Historisch Archief 1877-1940
w
,<x. f
t»..
Avontuur en heldenvcreering
\ERSCHhHEn
Bezoeker» aan Amsterdam
Victoria Hotel - Damrak t/0 C. Station ? noodlgt U uit.
verzorgen U In ons hotel tegen matig* prijzen,
U zult tevreden zijn l '
Lunch Olner
f 1.60 «n f2.?f 2.?, fa.?«n f4.
O« DlrwtU
Kamers met Holl. ontbyt
vanaf f 8.60
S A LZ BURG
OOSTENRIJK:
THERMALBAD HOFGASTEIN
870 Bf. b. d. «eesplegel
Veel zon en sneeuw windstil skischolen de mseste takken van winter
sport?radioactieve warme Alpenbronnen met 44,6°C. natuurlijke warmte
ui:-* i,.. ^«. ui:-* . «* * Prospectussen en Inlichtingen door
WJnterKUren - Wintersport olie ftelibur«auxen?Kurkomml»«ion"
GRAND HOTEL
-Ie RANG
Te lefoon 56 e n
Alle comfort Thermalbaden Dans Bar Regelingen voor gezelschappen
Internationaal publi.sk?Volledig p ..«
Van 3 Januari af Weekaf rangementen DCVf 1JO
Belaoen «l DKCEMDEB
PARKHOTEL
MARIENHOF
Ho f g as t e i n
Het geheele Jaar geopend.
HOTEL CENT!AL Hofg»tein
R. & M. BACHBAUER.
Eenvoudig Hotel, erkend goede kïuken,
Thermalbaden in hotel. Pensionprijs Incl.
belasting en fooien bij uitgebreide ver
zorging van S 12.?af en hoog ir, bij
eenvoudiger verzorging van S 10.?af.
Zomer en Winter geopend.
Sporthotel-Ge
bij Krimml (Salzburg). Alle gewensc
en warm watsr, zonneterras, llgstóe
wedstrijden, sneeuw van Dec mber cc
en hooger. In Januari verlaagde prijzen.
Krimml, Tel. 2 Tel.-Ac
WITSE
P O N T R Eg
HOTEL SCHWEIZER
Pension van Frs. 11.?af. Winti
Prospectus bij dan Dlr
PQNTRESIN/
SCHLOSS-HOTEL *?'
? Eigen
Pensionprijs van frs. 15.?qf. |
'.'..:: Prospectussen bij
SA M A DE i\
HOTEL BERNINA
Alle takken Van wintersport
Pensionprijs van frs. 13.?af
Wctor van Vrlcsland
Tictor E. van Vrievland: Herha
lingsoefeningen (Em. <fcaerldo, Am
sterdam)
DEZE Herhalingsoefeningen"zijn
Victor E. van Vriesland, di
tot nu toe weliswaar geen schut
terig recruut was op het terrein der
poëzie, in hooge mate ten goede geko
men. Zijn bekwaamheden als dichter
had hij al eer getoond; zijn talrijke
publicaties in tijdschriften en zijn sterk
geselecteerde bundel Voorwaardelijk
Uitzicht" (1929) hadden bewezen, dat
wij in hem een schrijver bezaten, die
als dichter en als' mystisch denker, op
meer dan alleen onze belangstelling
aanspraak mocht maken. Want de
poëzie, die Van Vriesland heeft gepu
bliceerd vóór deze . Herhalingsoefe
ningen", schonk ons niét uitsluitend
n vooral het genot, dat goede gedich
ten vermogen op te wekken, maar zij
was steeds aangrijpend door den
smartelijken toon van de gekwelde ziel, die
er zich in uitsprak, soms zelfs ontstel
lend om het accent van. martelend
zelfgericht, dat de dichter in zijn werk over
zich hield. Dat Van Vriesland in zijn
eersten bundel slechts enkele vloeiende
of gespannen verzen schreef, ligt, ge
geven het hier omschreven karakter
zijner poëzie, voor de hand. Ontgoo
cheling en bitterheid, hunkering naar
gemeenschap en het steeds krachtiger
besef van in intellectualiteit vereen
zaamd en door gebrek aan voedend ge
loof onvruchtbaar te leven, dreven hem
naar de schijnbare uitkomst van den
Dood, die een God-van-Niets zou blijken
te zijn,?een ruimte,waarin de
ontgrenzing, de bevrijding van de beperkingen
van lichaam, tijd en de, uit ons bewust
zijn voortkomende, ruimtelijkheid der
voorstellingen, een suspect surrogaat
voor het hemelsch heil zou schenken.
De veelal krampachtige wijze, waarop
Van Vriesland dezen nood der ziel in
de taal verstaanbaar heeft gemaakt,
was de oorzaak van de meermalen
stroeve en verbeten, weinig charmee
rend geïnstrumenteerde poëzie uit zijn
vorigen bundel. Doch in bijna elk ge
dicht trof hij ons; elk gedicht sjtelde.
ons voor een onontkoombare vraag.
TK wil niet zeggen, dat Van Vriesland
1 in dezen nieuwen bundel belangwek
kender is geworden als denker of als
litteraire figuur, maar zonder eenigen
twijfel heeft hij zich ontwikkeld tot; een
dichter, wien het creëeren gemakkelij
ker valt dan vroeger en die -bovendien
door een toegenomen vermogen tot ob
jectiveering het middel gevonden heeft
een stroomender en bezielder ge
dicht te schrijven. De moeiten en
worstelingen, waarvan wij eertijds ge
tuigen moesten zijn, vinden hier hun
projecties. Deze weg naar grooter
klankrijkdom en bewegingsvrijheid is
tevens de uitweg gebleken, die hem
heeft geleid uit den doolhof der geeste
lijke problemen naar den uitgang,
waar de wereld in haar vele schakee
ringen open ligt. En al zal Van Vries
land wellicht nooit een gulzig genieter
van de wereld der verschijnselen wor
den?hij is daarvoor te wantrouwig, te
sceptisch en te intelligent toch moet
hij blijkens zijn werk in zijn vereenza
ming meer bevrediging hebben kunnen
vinden dan vroeger; van deze verzen
straalt toch meer levenswarmte uit,
dan van de zwoegende, van een slechts
intellectueelen hartstocht getuigende,
gevechten met het Godsbegrip. In de
plaats van de gewrongen smartelijkheid
is een vaak heldere droefgeestigheid,
een plastische en tegelijk'subtiele ge
voeligheid getreden, die Dit Kind",
De Dagslaper", Avondlijk tweege
sprek tusschen den dichter en de har-.
monica", Gedragslijn"; het slot van
Rive Gauche" en Evolution" tot
prachtige gedichten nebben gemaakt.
Verzen als deze grijpen ons stellig min
der aan, dan zijn vroegere, want in het
meer voltooide van hun staat open
baart zich de dichter definitiever als
beheerscher van zijn, uit angst en nood be
vrijde, wereld. Uiteraard zal men echter
de wezenstrekken van zijn dichterschap,"
d.w.z. van de wijze waarop hij als
dichter op het leven reageert, helderder
kunnen onderscheiden in dit werk van
strenger vormgeving, dan ineen reeks
gedichten, waarin hij door zich bloot
te geven vaak schuil ging achter zijn
werkzaamheden. D. A. M. BWNBNDIJK
Bibliografie
Oorspronkelijk en vertaald
JT. P. Valkema Blonw: Taranüni
(De Tijdstroom, Iiochem)
TARANTINI is de?nom de guerte"
van een lid van het voorname
geslacht derd'Arantine's, Nicolaas, een
violist, wiens (blijkbaar-gefingeerd) por
tret naast de titelpagina van het boek"
van Valkema Biouw staat gereprodu
ceerd. Wij worden binnengeleid in het
Parijs van de Restauratie en van de
Juli-revolutie. Tarantinlmoet als hand
langer" van het oude regime Frankrijk
verlaten, komt in den Haag, wordt
spion, heeft een verhouding met een
Hollandsen freuletje, Dorabella, die
wanneer hij ten slotte weer in Parijs be
land, haar ouderlijk huis verlaat en met
hem te Parijs trouwt. Maar een artiest
is zwak en zijn neigingen zijn wissel
vallig, het komt tot een scheiding tus
schen hem en zijn vrouw, doch met een
verzoening, die eind goed al goed maakt.
Het boek is vlot, maar wat oppervlak
kig geschreven.
Win. J. Woltmanx Bits Hotel (A.
Bilt», Amsterdam)
T""\ITMAAL geen geschiedenis van
^ menschen in 't hotel", maar van
een directeur in 't hotel". Woltman
beschrijf t ons hoe een energieke jonge
Engelschman een aanvankelijk tot onder
gang gedoemd groot hotel in Vredenburg
onder zijn directie weer tot bloei brengt.
Een tragisch verloopende liefde vooreen
meisje, dat in dat hotel werkzaam is en
die ons den directeur William Jarviss
Farrell, ongelukkig getrouwd doch zeer
aanhankelijk aan zijn zoontje Arïdy,
toont in zijn strijd tusschen liefde en
plicht, is daar door heen geweven.
De schrijver die zijn boek eerst in
het Engelsch publiceerde maakte van
een en ander een vlotten, vaak zeer knap
geschreven roman. . .
Ang. vanCanwelaert: Vertellingen
in toga (Blseviev, Amsterdam)
F\E Vlaamsche schrijver Augi van
^ Cauwelaert verhaalt in een vijftal
vertellingen van eenige menschen, die
hij aan de balie heeft beluisterd. Daar
is de ruzie tusschen den mosselman
en den vilder om een gang, de gang,
waar de mosselman met zijn ezel karretje
doorheen pleegt te rijden, en het onder
zoek naar een kwaadsprekerij, waarvan
de draad verloren gaat, en het onvind
bare, en blijkbaar niet bestaande, geld
van Buken, en het fleurige geval van
de lichtzinnige Robbetje, die voor den
kinderrechter moet komen en waar
van alles aan wordt geprobeerd: Rob
betje is niet in het harnas van een fat
soenlijk" leven te persen.Van Cauwelaert
vertelt van dit alles smakelijk en amu
sant. Zijn bundel geeft wel het zeer
speciale genre' van de Vlaamsche ver
telkunst.
"L. Scekely: Van oerwoud tot plan
tage (Elsevler, Amsterdam)
T Szekely, de echtgenoot van de
J-u schrijfster Szekely-Lulofs, beschrijft
in dit boek zijn ervaringen als planter
in Indie*. Voor hen, die een meer zakelijk
beeld willen krijgen van het leven en
het harde werken daarginds is zijn boek,
. dat, hoewel het dan geen roman wil
wezen, met de levendigheid van een
roman is geschreven, zeer aan te bevelen.
Bobert Nathan: En bet werd weer
lente (C. A* Mees, Santpoort)
T-ÏET gebeurde in het jaar, dat het
»»* * misliep met de zaken en er zooveel
families, beleggers en handelslui ge
ruïneerd werden."
