanneer wij onze oogen wenden naar de lande lijke beroeringen, dan heeft in de eerste plaats het onderwijsdebat in de Kamer, en al wat daar om en bij is. .onze belangstelling. Behoefde die belangstelling zich maar te beper ken tot een verontwaardigde belangstelling over het eindelooze spellingdebat! Het schijnt wel, dat wij over de spelling-discussies nooit kunnen heen komen, en dat wij gedoemd worden zoo lang te kibbelen over spellingzakcn tot wij heelemaal niet meer weten hoe wij schrijven moeten. De groote fout in deze heele geschiedenis is het gemis van vaste lijn, van positief beslissen. De spelling lijdt win de ziekte der facultativiteit. De olifant schrijft nog immer volgens do oude heeren de Vries en te Winkel, omdat zijn oppasser hem dat zoo heeft geleerd, hij heeft echter geen principieele bezwaren tegen de spelling-Marchant, maar hij denkt bij zich zelf: ik wacht nog maar een oogenblikje, want het kan wel weer veranderen J De kamerdebatten hebben de oude quaestie, die ons te midden van zoovele nieuwe quaesties zoo weinig gelegen komt, opnieuw opgerakeld, en mij dunkt, met weinig reëel resultaat. Intusschen, ik kondigde zooeven reeds aan, dat er ernstiger vreezen kwamen opdoemen bij het debat over de ondenvjjsbegrooting, dan de tot; in den treure zich handhavende spelling-plukbaarderijen. En dat andere is ernstig. Er zweven weer crisis-geruchten om het kabinet. Nu gelooft de Olifant wel niet, dat de Kamer ons een kabinetscrisis zal geven als Kerstgeschenk, maar de verschijnselen zijn er niet minder onheil spellend om. De motie-Suring, waarbij het ontslag van de gehuwde onderwijzeres-niet-kostwinster wordt ge vorderd, zet kwaad bloed ter linkerzijde, en naar het schijnt zelfs in den linkervleugel van het Kabinet, er werd in de afgeloopen week zwart op wit voorspeld, dab b|j de aanvaarding dier motie de drie vrijzinnige Ministers het Kabinet zouden verlaten. En terwijl 'hier de tegenstelling tusschen het oude rechts en links openbaar wordt, > ziet men tegelijkertijd de( oude anti-these, die velen (ten onrechte) reeds afgeschreven waataden, terug-1 koeren in het verzet, van de rechterzijde tegen de concentratie van bizondere scholen. Zoodra er onderwijsprincipes aan de orde komen, is heb bind middel hersteld van hetgeen >ineh ontbonden waande. Bovendien ligt de Katholieke oppositie nog steeds op den loer. ' -' ?'.-. ?..??? ' ? **-* ', .:-? ? '? ' ' ;. .-.' Maar niet alleen zijn er crisisverschijnselen in heb parlement, ze zijn ook in sterke mate waarneem baar om het parlement heen. Iedere nieuwe week,, waarin wij leven, schilfert er weer wat af van de politieke partijen. Thans zelfs van die gloednieuwe partijen, welke zich als, partij geconstitueerd heb-, ben om heb partijwezen te .vernietigen. NA heb schisma in de anti-revplutionaire party door het vertrek van Prof. VTsscher en zijn groep, na de door bazuingeschal .vergezelde breuk van Mr. Du vs met , zijn politieke party>*begint. zoowaar-bet verbond van Nationaal Herstel te ontstellen. Er rees, laten wij niet spreken over een conflict, maar over: iets . ' PAG. 3 DE GROENE No. 3054 dafop een"conflict lijkt, tusschen Mr. Westerman en zijn groep. Het Verbond voor Nationaal Herstel draagt in zich de vloek van zijn geboorte. Heb is deels liberaal, deels fascistisch, en wan neer de liberale en de fascistische elementen allebei aan een eind van het bouw trekken, dan gaat de geheele beweging uit elkaar. Jammer misschien, omdat juist de groep voor Nationaal Herstel, wan neer zij van fascistische smetten vrij zou blijven, veel goed, bemiddelend werk zou kunnen verrich ten. De rede die Oeneraal Snijders hield op de ver gadering in dezen bond bevatte juiste elementen en drong ons opnieuw bob bewondering voor de ongekende levenskracht van dezen bejaarden Ne derlander. Intusschen zullen deze gebeurtenissen in den kring van Nationaal Hersbel den beer Musserb en de zijnen toch wel te denken geven. De Olifant vraagt zich af, of ook deze heeren, die eenheid en leiding zeggen te begeeren, niet onvermijdelijk zullen worden aangetast door de typisch Nederlandsche splijtingsbacil. Het begint al vóór ze aan het bewind zijn. Wat ons volk te midden. van al deze gisting noodig beeft, is bezinning in werkelijke eenheid, die zich baseert op onze oude nationale traditiën van vrijheid en recht, en heb zou hoe veel critiek men overigens op de Regeering zou kunnen oefe nen ??bedenkelijk zijn, indien de Regeering-Golijn voortijdig zou worden geveld l * * De heer Duys is thans volkomen dcor zijn party gedisqualificeerd. Hij komb nu in een zeer moeiiyke positie, wanneer hij in de Kamer zou willen bly'ven. Wanb hij zal worden, geroyeerd uit-zjjn party.* Het geval blijft uiterst onverkwikkelijk. . De beer Kortenhorst, .die in de Kamer duidelijk, doch in volkomen correcte bewoordingen gewaar schuwd heeft tegen het gevaar van Duitsche vrede lievende annexatie, ondervindt moeilijkheden met zijn onderhandelaarschap. Hij wordt, zoo is van Duitsche officieelc of officieuse wyze medegedeeld,. niet met die bizondere onderscheiding behandeld. die bJj zou mogen wenschen. De Duitschers zullen hun beleefdheidsplicht jegens den heer Korten horst vervullen, meer niet. De Olifant gelooft niet, dab de heer Kortenhorst op meer zal zyn gesteld, maar het geeft toch te denken, dat men in Duitsch land zich zoo aantrekkelijk toont, ten aanzien van iemand, die geen woord heeft gesproken dat on aangenaam of indeferent is ten aanzien van den , Duibschen staat, maar die alleen en uitsluitend zyn vaderland wilde wyzen op het gevaar van vreemde infiltratie. Mag men de courantenberichten gelooven, dan is zelfs de Duitsche gezant er aan te pas' gekomen. Waarschijnlijk zal de heer Kortenhorst. zich wel terugtrekken als onderhandelaar, maar de Olifant hoopt, dab de luisteraars naar dezen tronipetstopt herlezen wat de beer Kortenhorst in de Kamer heeft gezegd. Het is leerzaam en de moeite waard. Over een duig zyn wy allen verheugd. Dab het werk der drooglegging van de Zuiderzee zal worden voortgezet. . ? -'- * . * ' ? Er is n onderwerp, dat de Olifant op zyn weg ontmoette, en dab wellicht niet behoort tobde in het oog vallende gebeurtenissen, maar dat bij van genoegzaam algemeen belang acht, om er enkele woorden over te schrijven, alvorens hjj van zyn lezers afscheid neemt. De nood'der jonge inteUectueelen, v/in de jonge mannen en vrouwen die afgestudeerd zijn, is schrik-' barend. Men heeft flauwe pogingen aangewend om hen te helpen. Doch die pogingen bleken onvol doende, en nu helpen zy zichzelf. Zij hebben eenigen tyd geleden een vereenlging opgericht, diésamen werking op min of meer op coöperatieven grondslag beoogt. Zy orgahiseeren huiswerk-cursussen, om de zwakke leerlingen der middelbare en lagere scholen te helpen. De Olifanb hoopt dab ouders en voorts rectoren n directeuren deze onderne ming zullen steunen* en dab de by lessen zooveel mogelijk in heb bezit zullen komen niet van hen die daarmee hvin inkomen cumuleeren, maar van deze jonge ondernemende menschien die" zonder brood, maar met' een hardnekkigen wil om zich te handhaven, in de wereld staan. ..

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl