De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 1 februari pagina 2

1 februari 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

FRANKRIJK IN DE BRANDING Mr. M. Karw SARRAUT is er, na Lavai's verdwijnen, in geslaagd een behoorlijk kabinet samen te stellen. De sociaal-radicale (wij zouden z;ggen: vrijzinnig-democratische) Senator was daartoe de aangewezen man. Hij staat uiteraard niet zoo scherp op den voorgrond als Herriot, die tenslotte de man was die Laval liet tuimelen, maar Sarraut geniet toch een grooten invloed. Vooral in de provincie, waar zooveel radicale kiezers wonen. Zijn broer is de uitgever van het zeer invloedrijke ZuidFransche blad, de Dépêche de Toulouse. Zijn verdere medewerkers in dit ministerie, welks eerste doel is Frankrijk den weg van nieuwe ver. kiezingen op te voeren, zijn allen oude rotten. Pietri, voor marine, Flandin, buitenlandsche zaken, PaulBoncour, volkenbondsaangelegenheden, en de onaf hankelijke Mandel, de knapste kop en energiekste figuur uit het vorige kabinet, wederom voor P.T.T. Het is te hopen dat Sarraut, zelf senator, de Fransche Eerste Kamer zal kunnen bewegen een kamerontbinding en vervroegde verkiezingen goed te keuren. In het Fransche constitutioneele systeem heeft noch de regeering, noch de President, het recht tot zulk een stap over te gaan, tenzij de Senaat hier toe meewerkt. Deze instelling is bedoeld om een zekere stabiliteit in de hand te werken; zij bereikt juist het tegendeel. Reeds sinds meer dan een jaar is het duidelijk dat nieuwe verkiezingen noodig zijn. In gewonen doen zullen die pas in Mei worden ge houden, ledere maand vervroeging beteekent echter winst. Het is noodig dat de parlementaire verhoudin gen zich opnieuw en duidelijk afteekenen. LAVAL heeft feitelijk de gewichtige vraagstuk ken, die zich vóór en gedurende zijn bewind voordeden, niet aangekund. Hij heeft zich door een soort nuchtere eerzucht laten leiden, die hem er toe dwong links en rechts beloften te doen om maar tot een oplossing te komen. Wij hebben dat reeds gezien in het Abessynische conflict. Zijn eerzucht reikte ver: hij zou het Duitsche vraagstuk" hebben willen oplossen. Hij had graag in de geschiedenis de plaats ingenomen van den man, die voorgoed de Fransch-Duitsche tegenstelling overbrugd had. Niet, dat hij, zooals Herriot, ver trouwd was met de Duitsche beschaving. Over het geheel was hij niet iemand, die in Kunsten en We tenschappen belang stelde. Maar juist dit gaf hem de driestheid een taak aan te pakken, die ieder ander als hopeloos ter zijde zou hebben gesteld.Tegenover Duitschland volgde hij een uiterst vergevensgezinde politiek. Het accoord van Stresa en de ingebreke-stelling te Genève, dat was wel het minste wat hij doen kon ter bevestiging van Frankrijks rechten. Daarna heeft het aan geen pogingen ont broken, van hem noch van Poncet, den Franschen ambassadeur te Berlijn, om met Duitschland tot een accoord te komen. Men kwam aldoor goed op gang, met praten en polsen ??en dan kwam men telkens weer niets verder. Geen wonder; de Duitsche bui tenlandsche politiek wordt bestuurd door een dualiteit van machten, door de traditioneele diplomatie, die conservatief maar fatsoenlijk is en zich niet uit het Auswartige Amt laat verjagen, en door de nationaalsocialistische dictatuur, die zichzelf de achterdeur naar den Frischfröhlichen Krieg wil en moet open houden. Vandaar dat men nooit opschoot, en nooit op schieten kón met het invoegen van Duitschland in de bestaande of nog te ratificeeren onderlinge garan tie-verdragen. Daar kwamen dan steeds van Duit sche zijde chicanes op de proppen: tweezijdige nietaarivalsverdragen zouden toch beter zijn. Nog steeds had Laval, die persoonlijk zoo goed met een man-uit-het-volk als Mussolini kon opschieten, gedacht het ook met Hitler te kunnen klaarspelen. BOLS fa vijftien vijf en zeventig Werd al van Bolt gesproken; Drie honderd icstig jaar gelee Wat Bok al aan het stoken. Waarom, de héle wereld door, 't Product loo'n groot tucees is? Omdat de