In dit jaar ontmoetten een geruïneerd
antiquairtje en een dakloos musicus,
respectievelijk in het bezit van een oud
ledikant en een viool (maar dat was'dan '
ook alles) elkander en ze vonden samen
onderdak in het schuurtje waar een
barmhartig stadsreinigingsman 's avonds
zijn karretje placht op te bergen. Succes
sievelijk kwamen er nog twee crisis
slachtoffers bij: een prostituee en een
bankier. Samen kwamen zij den winter l
door, en net werd weer lente; Dat is ?
alles. Maar het is verteld met. een
humor, zoo warm en mild, zoo teer en
toch zoo onsentimenteel, dat het voor
ons onder het lezen ook een beetje lente ?
begint te worden. Een boekje om van
te houden. Hans van Eeden vertaalde
het uit het Amerikaansch in zeer lees
baar Nederlandsen,
MC. ? M GROENE No, xa*
De drie Marissen
te 's-Gravenhage
Aloert Plasschaert
Tentoonstelling in het Ge
meentemuseum, Den Haag
HET was te verwachten, dat het
Haagsche Museum, na de ten
toonstelling te Rotterdam, in
het nieuwe museum, van den Delf tschen
Vermeer c.s. en van den Rembrandt
en den Vermeer in het Rijksmuseum
te Amsterdam, zijn bestaan in het
nieuwe gebouw van Berlage eveneens
zou willen bewijzen door een tentoon
stelling. Niets is natuurlijker; niets
was eer te verwachten. De tentoon
stelling der drie gebroeders Maris in het
Haagsche Museum is het gevolg dus
van dezen ouderlingen wedijver der
Musea waarvan het publiek de
baten genieten kan.
De eerste vraag is (een tentoon
stelling van eenig belang is altijd een
kostbare onderneming): zal het pu
bliek, zullen de kijkers naar en de
minnaars der schilderkunst zich voor
zulke onderneming interesseeren? De
mogelijkheid is niet uitgesloten. Er is
zeker een kentering in de kritische be
schouwing dier schilderkunst. De tijd
der proefnemingen is voorbij. De Haag
sche School, waarvan de Marissen een
eclatant deel uitmaken, is genoeg
historie geworden om weer de aan
dacht te kunnen wekken. Er zijn reeds
een aantal liefhebbers van schilderen,
die de Haagsche School als een nieuwe,
hun ten minste onbekende kunstuiting
opnieuw kunnen genieten, terwijl, zóó
snel hebben we geleefd in dertig jaren,
er aan den anderen kant nog lief
hebbers genoeg overgebleven zijn (ik
zeg niet schilders, want de schilders
der Haagsche School zijn dood), die,
.pok door hun leeftijd, de herinnering
bewaren aan den roem der Hagenaars,
een roem, die zij nog wel eens in
levenden lijve, in schilderijen, vóór
zich willen zien. Daarenboven, en dit
geldt nog meer, waren in die Haagsche
School, in de schilders daarvan, een
aantal elementen vertegenwoordigd,
schilderkunstige elementen, die ons
zeer natuurlijk bleken te zijn en ons
ras zeer eigen. Wij weten allen, hoe
hardnekkig, waardoor ook, zulke ras
eigenschappen zich handhaven. Dit
moet een werkelijke winst voor de
tentoonstelling, alles te saam, zeker
zijn.
Daarenboven zijn de drie broeders
Maris zeer verschillende figuren, al
' vertoonen zij in hun jonge jaren meer
overeenkomst dan velen indertijd wis
ten en al domineerde toen tusschen de
broeders démiddelste broeder, Matthijs.
Het bewijs vindt ge van deze
overheersching in het vroegere werk van
de twee broers, Willen en Jacob, al is
die invloed 't geringst in het werk van
Willem, langduriger en ingrijpender in
het werk van Jacob. En waardoor
kwam zulke, naar den leeftijd
eenigszins onverwachte, invloed van den
.middelste dier drie broeders? Hét is
misschien niet onjuist neer te schrijven,
dat deze invloed wel uit twee oorzaken
kwam; xe. door een dieperen geest bij
Matthijs en 2e. door n technische
begaafdheid, een kunst van schilderen,
die die der twee andere begaafden,s
Jacob en Willem, in het begin reeds
dadelijk overtrof. Het zou zelfs kun
nen, dat juist deze technische
begaafd' heid bovenal heeft gegolden; iedereen,
die toch zich bezig heeft gehouden met
de studie der plastische kunsten, weet
van hoe groote macht, soms over
macht, de technische realiseering is
voor de lieden van hetzelfde vak (zoo
was het tenminste vroeger I). Die
invloed van Thijs Maris op de andere
Marissen was de invloed van een
romantisch schilder op twee andere
schilders. En als alle andere w
zenlijkromantische schilders zou Thijs be
ginnen met de schildering van een
romantisch onderwerp, een onder
werp als zoodanig gevoeld, tot hij in
zijn later leven een romantische schil
dering als einddoel, als doel, als wezen
van zijn werk zou openbaren. Zijn
heele leven is de langzame ontplooiing
van een werkelijk romanticus. Dat is
reeds na de Duitsche reis in 1860,
waar de Duitschers, Primitieven en
anderzins Rethel (dien hij wel door
Leys, uit Antwerpen kende) hem eigen
worden. De kerkgang uit '60 bewijst
deze stelling; een phantaisie over
Lausanne is daarvan een
onweerspreekbare uiting. Ge weet, dat de
ontwikkeling van den romanticus lang
zaam gaat. Dat is bij Thijs het geval.
In '69 gaat hij, miskend in Holland,
naar zijn broeder Jacob te Parijs. Hij
schildert in die stad het portret van
Artz, den Ramskop, de Grintgroeve?
(reeds een romantisch landschap) en
het Stadsgezicht. Maar in Londen ('72)
zou het romantische onderwerp
triumpheeren I De figuur der duitsche primi
tieven hervindt ge melodieuzer bij
Thijs; de koekébakster, kippen voeren,
de Doop, de Vlinders, het meisje met
de Geiten enz. Maar voor den roman
ticus, voor den eenzamen schilder, zijn
al de voorwerpen van zoo'n schilderij
nog te gescheiden van elkaar. De
wereld is te saam alles meer n, er is
meer geheim in haar verzwegenheid l
Thijs is dan ver verwijderd van, zijn
broers; hij is een eigen, hem toegewezen
rijk binnengegaan. De Popels zijn uit
deze periode, de betooverde kasteelen,
het verliefde paar, en bovenal de groote
figuur van de vrouw, de Herderin of
wat ge wilt, waar de vrouw een symbool
lijkt van een duister-zingende, zinne
lijke, voor zichzelf in eenzaamheid haar
gevoelens uitzingende aarde. Het ro
mantische was toen voor Thijs volledig
bereikt; tesaam en in en door elkander
leeft alles.
Het zal mogelijk zijn op deze ten
toonstelling de noodzakelijke vereen
zaming van Thijs nauwkeuriger te
volgen dan vroeger ooit, en dat is
misschien haar hoofd-verdienste (zel
den waren zoo vele werken van
Matthijs tesaam).
TERWIJL het leven van Thijs
?*? Maris vol moeilijkheden in Londen
zich voortzette werd dat van den oud
sten Maris, Jacob (1837?1899) voller
en verkreeg een voor ons land onge
wone staatsie. Jacob wals met
Weissenbruch (langer miskend) een der belang-.
rijkste schilders, typisch voor de
Haagsche School. Een gelukkige, niet
overhaaste ontwikkeling was zijn.deel
en geen innerlijke moeilijkheden, als
bij Thijs, stremden een voortgang, di
.hem maakte tot een saamvatting der
Haagsche Kunst, tot die van het
Hollandsen impressionisme, dat niet.
alleen in het Gezicht op Delft van
Vermeer zeventiende eeuwschen steun
vond voor zijn pogingen. Na de leer
jaren, na den invloed ook van Thijs,
zouden wij het jaar '65 met de Dage
raad (te Parijs geschilderd, de Kraaien
de Haan) Jacobs werk als begonnen
kunnen beschouwen. Wanneer wij dan
langs werken als de Hengelaar, het
Meisje met kippen, De jonge Moeder»
Lectuur, Herdersjongen, Moegewaakt
en de Veerpont hem zijn ontwikkeling
zien voortzetten, kan na zijn terug
komst in '71 uit Parijs het eigentlijk
Jacob Maris-werk als ingezet worden
beschouwd. Er ontstaan dan in reeksen,
i "? , *" i ""i " ' * " '.* te%«!
A^V-A-T: ?-. v v .*if!
die wolkenluchten,, grijs vooral, die
boven de dommelende kleuren der
oude Hollandsche steden (niet natuur
getrouw nagebootst, maar
kleur-innerlijk, als stemming gegeven) een Hol
landsche kunst weer een roem in het
'buitenland zouden geven; steden met
de ruimte der wolken erboven en mét
in de kleuren van het stadsgezicht een
loomer ruimte. Jacob Maris was n
schilder, niet van de stad van den
mensen, maar van de stad om de
kleursymphonie. Behalve zulke stad schil
derde hij een strand met de bewogen
ruimte, een ploeger in de openheid van
het land; den molen, een zware stug
heid, tegenover het beweeglijke vooral
der wolken. Hij vermeide zich in andere
dingen, in interieurs met d
somptuositéit van een gobelin; in portretten
van kinderen, daarop gesteund; m het
groen en goud en brons van den
zandschipper", in de gestrekte lijnen van
den jager langs de gestrekte lijnen van
de vaart. Dit alles, op zijn gelukkigst,
met een veredelden hartstocht....
En de jongste der broeders, Willem
(1844-?19x0)? Geen schilder van een
romantisch figuur; geen schilder van
het stadsgezicht de schilder van de
koeien en van déeenden; zuiverder de
schilder, eerst, van de ruimte vervuld van
een fijn, zich zachtkens uitbreidend grijs
licht, dan een schilder van een ruimte,
bevlogen door zonlicht, waar een
koeielijf een felle plek zon droeg als merk,
en een schilder van geel en groen en
gulden wit in de stukken met de eenden,
impressionistisch-uitbundig, na in vroe
ger jaren van zijn leven nu en dan een
gedegen, flonkend veestuk te hebben
geschilderd, dat een bewijs bleef van
Hollandsch schilderlijk werkmanschap!
Matthijs Maris: Zelfportret JB60
Dat zijn in het kort dédrie Marissen
in de, Hollandsche schilderkunst der
negentiende eeuw....
Natuurlijk vertoont een uitvoerige
tentoonstelling in Den Haag meer over
gangen van het een op het ander, dan
hier vermeld konden worden. En dat
is haar nut. Voor de kenners van het
werk een verlevendiging van onze her
innering, een wér vinden van velerlei
nuance in het werk; voor de jongste
der schflderijliefhebbers een reeks
werken die hun, een bewogéner tijd
gewend, rustig moeten toeschijnen
zonder daarom mat of levensvreemd
te blijken. Voor de eerste herwonnen
weet; voor de lateren een getoetste
benieuwdheid naar wat eens de levende
roem was.
REMBRANDT"
D E'laatste jaren zijn wij gewend
geraakt aan de verschijning van
. goedkoope boeken bij Phaidon
Verlag te Weenen. De jongste prestatie
van deze uitgeverij overtreft echter
alles wat wij tot dusver op het gebied
van goedkoope edities hebben gezien:
een' volledige verzameling reproducties
van Rembrandt's schilderijen in 630
afbeeldingen,, uitstekend uitgevoerd in
diepdruk, met inleiding en
aanteekeningen van Dr. A. Bredius, voor den
óngelooflijkeh prijs van ? 3.65. Door
van dit boek een editie met
Nederlandschen tekst uit te geven heeft de
firma De Haan te Utrecht een werk van
nationale beteekenis verricht. Zelden
kon men een boek zoo onvoorwaarde
lijk aanbevelen: het is een der weinige
die in geen enkele Nederlandsche boe
kenkast mogen ontbreken.
PAG. 9 DE GROENE No. 30W
, \