De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 14 december pagina 2

14 december 1935 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

W 1*4 t "H \A*f \ t* i i J f. i ? HEILIGE REVOLUTIE REVOLUTIES, dat zijn niet de straatgevech ten, de schoten in den nacht of het bloedvergie. ten, hetwelk plaats heeft als een regeering omver geworpen of een koning onthoofd wordt. Revolutie is met evolu tie samen eigenlijk de be weging van den geest. De geest is niet statisch maar dynamisch van karakter, want de geest is een schep pende kracht. Waar deze scheppende kracht in een menschenleven gaat werken, ontstaat beweging, hetzij de geleidelijke der evolutie, hetzij de plotse linge en gewelddadige der revolutie. Het is karakteristiek voor onzen tijd, maar ook voor onze ongeduldig geworden generatie, dat wij geneigd zijn tot revolutie. De revolutie zit ons allen in het bloed, den verstoktsten conservatief evenzeer als den communist, alleen in tegengestelde richting. Wie heden twee stevige vuisten heeft en daarbij hongerig en dakloos is; wie heden geestkracht, moed en hoop bezit, wil de wereld veranderen. Dat willen dédictatoren evenzeer als de oproerlingen; de vurige profeten van een nieuwe samenleving evenzeer als de in stilte biddenden. Maar revolutie is geen schepping uit het niet; zij is veeleer een ommekeer, een verschuiving van de krachten en waarden in het menschelijk bewustzijn en veelal slechts een verandering van standpunt eener minderheid, die de meerderheid haar wil oplegt. T~)E maan wendt ons beurtelings haar lichte en *-^ haar donkere zijde toe. Deze revolutie aan den' hemel brengt slechts het verborgene, het nog niet geziene in ons gezichtsveld. Een dergelijke omme keer kan ook in den mensch zelf plaatsvinden. Ook hij heeft een lichten en een donkeren kant, een boven en een onder, zijn dag en zijn nacht. Wij leefden eeuwenlang in het heldere daglicht van het bewust zijn. Sedert de Grieksche geest begripsvorming leerde, sedert Plato en Socrates, sedert Descartes en Kant veroverde de rajio, de menschelijke rede, steeds uitgesterkter levensgebieden. Wij werden gerationaliseerd. Deze rationaliseering sterkte zich tot ver over de grenzen van ons bewustzijn uit, zij trachtte ook door te dringen in de geheimzinnige gronden en afgronden van het onbewuste. En de moraal is de groctsche poging, het gehéele mensche lijk handden, dat voortkomt uit een mengsel van rede, gevoel en instinkt, te rationaliseeren. Zoo moest ook Eros, de god van het meesleependste handelen (die reeds door Flato een grooten daemon werd ge noemd), gerationaliseerd worden. De Grieksche geest was voor een groot deel niet volledig de revo lutie van de rede tegenover de donkere en onbe wuste krachten van het instinct, van het bloed, van de betooverende en geheimzinnige wereld van het Aziatische Oosten. Hij was als het ware de revolutie van .boven af, de revolutie door den geest, het bewustzijn en den geordenden wil. Het schijnt wel of wij in onze dagen een revo lutie van onderen op beleven. In plaats van de Logos" wordt de Daemon" machtig. De , revo lutie van het heden is de daemoniseering van den mensch. De Logos, de scheppende, ordenende rede heeft een naam; de Daemon heeft er geen. De Logos weet wat hij wil of gelooft het te weten, de Daemon weet het niet. Wat hem drijft, gebeurt buiten zijn wil, bedwelmend, meesleepend. Ons denken vervult hij met een donkere en heete geur der onderwereld, zoodat het niet meer tevreden is met de koele objectieve waarheid, maar een warme, hartstochtelijke waarheid wil, die kracht heeft en , de wereld omverwerpt, onverschillig, of zij logisch bestaanbaar is of niet. Onze arbeid is doelloos ' omdat hij door koorts gedreven wordt. / 1 t ?' ' < * * '?.,-' pR is in onze dagen geen gebod des levens, dat ' T"1 voor deze daemoniseering gespaard is gebleven: de liefde, de kunst en de godsdienst zijn alle door drenkt met den rook van het daemonische en daar door onheilspellend, onverdraagzaam en geweld dadig geworden. Het lagere kwam uit het onbe wuste op, uit de magie van het bloed, uit den geur . van de aarde en benevelde, opstijgend, het brein van dictatoren en revolutionairen. Er is niets nieuws geschapen en maar iets verborgens, onzichtbaars is door deze revolutie overProf. dr. Adolf Keiler, de schrijver van dit Kerstartikel, Is een der voornaamste leiders van de oecumenische beweging; misschien na den dood van bisschop Söderbl om de voornaamste. Prof. Keiler Is de leider van het sociale studie» centrum van de Stockholmbeweglng en van het instituut voor kerkelijke hulpacties. CHAMPAGNE KRUG La louie première marqu* heerschend 'op'den voor grond gekomen. Op het schaakbord van den geest zijn de onaanzienlijke pion en het onberekenba re paard opgerukt, terwijl te voren de machtiger stuk ken het spel beheerschten. De revolutie is eigenlijk slechts plaatsverwisseling, accentverschuiving. Het is die eeuwige maskerade van den geest, die iets ouds als nieuw uitgeeft en het in deze vermomming niet meer herkent. Bij deze accentverschuiving zijn geen nieuwe letters of lettergrepen geschapen: maar men herkent in de nieuwe uitspraak het ou.de woord niet meer. Wie dit proces van de revolutioneering der menschheid doorziet, zal niet zonder meer door de leuzen van nieuwe evoluties meegesleept worden. Wij kennen haar maar al te goed, die maskerade van den geest, die benauwende bewegelijkheid der elementen van ons eigen natuurlijk en geestelijk leven, die ons door de beweging iets schijnbaar nieuws voorgoochelen. Wij kennen ook maar al te goed den ongehoorden prijs aan geluk, welvaart en bloed, welke elke menschelijke revolutie kost. Wij zien naar Rusland, naar Duitschland, naar Italië, naar Spanje, waar een geweldige construc tieve wil werkt, reusachtig in zijn daemonie, vast besloten een nieuwe maatschappij op te bouwen. Maar wij kunnen in die nieuwe maatschappij den ' nieuwen mensch niet herkennen. Het is de oude mensch, die zich binnenste buiten keert, het onbe wuste opspuit als een vulkaan en het bewuste opslokt in een zuigenden draaikolk. Wij zien naar die stille revoluties die zich J n den Volkenbond, in internationale conferenties trachten te voltrekken. Ook deze stille revoluties toonen tot heden geen nieuwe scheppingen, slechts veranderde machts posities. Een nieuwe accentverschuiving tegenover de dwanggedachte der geschiedenis, een nieuwe aanpak: het eens met recht te probeeren in plaats van met geweld; een nieuwe poging om met een idee geschiedenis te maken in plaats van.met ge weld; en om zoo ook het weerspannigste stuk der geschiedenis: de zucht naar macht, te ratio naliseeren en deze rationaliseering der geschiedenis in de plaats van haar daemonie te stellen. Ook hier is de revolutie slechts noodzakelijk ge volg van een angstige onrust van den geest. PENS' was er sprake van een Heilige Revolutie. *-* Zij werd niet uitgebroed in menschelijke her senen. Zij brak niet over de menschheid los als bij een dijkbreuk. Zij was ook niet een revolutie van vernuftige nieuwe ideeën, of een revolutie der harten, hoezeer ook verstand en hart e r bij betrokken waren. Verstand, hart en bloed, hieruit is de mensch op gebouwd en hij verandert in wezen niet, ook al worden zijn atomen vervangen. De drang tot deze revolutie stamde niet uit het constructieve denken van philosophen, zooals de Fransche Revolutie, of uit de duistere wereld van het bloed, of uit den daemonischen roes van den menschelijken waan, met onrechtvaardige middelen een dijk der gerech tigheid voor allen te kunhen scheppen. Déze drang stamde in hét geheel niet uit de wereld, noch uit een bovenwereld, noch uit een onderwereld der menschen, noch uit de helderheid van het bewust zijn, noch uit een verwachtend schouwen van het onbewuste. ' ? Laat ons voorzichtig zijn, en hier-slechts met groote bescheidenheid zeggen, dat zij stamt uit een andere wereld, uit een wereld buiten alle mensche lijke overleggingen, verlangens en droomen. ? De revoluties door den mensch gemaakt droegen. meestal het gevaar in zich ook een revolutie tegen God te zijn. Robespierre, plaatste de godin der Rede op het altaar van de Nptre-Dame en in de revolutie van een naburig volk woedt de stuwende levensvolheid van liet bloed, de macht van het ras tot goddelijke waardigheid verheven. Hier gaat het echter om een revolutie van God,uit, m de mensch heid. God zelf maakt revoluties en breekt een zieke en stervende wereld binnen met niéuwe en genezende kracht. Deze revolutie was al voltrokken vóór een mensch er van wist. Het goddelijke binnendringen in déwereld vond plaats in de eeuwige Nacht der goddelijke Gebeurtenis, nog vóór de engelen zongen in de velden van Bethlehem en vóórdat een een zaam Mensch in een meditatie van veertig dagen in de woestijn het spoor van het goddelijk handelen had ontdekt en zich daarvan bij zijn doop in de Jordaan bewust werd. Sindsdien wist hij, dat hij zelf als een revolutioneerehd element, als een heilig PAG. 2 DE GROENE No. 5055 T) ,4 £'? i Dr. THOMAS MASARYK De oude en </e nieuwe pr«f ONS KERST JSIlSTMIN dwingt onze gedachten zich /. richten naar'dal stille, 'heilige gebeuren, w = ongeveer negentienhonderd en rijfentlerti» | jaren geleden, waarvan het verhaal uit het tweeil* | hoofdstuk van het Lucuft-Krungclh, in simpel* f woorden vertelt: van itin stalin BctMehem en ht | Kindeke in de Itribbe; van de herder» in Itti velt | en de zingende engelen; van de Koningen, iliehtn | aardschen rijkdom kwamen ojfcren; en van. Murw, f div haar woorden'stil in haar hart bewaarde: et van den buardigcn Jozef met dvn os en tien ezel ai'. = troutt'c wachters op den achtergrond. | Kerstmis is niet gediend van een' nrenlaad run | icoordcn. Daarom hebben wij ons in dit nummer S willen bepalen tot slechts enkele bladsijtlcn, <l'n | zich rechtstreeks op het Kerstgebeuren richten. f daarom hebben wij in dit nummer ile algemeen' | sfeer willen aanduiden van de werelil, waarin | dit gebeuren plaat» greep: Het groolc Homeinsrli' lllllllllinillMIIHMIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIMIIIinillMMMtlllMIIMIIIMMIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIMIllW ferment aan hét lichaam der menschheid werd toe gevoegd, aan den menschelijken geest. De Christe lijke Kerk noemde dit binnendringen van het goddelijk in het menschelijke incarnatie". Daarmee wordt de grootste revolutie aang£dnj<I die wij kennen, namelijk dat de Geest vleesch wordt. Dat is de heilige Revolutie van den Kerst nacht. Hier is iets gebeurd tusschen hemel en aarde, waarvan wij slechts door de Kerstboodschap Vonnis .dragen: Heden is uwer de Heiland geboren!'- , TT\E boodschap van deze heilige revolutie luidt ?^ allereerst heel eenvoudig: Er is wat gebeurd. In het groote drama tusschen hemel en aarde, tus schen God en mensch is een nieuw bedrijf begonnen; daarmee zijt gij zelf een medespeler in het nieuwe gebeuren geworden. Dat goddelijke nieuwe bedrijf begon in den Kerstnacht. De voorgaande bedrijven liggen reeds in het donker. Ook zij kwamen onge twijfeld uit den geest van denzelfden schepper voort. Wat hem daarbij bewoog weten wij niet. Maar hier in den Kerstnacht krijgt de wereldgeschiedenis, dat oneindige drama, een nieuw begin. Het zijn dezelfde personen, slechts een enkele nieuwe treedt op. Deze-nieuwe persoon wil.niets minder, dan de revolutie der menschheid van boven af. Het is niét slechts het' boven van de dichtende en denkende menschengeest, maar het is het Boven dat in d .hoogheid van de souvereiniteit en almacht van den goddelijken Geest bedoeld wordt. Door deze revolutie wordt iets in het wezen van den mensch veranderd. Juist deze ? Boodschapper van den werkenden God leert ons, dat het wezen van den mensch niet het bloed is, niet dat gansch bijzonder sap", bok niet het gegeven van het ras, niet iets materieels dus, maar geheel iets anders. De materie zelf is reeds het geheel andere; zij lost zich onder de handen van de 'jongste wetenschappe lijke'onderzoekingen vrijwel op in iets onbekend? en geestelijks. De natuurkundige Jeans bracht on langs nog in herinnering dat dat wat de moderne natuurwetenschap van de natuur weet, ongeveer *V- v "< .«v' *': ** :,#: '^ Dr. EDUARD BENESJ dt-t van Tsjccho-Slowakljc lillli.tlllllHIIIIIIIIIIIIIMMIIIIHIIIIIMIIIIMIIirillHlllllinMIIIIIIirHIIIHIIIIIMIIHIIItllMMIIM NUMMER imperium, dan op het toppunt van zijn macht* en »iemand die vermoedt, dat wat zich daar in een Ier uithoeken van het groote wereldrijk afspeelt nenschenharten en de wereldgeschiedens zoo ndicaal zal ombuigen, dat lang na den onder'inng ervan de cultuur zal worden gedragen door ?i-aarden door dit Kind aan de wereld geopen>>aard; en dat slechts zooveel van de antieke ??nltuur zou worden behouden, als door het Chris'rndom kon worden geaccepteerd / althans voor'nopig geaccepteerd, toen het op korten termijn ?erwachte Laatste Oordeel uitbleef en de noodzaak '?il Christel ijken cuUuurarbeid ontstond. Xoo hebben wij in dit nummer icillen vereénigen '»? beide elementen waarop onze hedendaagsche "fslersche cultuur berust en tcaarvan het Christeni'ini hei eenvoudigste, maar het voornaamste is, il'// achten hel juist, ons hiervan inde Kerstweek '?i-kenschap te geven. l s HM IIIIIIIIIMIIIMIII Illl IMIIIIIIIIItllMIIIIIHIIMMIIimillmilllllimilllllllUIIM 'iet stof is, dat de mensch eerst zelf opjaagt, als hij n de woestijn gaat wandelen. Wanneer het wezen .?an de materie zich onder de handen van de heden daagsche physici en chemici als Bohr, Eddington, Compton, Heisenberg en Einstein oplost in straling, krachtvelden, kortom in iets dat wij niet met pin ten en tangen beet kunnen pakken, dan is het h niet al te vreemd als wij het wezen van den .nsch, van den nieuwen mensch, ook niet meer den in zijn bloedlichaampjés of béenderengestel, maar in iets totaal anders, juist in dat wat ontstaan s door de heilige revolutie van den mensch van ioven af, door het binnendringen van God in deze vereld met Zijn woord en Zijn daad. .De mysticus Angelus Silesius riep ons eens toe: Mensch wordt vezenlijk!" In dezen zin wezenlijk te worden wil '.iets anders zeggen dan geloouen. En gelooven is '.iets anders dan het besef van de heilige revolutie 'Jods, als het vertrouwend overgegeven medespelen ?-?n medewerken in het groote goddelijke drama, in het opnemen en vormgeven van Zijn heiligen Zin. Dat'is een revolutie,, waardoor de mensch werke lijk anders wordt. Hij verandert niét in déchemische samenstelling van zijn moluculen. Hij wordt niet jrooter, verandert niet van huidskleur. Hij wordt ook niet van een domkop een genie, of van een 'nisdagiger een heilige. De revolutie, die in hem plaats vindt, voltrekt zich niet in zijn physiologie of m zijn verstand, maar in zijn wezen, dat wil zeggen m de nieuwgeschapen betrekking van den mensch tot God, in zijn geloof. In het geloof tfgt het nieuwe menschelijke wezen, dat door déheilige revolutie aan den dag komt. ? ? ? UIER heeft een revolutie plaats gehad en van hier uit moet de menschheid gerevolutioneerd worden. De verandering der menschen geschiedt niet van de politiek, van de sociologie of eenigerlei .andere'ideologie uit, maar van daar; waar God zelf in de rnenschenwereld heeft ingegrepen. Dat is Kerstmis, dat is heilige, scheppende revo? "?'? PROF. ADOLF KELLER (Genève) Politieke godsvrede het kabinet-Colijn in 1933 werd J[ gevormd en in 1935 vrijwel in dezelfde samenstelling werd hernieuwd het staat nog altijd niet vast, of de geschied schrijvers de omzetting van het crisis -kabinet in een extra-parlementair" kabinet in Augustus van dit jaar evenals de formateur zullen be schouwen als een nieuwe formatie bleek het niet mogelijk tot eenige afspraak te komen, waardoor de politieke partijen, die vertegen woordigers aan het kabinet hadden geleverd, zich verbonden het kabinet zooveel mogelijk te steunen. 'Hoewel de'omstandigheden meer dan ooit samenwerking vereischten, was de formateur wel genoodzaakt zonder eenige zeker heid zee te kiezen. De partijen wilden officieel van geen toenade ring weten. Nochtans blijkt uit tal van ver schijnselen, dat vele tegenstellingen minder scherp zijn dan voorheen. In de eerste plaats liet tot dusverre de samenwerking van ministers van zoo verschillende huize in de regeering weinig te wenschen over. De moeilijkheden waren, dat sommige politieke- partijen eigen lijk slechts n partij de verantwoordelijk heid voor het regeeringsbeleid niet op zich wilden nemen. De ministers onder elkander hadden geen moeilijkheden regelen voor hun gemeenschappelijk beleid vast te' stellen. In de tweede plaats heeft de opkomst van den gemeenschappelijken vijand van alle politieke partijen, het fascisme, ten gevolge gehad, dat het strijdterrein werd verplaatst, dat meer op den voorgrond kwamen de dingen, waarover men het eens was, en dat de oude tegenstellingen beginnen te verbleeken. Het is de verdienste van den bibliothecaris van de Katholieke Universiteit in Nijmegen, Dr. A. J. M. Corneliszen, in een klein geschrift over de Beginselen der Nederlandsche politieke partijen" voor de beginselen, waarop die partijen berusten, de aandacht te hebben gevraagd. Het boek is beknopt, helder en overzichtelijk geschreven. Het bepaalt zich tot de hoofd zaken en dus uitsluitend tot de beginselen. Het is zoo objectief als men mag verwachten van een dergelijke poging door een man, die zelf zeer stellig partij heeft gekozen. Het kan van harte ter Tjestudeering -worden aanbevolen aan ieder, die in deze problemen belang stelt. De schrijver constateert in het voorbericht, dat het in zijn geschrift niet gaat om de politieke vraagstukken van den dag, doch om de algemeene problemen, welke aan geen tijdsgewricht zijn gebonden. Niet voor de daden der partijen, doch voor haar beginselen, vraagt hij onze aandacht. Er is-echter geen politiek probleem, zoo actueel als dat betreffende de beginselen. T"}E meest fundamenteele vraag, die alle J-/ problemen van staatkunde beheerscht» is die betreffende de verhouding van gezag en vrijheid. De partijen der voormalige rechter zijde komen daarin met elkander overeen, dat zij de gemeenschappelijke basis voor het gezag op ieder gebied en dus ook op dat van den staat vinden in de Openbaring. Maar die Open baring wordt door Róomsch-Katholieken en Protestanten op verschillende wijze geïnter preteerd. De Protestant aanvaardt geen tusschenpersoon ter interpretatie van den bijbel. De Roomsch-Kathoiiek interpreteert den bijbel, zooals de .Kerk dat leert.. De Heer Corneliszén gaat uit van de praemisse, die men bij de aanhangers .der rechter zijde pleegt aan te treffen, dat de vrijzinnigen als eenig richtsnoer nemen de rede en dat zij, zoo zij al aan het geloof waarde toe kennen, dat geloof toch uitschakelen, wanneer het gaat .om de . verhouding van gezag en vrijheid en om de fundamenteele staatkundige problemen. Om die stelling te bewijzen pleegt men te vol staan met een beroep op een bekend gezegde van den liberalen staatsman Gort van der Linden, dat naar liberale beginselen de rede opper machtig heerscht". Ik heb alle reden er aan te twijfelen, of deze uitspraak, die de Heer Cort van der Linden later waarschijnlijk niet meer voor zijn verant woording zou hebben genomen, inderdaad als karakteristiek kan gelden voor allen, die zich in politieken zin en veelal ook 'in kerkelijken zin vrijzinnig plegen te noemen. Met vrijzinnig in beide beteekenissen wil men PAG. 3 DE GROENE No. 3055 soms te kennen geven, dikwijls juist niet, dat men onverschillig staat tegenover de fundamenteele beteekenis van het geloof, maar slechts dat men die geloofsovertuiging niet wenscht te verbinden aan de dogmatiek en den vormendienst van een bepaald kerkgenootschap. WAN welk kerkgenootschap iemand deel v uitmaakt wordt in belangrijke, mate bepaald door het toeval der geboorte en door de traditie. Bekeeringen blijven altijd groote uitzonderingen. Maar dat toeval der geboorte beslist niet over den inhoud der geloofsovertuiging. Ik ontken allerminst de beteekenis van dogmatiek en vormendienst. Maar ik ben van oordeel, dat dogmatiek en vormendienst niet beslissend zijn voor den inhoud der geloofs overtuiging, wie in het hart der geloovigen zou kunnen lezen, zou bespeuren, dat veelal de lidmaten van verschillende kerkgenootschappen elkander voor wat het fundament en de betee kenis van de religie betreft nader staan, dan anderen, die door het toeval- der geboorte tot hetzelfde kerkgenootschap behporen. Het inzicht van velen, die zich in politieken zin vrijzinnig noemen, is ten aanzien van deze fundamenteele problemen in de laatste jaren ingrijpend gewijzigd. Mochten zij nog wel eens geneigd zijn uit te roepen: wat heeft godsdienst met politiek te maken"', dan bedoelen zij daar mede niet, dat de geloofsovertuiging onver schillig is voor de politieke overtuiging, maar dat het lidmaatschap van een bepaald kerk genootschap niet behoeft samen te vallen met het aanhangen van een bepaalde politieke overtuiging. Hoe langer hoe meer vrijzinnigen beginnen tot het inzicht te komen, dat gezag, in gezin. maatschappij en staat, beter en duurzamer op geloof en traditie gebaseerd kan worden, dan op rede en afspraak. Dezer dagen zal zich in de Tweede Kamer waarschijnlijk een zeer principieel debat afspelen omtrent de bezuinigingen bij het bijzonder onderwijs, waarbij de oude rechterzijde zal komen te staan tegenover de oude linkerzijde. Het zou bijzonder te betreuren zijn, indien voor dit conflict niet een oplossing werd gevon. den, niet alleen, omdat het een zaak is van groot belang, dat het zittende kabinet in fuctie blijft, maar bovenal, omdat aan de in vele opzichten betreurenswaardige tegenstelling tusschen links en rechts,'die geleidelijk aan bezig is te ver dwijnen, nieuw leven zou worden ingeblazen. A. C. JOSEPHUS JOTA Hef hoort" eigenlijk niet, maar zoo smaken ze hei lekkerst. 12 cl per pakje

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl