Historisch Archief 1877-1940
W
1*4 t
"H
\A*f \
t* i i
J f.
i ?
HEILIGE REVOLUTIE
REVOLUTIES, dat zijn
niet de straatgevech
ten, de schoten in den
nacht of het
bloedvergie. ten, hetwelk plaats heeft
als een regeering omver
geworpen of een koning
onthoofd wordt.
Revolutie is met evolu
tie samen eigenlijk de be
weging van den geest. De geest is niet statisch maar
dynamisch van karakter, want de geest is een schep
pende kracht. Waar deze scheppende kracht in een
menschenleven gaat werken, ontstaat beweging,
hetzij de geleidelijke der evolutie, hetzij de plotse
linge en gewelddadige der revolutie.
Het is karakteristiek voor onzen tijd, maar ook
voor onze ongeduldig geworden generatie, dat wij
geneigd zijn tot revolutie. De revolutie zit ons allen
in het bloed, den verstoktsten conservatief evenzeer
als den communist, alleen in tegengestelde richting.
Wie heden twee stevige vuisten heeft en daarbij
hongerig en dakloos is; wie heden geestkracht, moed
en hoop bezit, wil de wereld veranderen. Dat willen
dédictatoren evenzeer als de oproerlingen; de vurige
profeten van een nieuwe samenleving evenzeer als
de in stilte biddenden.
Maar revolutie is geen schepping uit het niet; zij
is veeleer een ommekeer, een verschuiving van de
krachten en waarden in het menschelijk bewustzijn
en veelal slechts een verandering van standpunt
eener minderheid, die de meerderheid haar wil oplegt.
T~)E maan wendt ons beurtelings haar lichte en
*-^ haar donkere zijde toe. Deze revolutie aan den'
hemel brengt slechts het verborgene, het nog niet
geziene in ons gezichtsveld. Een dergelijke omme
keer kan ook in den mensch zelf plaatsvinden. Ook
hij heeft een lichten en een donkeren kant, een boven
en een onder, zijn dag en zijn nacht. Wij leefden
eeuwenlang in het heldere daglicht van het bewust
zijn. Sedert de Grieksche geest begripsvorming
leerde, sedert Plato en Socrates, sedert Descartes
en Kant veroverde de rajio, de menschelijke rede,
steeds uitgesterkter levensgebieden. Wij werden
gerationaliseerd. Deze rationaliseering sterkte zich
tot ver over de grenzen van ons bewustzijn uit, zij
trachtte ook door te dringen in de geheimzinnige
gronden en afgronden van het onbewuste. En de
moraal is de groctsche poging, het gehéele mensche
lijk handden, dat voortkomt uit een mengsel van
rede, gevoel en instinkt, te rationaliseeren. Zoo moest
ook Eros, de god van het meesleependste handelen
(die reeds door Flato een grooten daemon werd ge
noemd), gerationaliseerd worden. De Grieksche geest
was voor een groot deel niet volledig de revo
lutie van de rede tegenover de donkere en onbe
wuste krachten van het instinct, van het bloed,
van de betooverende en geheimzinnige wereld van
het Aziatische Oosten. Hij was als het ware de
revolutie van .boven af, de revolutie door den geest,
het bewustzijn en den geordenden wil.
Het schijnt wel of wij in onze dagen een revo
lutie van onderen op beleven. In plaats van de
Logos" wordt de Daemon" machtig. De , revo
lutie van het heden is de daemoniseering van den
mensch. De Logos, de scheppende, ordenende rede
heeft een naam; de Daemon heeft er geen. De
Logos weet wat hij wil of gelooft het te weten, de
Daemon weet het niet. Wat hem drijft, gebeurt
buiten zijn wil, bedwelmend, meesleepend. Ons
denken vervult hij met een donkere en heete geur
der onderwereld, zoodat het niet meer tevreden is
met de koele objectieve waarheid, maar een warme,
hartstochtelijke waarheid wil, die kracht heeft en ,
de wereld omverwerpt, onverschillig, of zij logisch
bestaanbaar is of niet. Onze arbeid is doelloos
' omdat hij door koorts gedreven wordt. /
1 t ?' ' < * * '?.,-'
pR is in onze dagen geen gebod des levens, dat '
T"1 voor deze daemoniseering gespaard is gebleven:
de liefde, de kunst en de godsdienst zijn alle door
drenkt met den rook van het daemonische en daar
door onheilspellend, onverdraagzaam en geweld
dadig geworden. Het lagere kwam uit het onbe
wuste op, uit de magie van het bloed, uit den geur
. van de aarde en benevelde, opstijgend, het brein
van dictatoren en revolutionairen.
