Historisch Archief 1877-1940
Q OTTERDAM en AMSTERDAM
ver|\ keeren beide in groote financiëele
moeilijkheden, die grootendeels aan
de crisis kunnen worden geweten: de
ontzaglijke lasten van den
werkloozensteun eenerzijds, de sterk verminderde
inkomsten uit belastingen en retri
buties anderzijds, maken het bijkans
onmogelijk de eindjes aan elkaar te
knoopen. Onze beide groote
koopsteden komen daardoor ook in zeer
afhankelijke positie tot de regeering
te staan, die alleen bereid is voldoende
te steunen, als de stadsregeeringen
bereid zijn haar geheel in de door
haar juist geachte crisispolitiek te
volgen. Nu kan deze het betreuren,
dat beide stadsregeeringen van zoo
danige samenstelling zijn dat daarin
een andere crisispolitiek de overhand
heeft, dat is nog geen reden om af te
wijken van onze nationale politiek
van zelfstandigheid van het gemeente
lijk beleid. Nu wordt aan Amsterdam
weer een zooveelste salarisverlaging
voor het gemeentepersoneel opgelegd,
die door de overgroote meerderheid van
den Raad onjuist is geacht, en Rotter
dam moet Op korten termijn 4V2 millioen
bezuinigen op de begrooting van
1936.
In Rotterdam zijn de moeilijkheden
zelfs zoo ernstig, dat de toezegging
voor de normale kasgeldvoorschotten
is ingetrokken. Dat de zaak hier zoo
op de spits gedreven is, komt voor
een belangrijk deel voort uit een
kennelijk gebrekkig contact tusschen
gemeentebestuur en regeering; door
wiens schuld, is van buiten af niet uit
te maken. In dergelijke gevallen ligt
zij meestal aan beide kanten. In het
belang van onze volkseenheid is het
echter alleszins gewenscht dat dit
contact niet minder zij dan dat tus
schen de regeering en de Rotterdamsche
Kamer van Koophandel.
DE
Grondwetsherzienings-Commissie is thans benoemd: haar samen
stelling uit de fractieleiders der zes
grootste partijen en
staatsrechtdeskundigen van even gedifferentieerde
richting wekt voldoening. Minder ge
lukkig kunnen wij zijn over het feit
dat de regeering de herziening heeft
beperkt tot enkele onderwerpen. Met
name zouden enkele verbeteringen in
de artikelen, die onze overzeesche en
de internationale betrekkingen betref
fen niet ongewenscht zijn. Er is toch
waarlijk wel iets in de internationale
verhoudingen veranderd, wat het
wenschelijk zou maken ook in onze grond
wet een wat positiever geluid ten op
zichte van een internationale rechts
orde te laten hooren en eenige belet
selen daartoe op te ruimen. Wat kan
het anders dan de waarde van
Volkenbonds- en Kelloggverdrag, onze
beste veiligheidskansen, schaden,
wanneer de antieke vrijheid tot oor
log-verklaren in de. grondwet (art. 58)
gehandhaafd blijft? En heeft men niet
in dat andere verouderde artikel, dat
's lands strijdmacht altijd en uitslui
tend dient tot bescherming der
belangen van den staat" (art. 181),
zelfs een argument trachten te vinden
om den kleinen volkenbondsdienst van
het marinierscontingent bij de
Saarstemming te belemmeren ? Ook zou
? het geen overbodige luxe zijn verster
king van de internationale rechtsorde
tot een voorwerp van aanhoudende
regeeringszorg téverklaren. En wat
Indiëbetreft, zou vooral de verhouding
tusschen regeer ing en
gouverneurgeneraal, dat artikel dat voortdurend
onklaarheid in de verhoudingen toe
laat en bevordert, duidelijker geformu
leerd moeten worden. K.-V.
Rectificatie.
Men zal begrepen hebben, dit het
in onze vorige Kantteekeningen" ver
melde bezwaar tot het benoemen van
Kipling tot poet laureate" gelegen
was in eenige druppels Indisch (niet
Engelsen) bloed". ' K.-V,
UU De Groene van 29 September 1907
HET LIBERALISME EN DE SOCIALE ACTIE
DE HEER J. F. VAN DEENE
MEERMALEN heb ik me in den
laatsten tijd, nadenkende over
de politieke verhoudingen voor
de naaste toekomst, afgevraagd: Wat
zouden nu toch eigenlijk de leiders van
de liberale partij van de liberale
kamerclub en van de liberale groote bladen
wel denken over deze afzienbare toe
komst? Wat zouden ze wel denken over
hetgeen de eerstvolgende jaren hun
wel zullen brengen? Zouden ze inder
daad meenen, dat wanneer ze slechts
zoo ongeveer tegen den verkiezingstijd
maar flink op de groote trom slaan en
landdagen" beleggen en over de
politieke verhoudingen fraaie rede
voeringen afsteken, wanneer ze slechts
liberale verkiezingsboeken uitgeven,
of verkiezingskranten, met heel den
appendix van manifesten met of zonder
portretten, strooibiljetten, kaarten,
transparant j es, lucifersdoosjes met op
schriften dat het dan wel in orde
komen zal? Zouden ze waarlijk mee
nen, dat er in het publiek zélf, in
den middenstand niet alleen, maar
vooral ook in de gaandeweg tot groo
tere beteekenis komende arbeiders
klasse, niet een andere ? geest .komt;
een geest van voortdurende deelname
aan het sociale en politieke, maar
vooral aan het sociale leven?
Dat een partij, die niet geheel
hare werkelijke beteekenis
verliezen wil, en niet uit
sluitend teren wil op holle,
leege verkiezing-actie en op
traditie, omtrent die sociale
beweging altijd maar de rol
van toekijker, van voorname
belangstellende, wien dit alles
nauwelijks iets aangaat, straf
feloos vervullen kan?
in de volksklasse, en niet slechts door
critiek, maar ook door positieven
arbeid, trachten ze, de arbeiders rond
om zich te scharen, en leven en bewe
ging te brengen. Ze hebben in de
eerste plaats hun vakvereenigingen,
waarmee ze zich zoo voortdurend en
vruchtbaar kunnen bemoeien. Maar
ook buiten deze geven ze het voor
beeld van levendige sociale actie! In
November 1906 hielden ze hun con
gres over den lo-urendag, den nacht
arbeid en de kinderbescherming, drie
punten van uiterst practische politiek,
waarvoor ze honderden vereenigingen
wisten samen te brengen, en waardoor
nieuwe misstanden, als die in de
lompensorteerderij te Amsterdam, en de
kinderkazerne te Maastricht, tot uiting
kwamen.
Maar niet de sociaal-democraten
allén.
Ook de katholieken toonen duidelijk
in te zien, dat het een
levensvoorwaarde is voor de toekomst der partijen,
zich met meer kracht en ambitie te
werpen in de sociale actie, en daarvoor
tal van groepen uit hun kringen bijeen
te brengen. De katholieken van nu,
zijn niet meer die van 20 jaar geleden:
Het congres onlangs in
's-Hertogenl K zal duidelijker zijn.
Terwijl de politieke strijd
in ons land vrijwel is aange
land op het doode punt, terwijl
in de Kamer het meest on
benullige onderwerp tot de
scherpste politieke
haarkloverijen ontaardt, en alle talen
ten worden aangewend om
elkaar uit de beau röle" te
verdrijven, en elkaar een hak
te zetten, en er nauwelijks
eenig uitzicht is, dat we in
de eerstvolgende jaren uit
deze politieke impasse gera
ken zullen terwijl heerscht
er op sociaal gebied in ons
land een buitengewoon opge
wekt leven.
Indien er door deze of een
volgende Tweede Kamer nog
iets van beteekenis tot stand
gebracht zal worden, dan
zal het datgene moeten zijn wat ligt
binnen de neutrale zone; op
sociaalpolitiek of sociaal-juridisch terrein.
Maar daarvoor is noodig levendige
belangstelling onder het publiek, het
' wekken van die belangstelling, tot
samenbrengen van krachten voor een
doel, de betrokken catagorieën van
beambten, werklieden, ambtenaren,
of burgers daarvoor te interesseeren,
en uit de kringen dier catagorieën zélf
de stemmen te laten hooren.
En ook buiten het terrein der sociale
politiek, op het gebied der vakbeweging,
ambachtsonderwijs, gemeentepolitiek,
zijn nog zoovele vraagstukken, die naar
bespreking dringen.
En wat gebeurt er nu in den laat
sten tijd.
Dat de sociaaldemocraten, met
hun partij en hun zeer na verwante
De heeren Pyttersen en Borgesius op weg noor de Liberale Unie
bosch gehouden, waar óók over den
vrouwen-, kinder- en mannenarbeid
werd gesproken, getuigt ervan, hoe
de oude, stroeve, conservatieve ele
menten, de Mutsaert's, de
Bahlmann's, de Van Spaendonck's worden
teruggedrongen, en de geavanceerde
elementen, tegen krasse resolutiën niet
opziende, terrein winnen. En het
katholieke congres voor
drankbestrijding in Nijmegen, was een ander
bewijs, hoe de katholieken over het
geheele terrein der sociale actie hun
krachten gaan beproeven !
En de anti-revolutiönnairen, hoe
wel voorzichtiger dan de katholieken,
volgen toch dit voorbeeld. Deze week
vindt te Utrecht het groote congres
plaats tot afschaffing van den nacht
arbeid. Het staat onder leiding van
anti-revolutionnairen, en hoewel ook
vakvereenigingen, zich met alle kracht anderen dan juist van die richting
werpen op de sociale actie, spreekt
vanzelf. Het is juist de oorzaak van
hun sterke levenskracht, van hun
invloed ver over den kring der aange
slotenen heen, dat zij steeds hun oor
te luisteren leggen naar de nooden, de
het woord voeren, zal hun toon toch
de boventoon zijn
Niets! Het is waarachtig, alsof hun
dat alles niet aangaat! Uit hun krin
gen komen geen nieuwe, jonge
krachten op sociaal politiek terrein. Het
schijnt, alsof ze wachten slechts tot
den tijd van verkiezingen, om dar
door een groot kwantum aan rede
voeringen en geschriften maar meei
zetels binnen te halen. Gelukt hè'
fiat, dan zijn ze weer voor viei
jaar binnen. Gelukt het niet ir
godsnaam, dan maar gehoopt oj
Schweineglück", en het den volgen
den keer nog eens beproefd. Maa;
intusschen gods water over god:
akker laten loopen!
Zóó gaat de sociale actie, die in zo<
velerlei uitingen tot een stroom gaa1
zwellen, en de jongere krachten dei
burgerij tot zich trekt, aan haar voor
bij, zonder haar te beroeren. En zoo
gaan haar wortelen in het volk op
drogen en verkommeren.
Er is een tijd geweest, dat de vrij
zinnigen de eerste en beste krachtei
leverden op het terrein der social»
politiek. Dat was in 1887, 1890, to
ongeveer 1895. Dat was> toen Borge
sius en Kerdijk en Veegens en Var
Houten nog met jeugdig vuur beziehi
waren ! Toen ze de ziel waren van de
enquêtes, toen ze met hun
geschriften, doorwrocht en
helder, de wondeplekken bloct
legden. Maar zij allen zijn ou l
geworden, zijn vastgeroest aan
hun po-si-tie", en de nig1
van hen, die tot het laatste
oogenblik nog vurig verlangd»
naar sociale actie, n.l. Kei
dijk, is heengegaan.'door
tallooze teleurstellingen tot wan
hoop gebracht.
EN er zijn geen jongere.1
gekomen om hun plaatsen
in te nemen. Een aantp:
hunner zijn overgegaan naa
Treub, maar ook die heeft
dvoeling met het volk verle
ren. En de eenige onder d;
jong-liberalen, op wien vele i
hun hoop gevestigd haddei,
de heer Reyne, bleek ee i
verwaande, een pseudo-g»
leerde, die meent, zich ree» s
nu zijn naam onsterfelijk '?;
hebben gemaakt, door Kan
pen te winnen! Voor h c*
lang?
Deze gevoelloosheid, de; c
onverschilligheid der liberale i
voor | de sociale actie, kon .t
hun duur te staan! De ne
derlagen in Zuid-Holland zi ti
nergens anders aan te wijten.
dan dat de liberalen, in hi n
voornaamheid en zelfgenoegzaamhei l,
de voeling met het volk hebbi n
verloren. En welke munt de kerkel
ken er uit slaan, blijke reeds uit hc ?
geen De Maasbode onlangs schretf,
dat de nachtarbeid eigenlijk te wijten
is aan de liberalen !
Dat moet nu juist De Maasbc'(
zeggen, die voor de sociale actie no' it
een hand heeft uitgestoken, en ie
katholiek sociale actie slechts daarom
bijvalt, omdat... ze haar niet wer n
kan l
Ik heb op deze verschijnselen slechts
de aandacht willen vestigen, omdat ik
het jammer vind dat zoovele uit
nemende jonge krachten onder de
liberalen, die voor de sociale
bewegingin haar vele details, zulk uitnemend
werk konden doen, en ook gaarne
zouden willen doen, door deze
loddergheid der liberale partij eveneens ver
stikken.
E"
zie nu eens naar de liberalen!
Wat wordt er op dit groote,
breede, dankbare terrein van sociale
wenschën en begeerten, die opkomen actie door hen gedaan?
PAG. 4 DE GROENE Na, 3061
ZIE onze puzzles
op pagina 20
over Scbuhmacher:
]Y7at nu het werk
beW treft: ben ik er van
01 ertuigd, dat men het over
'.ivintig jaar niet meer
aan zal kijken, om de
L,nvoudige reden, dat
h- f met schilderkunst
niets, behalve de verf,
ti maken heeft. Er is
:t./s geen poging
ge'u::m om met kleur en
lij" iets uit te drukken.
D lijn is hard en ijzig
kond, de wijze waarop
df kleur werd
aangebr tcht, is om voor weg
f e vluchten.... Later
za / men den tijd, waarin
h<: als hooge kunst
binnengehaald werd, er
ovi uitlachen. Dit
geti .ld moderne, kille
naakwerk, zonder geur,
:-ider smaak, is niet
rnt'er dan een
mode,11-iikel, een volstrekt
uiterlijke uiting van een
D trprikkelden, in veel
opzichten
beschavingJoozen tijd.
Over Willink:
TT\it alles is echter
litU teratuur en moge den
bewonderaars van Freud
voldoening schenken.
Die de schilderkunst be
mint, ziet met leede
oogen deze ontaarding
.... Parlons peinture !
De werken van Willink
naderen de foto-mon
tage. De te duidelijk aan
de fotografie herinne
rende vormen missen
persoonlijkheid. Dit zijn
onpersoonlijke en daar
om volmaakt koud la
tende vormen, vervol
gens met kleuren be
werkt Als wij Wil
link naar zijn schilder
kunstige verdienste wil
len rangschikken, rfah
is hij de moderne Alma
Tadema.... Alleen was
Alma Tadema ronduit
anecdotisch, terwijl de
anecdote bij Willink zich
verschuilt achter ge
heimzinnigheid en
quasi-diepzinnigheid.
HET is niet om daaraan 's heeren van Deene's
onbevoegdheid tot het beoordeelen van de
hedendaagsche schilderkunst te
demonstree..;:, dat hier een kleine bloemlezing uit zijn recente
c: tische preuves d'essai wordt afgedrukt, tegelijk
?r.-.t eenige specimina van het werk van de betrok
ken slachtoffers. Over bevoegdheid in deze materie
t* twisten is zinloos. ledere kunstbeoordeeling is als
n'ultaat van toetsing aan persoonlijke
schoonheidsnormen en ontvankelijkheid subjectief en behoort
h zelfs te zijn. Het weren van anti-kritiek is
daarom in het algemeen een goede journalistieke
t.-.iditie.
Het is evenmin om zijn onbekwaamheid als
bchilder aan de kaak te stellen, dat daarnevens
c( nige van 's heeren van Deene's eigen maaksels
g- reproduceerd worden. Dat ware nauwelijks de
noeite waard. Men betrekt ook niet de
muurJ coraties, waarmede de café^houder van den
N euwendijk tien of twaalf jaar geleden de zaak
een modern cachet meende te verleenen, in
schilci,
rkunstige beschouwingen.
Onvergelijkelijk veel belangrijker dan
bevoegdh-id of bekwaamheid is tenslotte waarachtigheid
'ii. kunst en critiek, en het is om vast te stellen,
clc t het juist daaraan den heer van Deene mangelt,
d, t een en ander geschiedt. Onzuiverheden in de
'?'-'orlichting der publieke opinie te bestrijden is
a-ijd de moeite waard en zelfs geboden, eerst recht
'"'?» een terrein waar nu eenmaal persoonlijke
app eciaties een grooter rol plegen te spelen dan con
troleerbare feiten.
Lees 's heeren van Deene's critieken.
Hij verfoeit het gewild moderne, kille maakwerk,
rif volstrekt uiterlijke uitingen van een
overprikkeld-n, in veel opzichten beschavingloozen tijd. Hij
?;>cht persoonlijkheid in de vormen en lijnen, zij
Links onder: J. F. van Deene: Landschap
Rechts onder: C. A. Willink: Landschap
Over Hynvkea:
'T'ot 1025 schilderde
* hij impressionistisch,
daarna rst volgens een
van het kubisme afgelei
de opvatting, van wel
ke hij echter geleidelijk
naar een, aan de nieuwe
zakelijkheid verwant re
alisme overging.
Thans is zekere moed
willigheid in de compo
sitie, als laatste spoor
van kubistischen in
vloed, uit zijn werk ver
dwenen. De klaarblijke
lijke bedoeling om, in
tegenstelling tot het im
pressionisme en kubis
me, den dingen als zoo
danig recht te doen
wedervaren is verwezen
lijkt, maar de pijnlijk
nauwkeurige weergave
der details en een
teekening, waaraan de kleur
tenauwernood iets toe
voegt, verleenen zijn stil
levens meer het karakter
van gekleurde gravures
dan van schilderwerken.
mogen niet,koud en hard zijn en moeten iets
uitdrukken.
De kleur, die geur en smaak moet hebben,
behoort niet aangebracht" te worden, wie
teekening en vormen vervolgens met kleuren
bewerkt" verdient den naam van schilder niet
en vervaardigt gekleurde gravures.
Hij haat litteraire geheimzinnigheid en
quasidiepzinnigheid als een ontaarding der schilder
kunst.
Zoo zegt het de heer van Deene.
Maar zie dan ook wat hij doet.
Op de tentoonstelling van de vereeniging De
Brug", waarvan de heer van Deene tevens
voorzitter is, exposeert hij thans een serie eigen,
uit 1912 dateerende, gewrochten, alle in het
genre der hiernevens gereproduceerde, die alleen
goed zijn om dienst te doen als schoolvoorbeelden
over de verbijstering, waarin een tijdlang de
Europeesche schilderkunst dreigde vast te
loopen, en waarop al hetgeen hij anderer werk,
evidentelijk ten onrechte, tracht aan te wrijven
woordelijk van toepassing is.
De heer van Deene, die voorgeeft de prestaties
van eerlijk en hard werkende kunstenaars te
be- en veroordeelen naar de bovengeresumeerde
normen, en zich zelfs waagt aan voorspellingen
over hetgeen over twintig jaar al dan niet ver
geten zal zijn, blijkt deze producten van de
meest formeele ontkenning dier. normen bijkans
vijfentwintig jaar na hun ontstaan nog belang
rijk genoeg te vinden om daarmede een heelen
wand van het Stedelijk Museum vol te hangen.
Hij heeft daarmede over den scribent van
Deene vonnis geveld, meedoogenloozer en
afdoender dan een ander dat ooit zou vermogen.
Ware he_t?nu dat hij als zoodanig alleen als
rempla^ant van de eerste critica van het Alge
meen Handelsblad zoo nu en dan eens gelegen
heid kreeg zich daarin f Slot volgende pagina)
Links: Kof» door J. F. van Oeene ; rechtó: Kop door Wim Schuhmacher
Afbeeldingen
rechts: twee
composities, de
bovenste ge
schilderd door
J. F. van Oeene,
de onderste
door Raoul
Hynckes
f \**i
'V
V
j