Historisch Archief 1877-1940
over
Won!
waai
taar
eens
verr<
pro-!
wij :
pers
intel
lijk
M
van
op
bezt
wiji
wijs
waf
Op
sch
eco
vat
na*
gel
ste!
1 vei
. ».c<
vai
err
ru;
tei
on
Mi
ee
ee
in
or
' O
Z£
ri
Vi
vi
a:
d
Ie
\s
v
z
p
r
a
t
i
?
ZOO JUIST VERSCHENEN
3000 meter in dood water
WANNEER er op fiet oogenblik
weer eens duchtige plonzen
in de kikkersloot hoorbaar
zijn, mitsgaders eenig gezoem van de
over het oppervlak wemelende
persmuskieten, dan is Wagener's roman1)
daar schuld aan. Te weten door de
behandeling zeer in den breede van
allerlei erotische kwesties en ondanks
z.'jn pogingen om het gedierte te
paaien, te biologeeren, mét aandrang
te overtuigen van zijn cultureele zen
ding inzake een wedergeboorte onzer
Westersche wereld door diezelfde le
vensfunctie, waarvoor D. H. Lawrence
het taboe der woorden trachtte op te
heffen. Maar hoezeer deze tendenz ook
op Lawrence geïnspireerd moge zijn,
bij het verwoorden van erotische prin
cipes kiest Wagener precies den
tegenovergestelden weg. Afgezien van het
zeer overbodig aandoende nawoord en
dat hem als apologie toch niet baten
zal bij de gore instanties die nu reeds
likkebaarden naar de censuur,
zoekt hij zijn heil en dat van zijn lezers
in een terminologie, zóó regelrecht
ontleend aan de gedegenste
Handbücher der Sexualwissenschaften, aan
de psychanalyse, de biologie, de genees
kunde, dat zijn verdienstelijke en
steeds merkwaardige roman er hier en
daar vrijwel onleesbaar door geworden
is. Onleesbaar door een technisch
jargon, dat de eenvoudigste zaken
verplettert onder wat de wetenschap
pelijke analyse van honderden noeste
professoren er aan vastknoopte; dat
dit jargon allerminst op een droge
manier is toegepast, zelfs met een
zekere geïnspireerde zwier, verandert
in principe niets daaraan. Geen
vrouw kan er bij Wagener erotisch in
deining raken, of onmiddellijk treden
er hormonale" golvingen op, de
,,erogene zones" komen in opstand,
de haemoglobine stolt (!), de ovarii
gaan huppelen, etc. etc. Dit is een te
gemakkelijk procédé, in artistieken
zin. Want bij alle minachting die
men voor onze obscurantisten koeste
ren kan, dient toch te worden vast
gesteld, dat zonder een zeer speciale
inperking en ingetogenheid erotisch
leven nimmer literair uit te beelden
zal zijn. Dat met name iedere manier"
op dit gebied uit den booze is, demon
streert zelfs Lady Chatterley's Lover",
waarin het toch zoo natuurlijk en
onbevangen heet toe te gaan. Stellig
heeft de bedoelde ingetogenheid minder
betrekking op het al of niet
zinnenprikkelende" dit wordt immers
geheel bepaald door de persoonlijkheid
van den lezer dan óp vooropgezette
tendenzen, die het niet kunnen stellen
zonder een mechanisch hanteerbare
.en dus alle spontaneïteit doodende
methode, i. c. de vertrouwen inboe
zemende dokterspraat voornoemd. Voor
vakmenschen uiterst amusante lectuur,
en Wagener is een universeele geest
die de actueele cultuurproblematiek
terdege bestuurd heeft en over een
groote levenservaring beschikt naast
zijn eruditie. Bij andere lezers evenwel
moet dit epos rondom Kanaalzwem
mers en -zwemsters, allen met
komplexbedingte" beslommeringen,
een levende staalkaart van perversieën,
wel eens de verzuchting doen Op
komen: geef mij maar liever de
mémoires van Puck Oversloot of Rie
Mastenbroek. Achteraf blijkt Wagener's
grootste gebrek dan tézijn, dat hij geen
ironische distantie bewaart tegenover
zijn wetenschappelijk begripsarsenaal.
Zelfs in sommige gewaagde" passages
*) W. A. Wagener: 3000 meter in
ood water (Brusse, Rotterdam).
r
met ongewild humoristischen invloed
(b.v. op pag. 156) blijft het hem heilige
ernst met den zuiverenden Eros.
'Hoewel er geen sprake is van slaafsche
navolging, herkent men in de moder
nismen van stijl en factuur gemakke
lijk den invloed van James Joyce.
Maar alleen diens duivelsche ironie
was de beslissende
ontstaansvoorwaarde voor een beek als Ulysses" en dan
nog een synthese te willen geven van
Joyce en den profeet Lawrence J Dit
is een te zware taak voor welk talent
ook.
Niettemin, dit boek mag er zijn als
een der belangwekkendste hoogte
punten uit de najaarsproductie. Schrij
ver's eersteling Shanghai", dat on
benullige geschrift, is er verre en verre
in overtroffen; men kan dit eenvoudig
niet met elkaar vergelijken. Want
ondanks alle gebreken heeft Wagener's
internationale zwemwereld een zekere
allure; het boek beweegt zich in groote,
verschuivende vlakken, het is conse
quent, zeer veelzijdig en met een
overtuigde virtuositeit geschreven, die
het ook daar onderhoudend doet zijn
waar men den auteur niet meer gelooft.
Aan de veelzijdigheid is wel eens iets
van de diepte opgeofferd, of die diepte,
in de uitbeelding der hoofdfiguren b.v.,
wórdt al te uitsluitend nagestreefd met
behulp eener theoretische problematiek.
Er hindert te vaak nog een gemis aan
selectie tusschen de samenstellende
elementen, een klakkeloos copieeren
ter wille van een integrale
cultuurspiegeling a tout prix, een voortstuwen
om de snelheid alleen. Het geheele
boek door houdt men bovendien het
besef met een begaafd eclecticus te
doen te hebben veeleer dan met een
oorspronkelijken geest. Maar in elk
geval zijn de verhoudingen en inciden
ten rondom het Kanaalzwemmen met
veel verve en op grond eener fabel
achtige documentatie geteekend, en al
betwijfelt men het ten sterkste of door
deze supersport (romantechnisch hier
een zeer geslaagd voorwendsel 1) les
bische vrouwen blijvend van hun
complexen" te genezen zijn, en al
klinkt het als een goedkoope waarheid:
de natuurlijke liefde tusschen de
geslachten ultieme redding voor on
zen tijd",?een dergelijk voorbehoud
geldt nu eenmaal voor ieder
tendenzwerk, dat toekomstmogelijkheden sa
mentrekt tot een moment.
S. VESTDIJK
In kort bestek
D IJ Servire, Den Haag, verscheen in
D vertaling Martin Koje: Het leer
boek des levens. Reeds het omslag
is leerzaam; het zegt: Een wonder
der moderne psychologie. Ieder mensen
kan door de studie van dit boek ziekten,
tegenspoeden, mislukkingen, armoede,
nooa en wanhoop uit zijn leven bannen!"
Dat alles voor ? 1.90, ing. er / 2.50
geb. het is te geef. Het wonder
is te bereiken door onderwerping aan
een absoluut determinisme. Erg modern
lijkt dit niet.
Wij weten niet wanneer de laatste
druk van Witsen Geysbeeks
Rijmwoordenboek is verschenen, doch wel dat
onze dichters het betreurenswaardig
lang zonder zulk een hulpmiddel hebben
moeten stellen. Den Muzen zij dank dat
Ester Hadassa Weyl thans door het
samenstellen van haar Rijmwoordenboek
(Van Goor, Gouda), in deze nijpende
behoefte heeft voorzien. Wie geïnspi
reerd wordt tot een vers als Ik bid u,
Muzen, maak mij wijzer'/, kan nu in een
oogopslag zien, dat de rijmwoorden zijn
ijzer, keizer, peizer, geiser en strijkijzer,
en dan loopt de rest vanzelf.
Bibliografie
Engelsche boeken
John Ruchan: The House of the
four Wlnds (Hodder A Stougton,
Londen)
JOHN Buchan is tegenwoordig Gou
verneur-Generaal van Canada, zegt
men. Het komt bij ons haast nooit,
bij de Engelschen nogal vaak voor, dat
de letteren actief beoefend worden door
menschen, die naar onze zeden, er
hoegenaamd niet mee van doen hebben.
Hetgeen al wijst op een gansch andere
functie dier Engelsche letteren in het
maatschappelijk leven. John Buchan
heeft reeds een gansche reeks werken
op zijn conto en schijnt er, trots zijn
onderkoningschap, nog niet mee te
willen ophouden. Dit boek is een aardig
avontuurverhaal op historische ele
menten" gebouwd: de pogingen der
Habsburgers den Oostenrij kschen troon
te herwinnen. Buchan vertelt los en
animeerend.... als zoovele Engelsche
schrijvers. Hij weet een knoop te leggen
en ongezocht zijn personages samen
te drijven. Zijn geest is innig
Engelscharistocratisch en conservatief, met dien
bedriegelijken schijn van het tegendeel,
die in de losheid van den verteltrant
ligt. Men is hier voortdurend in het
beste gezelschap. Er zijn heel wat
prinsen en graven op de vlakte, die
wel eens zinrijke opmerkingen maken.
Wille Cather: Lucy Gayheart
(Cassell & Co., Londen)
pEN zacht pathetisch kleine
ge*?"* schiedenis van een meisje, een
muziekstudente, dat een grooten zan
ger liefkrijgt. Het onderwerp is niet
nieuw, de behandeling niet diep, maar
er is hier toch zekere, bekoring van
eenvoud, zonder sentimentaliteit of al
te grooten nadruk en gewichtigheid.
Iets als een uitgewerkt gemengd be
richt", banaal en treffend levenswaar
tegelijk. Alleen maakt Wille Cather
wel ruim gebruik van het noodlottig
Toeval, dat met verdrinkingen in den
loop der dingen ingrijpt.
Claudia Par song: Brlgbter Bon
dage («Jhatto & WlnduM, Londen)
LJET schijnt, dat vooral vrouwen
*? tegenwoordig in Amerika en Enge
land geestige boeken schrijven. Dit
is er een van. Op den luchtigen toon,
dien wij hier nauwelijks kennen, die
nooit zwaarwichtig doet noch lollig"
wordt, schrijft Claudia Parsons van
haar jobs", welke na fortuinverlies
en dood van den echtgenoot een pijn
lijke noodzakelijkheid werden. Het
waren jobs" in Zweden, bij Ameri
kanen, Franschen en Australiërs, en
zij trof het over 't algemeen vrij goed.
Maar toch was hier stof genoeg om
melancholiek of zelfs pathetisch van te
vertellen. Claudia Parsons echter gaf
er de voorkeur aan 's levens tegenheden
licht op te nemen als zij er over schreef
en een humoristisch boek te maken,
dat de misère niet ontkent, maar liefst
van den immer aanwezigen komischen
kant toont. Zoo ontstond er iets dat
amusant en waarachtig; tegelijk is,
ook wijl het ten deele zeker zelf be
leefd is.
Hugh Walpole: The Inqulaltor (Mac
Sliflan, Londen)
p R is in dezen roman, behoorende
? tot een serie van vier over de
kathedraal en de stad Polchester,
vrijwat mystiekigheid verwerkt, waar
van echter doel en beteekenis in het
vage blijven. Het verhaal drijft van
den aanvang, onheildreigend, naar een
katastroof, die.... eigenlijk niet mee
valt na 600 pag. spanning. Het lang
verwachte oproer lijkt die broedende
voorgevoelens geenszins te dekken,
waarin dan nog de kathedraal en de
ongewroken geest van een
vermoorden en verdwenen man schijnen mee
te spelen. Er is veel bewogenheid van
goedbeschreven gebeurtenissen en tref
fende personenbeelding in het boek,
dat toch een onzekeren en
onbevredigenden indruk nalaat, alsof men de
kern niet geheel begrepen heeft en de
auteur meer bedoelde dan hij hier tot
uiting bracht.
Paul Morgan: No quarter givfn
(Constable A Co., Londen)
REN lange, goed geschreven roman
?^ van een genialen, maar
teringzieken kunstenaar Edmund Abbey, en
zijn omgeving. Zijn egoïste, onver
schillig genotzieke vrouw, allereerst,
dol jaloersch op de actrice, wie de een
zame musicus vervolgens zijn hart
heeft gegeven. De lotgevallen dezer
jonge vrouw en die van Edmunds stief
zoon, David, die beiden, stiefvader en
actrice, hoog vereert. Op vele plaatsen
worden deze levens uitgespeeld en ons
rustig minutieus verhaald. Er is een
kalme, realistische golfslag van zeg
ging in dit boek, die maar zelden ver
hevigt en ons allengs meevoert naar des
kunstenaars vroegen dood, welken
hij in zijn toonwerken overleeft. Hoe
levenswaar in karakterteekening en
beschrijving, is er toch een te weinig
aan spanning om dit lange verhaal
voortdurend interessant te maken.
Erlc Llnklatcr: God likes them
plaln (Jonathan Cape, Londen)
pEN eerste bundel Short Stories van
?k"* den geestigen schrijver van Juan
in America" en Ripeness is All". Er
zijn er zestien, lange en korte, alle in
dienzelfden licht ironischen toon, die
ook Linklaters grootere werken ken
merkt. En het is hem om 't even of hij
blijkbaar herinneringen van eigen leven
ophaalt of zuiver fantasie schrijft. Het
is all pleasant", vriendelijke, lichte
lectuur, die bezig houdt en zelfs even
boeit nu en dan, zooals The
abominable Imprecation". Men zou zeggen
reislectuur van de beste soort.
Thomas Wol f e: Of Time and Ilie
Blver (Helnemann, Londen)
EEN heel dikke en heel zware roman
zijnde a legend of man's hunger, in
nis youth", gelijk de ondertitel luidt.
Volgens het prospectus bevat dit boek
eenvoudig het epos van den Mensen,
niets minder, en dat is in die bijna 1000
blz. best mogelijk, als men oplet hoe
uiterst breedvoerig en omstandig al het
begin is en er bladzijden lang enkel aan
het uitzicht van een personage gewijd
worden. Deed denken aan mevr.
Bosboom-Toussaint in haar beste romans
Verkanfutelle in Holland: Gebr. Senrfider en
Dupont'i Boekhandel, A'dam C.,Keizersgr. 165
ril r|l|
l l
r .
Nieuwe JLvu
sssc
ne lil
nis
Tsapajew" en Sportpdrad
"VJADAT de Russische film n
J\| van de allergrootste hoogte
punten zo niet het hoogte
punt in de filmkunst vormde, is
deze voor ons wederom vrijwel geheel
van het toneel, in casu het witte doek
van onze bioscopen, -J.wenen. Deze
eerste Russische films zijn weliswaar
slechts een enkele maal in het openbare
programma opgenomen, zij hebben
ondanks dit feit in het brandpunt van
de belangstelling gestaan en de be
sloten vertoningen in liga-kringen
hadden voor de filmliefhebbers het
karakter van openbaarheid. Dit in
tegenstelling met de latere Russische
films, die, in de kringen van
sympathiserenden met de Sowjet-Unie vertoond,
misschien wel een niet minder groot
publiek trokken, maar toch buiten het
bereik van de filmliefhebber zonder
meer vielen.
Bovendien vertoonden deze films in
het algemeen na de hoogtepunten van
de Russische film een inzinking en zij
waren bovendien meer nog dan deze
eerste films op een zo geheel anders
dan \wij ingesteld Russisch publiek
berekend.
Zo werd de Russische film voor de
filmliefhebber een nauw begrensde en
afgesloten periode: een grote naam in
de geschiedenis van de filmkunst.
Het is in dit verband niet zonder
belang aandacht te wijden aan een
paar films van de Russische productie
der laatste jaren, welke dezer dagen
door Exportchleb" voor een kring van
belangstellenden werden vertoond.
1T\E film Tsjapajew" had intussen
-L/ reeds bij de Vrienden van de
Sowjet-Unie" volle zalen en een groot
enthousiasme gevonden.
Deze verfilming van een op feiten
gebaseerd verhaal uit de tijd van de
partisanen-strijd in de eerste revolutie
jaren is meer nog van belang om de
geestelijke, dan om de technische
behandeling van de stof. Meer om de
geest, welke er uit spreekt, dan om
zijn zuiver artistieke waarde. Maar
deze waardering plaatst de film niet in
tegenstelling tot de voortbrengselen der
grote Europese en Amerikaanse pro
ductie. Ook het belang van deze films
ligt veelal meer op dit gebied, dan op
dat der zuivere filmkunst.
Bij de Russische films moet dan
echter in de eerste plaats dit onder
scheid worden gemaakt, dat hier een
positieve beïnvloeding van het publiek
voorop staat, in tegenstelling tot de
films der grote productie, waarbij deze
beïnvloeding evenzeer, maar dan als
negatieve beïnvloeding, aanwezig is.
De Sowjet-film wit bewust aanknopen
bij de wensen en idealen van de nieuwe
Sowjetmens, met het doel deze wensen
en idealen in een bepaalde, gewenste,
richting te beïnvloeden en te leiden.
De films van de grote industrie der
kapitalistische landen knopen uit com
merciële overweging evenzeer aan bij
deze vaak onbewuste wensen en
idealen van het grote publiek, maar
met het doel om bij dit publiek in de
gunst te komen. Zij volgen het publiek
en gaan het niet voor. Waarmede
chter niet gezegd is, dat zij op deze
wijze geen leiding geven in nega
tieve zin.
De wens tot positieve leiding bij de
Russische film voorop gesteld, is dus de
inhoud steeds belangrijk als uiting van
de geestesgesteldheid die daaraan ten
grondslag ligt. In de eerste plaats valt
bij Tsjapajew" dan, in vergelijking met
de vroegere Russische films op: de
grotere bezonkenheid. Het harde
zwartwit als contrast van deugd en ondeugd,
dat is hier van revolutionair n
contraUlt de Russische documentaire
Sportporode"
revolutionair, is getemperd. De tegen
stander heeft nog een ander waarde ge
kregen dan als vijand. Hij is als tegen
stander gewaardeerd. Merkwaardig is
dat de tegenstelling tussen de beide
tegenstanders, de rode en de witte aan
voerder, hier bijna steeds is komen te
liggen tussen het onbeheerste, primi
tieve karakter van de volksheld Tsjapa
jew en de verfijnde cultuur bijna
naar het decadente gaande, maar nooit
tot caricatuur gemaakt van de
tegenstander.
TTUSSEN de uitersten van verfijning
Aen primitiviteit staat?niet in het
verhaal, maar als potentie de Rode
Commissaris. Wat betreft de wens tot
beïnvloeding van de grote massa is
deze figuur en de verhouding van de
beide mannen: de volksheld Tsja
pajew en de Rode Commissaris
Foermanow, het belangrijkste. Op dit punt
heeft het overigens episch behandelde
gegeven af en toe een bewust psycho
logische inslag verkregen. Hier botst
het intuïtieve maar onbeheerste aan
voerderstalent van Tsjapajew op de
verstandelijke beheersing van de situa
tie door Foermanow, welke men als de
verpersoonlijking van het proletarisch
intellect tegenover de onbeheerste moed
zou kunnen zien. Wij zien Tsjapajew
langzamerhand door hem gevormd en
gewonnen worden en een hechte
vriendschap groeien tussen deze twee
zo verschillende mannen. Nergens is
daarbij de volksheld gespaard, zonder
nochtans ook maar ergens de grootheid
van zijn figuur aan te tasten. Inderdaad
is hier eeV^aer knap stuk werk ver
richt, dat zijn'hoogtepunt vindt in de
scènes om de plundering door
Tsjapajew's mannen en Foermanow's in
grijpen en het, zonder enige sentimen
taliteit gegeven, afscheid van de beide
mannen. Typisch voor de geest van
de film is hier het onmiddellijk stellen
van de consequentie als Tsjapajew
omgedraaid is en alle plundering cate
gorisch verboden heeft en Foermanow
de vraag stelt: Maar hoe komen wij
nu a&<* het nodige voedsel ?" Eerst
veel later en bijna onbemerkt komt
n van de boeren vrijwillig een zak
meel aan de veldkeuken afleveren. Ook
dit zou vroeger heel wat nadrukke
lijker getekend zijn.
Met de bezonkenheid in dit opzicht
heeft de film men zou kunnen
zeggen: uit.de aard der zaak stellig
een deel van de oude bekoring van de
Wat films aangaat, is Piet zoo dom niet,
hij weet, waar men steeds hem iets goeds biedt
en dus gaat hij naar
DE UITKIJK, alwaar
hij DE LAATSTE MILLIARDAIR ziet
Russische films ingeboet. De felle
monumentaliteit van deze eerste films
vinden wij in Tsjapajew" evenmin
terug als het phaenomenale spel, dat
wij ons uit deze eerste periode herinne
ren. Mét de grotere geestelijke be
zonkenheid en het verliezen van de
hoogste spanning uit de periode na
de revolutie is ook de techniek hier
geconsolideerd op een hoog, zij het ook
niet het hoogste peil.
TJ1 EN verrassing echter leverde de
?*"* anoniem als documentair" ge
presenteerde Sport-parade op het Rode
Plein te Moskou op 30 Juni 1935. Een
half uur lang heeft dit voorbijtrekken
van de verschillende groepen ons ge
boeid. Niet zo zeer nog door de grootse
opzet, de dicipline en de prestatie
dezer sportlieden, die op grote wagens
voetballen, tennissen, hardlopen,
athletiek beoefenen, enz., dan wel door de
technische beheersing en de artistieke
visie, waarmede dit alles is verfilmd.
In de eerste plaats zien wij hier een
van het begin tot het einde volgehouden
blanke toon, welke het geheel bijna
uit de materie" en tot een hogere
werkelijkheid" brengt. In de tweede
plaats een meespelen" van de camera,
waardoor de bewegingen van de groe
pen, het toe- en uitvloeien van de
figuren, wordt overgenomen, versterkt
en vervolmaakt tot een schoonheid
welke stellig moet uitgaan boven de
op zich zelf reeds imposante wer
kelijkheid.
Als men de laatste tijd wel eens
geneigd was te twijfelen aan de mo
gelijkheden van de film als filmkunst,
dan is dit stukje journaal" in staat
deze twijfel weer voor geruime tijd op
zij te zetten, omdat hierdoor bewezen
wordt welke mogelijkheden hier inder
daad aanwezig zijn.
Dat een foto, welke ook maar enigs
zins een indruk van de schoonheid van
deze film kan geven, ontbreekt, is te
wijten aan het gemis van de prachtige
blanke toon op de beschikbare foto's
en aan de onmogelijkheid de schoon
heid van de beweging door middel van
een foto weer te geven. Dat de foto op
dit punt geen indruk van deze film
vermag te geven, pleit zonder meer
voor de film als zodanig. Overigens
schijnt dit laatste even natuurlijk, als
het zelden voorkomt.
D. C. VAN DER POEL
TIROL
in woord en beeld
l R is een tijd geweest dat win
tersport" synoniem was met
Zwitserland". Nóg zijn deze
twee begrippen nauw verbonden, maar
men doet het land van Teil geen on
recht als men constateert dat het niet
langer het Europeesch monopolie voor
wintertoerisme heeft. De laatste jaren
is o .a. Tirol steeds meer op den voor
grond gekomen, zonder dat alle merk
waardigheden van land en volk hier
door ook maar bij benadering de be
kendheid hebben verkregen die zij en
niet alleen voor den beoefenaar der
wintersport verdienen. Want Tirol
is niet alleen een land vol
natuurschoon in alle seizoenen, het is ook een
heerlijk oord voor den minnaar van
kunst en oudheden, van geschiedenis
en volksgebruiken. In de
propagandalectuur van reisbureaux en
vereenigingen voor vreemdelingenverkeer wordt
hierop te weinig den nadruk gelegd,
zoodat de meeste reizigers in Tirol
komen zonder ook maar te vermoeden
hoeveel er wel te genieten valt. Een
zeer verdienstelijk werk heeft daarom
het Landesverkehrsamt für Tirol te
Innsbruck gedaan door de uitgave van
het groote prachtwerk Tirol; Natur,
Kunst, Volk, Leben" (448 blz. op
kunstdrukpapier met meer dan 600
illustraties, waaronder een aantal zeld
zaam mooie foto's). In woord en beeld
geeft deze uitgave werkelijk een indruk
van het land en de vele mogelijkheden
die het den toerist biedt. Men zou ieder
die er over denkt naar Tirol te gaan op
het hart willen binden, zich vooraf dit
boek aan te schaffen: het kost vijf
gulden en stelt den reiziger in staat vele
malen dit bedrag op zijn reisplan te
besparen en meer te genieten dan hij
anders zou hebben kunnen doen.
Trouwens, voor ieder die belangstelling
heeft voor natuur en cultuur van
vreemde landen is het boek den prijs
ten volle waard, en als het dan het'
verlangen wekt de beschreven en afge
beelde schoonheid met eigen oogen te
gaan aanschouwen, zal men achteraf
des te dankbaarder zijn voor de kennis
making vooraf op papier.
De uitvoering verdient allen lof.
F. A. R.