Er is niets nieuws geschapen en maar iets
verborgens, onzichtbaars is door deze revolutie
overProf. dr. Adolf Keiler, de schrijver van dit
Kerstartikel, Is een der voornaamste leiders van
de oecumenische beweging; misschien na den
dood van bisschop Söderbl om de voornaamste.
Prof. Keiler Is de leider van het sociale studie»
centrum van de Stockholmbeweglng en van het
instituut voor kerkelijke hulpacties.
CHAMPAGNE KRUG
La louie première marqu*
heerschend 'op'den voor
grond gekomen. Op het
schaakbord van den geest
zijn de onaanzienlijke
pion en het onberekenba
re paard opgerukt, terwijl
te voren de machtiger stuk
ken het spel beheerschten.
De revolutie is eigenlijk
slechts plaatsverwisseling,
accentverschuiving. Het is die eeuwige maskerade
van den geest, die iets ouds als nieuw uitgeeft en
het in deze vermomming niet meer herkent. Bij
deze accentverschuiving zijn geen nieuwe letters
of lettergrepen geschapen: maar men herkent in
de nieuwe uitspraak het ou.de woord niet meer.
Wie dit proces van de revolutioneering der
menschheid doorziet, zal niet zonder meer door
de leuzen van nieuwe evoluties meegesleept worden.
Wij kennen haar maar al te goed, die maskerade
van den geest, die benauwende bewegelijkheid der
elementen van ons eigen natuurlijk en geestelijk
leven, die ons door de beweging iets schijnbaar
nieuws voorgoochelen. Wij kennen ook maar al te
goed den ongehoorden prijs aan geluk, welvaart
en bloed, welke elke menschelijke revolutie kost.
Wij zien naar Rusland, naar Duitschland, naar
Italië, naar Spanje, waar een geweldige construc
tieve wil werkt, reusachtig in zijn daemonie, vast
besloten een nieuwe maatschappij op te bouwen.
Maar wij kunnen in die nieuwe maatschappij den
' nieuwen mensch niet herkennen. Het is de oude
mensch, die zich binnenste buiten keert, het onbe
wuste opspuit als een vulkaan en het bewuste
opslokt in een zuigenden draaikolk. Wij zien naar
die stille revoluties die zich J n den Volkenbond, in
internationale conferenties trachten te voltrekken.
Ook deze stille revoluties toonen tot heden geen
nieuwe scheppingen, slechts veranderde machts
posities. Een nieuwe accentverschuiving tegenover
de dwanggedachte der geschiedenis, een nieuwe
aanpak: het eens met recht te probeeren in plaats
van met geweld; een nieuwe poging om met een
idee geschiedenis te maken in plaats van.met ge
weld; en om zoo ook het weerspannigste stuk
der geschiedenis: de zucht naar macht, te ratio
naliseeren en deze rationaliseering der geschiedenis
in de plaats van haar daemonie te stellen.
Ook hier is de revolutie slechts noodzakelijk ge
volg van een angstige onrust van den geest.
PENS' was er sprake van een Heilige Revolutie.
*-* Zij werd niet uitgebroed in menschelijke her
senen. Zij brak niet over de menschheid los als bij
een dijkbreuk. Zij was ook niet een revolutie van
vernuftige nieuwe ideeën, of een revolutie der harten,
hoezeer ook verstand en hart e r bij betrokken waren.
Verstand, hart en bloed, hieruit is de mensch op
gebouwd en hij verandert in wezen niet, ook al
worden zijn atomen vervangen. De drang tot deze
revolutie stamde niet uit het constructieve denken
van philosophen, zooals de Fransche Revolutie,
of uit de duistere wereld van het bloed, of uit den
daemonischen roes van den menschelijken waan,
met onrechtvaardige middelen een dijk der gerech
tigheid voor allen te kunhen scheppen. Déze drang
stamde in hét geheel niet uit de wereld, noch uit
een bovenwereld, noch uit een onderwereld der
menschen, noch uit de helderheid van het bewust
zijn, noch uit een verwachtend schouwen van het
onbewuste. ' ?
Laat ons voorzichtig zijn, en hier-slechts met
groote bescheidenheid zeggen, dat zij stamt uit een
andere wereld, uit een wereld buiten alle mensche
lijke overleggingen, verlangens en droomen. ?
De revoluties door den mensch gemaakt droegen.
meestal het gevaar in zich ook een revolutie tegen
God te zijn. Robespierre, plaatste de godin der Rede
op het altaar van de Nptre-Dame en in de revolutie
van een naburig volk woedt de stuwende
levensvolheid van liet bloed, de macht van het ras tot
goddelijke waardigheid verheven. Hier gaat het
echter om een revolutie van God,uit, m de mensch
heid. God zelf maakt revoluties en breekt een zieke
en stervende wereld binnen met niéuwe en genezende
kracht. Deze revolutie was al voltrokken vóór een
mensch er van wist. Het goddelijke binnendringen
in déwereld vond plaats in de eeuwige Nacht der
goddelijke Gebeurtenis, nog vóór de engelen zongen
in de velden van Bethlehem en vóórdat een een
zaam Mensch in een meditatie van veertig dagen
in de woestijn het spoor van het goddelijk handelen
had ontdekt en zich daarvan bij zijn doop in de
Jordaan bewust werd. Sindsdien wist hij, dat hij
zelf als een revolutioneerehd element, als een heilig
PAG. 2 DE GROENE No. 5055
T) ,4
£'?
i
Dr. THOMAS MASARYK
De oude en </e nieuwe pr«f
ONS KERST
JSIlSTMIN dwingt onze gedachten zich /.
richten naar'dal stille, 'heilige gebeuren, w
= ongeveer negentienhonderd en rijfentlerti»
| jaren geleden, waarvan het verhaal uit het tweeil*
| hoofdstuk van het Lucuft-Krungclh, in simpel*
f woorden vertelt: van itin stalin BctMehem en ht
| Kindeke in de Itribbe; van de herder» in Itti velt
| en de zingende engelen; van de Koningen, iliehtn
| aardschen rijkdom kwamen ojfcren; en van. Murw,
f div haar woorden'stil in haar hart bewaarde: et
van den buardigcn Jozef met dvn os en tien ezel ai'.
= troutt'c wachters op den achtergrond.
| Kerstmis is niet gediend van een' nrenlaad run
| icoordcn. Daarom hebben wij ons in dit nummer
S willen bepalen tot slechts enkele bladsijtlcn, <l'n
| zich rechtstreeks op het Kerstgebeuren richten.
f daarom hebben wij in dit nummer ile algemeen'
| sfeer willen aanduiden van de werelil, waarin
| dit gebeuren plaat» greep: Het groolc Homeinsrli'
lllllllllinillMIIHMIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIMIIIinillMMMtlllMIIMIIIMMIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIMIllW
ferment aan hét lichaam der menschheid werd toe
gevoegd, aan den menschelijken geest. De Christe
lijke Kerk noemde dit binnendringen van het
goddelijk in het menschelijke incarnatie".
Daarmee wordt de grootste revolutie aang£dnj<I
die wij kennen, namelijk dat de Geest vleesch
wordt. Dat is de heilige Revolutie van den Kerst
nacht. Hier is iets gebeurd tusschen hemel en aarde,
waarvan wij slechts door de Kerstboodschap Vonnis
.dragen: Heden is uwer de Heiland geboren!'- ,
TT\E boodschap van deze heilige revolutie luidt
?^ allereerst heel eenvoudig: Er is wat gebeurd.
In het groote drama tusschen hemel en aarde, tus
schen God en mensch is een nieuw bedrijf begonnen;
daarmee zijt gij zelf een medespeler in het nieuwe
gebeuren geworden. Dat goddelijke nieuwe bedrijf
begon in den Kerstnacht. De voorgaande bedrijven
liggen reeds in het donker. Ook zij kwamen onge
twijfeld uit den geest van denzelfden schepper voort.
Wat hem daarbij bewoog weten wij niet. Maar hier
in den Kerstnacht krijgt de wereldgeschiedenis, dat
oneindige drama, een nieuw begin. Het zijn dezelfde
personen, slechts een enkele nieuwe treedt op.
Deze-nieuwe persoon wil.niets minder, dan de
revolutie der menschheid van boven af. Het is niét
slechts het' boven van de dichtende en denkende
menschengeest, maar het is het Boven dat in d
.hoogheid van de souvereiniteit en almacht van den
goddelijken Geest bedoeld wordt.
Door deze revolutie wordt iets in het wezen van
den mensch veranderd. Juist deze ? Boodschapper
van den werkenden God leert ons, dat het wezen
van den mensch niet het bloed is, niet dat gansch
bijzonder sap", bok niet het gegeven van het ras,
niet iets materieels dus, maar geheel iets anders.
De materie zelf is reeds het geheel andere; zij lost
zich onder de handen van de 'jongste wetenschappe
lijke'onderzoekingen vrijwel op in iets onbekend?
en geestelijks. De natuurkundige Jeans bracht on
langs nog in herinnering dat dat wat de moderne
natuurwetenschap van de natuur weet, ongeveer
*V- v "< .«v' *': ** :,#: '^
Dr. EDUARD BENESJ
dt-t van Tsjccho-Slowakljc
lillli.tlllllHIIIIIIIIIIIIIMMIIIIHIIIIIMIIIIMIIirillHlllllinMIIIIIIirHIIIHIIIIIMIIHIIItllMMIIM
NUMMER
imperium, dan op het toppunt van zijn macht* en
»iemand die vermoedt, dat wat zich daar in een
Ier uithoeken van het groote wereldrijk afspeelt
nenschenharten en de wereldgeschiedens zoo
ndicaal zal ombuigen, dat lang na den
onder'inng ervan de cultuur zal worden gedragen door
?i-aarden door dit Kind aan de wereld
geopen>>aard; en dat slechts zooveel van de antieke
??nltuur zou worden behouden, als door het
Chris'rndom kon worden geaccepteerd / althans
voor'nopig geaccepteerd, toen het op korten termijn
?erwachte Laatste Oordeel uitbleef en de noodzaak
'?il Christel ijken cuUuurarbeid ontstond.
Xoo hebben wij in dit nummer icillen vereénigen
'»? beide elementen waarop onze hedendaagsche
"fslersche cultuur berust en tcaarvan het
Christeni'ini hei eenvoudigste, maar het voornaamste is,
il'// achten hel juist, ons hiervan inde Kerstweek
'?i-kenschap te geven.
l
s
HM IIIIIIIIIMIIIMIII Illl IMIIIIIIIIItllMIIIIIHIIMMIIimillmilllllimilllllllUIIM
'iet stof is, dat de mensch eerst zelf opjaagt, als hij
n de woestijn gaat wandelen. Wanneer het wezen
.?an de materie zich onder de handen van de heden
daagsche physici en chemici als Bohr, Eddington,
Compton, Heisenberg en Einstein oplost in straling,
krachtvelden, kortom in iets dat wij niet met pin
ten en tangen beet kunnen pakken, dan is het
h niet al te vreemd als wij het wezen van den
.nsch, van den nieuwen mensch, ook niet meer
den in zijn bloedlichaampjés of béenderengestel,
maar in iets totaal anders, juist in dat wat ontstaan
s door de heilige revolutie van den mensch van
ioven af, door het binnendringen van God in deze
vereld met Zijn woord en Zijn daad. .De mysticus
Angelus Silesius riep ons eens toe: Mensch wordt
vezenlijk!" In dezen zin wezenlijk te worden wil
'.iets anders zeggen dan geloouen. En gelooven is
'.iets anders dan het besef van de heilige revolutie
'Jods, als het vertrouwend overgegeven medespelen
?-?n medewerken in het groote goddelijke drama, in
het opnemen en vormgeven van Zijn heiligen Zin.
Dat'is een revolutie,, waardoor de mensch werke
lijk anders wordt. Hij verandert niét in déchemische
samenstelling van zijn moluculen. Hij wordt niet
jrooter, verandert niet van huidskleur. Hij wordt
ook niet van een domkop een genie, of van een
'nisdagiger een heilige. De revolutie, die in hem
plaats vindt, voltrekt zich niet in zijn physiologie of
m zijn verstand, maar in zijn wezen, dat wil zeggen
m de nieuwgeschapen betrekking van den mensch
tot God, in zijn geloof. In het geloof tfgt het nieuwe
menschelijke wezen, dat door déheilige revolutie
aan den dag komt. ? ? ?
UIER heeft een revolutie plaats gehad en van
hier uit moet de menschheid gerevolutioneerd
worden. De verandering der menschen geschiedt
niet van de politiek, van de sociologie of eenigerlei
.andere'ideologie uit, maar van daar; waar God zelf
in de rnenschenwereld heeft ingegrepen.
Dat is Kerstmis, dat is heilige, scheppende
revo? "?'? PROF. ADOLF KELLER (Genève)
Politieke godsvrede
het kabinet-Colijn in 1933 werd
J[ gevormd en in 1935 vrijwel in dezelfde
samenstelling werd hernieuwd het
staat nog altijd niet vast, of de geschied
schrijvers de omzetting van het crisis -kabinet
in een extra-parlementair" kabinet in Augustus
van dit jaar evenals de formateur zullen be
schouwen als een nieuwe formatie bleek het
niet mogelijk tot eenige afspraak te komen,
waardoor de politieke partijen, die vertegen
woordigers aan het kabinet hadden geleverd,
zich verbonden het kabinet zooveel mogelijk
te steunen. 'Hoewel de'omstandigheden meer
dan ooit samenwerking vereischten, was de
formateur wel genoodzaakt zonder eenige zeker
heid zee te kiezen.
De partijen wilden officieel van geen toenade
ring weten. Nochtans blijkt uit tal van ver
schijnselen, dat vele tegenstellingen minder
scherp zijn dan voorheen. In de eerste plaats
liet tot dusverre de samenwerking van ministers
van zoo verschillende huize in de regeering
weinig te wenschen over. De moeilijkheden
waren, dat sommige politieke- partijen eigen
lijk slechts n partij de verantwoordelijk
heid voor het regeeringsbeleid niet op zich
wilden nemen. De ministers onder elkander
hadden geen moeilijkheden regelen voor hun
gemeenschappelijk beleid vast te' stellen.
In de tweede plaats heeft de opkomst van den
gemeenschappelijken vijand van alle politieke
partijen, het fascisme, ten gevolge gehad, dat
het strijdterrein werd verplaatst, dat meer op
den voorgrond kwamen de dingen, waarover
men het eens was, en dat de oude tegenstellingen
beginnen te verbleeken.
Het is de verdienste van den bibliothecaris
van de Katholieke Universiteit in Nijmegen,
Dr. A. J. M. Corneliszen, in een klein geschrift
over de Beginselen der Nederlandsche politieke
partijen" voor de beginselen, waarop die partijen
berusten, de aandacht te hebben gevraagd.
Het boek is beknopt, helder en overzichtelijk
geschreven. Het bepaalt zich tot de hoofd
zaken en dus uitsluitend tot de beginselen.
Het is zoo objectief als men mag verwachten
van een dergelijke poging door een man, die
zelf zeer stellig partij heeft gekozen. Het kan
van harte ter Tjestudeering -worden aanbevolen
aan ieder, die in deze problemen belang stelt.
De schrijver constateert in het voorbericht,
dat het in zijn geschrift niet gaat om de politieke
vraagstukken van den dag, doch om de
algemeene problemen, welke aan geen tijdsgewricht
zijn gebonden. Niet voor de daden der partijen,
doch voor haar beginselen, vraagt hij onze
aandacht. Er is-echter geen politiek probleem,
zoo actueel als dat betreffende de beginselen.
T"}E meest fundamenteele vraag, die alle
J-/ problemen van staatkunde beheerscht» is
die betreffende de verhouding van gezag en
vrijheid. De partijen der voormalige rechter
zijde komen daarin met elkander overeen, dat
zij de gemeenschappelijke basis voor het gezag
op ieder gebied en dus ook op dat van den staat
vinden in de Openbaring. Maar die Open
baring wordt door Róomsch-Katholieken en
Protestanten op verschillende wijze geïnter
preteerd. De Protestant aanvaardt geen
tusschenpersoon ter interpretatie van den bijbel.
De Roomsch-Kathoiiek interpreteert den bijbel,
zooals de .Kerk dat leert..
De Heer Corneliszén gaat uit van de
praemisse, die men bij de aanhangers .der rechter
zijde pleegt aan te treffen, dat de vrijzinnigen
als eenig richtsnoer nemen de rede en dat zij,
zoo zij al aan het geloof waarde toe kennen,
dat geloof toch uitschakelen, wanneer het gaat
.om de . verhouding van gezag en vrijheid en
om de fundamenteele staatkundige problemen.
Om die stelling te bewijzen pleegt men te vol
staan met een beroep op een bekend gezegde
van den liberalen staatsman Gort van der Linden,
dat naar liberale beginselen de rede opper
machtig heerscht".
Ik heb alle reden er aan te twijfelen, of deze
uitspraak, die de Heer Cort van der Linden
later waarschijnlijk niet meer voor zijn verant
woording zou hebben genomen, inderdaad als
karakteristiek kan gelden voor allen, die zich in
politieken zin en veelal ook 'in kerkelijken zin
vrijzinnig plegen te noemen.
Met vrijzinnig in beide beteekenissen wil men
PAG. 3 DE GROENE No. 3055
soms te kennen geven, dikwijls juist niet, dat men
onverschillig staat tegenover de fundamenteele
beteekenis van het geloof, maar slechts dat men
die geloofsovertuiging niet wenscht te verbinden
aan de dogmatiek en den vormendienst van een
bepaald kerkgenootschap.
WAN welk kerkgenootschap iemand deel
v uitmaakt wordt in belangrijke, mate bepaald
door het toeval der geboorte en door de traditie.
Bekeeringen blijven altijd groote uitzonderingen.
Maar dat toeval der geboorte beslist niet over
den inhoud der geloofsovertuiging.
Ik ontken allerminst de beteekenis van
dogmatiek en vormendienst. Maar ik ben van
oordeel, dat dogmatiek en vormendienst niet
beslissend zijn voor den inhoud der geloofs
overtuiging, wie in het hart der geloovigen zou
kunnen lezen, zou bespeuren, dat veelal de
lidmaten van verschillende kerkgenootschappen
elkander voor wat het fundament en de betee
kenis van de religie betreft nader staan, dan
anderen, die door het toeval- der geboorte tot
hetzelfde kerkgenootschap behporen.
Het inzicht van velen, die zich in politieken
zin vrijzinnig noemen, is ten aanzien van deze
fundamenteele problemen in de laatste jaren
ingrijpend gewijzigd. Mochten zij nog wel eens
geneigd zijn uit te roepen: wat heeft godsdienst
met politiek te maken"', dan bedoelen zij daar
mede niet, dat de geloofsovertuiging onver
schillig is voor de politieke overtuiging, maar
dat het lidmaatschap van een bepaald kerk
genootschap niet behoeft samen te vallen met
het aanhangen van een bepaalde politieke
overtuiging.
Hoe langer hoe meer vrijzinnigen beginnen
tot het inzicht te komen, dat gezag, in gezin.
maatschappij en staat, beter en duurzamer op
geloof en traditie gebaseerd kan worden, dan
op rede en afspraak.
Dezer dagen zal zich in de Tweede Kamer
waarschijnlijk een zeer principieel debat afspelen
omtrent de bezuinigingen bij het bijzonder
onderwijs, waarbij de oude rechterzijde zal
komen te staan tegenover de oude linkerzijde.
Het zou bijzonder te betreuren zijn, indien
voor dit conflict niet een oplossing werd
gevon. den, niet alleen, omdat het een zaak is van groot
belang, dat het zittende kabinet in fuctie blijft,
maar bovenal, omdat aan de in vele opzichten
betreurenswaardige tegenstelling tusschen links
en rechts,'die geleidelijk aan bezig is te ver
dwijnen, nieuw leven zou worden ingeblazen.
A. C. JOSEPHUS JOTA
Hef hoort" eigenlijk
niet, maar zoo smaken
ze hei lekkerst.
12 cl per pakje