Ondervinding" ook Bij BoU Leermeesteres" s. BRANDY Dat dit absoluut onmogelijk was, dat dit een zoe ken was naar de kwadratuur van den cirkel, bleek uit het feit dat Duitschland, na reeds tegen het Fransen-Russische verdrag geprotesteerd te hebben en te hebben verklaard, dat dit onvereenigbaar was met het Verdrag van Locarno, nu tegen de FranschEngelsche maritieme verstandhouding in de Middellandsche Zee ging fulmineeren. De Duitsche pers begon (men behoeft niet te raden naar de richtsnoeren van hooger hand) nu zelfs te verkondigen dat dus het Verdrag van Locarno was verscheurd en Duitschland derhalve het recht had tot her-militarisatie van het Rijnland over te gaan. Nu berust de demilitarisatie van het Rijnland in eersten aanleg op het Verdrag van Versailles, maar wat laat de Duitsche pers zich daaraan gelegen liggen ? Het was een van Laval's laatste regeeringsdaden, vóór de Raadszitting in Genève, om samen met de Britsche regeer ing (op wier garantie hij nu weet te kunnen bouwen) deze aanspraken van Duitschland den kop in te drukken. Hij gaf Poncet opdracht te laten weten, dat een nieuwe inbreuk op het Verdrag van Versailles met ,,maatregelen" zou worden beantwoord. En eenige uren later stond de Engelsche gezant met dezelfde boodschap in de Wilhelmstrasse op de stoep. Het valt niet in het bestek van dit artikel om na te gaan welken indruk deze vastberadenheid te Berlijn maakte. Wij gelooven - een grooten. En het zou ons niet verwonderd hebben, wanneer de tra ditioneele Duitsche diplomatie binnenshuis in haar vuistje gelachen heeft. De Fransche gezant had zich nl. niet laten afschepen met de bewering, dat men toch niet verantwoordelijk was voor wat er in de krant stond.... Maar dat doet er allemaal niet toe. Gebleken was, dat Laval's politiek van coulance tegenover Hitler was vastgeloopen. Het onvereenigbare was niet te vereenigen. HET was maar goed dat dat nog zoo betrekkelijk tijdig is gebleken, en dat niet de zucht om door compromissen toch nog iets te bereiken, zooals in het geval-Mussolini, Laval tot het spelen van een dubbele rol heeft verleid. Het ging hier dan ook om zijn eigen land. Laval's opvolgers, wier politieke orienteering na tuurlijk bekend was, ontveinzen zich dan ook niet, dat er, wat de verstandhouding met Duitschland betreft, nog niets is veranderd. Maar wat deert dat ? Men moet de feiten nemen, zooals zij zijn en zich niet door illusies laten troosten. Het eenig heil ligt in uitbouw der collectieve garanties; in de Volkenbondspolitiek, zooals zij nu bezig is te worden. In het Abessynische vraagstuk zal het leiderschap van Engeland derhalve nog duidelijker worden. Niet langer zal Frankrijk de politiek van Genève willen dwarsboomen. En dat niet uit hoofde van coulance, of door idealisme gedreven, maar omdat Frankrijks eigenbelang dit gebiedt. Dit was echter niet zoo snel te voorzien. Men wist niet of de sanctie-politiek werkelijk een gevaar voor den vrede zou worden, of niet. Want hoe graag men ook met Duitschland tot een accoord had willen komen, men heeft het Derde Rijk allerminst 'vertrouwd. Het zou van een algemeene conflagratie gebruik hebben kunnen maken. Nu men ziet, dat Duitschland sterk onder de impressie is gekomen van de politiek van Genève, wordt men in Frankrijk, begrijpelijkerwijze moediger inzake de toepassing der sancties. Qndertusschen hoopt men dat het niet te spoedig noodig zal blijken tot verscherping der sancties over te gaan. De nijpendste sanctie ziet men voor Italiëin den oorlog zelf. Eén ding is echter zeker, dat men met Laval's politiek gebroken heeft. Het prestige van de Fransche Republiek heeft er zwaar onder geleden. En geen enkel vraagstuk op het gebied der buitenlandsche politiek werd nader tot zijn oplossing gebracht. Dat er onder zijn bewind zekerheid is gekomen aangaande Engelands garantie voor Frankrijks veiligheid, is iets dat ondanks Laval's bewind is ontstaan. Wij hebben er al vaker op gewezen, dat deze zekerheid telkens uit de omstandigheden en de noodzaak voortvloeit. Zoo dit punt in iemands credit geboekt zou mosten worden, dan in dat van Mussolini.... In financieel opzicht staat déRegeering-Sarraut al evenzeer voor onopgeloste vraagstukken. Laval heeft met veel aanpassing, maar ook met het noodige kunst- en vliegwerk een begroeting gemaakt, die klopte. D. w.z. de uitgaven die gedekt waren, noemde hij gewone uitgaven, de ongedekte: buitengewone. Nu zit Sarraut binnen afzienbaren tijd met een kas-tekort van niet minder dan vijfillMIIIHMIIIIIHHIlmilllllllll s s i l De eer van Van Speyck NATIONAAL Herstel, het orgaan van bond van denzelfden naam, meldt ir vaderlijken toon, dien dat blad sedert eenigen l tegenover de Groene aanslaat, dat wij op wijze, die beneden critiek is, de nagedachtenis \ Van Speyck hebben aangetast. Wat is hiervan aan ? Een Engelsch schrijver had Nederlanr huldigd, omdat de scheiding van Belgiëzit] zonder eenig bloedvergieten zou hebben vol-ro ken. Een Nederlandsche krant ontstak ove' mededeeling in verontwaardiging: er is wél blo vergoten, o.a. door van Speyck. Ons blad niet anders dan spotten met de bewering, dat de eer van Nederland te na zou komen, indien' geen bloed vergoten hadden. Hoe ter wereld kan men daarin een aantastiij zien van de nagedachtenis van Van Speyck? Dat kan slechts gebeuren door een blad, het koste wat het kost, voor zich zelf het mor polie der vaderlandsliefde opeischte en dat alles op zet overal elders vaderlandslooze zeilen" te ontdekken. | Staatsgevaariijke sprookjes | r"\E sprookjes van Grimm zijn in Oostenrij] | L/ als staatsgevaarlijk verboden. Inderdaac | het is een der zegeningen" van de censuur, | Greuelmarchen" een steeds onschuldiger vor | gaan aannemen en toch niet minder i worden. IIIIIIIIIUIIIMIIIIIIIIIinillMllllltllll te stellen, het advies van den partijraad van /.D B. hebben ingewonnen. [V0e:t de regeering niet, dat de ontkenning, : overleg is gepleegd, tot misverstand .g moet geven? Overleg plegen kan trs -oowel beteekenen advies vragen (bijteelc in de bekende formule: georganiseerd jeg), als afhankelijk'zijn van de medewerking Ieen ander (bijvoorbeeld in de formule: j gemeen overleg der Staten-Generaal, voor|«nde in iedere wet). V Ifrsscrale dwaasheid ED/GOGIEK en jeugdpsychologie heben niets met leeraarschap te maken, ver; een Utrechtsche wiskundeprofessor. Deze ele Tde miskent, dat gedachteoverbrenging feund wordt door vertrouwen, en vertrouwen jbe^. ip voor de psyche van den leerling; en, lergt is, dat een knap wiskundige lang niet |d in >taat is de grondslagen van zijn wetenlp du;delijk te maken. Zonder de waarde van Lakt iik, waarop hij zich beroept, te onderitten. achten wij dit beroep als strijdmiddel i wetenschappelijke studie toch een privilege ignoranten. | Bezuiniging \ K IA den dood van Henderson is geen nieu^ | l ^1 voorzitter der ontwapeningsconferentie | noemd. Een zoo hoog salaris als hem in verbal | met allerhande representatiekosten toekwaïl l was voor een nieuwen functionaris niet noodij f geweest. En indien al, zou de activiteit van | figuur van internationaal formaat om elk kansjl f op een bewapeningsvermindering aan te grijpen] | de kosten van n enkel gevechtsvliegtuig nie | waard zijn geweest? | Wat is overleg" ? " E regeer ing deelt in het antwoord op algemeene beschouwingen van de | kamer over de begrooting voor 1:936 mede: | De meening, dat de beide vrijzinnig-democr« j i ,,tische ministers, alvorens hun ambt te aanj | vaarden, wél overleg met de politieke partij] | waartoe zij behooren, zouden hebben gepleegd] | ,.moet op een misverstand berusten. Zoodanig l overleg heeft niet plaats gehad." l Het is algemeen bekend, dat de beide vrijzinnig democratische ministers, al vorens zich beschik rilllllllllllllltllllllllMIIIHIIIIIIIIMIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIi.il tien a twintig milliard francs. Dit bedrag wordtj nog wel niet ronduit genoemd, maar ingewijder geven toe dat de regeering over dit bedrag in den] loop Van het jaar de beschikking moet hebben. Opl dit oogenblik is er geen sprake van, dat deze som-j men in Frankrijk door een leening opgebrachtl kunnen worden. Men probeert het nu in Engeland, ( maar ook de City is niet scheutig. En het is bekend, dat men daar een revalorisatie van den franc j niet ongaarne zien zou. Wil men daar voorwaart gaan stellen? Van sommige zijden, vooral van socialistischen kant, is er veel critiek op het van veel onafhanke-1 lijkheid getuigend beleid van de Banque de France, die de regeer ing in de beschikbaarstelling van crediet niet terwille kan zijn. Aan het Conseil de Régence van Frankrijks centrale credietinstelling ??een Raad van Beheer waarin traditioneele familie:; invloeden niet te miskennen zijn wordt verwete dat dit lichaam, opzettelijk en met geen ander de dan loondruk en industrieel despotisme, steef! verder doorgrijpende deflatie afdwingt. De juist heid van de beschuldiging dat de bank een priv commercieele politiek voert, mag betwijfeld den. Het Conseil bestaat uit groote zakenliedj die zich hun verantwoordelijkheid terdege bew| zijn. Zij zijn (wat er dan in Frankrijk altijd extj bij vermeld dient te worden) absoluut int lei'ien eisch zestig jaar heeft De Groene gepleit or het behoud van Jacob van Campen's ais als raadhuis. Dezen strijd hebben wij 'verloren en wij willen er niet over na bli tt er echter nog een kleine, doch onaf fe eisch. Vijftig weken van het jaar gaapt ileis op den Dam ons aan met idioten| (d" uitdrukking is van den ouden Thijm). ; weken in het jaar kijken we tegen blinde a\n en ramen die om een bezoek van i/ nwasscher vragen. (Achtste Wereldwonder is nu rijkseigenheeft een definitieve bestemming en. Laat men er nu ook een levend ler.t van maken. En als dat niet kan, het nu eenmaal slechts sporadisch tid wordt: laat men dan tenminste zorgen ft i>sche gordijnen voor de ramen hangen. l w weer over den Dam kunnen loopen s of en spinnewebben te ruiken. s I £ leid exit1 j liberale par tij blad De Vrijheid" gaat | era wijnen. Omdat het beter is, de tegen- f Ken tusschen vooruitstrevenden en be- \ pen, of tusschen werkgeversbelangen en f beginselen niet meer in het openbaar te \ Creëren? Of omdat de politiek van den \ si and toch door dik en dun verdedigd \ ioor eenige groote dagbladen? | B |»m ?iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiHmiiiiHHiiiiiiiiiiiiii iet uit een bepaald milieu, waarin een groot [Fr testanten den toon aangeeft. Van een belangensfeer is geen sprake. r het echter niet lukt om hetzij door een ie leening, hetzij door een verbetering in une.ilandschen toestand, diéhét opnemen g i oote leening in Frankrijk weer mogelijk -i wanneer het niet doenlijk blijkt op een of :e in de behoeften der schatkist te voor al zelfs de zg. dictatuur van de Banque ce den franc niet op peil kunnen houden. }de geenszins gezegd wil zijn, dat onher«tevaluatie op komst is. Het kan zijn, erkiezingen leiden tot herstel der politieke |t, tets dat de economische stabiliteit en p' van t et crediet ten goede kan komen. ei t hebben wij immers niet lang geleden fcelijks gezien! !"-ende Fransche regeer ingewacht een taak. De belangrijkste vraagstukken iet:- en buitenlandsch politiek belang zijn [onopgelost gebleven. De rust in het land <iltijd te wenschen over. De fascistische vormen wel geen ernstig, gevaar. (het zal de grootste regeerkunst eischen rst door de branding te loodsen om g de groote vraagstukken te kunnen HET IS NU DRIE JAAR, DAT HITLER aan het bewind is. Van al Hitler's beloften, zijn er twee in vervulling gegaan. Hij heeft Duitschland van de heerschappij" der Joden verlost een heldenfeit waaraan wij te dezer plaatse en op dit oogenblik geen woorden meer zullen vuil maken. En hij heeft Duitschland weer gemaakt tot een gevreesde militaire macht. Op alle andere punten heeft hij gefaald. Over den ontwikkelingsgang, dien het geestelijk leven er in die drie jaren heeft doorgemaakt in leeken-zin en in religieus opzicht zijn wij voldoende ingelicht. De ontwikkeling van het economisch leven liep daar mee parallel. Het is waarlijk geen toeval, dat dit n oorzaak heeft: de voorbereiding tot strijd. De ver afgoding van het zwaard is een slechte leid-ster l Eerst heeft Hitler inzake de werkloosheidsbe strijding successen kunnen boeken. Schijnsuccessen. De verhonderdvoudigde industrieele bedrijvigheid die de voltooiing van een reusachtig oorlogsapparaat tot doel had, onttrok het bloed daar, waar tenslotte het lichaam van het Duitsche volk het 't meest noodig had. Grondstof fennood is daar het gevolg van. Nu vreest men in en buiten Duitschland dat men als uiterste redmiddel naar de niet voor niets gebouwde oorlogsmachine zal grijpen. Koloniale expansie is de laatste stroohalm van berooide dictatoren. Maar daartegenover groeit het inzicht (aan anderen spie gelt men zich zacht) dat juist het bestaande tekort aan materialen Duitschland, in geval van oorlog, nóg veel kwetsbaarder zou maken, dan Italië. De machtsontplooiing van Genève volgt men er, gelukkig, met schrik en ontzag. SPANJE is de tijd van onrust, die na de kort stondige en weinig glorieuze dictatuur over het land kwam, nog niet te boven. Zamora heeft reeds drie weken gelden het decreet tot kamerontbinding geteekend en de tijdelijk opgeschorte constitutioneele rechten hersteld. Valladeres, de eerste minister, heeft echter eenigen tijd moeten wachten, voordat hij over kon gaan tot het uit schrijven van verkiezingen. Zijn mede-ministers lagen nl. met elkaar overhoop, hoewel het kabinet niets anders te doen had, dan verkiezingen voor te bereiden. Er was een soort zaken-kabinet, dat dan ook alleen tot doel had de rust en het fatsoen van alle partijen te bewaren. Minister de Velasco, rechtsch agra riër, vertrouwde de objectiviteit van zijn collega's niet. Het kabinet was hem te links georiënteerd en in den ministerraad gaf hij uiting aan zijn wantrou wen. Twee andere conservatieve excellenties, Pablo Blanco en Martinez, sloten zich bij hem aan, evenals de uiterst bekwame minister van financiën Chapaprieta. Valladares heeft zich door dit alles tenslotte niet laten afschrikken. Hij heeft een manifest gepubli ceerd, waarin hij de kiezers waarschuwt voor de demagogie van uiterst links zoowel als van uiterst rechts, en waarin hij duidelijk zegt dat het volk nu te beslissen heef t tusschen consolidatie of burgeroorlog. In mér dan n opzicht zijn de verkiezingen op het Iberisch Schiereiland van belang. Nadat de dictatuur het land in den Marokkaanschen veldtocht had meegesleept, die bijster slecht afliep, duizenden levens kostte en de financiën totaal ontredderd heeft, is Spanje nog steeds niet tot rust gekomen. Econo misch verarmd en sociaal van een zóó ontstellende achterlijkheid, dat men zich daar nauwelijks een voorstelling van kan-vormen, zóó kwam Spanje uit de periode der dictators. Het land bleek niet opge wassen tegen de eischen van het moderne econo mische en sociale leven. De vergelijking met de twee andere ZuidEuropeesche schiereilanden ligt voor de hand. De dictatoriale regeeringen van Griekenland hebben nooit militaire avonturen gewaagd. Van verarming is, uit dien hoofde, geen sprake. Van sociale ver bittering evenmin. Eens te meer blijkt, dat een refe rendum onder dictatoriaal toezicht gehouden, on betrouwbaar is. Koning George werd met overstel pende stemmen-meerderheid binnengehaald; nu hebben de parlementsverkiezingen een zeteltal van nagenoeg de helft opgeleverd voor de Venizelisten, de oude Republikeinen, die zich nu liberalen noemen en tegenover den koning loyaal beweren te zullen blijvan. Waarom ook niet ? Het is duidelijk dat Koning George den parlementairen weg wenscht te bewan delen. En daarin kan hij rekenen op de loyaliteit der liberalen, ondanks het feit dat zij wellicht zullen beginnen met het vormen van een parlemen taire oppositie. Voor de rustige ontwikkeling der dingen is het bestaan van een in getal sterke oppositie waarlijk geen beletsel. Griekenland, althans, heeft kan op een periode van rustige consolidatie en langzamen economischen vooruitgang?een staat van zaken die zoo moeilijk te bereiken is en toch zoo noodig, wanneer eenmaal de dictatuur is uitgebloeid. MAAR WAARHEEN GAAT ITALIË? On danks de successen in Tembien, ondanks de geweldige sprongen die in het Zuiden Grazi ani's leger van Dolo uit gemaakt heeft, is in werke lijkheid de positie van de Italianen niet verbeterd. Hun verwoede uitvallen doen denken aan de krijgsverrichtingen in den Wereldoorlog op het West front in Maart 1918: het is een wedloop met den tijd. En wel om dezelfde redenen. De Duitschers kwamen door hun materialen heen, en zagen, dat zij binnen afzienbaren tijd den strijd moesten staken, tenzij zij als nog een beslissend succes bereikten. Vandaar hun uitval in de richting van het Kanaal, die ten doel had de Engelsche legers van de Fransche te scheiden en de zee te bereiken. Hun terreinwinst, na het offensief, was geweldig. De eigen en de aan den vijand toegebrachte ver liezen, evenzeer. Maar ondanks dit alles was een beslissend succes niet bereikt. Weinige maanden later kwam de ineenstorting. De Italianen verkeeren wat tijd en bevoorrading betreft, in dezelfde positie. Graziani's uitvallen van Dolo uit, hadden een tweeledig doel. Ten eerste, zoo veel Abessynische legers bezig te houden dat de ernstige druk van Ethiopische zijde op het Noord front zou verminderen ten tweede, wanneer hij slaagde, zoo snel en zoo ver mogelijk het Abessy nische binnenland in te trekken. Ook in dit tweede doel is hij geslaagd. Ten volle? Addis-Abeba zal hij niet kunnen bereiken. Twee hooge bergketenen en een paar eenzame passen zou hij nog voor de definitieve regenperiode moeten overschrijden. Het is te betwijfelen of dit oprukken, indien het niet ten volle slaagt, eenig militair voordeel biedt. De ver zorging van de oprukkende troepen en het intact houden der communicatie met een legercorps dat steeds onhoudzamer in zijn bewegingen wordt, is op zichzelf al een probleem. Voeg daar i.og bij dat over vier a vijf weken de regenmoesson inderdaad elke beweging onmogelijk maakt, dan ligt de con clusie wel voor de hand, dat het er, ondanks allen militairen voortgang en ondanks het verslaan van Ras Desta, nog niet rooskleurig voor de Italianen uitziet. In het Noorden is Badoglio er in geslaagd een Abessynischen aanval in het Tembien-platéau en tegen Makalléaf téslaan. Ook daar is bloedig ge vochten. De Abessyniërs zijn zelfs doorgedrongen tot die stellingen waar zich blanke Italiaansche soldaten en zwarthemden bevonden. Zij zijn terug geslagen, met ontzaggelijke verliezen. Zelfs in Rome geeft men toe dat de Italiaansche verliezen niet gering zijn. Berichten uit Rome melden, dat de stemming er van overheidswege glorieus is ( de Duce zond Badoglio een klinkend felicitatie-tele gram), maar onder steeds breeder lagen van het volk gedeprimeerd. De invloed van de sancties begint men aan den lijve te voelen. En toenemende duurte getuigt van den zwakken toestand van de Lire, alias van 's lands financiën, waarover in het belang van den staat" geen letter en geen cijfer mag worden gepubliceerd. Maar niettegenstaande alle kunstgrepen zijn de staatspapieren tot paniekkoersen gedaald, terwijl zich op de beurzen te Milaan en Rome een wilde stijging van industrieele aan» deelen e.d. heeft ingezet. Hoewel het sinds kort wettelijk verboden is hoogere winsten dan een dividend van 6 pCt. uit te keeren en voorshands de rentabiliteit van een aandeel nooit hooge koersen kan rechtvaardigen, weet het publiek blijkbaar waar Abraham de mosterd haalt en koopt het volgens oud recept, eerst huizen, en vervolgens Sachwerte", om nog te redden wat er te redden valt. De f inancieele ondergang lijkt onafwendbaar. Primo de Rivera vond men met een kogel door het hoofd, zijn revolver nog omklemd houdende, neer gezonken boven een tafel in een Parijs hotelkamertje met voor zich de onthullingen over zijn financieel wanbeheer en over de milliarden, die de Rif-oorlog. had verslonden.... (Slot volgende pagina.) PAG. 2 DE GROENE Ne. 3061 PAO. 3 I* GROENE Ne, XWI ir V

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl