De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 14 december pagina 16

14 december 1935 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Het verhaal van de Groene t'o ZEVEN CHINESE GRASSPRIETEN En d e man Toor Ijl Bo San DAAR was eens een man, die had het allemaal bekeken en toen was hij pas dertig jaar l Hij was verkeersvlieger en dat komt goed uit, want anders zou er in 't geheel niet over hem geschreven kunnen worden door mij, die wel eens probeer om verhalen te schrijven over mensen in een ander vak maar dat lukt dan nooit: al vóór de tweede bladzij worden ze dan tóch verkeersvlieger óf ze ontmoeten er een en blijven zelf verder buiten beschouwing. Maar dat doet er hier eigenlijk weinig toe, daar ik namelijk het grote voordeel tref, dat*6 de man, die hier bij de kop genomen wordt, echt verkeersvlieger was zonder dat ik er verder iets aan te. veranderen heb. Geen artistieke verbeiteling aan hem, geen dubbele bodem, geen kunst. Hij was het al jaren, vóór het mij inviel, het volgende over hem te schrijven en tenslotte, toen hij dertig jaar ge worden was, had hij het dan allemaal bekeken. Dat kan zo gebeuren in een vak, waarin een mens veel ziet en zodoende vroegtijdig tot .bespiegelingen kan geraken, die men in rustiger, carrières pas tegen de zeventig krijgt wat juist goed uitkomt, want men weet er nooit in, of men wel zeventig zal worden en zo niet, wat dan ? WAT nu dezen man bij zeven grassprieten overkwam juist nadat-de klok het jaar nul voor hem sloeg, had overigens ook aan allerlei andere soorten mensen kunnen overkomen; aan notarissen of meisjes van straathoeken of kolonels of werklozen, want die kunnen met al hun moeite toch niet zó verschillend worden of ze zijn, ten slotte, nog 4 zó eender, dat men over de notarissen en de kolonels altijd even glimlachen moet. Ik heb zijn vak echter moeten noemen om téverklaren, dat hij, hoewel pas dertig, al zoveel van de wereld had kunnen bekijken zonder te erven of te stelen, daar toch in 't algemeen veel zien veel geld kost, meer dan een gewoon mens met werken verdienen kan tenzij hij nu juist verkeersvlieger is en uit zien kan gaan met nog geld-toe. Men had, zonder deze vermelding, een verkeerd idee van hem kunnen krijgen en aldus onrecht doen aan een gewoon vakman, die voor erven noch stelen de begaafdheid . ooit gezocht had. Nu, hij had het dan wel allemaal bekeken: Jodhpur, Amsterdam en Faust; Croydon, Uithoorn, Lohengrin en de platinablonde meisjes uit de Sphinx op de Boulevard Edgar Quinet; de Syrische woestijn, de A.V.R.O., kaasdragers in Alkmaar, sleedrijvers op Madeira, sneeuw op de Appenijnen, Dr. P. H. Ritter Jr., de spreeuwen rond Charing Cross Station, jonken voor Singapore, melaatsen aan de voeten van Boeddha Gautama.... alles en alles. Maar daarvan had hij zo weinig begrepen, dat hij er moedeloos van geworden was en nu zeg ik nog weinig" maar het was: niets. En zulks niet, als normaal, tegen zijn zeventigste, maar al op zijn dertigste! . Daarvan nu gaf hij zich op een ijle, mistige ochtend rekenschap, toen zijn beroep ik zeg dus nog eens nadrukkelijk zijn beroep en niet zijn geld omdat geld immers een onwijs gids is hem naar Londen-geleid had en hij stil stond aan de grote vijver midden in Kensington Gardens. De blaren waren al van de bomen, het was koud, over het water vaagde herfsttriestigheid en uit de nevel over Hyde Park vielen dof en langzaam de negentien kanonschoten, die het Britse Rijk afvuurde terwijl een admiraal van zijn vloot begraven werd. Maar déman in Kensington Gardens dacht aan kanon schoten, die een nieuw jaar inluiden en voor zichzelf noemde hij dat bitter het jaar nul. Nul: omdat hij alles bekeken had maar niets begrepen; nul, omdat de hele speelgoedkast met de Pyramiden n de Keulse Dom en de Sainte Chapelle en Benares zo .kletsboem omgevallen was en het alles zo hopeloos door elkaar was komen te liggen, dat niemand het wel ooit meer-zou kunnen opruimen; nul, omdat hij nu zo veel gezien had, dat hij eigenlijk geen mens en geen kind of de betekenis van het een Winterhanden Wintervoeten PUROL die net all emaa A. VIRUtY voudigste Reutertelegram meer begrijpen kon. Gelukkig Nieuwjaar l" zei hij tegen zichzelf, toen het stoffelijk overschot van den admiraal ginds in St. Paui's werd binnengedragen en het laatste kanonschot viel, en hij zei dat op zulk een schampere toon als alleen verzonnen mannen in verhalen het zich maar kunnen veroorloven, als ze eenzaam in Novembernevel aan raadselachtige vijvers staan en alle hoop op begrip van, iemand of iets hebben opgegeven. De vijver was stil, de vijver rimpelde, de vijver was weer stil en de man dacht natuurlijk direct melig aan de korte duur en de vergankelijkheid van het menselijk leven. Geen uitzicht, geen inzicht, hopeloos," zei hij, waarop niemand wat terug zei, alleen hapte een dwaas voorbijspringende jonge hond, die met vacantie naar Kensington Gardens gekomen was, speels naar een fladderende meeuw, zooals jonge honden dat nu al eeuwen lang inzien tl oos en uitzichtloos doen, zonder dat dit ze wat kan schelen. Hij zag die hond niet aan. Hopeloos," zei hij nog eens. Want hij overwoog nog eens, hoe vastgelopen hij nu wel was in die door hem bekeken wereld, waarin kerken, die mensenliefde predikten, tanks, kanonnen en bommenwerpers zegenden; waarin de wijzen onmachtig en de machtigen onwijs waren; waarin het geld niet stonk, schoften be hangen werden met eretekenen en ouders zich over hun ouderschap zozeer schaamden, dat ze zelfs hun eigen kinderen mededeelden, dat de ooievaar ze gebracht had. Hij had gezien, hoe alle mensen vertrouwen in medemensen aanbevolen, doch ieder getikt achtten, die daarnaar handelde, hoe hijzelf en iedereen, zin of geen zin, de meeste pijn toe bracht aan de mensen, waar hij 't meest van hield, hoe er nergens houvast was en niemand ooit de zin zou kunnen weten van het onbegrijpelijke patroon, waarin de wereld geweven was. Als men achttien is, heet dit Weltschmerz en is het een reden tot boosaardig vermaak voor lieden van psycho-analytischen huize, doch als men dertig is, en werkelijk alles bekeken heeft, is het een naar geestig geval zonder iets vermakelijks er aan. DAAROM besloot deze man kort en goed om er een eind aan te maken, niet meer willende meespelen in de wrange klucht van te kleine mensen met te grote gevoelens in een te groot decor. Hij walgde van zichzelf» van dit jaar nul, van' de mensen en déwereld, hij dacht: ik doe gewoon niet meer mee. En dat was het herofekste besluit, dat ooit aan de vijver in Kensington Gardens genomen is. De man deed toen de eerste stap in het nieuwe jaar vooruit over het knarsend grind bij de vijverrand en toen zijn voeten welhaast het 'water be roerden, was er iets in het ogenblik, dat hem zijn hoed deed afnemen. Hij voelde nog eens de herfstwind van zijn armzalige eeuw door zijn haren waaien'; hij zag' alle- mislukkingen en ijdele successen, die hij onderweg en thuis in zijn vliegersleven gekend had, nog eenmaal in hun vluchtigheid voorbijstrijken in de ijle nevels boven het water. Toen glimlachte hij nog eens, en die glimlach was zijn afscheid van de wereld. Want de volgende stap, die hij in het uitzichtloze jaar nul zette, was er een van onherroepelijke overgave en van doel bewuste wending uit een tijd en een wereld van onoplosbare vragen naar de ne richting, waarin, mogelijk, nog een oplossing te vinden was. ' ? Hij trad in de stroom. t DIT nu echter alleen bij wijze van spreken, zij 't daarom ook niet minder waar.'Want ten eerste is er in de vijver in Kensington .Gardens helemaal geen stroom te bekennen en ten tweede deed hij4ie stap niet vooruit maar terzijde. Zo bewoog hij zich van de vijverrand naar Hyde Park'en langs Hyde Park naar de Marble Aren, van de Marble'Arch niet minder vastbesloten langs Park Lane en dan door Curzon Street en Berkeley Street naar Piccadilly een pelgrimsreize naar de eeuwigheid. Voornaam stil Mayfair vermocht hem niet te. boeien; de glorie van hét Ritz restaurant liet hem onaangedaan. Want zijn weg was de Weg Terug, hij wist nog niet waarheen, maar hij voelde, dat déverlokkingen van deze eeuw luisterloos moesten' wezen bij de glorie van zijn doel. En zo beende hij maar rechtuit en zonder opzij-zien langs PAG. 30 DE GROENE Ne. 30S5 l bekeken nad al Piccadilly's kostelijke schatten: fijnste Virgima tabak, oude gravures vol distinctie, edelsmeedwerk, glanzend ceramiek, avondjurken oh dear simply marvellous. Een pelgrimsreize ? hij taalde naar niets en sloeg pas linksaf bij de Royal Academy, waar men juist de Grote Chinese Tentoonstelling opende alleen nog voor de pers, waarmee hij niets te maken had maar hij zei van wel en zo kwam hij er gelukkig tóch in. Daar liepen de fijnzinnigste en langstgehaarde Westerse critici rond te speuren ten einde elkaar eerdaags* met de geraffineerdste en origineelste opmerkingen over Chinese kunst in hun bladen te kunnen overtreffen; tussen hen door ook weinige zonen van het Hemelse Rijk, wier rustige glimlach over deze hun grote triomf zo maar midden in Londen voorzeker terugging tot de Zes Dynastieën en de Drie Koninkrijken. Maar ook daarop achtte hij niet. Want nu werd de Terugreize van het jaar nul, van Hyde Park, van Mayfair, van de wereld, nóg zwaarder van betekenis. ? En lang, lang, lang dwaalde de man nu verder, van Berkeley Street en Piccadüly door Chia-ch'ing en langs K'ang-hsi, van Ch'ing de ganse Mingperiode door terug tot Sung, langs de Vijf Dynastieën helemaal tot in Pang en dan nog verder, eeuwen en eeuwen als lotusbladen terugvouwend tot diep in het Shang-Yin en zocht en zocht tot hij niet meer wist of hij terug liep langs de tijd dan wel' of hij rustte als een dier vele beschouwende Boeddha's in de stille zalen en de tijd slechts voortvloeide als de wateren van de Yang Tze. En toch was hij niet voldaan. Wel boog hij zich verbaasd over oude vazen van onbegrijpelijke vol maaktheid, die een Chinees handwerksman zinvol gevormd had tweeduizend jaren Voor men elkaar in Europa nog zelfs maar met metalen wapenen bestreed maar juist zo verbaasd had hij tenslotte ook bij producten van zijn eigen eeuw, bij Betty Boop of Mickey Muis gestaan en dat had ook nooit lang geholpen. Hij poosde voor prachtige gebor duurde gewaden ^?mooi ja, maar die jurken in Mayfair of zelfs in de Leidse Straat? Hier lag voor hem geen uitweg uit het jaar nul al was het hem wel, of er een gefluister ging tussen de Kuan Yin beelden dat zeide: je word warmer, toch word je al warmer juist ais vroeger, Wanneer hij ah. kind naar iets zoeken moest en zijn tantes,-die ai lang wisten waar het lag, hem hielpen. Zo dwaalde hij dan langs porcelein en aardewerk terug en kwam in een oud, verloren droomkeizerrijk van jade waar echter uit de nevel der tijden een groen vissenoog hem even raadselachtig aanzag als de vissenogën in de vijver van Kensington Garden; gekeken hadden. Van het jade tot het goud, van het goud tot het edel wijnrood lak, van .het lak tot het puur ivoor en het .oudste brons van de wereld zwierf hij, maar zwierf tevergeefs. Toen keerde hij zich zelfs van alles, wat mensen gebruikt hadden, af en zocht nog verder, nog achter de wonderschone oude schrifttekens, die, verre van hem een geheim te .ontsluieren,, welhaast in iedere penseelstreek nog nieuwe raadselen aan de oude schenen tóe te voegen. En verloor zich eindelijk in de landschappen die hoge Chinese landschappen, waarin een men* kan'dwalen en leren als in zijn eigen hart. Er was gén enkel der zinvol gebogen zijpaden tussen de rotsen, dat hij ? niet insloeg, geen tak pruimenbloesem, die hij. niet terzijde boog om daarachter naar een antwoord te speuren. Over. kleine, gebogen bruggetjes ging hij in de nevel langs verscholen dorpen, waar vissertjes in fijne sampans 's avonds GESCHENKEN ? STALEN. FAUTEUILS ?15.ENGELSCHE FAUTEUILS . 1O.^' HANDGEWEVEN TAPIJTJES'. 7-" KLEINE STAANDE LAMPEN SL80 MESKER PARKSTRAAT 1O ? HAAG WAAROM EENS GEEN REIS J NAAR HET ZONNIGE ALGIERS £ DE KOSTEN ZIJN THANS NIET MEER ZOO HOOG ALS U DENKT Vraagt Inlichtingen «n tc*z«ndlng van d* brochure Auto*Clrculu Nordafricalns aan d*: AGENCE FRANCAISE DE VOYAGES . DEN HAAG Langt Houtttraat Sa T«l. IIOS«8 op hun fluiten bliezen, hij volgde de vleugelslag der sierlijke rijen wilde ganzen, die vreemde figuren schetsten aan de hemel'boven de bergen van het alierverborgenste China, dat zo oud als God is, en menigmaal verbaasde hij de fijne figuurtjes, die in papieren huisjes aan rimpelloze vijvers al duizend jaren ongestoord hadden zitten thee drinken, door hun te vragen, waarom de twintigste eeuw geworden was zooals hij geworden was. Die glimlachten dan hoffelijk en bogen en glimlachten opnieuw en wezen hem met reverentie weer een ander weggetje op een nieuw eerbiedig gepenseeld schilderij en dan speurde de man verder in de mistroostige Chinese regen, terwijl deze neerzeeg op de Keizerlijke tuinen van de Verboden Stad of in de milde wijze Chinese sneeuw, toen op een avond buffels huiswaarts door een blank rijstveld werden gedreven en van een wcgvliedende duif nog n vleugel even zichtbaar wegwiekte tussen de vlokken, hij zocht even zorg-, vuldig tussen hét lichte, wuivende bamboe als onder de zware Muur, die het Hemelse Rijk beschut en tenslotte kwam hij aan de Grote Yang Tze rivier. TlSIA KUEI had voor zevenhonderd jaren de '?"? Yang Tze rivier met inkt geschilderd op een rol zijde, die elf meter lang en drie decimeter breed was, wat den vlieger aan de vorm van zijn routekaarten deed denken. En zooals hij duizend malen die kaarten afgerold had, terwijl hij boven de wereld zijn bestemming zocht om die, eenmaal bereikt, direct weer te moeten verlaten en terug te keren te1 zijn uitgangshaven en de kaart weer op te rollen, f n haar later weer af te rollen, en op, en af, vliegende heen, vliegende weer met telkens nieuwe vluchten uit de vervuldheid van een eindelijk bereikt doel r.aar weer nieuwe, wijkende horizonnen, zo trok !'ij thans de grote, wijze Yang Tze rivier op, die uitmondt in de zee, welke de hele wereld omspoelt maar welks bronnen zo diep in China liggen, dat ook het heiligste en schoonste der Tweeduizend 'chrifttekens het niet uitdrukken kan. Eerst glansde de zij; daar had de hand van Hsia Kuei de klare, wijde wateren gepenseeld, waarmee dérivier breed en voldragen uitvloeit in de oceaan. En de man, ofschoon hij moe geworden was want \viit had hij al niet beleefd op zijn pelgrimstocht sinds Kensington Gardens, begon nu eerst recht zijn tocht van de wereld vandaan, stroomop, terug tot de bron. Hoe weinige penseelstreken verder was reeds de reis vol gevaren: daar kolkte het water woest tussen de rotsen, daar vochten v;ssers in onstuimig water al om hun leven in tussen de klippen gesleurde sampans. De wind en d» regen striemden er de naaldboomen en een ouc_kluizenaar zag er verschrikt omhoog naar de schreeuw van vluchtende ganzen. Maar later kwamen er weer stille dorpen langs de oevers, in ragfijne nevelen gehuld, waar kleine, schuchtere Chinese meisjes onder bloesemtakken tripten daar waren ook zwoegende, uitgeputte koelies aan de touwen van gesleepte boten en ook machtige prinsen, die verheven hun thee dronken en schone' verzen spraken. De Yang Tze was er de ganse ' wereld geworden, een ganse werc d van duizenden kleine Chinezen, die alle langs de oevers van een hun overmachtige stroom hun korte mensenbesteantje* leef den, strijdende tegen de onkeerbare voorjaarsvloeden, verloren gaande tegen de over macht, strijdende, strijdende om hun plaatsje aan de oever van koeli of visser of moeder of prins. Zij verloren het allen als de wateren zwollen, maar de stroom bleef vol majesteitelijke ontembaarheid. De man stond diep, diep in China stil bij een oud verlaten theehuis boven op een steile rots, waarvan de top in zacht neerzwevende sneeuw verborgen was en n geknakt bamboeriet, over het pad liggend, naar de vergankelijkheid van alle bestaan wees. ? Zo leefde ik ook", dacht hij, en zo is het dus altijd geweest. Toen als nu, nu als toen. Het heeft geen zin, het is allemaal eender en het eindigt allemaal eender. Zie, hoe itkomstloos ook deze Hsia Kuei het tot aan de bovenloop van de Yang Tze getekend heeft: niemand kan tegen de stroom op; het is altijd het jaar nul geweest." i ^OOALS eens, lang geleden, bij een vijver in *-* Londen, zo stond thans de man boven op de steile rots bij de bronnen van de Yang Tze en zag neer op de vliedende wateren. Van de zee tot de bron, van het einde tot het begin had hij het alles bekeken. Hoevelen hebben er als hij uit het hart van het jaar nul nog slechts in kolkend water vooruit gezien? Eén stap vooruit.... hij keek links, keek rechts.... De Yang Tze is tien duizend mijlen lang maar hoe ver reikt een wijze Chinese glimlach? Hsia Kuei had voor zevenhonderd jaren de Yang Tze rivier met inkt geschilderd op een rol zijde en daarbij alle problemen van het menselijk leven gesteld met het eindelcoze geduld van een groot kunstenaar en een wijs mens. Maar toen het alles klaar was, was hij een stap teruggetreden, hij had ieder beklemmend raadsel van de elf meter lange rol zijde nog eens aangezien, toen had hij geglim lacht, nog nmaal ingedoopt en met zeven lichte, zekere penseelstreken het werk voleindigd. Die glimlach reikte tot in het hart van een man, die in 1935 somber van Kensington Gardens naar Piccadilly gelopen was. Op de stroom lagen ijl en overgegeven zeven Chinese grassprieten en alle bezinning van de ?wereld omscheen ze, zooals ze daar, in hun ranke volmaaktheid, niets anders meer wilden dan meedrijven. Die zochten in hopeloos verzet geen vaste plaats meer aan de oever; alle wijsheid vari China, het Grote Evenwicht van het Niet-Streven, vond uitdrukking in hun simpele verbeelding. Zeven simpele grassprieten, die mee-dreven in volstrekte overgave op de Tienduizend Mijlen lange Yang Tze, zooals een wijs mens zich kan overgeven aan het eeuwig'bewegende, eeuwig stille Tao, waarover niet in woorden gesproken kan worden. Misschien had Boeddha's voet zelf hen bij de verborgen bronnen licht beroerd en ze geschonken aan de stroom, opdat ieder der kleine Chinezen, tot aan de zee toe, Zijn glimlach zou verstaan; de eerste, die deze glimlach verstaan had, was Hsia Kuei geweest en zevenhonderd jaar later glimlachte nu licht en bevrijd de man, over wien het mij vandaag inviel te schrijven. De zeven grassen hadden hem hun les geleerd, terwijl hij daar diep in China op een rots stond, zodat hij begreep, hoe er Weliswaar voor geen zijner vragen een oplossing was, maar hoe er een bereidheid tot onherroepelijke overgave was, waarin de vragen zelve oplosten en wegdreven als grassen in een stroom. "C EN golf greep ze en de rivier nam ze mee om -C/ de rots. Met een veerkrachtige stap wendde de man zi:h om en begon hen te volgen, langs het kronkelende paadje onder de bloesemtakken, HIT NOVEMBER NUMMER VAN THUIS" MET 1AIRUKI VOORBiElDEN WORDT U GAARNE GRATIS GEZONDEN GESCHENKEN Kaatsen IVOOR GROEN EN ROOD 0.20 0.25 BRONZEN ASCHBAKKEN W1^""^ BOEKENSTEUNEN LUCIFEkDOOZtN VRIJDAG TfiTinilllP ZATE R DAG IUI KJ-UUK MAANDAG 'S AVONDS OPEN XHDER & ZONEN helemaal terug, tienduizend mijlen, tot aan zee. De mistroostige Chinese regen, de wijze Chinese sneeuw, de muziek uit de fijne, papieren theehuisjes, de vissertjes met hun fluiten in de dobberende sampans, de prinsen, de bloemenmeisjes, de koel i's, die in.lichte morgennevel hun boten sleepten hij zag ze allemaal als verrassingen want hij was iemand, die nog niets in de wereld bekeken had. Heel China was nieuw, vrijmakend, inspirerend. Hij stapte met de drijvende grassen mee langs !&wah's en akkers, bergen en meren, de Yang Tze verbreedde zich maar hij bleef ze langs de oever volgen, de rivier werd onafzienbaar breed en naderde de zee, hij volgde ze verder en verder, en stapte, en stapte een herboren man nu langs het zeéstrand en verder, en verder, hél Piccadilly door en langs Buckingham Palace tot aan de Theems en hij volgde ze, zooals ze die Gele Rivier afdreven tot hij aan het Victoria Embankment kwam, waar een werkloze met een fijn penseel bezig was om groene grassen in prachtig blauw water op het trottoir te schilderen. Zijn oude hoed lag er naast. De man stond stil, maar hij was niet verbaasd omdat verkeersvliegers, die zoveel meegemaakt hebben, nauwelijks meer verbaasd kunnen worden. Maar hij was zó vrolijk, dat hij een heel / uit zijn zak trok en dat in de hoed wierp juist toen Big Ben sloeg. Want die sloeg het eerste uur van het Jaar Eén, en wat klonk dat prachtig! Gelukkig Nieuwjaar!" zei hij tot den werkloze. Hsia Kuei pakte haastig het pond en vervolgens zijn penselen, liet het schilderij het schilderij, zei ook Gelukkig Nieuwjaar", maar holde toen op. een draf je weg. Misschien zat er wat ironie in zijn wens maar dat kon den man, vrolijk als hij werd, niets schelen en daarom zegt hij, uit de vreugde om het jaar Eén, van harte ook tot u, die dit allemaal gelezen hebt: Gelukkig Nieuwjaar! Een gelukkig jaar. Eén met veel heil en zegen voor u allemaal!" Winter in de bergen OP het oogenblik kunnen wg het ons bijna niet voorstellen, maar het is niettemin -een feit: hon«1-rd jaar geleden was het hoog^?bcrgte in den winter een vrijwel onbetreden gebied. Dezelfde bergen die thans zulk een groote aantrekkings-. kracht uitoefenen op de minnaars der wintersport in de geheelo wereld "worden toen na~hët vallen der rste sneeuw onbegaanbaar geacht. De mensen had daar niets meer te zoeken. zijn leven en bedrijf speelde .zich af in de dorpen en steden beneden in de dalen, en eerst als de sneeuw ge smolten was klom mj'weer omhoog m«ir z|jn weiden en hutten' op do hellingen. Was het wonder dat men ak-t zonder heiligen eerbied opzag «ar de besneeuwde toppen? Dat de bergwercid vol sagen en legenden was on de bevolking vervuld van een bijgeloovigc vrees voor de witte wereld daarboven? , Do vrees is al hing verdwenen, doch 'het 'ontzag on déeerbied die de pioniers ? der witte wereld moeten hebben vervuld toen zij de eerste skisporen trokken .door de nooit te voren betreden sn«ouw kan men nog heden navoelen. In dezen tijd, nu, dank zij de lage prezen van reis en verbluf, een wintersportvacantie binnen het bereik is gekomen van velen die daar vroeger niet aan durfden denken, heeft het nut er op te wijzen, dat wintersport mér kan bieden dan de min of meer mondaine genoegens der groote touristencontra. Tal van plaatsen waar van niet iedereen de naam kent schenken den bosoeker alle comfort dat hij wonscht on brengen hom dichter bij het hart der bergnatuui* dan elders mogelijk is. Daarbij komt dan nog voor deugen*» die belang stelt in het volksleven dat de winter, waarin er op do boerderij betrekkelijk weinig tp doen valt, de bij uitnemendheid is vpor feesten on oudo gebruiken, die in de berg dorpen gelukkig oon .zeer- taai leven hebben. Dat alles maakt eoh wintervacantie in de borgen zoo aanlokkelijk nok voor hen die met een bescheiden beurs op reis gaan en niet in de eerste plaats mondain vermaak zoeken. . Hl B. OORLOGSGASSEN doen U niets I BIJ INZENDING VAN DEZE ADVERTENTIE 5%' KORTING PAG. 31 DE GROENE No. 3055 i)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl