De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 25 januari pagina 2

25 januari 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

INDRUKKEN VAN EEN HOUSE PARTY EEN van de merkwaardigste uitingen van de religieuze wederopleving in onze dagen is de Oxfordgroep. Deze Oxford groep heeft niets te maken met de zoogenaamde Oxfordbeweging, die een strooniing is in de Anglicaansche kerk, die toenadering zoekt tot de Roomsch-Katholieke kerk. De Oxfordgroep ontleent haar naam aan de toevallige omstan digheid, dat de eerste bijeenkomsten in Oxford plaats vonden. De. Oxfordgroep streeft naar een levend Christendom, dat de eenvoudige leerstellingen, die door de eerste Christenen werden verkondigd, in het centrum van het religieuze leven wil plaatsen. De Oxfordgroep heeft waargenomen, dat de simpele waarheden van ieder geloof, dat wij menschen met al onze krachten er naar moeten streven God te dienen en dat God van ons verlangt, dat wij onze medemenschen zullen dienen, veelal verstard en bevroren zijn door kerk, vormendienst en dogmatiek. De groep wil het levende water van dat simpele geloof weer doen vloeien, zonder zich tegen kerk, vormendienst of dogmatiek te keeren. Men kan niet tot de Oxfordgroep toetreden. Er bestaat geen lidmaatschap, geen contributie, een insigne of zetel eener vereeniging". tatuten heeft zij niet. Het is een naam voor een vereeniging van menschen van alle standen, beroepen en vakken, uit allerlei landen, die de leiding van hun leven aan God willen over geven. Er bestaat geen kerkheerschappij, geen tempel. De groep heeft geen bezittingen. Aangetrokken door deze eenvoudige grond gedachte heb ik onlangs gevolg gegeven aan een vriendelijke uitnopqiging, een deel van de beide Houseparties, die onlangs in Oosterbeek zijn gehouden, bij te wonen. Ik ben door die bijeenkomsten gesticht en versterkt in mijn religieuze leven, al ben ik niet tot de Groep bekeerd. VERSCHILLENDE gebruiken op een Houseparty herinneren aan gebruiken in de Roomsch-Katholieke Kerk en bij het Leger des Heils. Protestanten, die voor iedere her innering aan de Roomsch Katholieke Kerk bevreesd zijn en zoo zijn er wel doen dus beter een House-party te vermijden. Na een gebed of een bijbellezing houdt de Oxfordgroep, wat zij noemt een stille tijd", waarin de deelnemers leiding van God trachten te ontvangen en na hun stillen tijd gevoelen zij de behoefte te getuigen van de leiding, die zij gekregen hebben en van hun voornemen om hun leven te beteren. Een onbevooroordeeld buitenstaander kan niet anders dan het onmis kenbare feit constatêeren, dat deze handelwijze althans vele aanwezigen een religieuze bevre diging geeft en ze versterkt en opgewekt de bijeenkomst doet verlaten. Dat alles herinnert levendig aan de Roomsche retraite en de Roomsche biecht, met dien verstande, dat daar de leiding in handen is van geestelijken en niet van leeken. Het aantrekkelijke van deze bijeenkomsten is, dat de veelal sluimerende of bevroren belang stelling gewekt wordt voor religieuze problemen. Het doet eenigszins vreemd aan een zoo groot gezelschap van menschen, die elkaar slechts zoo weinig kennen, gedurende eenige dagen over bijna niets anders dan over religieuze problemen te hooren praten. Maar is het wel beschouwd niet nog vreemder, dat men in zooveel andere gezelschappen x>ver alles praat, behalv.e daarover? Er heerscht op deze bijeenkomsten een opgewekte, onbezorgde stemming, die mij aan het zoo aantrekkelijke jolig Christendom van Mr. Th. Heemskerk deed denken en die op menige godsdienstige bijeenkomst ontbreekt. Het overgroote deel van de bezoekers bestaat uit belijdende en niet-belijdende Protestanten. Sommigen vinden hier, wat zij in de kerk blijkbaar missen, een simpel geloof, dat niet verstard is. Anderen, die hun geloof verloren hadden, vinden dat hier, in een simpelen vorm, die hen bevredigt, terug. De House-parties willen de kerken niet ver vangen. De zoogenaamde deeling" van de kruq brut t. ? / > ti.n Oxfordgroep vervangt niet de biecht van een JRoomsch-katholiek. Een Roomsch meisje, trouw bezoekster van de House-parties, gaat altijd eerst naar de mis. Zij verklaart, dat haar geloof door de House-parties wordt versterkt. Het is aangrijpend een ouderling van de Ned. Hervormde Kerk te hooren verklaren, dat hij 's ochtends hoogst verontwaardigd was over de eenigszins primitieve catechisatie, geleid door een jurist en een predikant, doch dat hij in zijn stillen tijd tot het inzicht was gekomen, dat er meer ware vroomheid school in deze catechisatie, dan veelal bij hem in de kerk. Een theologisch hoogleeraar verklaarde wel eens den wensch in zich te voelen opkomen, dat alle kerken zouden afbranden, opdat het eenvoudige geloof niet meer begraven zou kunnen worden onder kerk, eeredienst en dogmatiek. De House-parties stellen deze waarheid voor op, die ook door iedere kerk zal worden aan vaard, dat het innerlijke beleven belangrijker is, dan de eeredienst. Ik ben wel eenigszins bevreesd, dat de leiders van de groep uit het oog verliezen, dat in iederen eeredienst, de liturgische handeling ook niet het essentieele is, maar slechts het middel om, zooals de Roomsch-Katholieken dat uitdrukken, door het zichtbare tot het onzichtbare te komen. ER schuilen in de House-parties van de Oxfordgroep een aantal gevaren, die zeer hooge eischen stellen aan de leiders. Ik kreeg den indruk, dat de leiders aan die eischen beantwoorden. Er is het gevaar van autosuggestie en dat van massa-suggestie. Ik weersta de verleiding' enkele voorbeelden te noemen, die bij degenen, die nooit op een house-party waren, een ver keerden indruk zouden wekken. Mij wilde gedurende alle bijeenkomsten maar niet uit de gedachte de titel van een preek van Sören Kierkegaard, die ik jaren geleden heb gelezen, en die ongeveer luidt Pas op, God laat zich zoo gemakkelijk bedriegen", waarmede natuur lijk niet bedoeld is, dat God werkelijk bedrogen kan worden, maar slechts, dat wij menschen ons zoo gemakkelijk wijs maken, dat wij God kun nen bedriegen. Het voor de hand liggende gevaar, dat de aanwezigen zouden vervreemden van hun kerk, zonder dat de House-party het gemis zou kunnen vergoeden, leek mij niet aanwezig, omdat ik niet den indruk kreeg, dat een House-party iemand van zijn kerk zal vervreemden. Ook bestaat het gevaar, dat de Oxfordgroep in zooverre het karakter van menige kerk zou aannemen, dat haar aanhangers soms geneigd zouden zijn te meenen, dat zij over het monopolie van den weg naar God zouden beschikken. Een Christelijk-Historisch burgemeester ver klaarde, dat men over de toekomst van Neder land onbezorgd zou kunnen zijn, indien onze regeering de leiding van God zou willen aan vaarden. Hoe is het mogelijk, vroeg ik mij af, dat iemand, die eenigermate een geestverwant is van Minister Colijn, er aan kan twijfelen, dat deze tracht Gods leiding te volgen. Ik zie in het optreden der Oxfordgroep een religieus réveil, zooals dat te vinden is in het verzet der profeten onder Israël tegen de priesters, in het optreden der eerste Christenen tegenover de Heidenen, in de Hervorming en ?n het Réveil in de vorige eeuw in ons land. De kans, dat uit zulk een réveil iets goeds voort komt, zelfs voor degenen, die aan de oude leer blijven vasthouden, is grooter, dan de gevaren, die aan zulk een actie onvermijdelijk verbonden zijn.,Ik hoop het althans. Ook wie, zóoals ik, het geloof van de Oxford groep (althans in verschillende opzichten) niet kan deelen, wie de gevaren inziet en twijfelt aan de hoog gespannen verwachtingen omtrent de tébereiken resultaten (bijvoorbeeld aan de verwachting, dat zoowel Roomsch-Katholieken als Gereformeerden zullen meewerken) moet wenschen, dat hij over dat geloof, dat bergen verzet, zou beschikken en dat zijn twijfel zou worden beschaamd. . Elk moet op zijn plaats het simpele doel van de Oxfordgroep, God en zijn medemenschen te dienen, nastreven, naar zijn eigen aard, naar zijn eigen geloof en naar zijn eigen traditie. Dit heb ik althans van mijn House-party meegekregen, dat men van tijd tot tijd van zijn geloof in het openbaar moet getuigen. , A. C. JOSBPHUS JlTTA PAG. 2 Di GROENE N«.3060 Xa denZdood van Koning George .TTET tl *« Koning Edward VIII morgen kwam. het Bri\ Ka was een on schouwspel voor L tot laat in den verdrong zich de menig straat, waar het anderski twaalf leeg en verlaten is. eerste uren van den bericht van 's Koning*. lijden. Ieder Engelschman voelt dat als een soonlijk verlies. Koning George was daarom z zonderlijk geliefd, omdat hij in alle opzicht gewoon en worm-voelend mensch was. Zijn p berustte niet op uiterlijk vertoon maar op dien finieerbaren innerlijken samenhang met het van den dag op een wijze, echter, die steeds het strijdgewoel uitgaat zooals die in de konin traditie tot uiting kan komen. Het is wel in zeer bijzondere omstandighede Edward VIII zijn vaders nalatenschap aanu Nooit te voren, sinds den wereldoorlog, hebb onheilspellende luchten zich opgestapeld zeeën, die hier, en in het Verre Oosten, het Rijk omspoelen. En op het vasteland van E schijnt de Vrede een glazen huis betrokken te Al speelt als richting-gevende factor het l schap geen enkele rol in Engeland (en, naar gelsch voorbeeld, in geen enkele monarchie moderne constitutie), de wijze waarop de zijn persoonlijke taak opvat, is wel degelijk van en van beteekenis voor de politiek. In nationaal, wel als in internationaal opzicht. De jonge Koning heeft in deze dingen twee f a mé. De opnieuw bevestigde macht van het Bri Rijk. En de Koninklijke traditie. "ENGELAND is het eerste land geweest, dat *-* boven de crisis uit geworsteld heeft. Het is minste een goed eind op weg om te kunnen z< dat de groote depressie een periode is geweest, <. het verleden behoort. Er is een tijd geweest, dat velen spraken over ,, ondergang van het Britsche Rijk". Engeland sl\ afzijdig tegenover de Europeesche gebeurteti, Economisch liet het zich door Amerika overvleuy De onderlinge gehechtheid van de Rijksdeelen * aan verband te verliezen. Van militaire m, ontwikkeling deed men afstand, in de ijdele daarmee den Vrede te kunnen: consolideer en. Wij hebben nooit behoord tot de profeten ven ondergang. Integendeel, vaak genoeg hebben de kolommen van dit blad gewezen op de pr* levende, maar niet materiëele krachten, die et merden in het Engelsche volksleven en in de ir si ties van het Britsche Rijk. Vanzelf zijn die kr weer naar voren gekomen. In economisch, llllimillHllllllimilllllllllmilllllUlllllllllimmilllllllllllHlllllimilllllllllKlld George V it\ u als in politiek opzicht. In de buitenlandsche politiek staat Engeland og een leidende plaats. De wonderbaarlijke ontplooiing van den Volkenbond is daar het bewijs van. Opnieuw is de macht van Groot Brittanni een dirigeerende factor in de wereldgeschiedenis geworden. Dat is niet gebeurd van boven af, niet doordat aan de wereld eenvoudig een wil is opgelegd. Maar doordat de groeiende wereldorganisatie voelde dit leiderschap noodig te hebben. Juist dit leideriKap het democratische omdat uiteraard de ontwikkeling van een wereldorganisatie haar beslag slechts krijgen kan volgens dezelfde, mis schien nooit volledig te omschrijven -principes van gelijk recht voor allen, volgens dezelfde principes die in Engeland het stevigst verankerd liggen, en het langst. Wat of overigens de oorzaak geweest mag zijn van dit zich scharen onder Britsch leiderschap, het feit is er dat de vrede-willende wereld de macht van Engeland te hulp riep, en dat die macht er was. SEHALVE deze macht, behalve de herstelde kracht en het groote aanzien van het Britsche Rijk, heeft de jonge Koning dien t weeden grootenfactor mé, die'in Engeland de traditie vormt. Tegenover die traditie speelt dépersoonlijkheid van den monarch wel degelijk een'rol..: Aan zijn optreden, aan zijn tact is het overgelaten om van de traditie iets doods te maken, of een levende kracht in den Staat. Verstart de traditie tot vormendienst, dan kan er geen kracht van uitgaan. Leeft zij, dan kan de jonge vorst er een blijvende populariteit en een grooten, persoonlijken invloed uit putten. In velerlei opzicht is in het Engelsche volksleven, towel als in de Instuties van Staat, de traditie een vendelement. Zelfs zoozeer, dat wat elders geschreven echt is, of een nauwkeurig beschreven en voorgehreven Staatsinstelling, daar slechts op traditie rust. Een Grondwet, in onzen ztn, bestaat niet in ' iand dat df bakermat is van de Constitutioneele ?e. Toch is de hechtheid van instellingen er zeker niet der groot dan elders. Waarschijnlijk zelfs grooter. deze tijden dat iedere stabiliteit der wereld ft te ontzinken, in het bedrijfsleven evengoed f, de politiek, kan hel zijn nut hebben nauwkeurig ie 'letten op den innerlijken cultus der Traditie, die Engeland te zien geeft. In de vorige eeuw heeft de toenmalige Europeesche wereld de constitutioneele staatsinstellingen uit Engeland geïmporteerd het zou kunnen zijn, dat zij daarbij iets heeft vergeten. Als excuus mag gelden, dat dat een goed is, dat nu eenmaal niet te importeeren valt en dat, wanneer het eenmaal historisch is gegroeid, met tact en wijsheid '?handeld dient te worden. M. K. luMiiiiiiiiitniMiiiiiiiiiiiiiiiiimtiMiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiii'iiiiiiiimiiiiiimii nm VROEG A EN NU s s i TjET is niet zonder schroom dat een _/jJ als die welke Braakensiek nu een releeuw geleden bij het verscheiden Edward VII, den vader van den thans gesi Engelschen Koning, op steen bracht, in huidig tijdbestek gereproduceerd wordt. Zelfs als. historische curiosa blijken dery reminescenties aan een geesteshouding, die een vorige generatie volkomen refue was,\ dezen tijd heftige reacties te kunnen wekk Dat is in meer dan een opzicht merkwa, Het wijst er vooreerst op hoezeer nerveus geit en weinig tot rustig overleg en vergelijking geü\ de atmosfeer is, waarin wij te ver keeren ei op de gebeurlijkheden van het leven te be'< hebben. Er blijkt tevens uit, hoezeer wij ons Ver g i, als wij ons zelve en anderen trachten wijmaken, dat het door gebrek aan gematigdha eerbied voor den goeden vorm en de wetten openbare wellevendheid is, dat wij bij vaderen ten achteren staan, en hetgeen wij den goeden ouden tijd verloren door g> interpretaties, als den laatsten tijd opgeld zouden kunnen herwinnen. Thans trachten onze couranten om strijd] het vredig einde van een lang en welb vorstenleven, dat meer reden zou geven tot en erkentelijk gedenken, ons in een rouwte doen opgaan door Dinsdags te melden dat stralende dag de\somberheid niet vermag te ne liseeren, die honderdduizenden zwarte dassen i i TlMMlmlIllimimimillllllllllMllllimillHimilllllMlimilHIIHIIIIimillHIIIIIII' Londen verspreiden, en Woensdag naievelijk Ze vervolgen dat alweer een loodgrijze dag" is aangebroken om die somberheid te accentueeren. Reeds vroeg was Edward VIII op om een oogenblik te trachten zijn groot verdriet te ver geten," zoo doen zij ons kond en zelfs de smarten van 's Konings hond worden ons niet bespaard. Eertijds reageerde men op een soortgelijke gebeurtenis met een commentaar, waarvan zelfs de nuchter s ten onder ons zich thans afvragen of het wel heelemaal pas gaf. En bij de troonswisseling, die Edward VII aan het bewind bracht, vermat de heele wereldpers zich zelfs glossen te debiteeren op diens niet over-solide verleden, waarvan de onschuldigste nog was dat men den jongen Koning op een lommerdbriefje aan 'jn kroon attendeerde, en die thans alom den auteurs op verre van malsche veroordeelingen wegens beleediging van een bevriend staatshoofd zouden komen te staan. Quanta mutatiörerum! En toch.... verraadt zich niet juist een zekere barbarij in de wijze waarop de hedendaagsche journalistiek zich op een materie als de onderhavige werpt en haar uitbuit met fotografische indiscreties en aan hysterie grenzende sentimentaliteiten? En is de schroom om tegen een dergelijk onwaardig geteem vierkant stelling te nemen niet een der vele uitingen van een trai des clercs" die een geheele cultuur aan ondergang dreigt prijs te geven? D. \ iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiniMiiiiiHiiiiiitiiiiiiMiHiniiMii1 !.3 DE GROENE No.3060 i | IN GÊNEVE is er een korte pauze in de werkzaam heden geweest, door den dood van den Engelschen Koning. Daarna zijn de loopende zaken, die op de raadstafel ter behandeling lagen, in snel tempo afgehandeld. Men zou kunnen zeggen: met ietwat versnelden polsslag. De sancties zijn en marche".... et rien ne les arrêtera? Dat is te veel gezegd. Er is wel dege lijk een retardatief moment. Toch hebben de zaken een andere wending genomen, dan men eerst ver moedde. Een oogenblik bestond de vrees, dat niet alleen het overlijden van Koning George, maar ook het duidelijk zichtbare einde van het kabinet-Laval de oorzaak zouden zijn van een besluit de zitting van den Raad maar op te schorten. Eden gaf echter te kennen dat hij niet naar Lon den zou gaan voor het einde van de week. Laval toog wel-is-waar naar Parijs om te zien of er nog iets te redden viel, maar stond den Franschen zetel zoolang af aan Léger, den secretaris-generaal van Buitenlandsche Zaken. De Abessynische aangelegenheid was werkelijk niet voor uitstel vatbaar. Trouwens, dat was niet het eenige punt van de agenda. Litwinof vroeg de aandacht voor het diplomatieke geschil dat de So v j et-Unie heeft met Uruguay. Zijn argumenten, dat Uruguay de relaties op zeer lichtvaardige wijze verbroken heeft, waren ongetwijfeld steekhoudend. Maar de Abessynische kwestie was toch het punt, dat de gemoederen het meest bezig hield. Vooral omdat in Abessyniëde Italianen, in het Zuiden, werkelijk eenige successen konden boeken. De Raadscommissie-ad-hoc, dat wil zeggen: alle leden behalve Aloisi, beslisten dat er op dit oogenblik geen uitzicht op vrede was; dat derhalve de sancties voortgang zouden hebben en hun uitbreiding onder het oog gezien diende te worden. De Commissie van Twaalf moet nu de technische mogelijkheden van petroleum- en ijzer-sancties onderzoeken en daar over rapport uitbrengen. Hierdoor zijn twee dingen bereikt: In de eerste plaats: dat de petroleum-kwestie op een objectieve wijze op het tapijt gebracht is, die geen ruimte openlaat van kwaadwillige intrepretaties aangaande de bedoelingen van sommige landen die inzake de sancties onwillekeurig een zeker lei derschap op zich hebben genomen. In de tweede plaats: dat er een kort, maar enkel door technische oorzaken geboden uitstel in de toepassing van deze netelige sancties is gekomen; een uitstel dat natuurlijk wél gedoogt dat Italiëb.v. onverwachterwijze bijdraait, maar niet, dat nog langer politieke sabotage op dit punt waarschijn lijk is. TE LONDEN is de Prins van Wales zijn vader opgevolgd. De troonsbestijging van Edward VIII is in de City met middeleeuwsche praal door herau ten afgekondigd. Zonder overdrijving kan men zeg gen dat het Engelsche volk oprecht over den dood van Koning George treurt. De genegenheid voor den vorst was in aller harten geworteld; met poli tieke partijgevoelens had dat niets te maken. Een band, die daar geheel buiten staat, bindt het geheele volk. En men neemt aan dat Koning Edward VIII er in zal slagen even snel als zijn vader den weg naar het hart van zijn volk te vinden. Men verbaast zich er over, in de gelijkmatigheid van het leven in Engeland, zulke sterke en sterk tot uitdrukking gebrachte gevoelens aan te treffen. HET POLITIEKE LEVEN IN FRANKRIJK is verre van gelijkmatig. Laval kwam tot de conclusie dat dit leven, na de demissie van de radi cale ministers, geen aantrekkelijkheid meer voor hem had. Tezamen met zijn getrouwen, dus met alle meer-recht -staande ministers, overhandigde hij den President der Republiek zijn ontslag. Een geheele rij meerdere en mindere grootheden, Herriot voorop, heeft reeds bedankt voor de twij felachtige eer de zaak tot de verkiezingen voort te zetten. Om Laval maar te weren zijn de socia listen nu bereid gevonden een democratisch minis terie te steunen, maar men spreekt óók van een Radicale minderheidsregeering. Zeker is er nog niets, ook niet of een nieuwe formatie niet bij de eerste ontmoeting .in de kamer zal vallen. Het blijkt wel heel duidelijk dat de constitutioneele onmogelijkheid om desgewenscht tot een Kamer ontbinding over te gaan, een groote handicap is voor een gezond politiek leven in Frankrijk. Kende men daar deze instelling wél, dan zou men niet zoo lang nog hebben door-geziekt. ''AG. 4 DE £ft DE KERKSTRIJD in Duitschland dreigt in een ontijdig compromis vast te loopen; juist nu in het buitenland voortdurend het besef toeneemt voorde immoreele basis, waarop het bewind staat, schijnt de R.K. kerk en de meerderheid der belijdenisbeweging murw gebeukt te zijn en is het slechts de kleine protestante groep rondom Niemöller, Barth en Asmttssen die den principieelen strijd volhoudt en wel tot kerkafscheiding zal moeten overgaan, waarbij te vreezen staat dat zij een martelaarskerk zal worden. De Katholieken hebben moeten kiezen tusschen dit compromis en verdere processen, die hen bij de eenzijdige dagbladvoorlichting onherroepelijk zwart dreigden te maken: nog meer deviezen-processen en vooral hoogverraad-processen, gemakkelijk te construeeren uit de in beslag genomen correspon dentie met het Vaticaan. De Protestante bisschoppen nemen er genoegen mee, de leiding over te geven aan de kerkcommissies waarin zij vertegenwoordigd zijn of aan personen die in den kerkstrijd tot nu toe niet op den voorgrond zijn getreden. Is het een wonder, dat in ons land het thema voor den komenden Zondag, die bij de vrij zinnige kerkgenootschappen en groepen gewijd is aan de eenheid van oudere en jongere generatie, ditmaal is Christelijke weerbaarheid"? EVENALS ONZE HOOFDREDACTEUR heeft professor De Savornin Lohman bezwaar ge maakt (tegen het zonder onderscheid toepassen van het spreekverbod voor vreemdelingen over politieke onderwerpen. Zijn vragen aan de regeering zijn echter zoo netjes geformuleerd, dat er niet voor een man van internationale reputatie als lord Cecil gelegenheid komt zich uit te spreken over iets wat een land, dat tegen ons (evenals alle andere Volkenbondsleden) een oorlogsdaad heeft begaan, on aangenaam zou kunnen zijn, maar wel voor een onbekende grootheid die eens flink van leer wil trekken tegen de Russische geloofsvervolgingen. Wij voor ons meenen, dat er voor beide soorten sprekers gelegenheid moet zijn: aantal en qualiteit van het publiek zullen dan verder wel het belang van de zaak uitwijzen. Maar de discriminatie van den Utrechtschen staatsman is nog net een beetje gekker dan de automatenpolitiek der regeering. INDIE DREIGT VERGETEN TE WORDEN ' hier te lande, gebukt als wij gaan onder onze eigen zorgen. Toch mag een voogd, die zelf zorgen heeft, daarin geen excuus vinden om minder aan dacht aan een in moeilijkheden verkeerende pupil te wijden* Evenmin mag het uitblijven van ecla tante gebeurtenissen overzee (of het langzaam doorgeven van berichten) tot de gevolgtrekking lei den, dat het ,,dus" nog wel gaat. Het gaat er niet goed, en dat de ellende niet omslaat in wanhoopsuitingen bij de bevolking, ligt niet alleen aan het passieve fatalistische en zachtaardige gemoed van de Indonesiërs en aan het strenge stelsel van verboden en spionnage, dat alle be weging" bij voorbaat onmogelijk maakt. Zoowel uit Oost-Java en Madoera als uit Cheribon komen berichten, waaruit met een euphemistischen term tot voedselschaarschte" valt te concludeeren, die echter dicht bij hongersnood" ligt. Het officieele" levensminimum van 2*/z cent per man per dag is niet alleen voor voedsel onvoldoende, om van kleeding maar te zwijgen, maar wordt boven dien niet eens altijd bereikt: er zijn b.v. heel wat gezinnen van meer dan drie personen die in .het Kedirische van een dagloon van 6 cent moeten leven: n portie rijst is voor velen onbereikbaar: boombladen en .vezels en wilde knollen worden ook gegeten. Eén der gevolgen is een onrustbarende toeneming der tuberculose, waaraan 20 a 25 pCt. der inheemschen schijnt te lijden. En het ergste is, dat er voor deze massale ellende geen enkele direct remedie is: Als thans alle Europeanen hun volle salaris beschikbaar stel den, zou er waarschijnlijk nog honger zijn", zegt een particuliere briefschrijver in de N. R. C. en er is nog voortdurend een begrotingstekort. De eenige red ding is gelegen in een opleving van de cultures. welke echter van de wereldmarkt afhankelijk zijn. (Slot volgende pagina) amsferdam d <- n He

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl