De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 1 februari pagina 6

1 februari 1936 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

'n oude traditie in 'n nieuw gewaad begint Zaterdag, 1 Februari Bezichtigt onze ETALAGES en smaakvol versierde AFDEELINGENI Vraagt franco toezending van onze zoojuist verschenen WITTE W E EK-FOLDER deft-jen gerust Spaart plaatjes voor het album .Java J". En geniet eens mee van die heerlijke Droste-Pastilles! U kent ze natuurlijk wel! Droste-Pastilles zijn uniek van kwaliteit en samenstelling. U legt er altijd eer mee in, met het presen teeren van DrostePastilles! ALTIJD WELKOM! TUTOROL REDT UW BETONWERK BESCHERMT UW NATUURSTEEN MAAKT WATERDICHT VERHARDT 1O-VOUDIG WERKTVERBLUFFEND U V R UI t F H P UI II OïSTEENHOUWERIJ EN FABRIEK N.V. U. ffff L C U C fff IJ O VAN M ARM ERWER KEN AMSTERDAM - RAPENBURG 44 - TELEFOON 42662 HET NIEUWE BOUW! Het nieuwe Raadhuis SINDS de gemeenteraad in De cember van het vorige jaar in principe besloot tot het bouwen van een nieuw raadhuis, is over deze aangelegenheid veel geschreven en geadresseerd. In de dagbladen verschenen de meest tegenstrijdige berichten en alles wijst erop dat ten aanzien van de procedure te volgen bij den bouw van het nieuwe raadhuis de meeningen verdeeld zijn. Wonderlijk genoeg bestaat deze ver deeldheid niet bij de architecten, alle architectenvereenigingen die over deze aangelegenheid hun meening hebben geuit komen tot de zelfde conclusie: er is maar een juiste weg, een openbare ideeënprijsvraag, gevolgd door een prijsvraag op uitnoodiging onder de architecten die, ingevolge hun inge zonden pioject voor de ideeënprijsvraag, daarvoor in aanmerking komen. Er zijn geen symptomen die er op wijzen dat men op het stadhuis van plan is deze procedure te volgen. Men wijst op de teleurstellingen waartoe verschillende prijsvragen geleid hebben en schijnt te vergeten dat het beste en karaktervolste product der Nederlandsche bouwkunst, de Beurs van Berlage, is ontstaan naar aanleiding van een algemeen openbare prijsvraag l In de procedure zit het dus niet, misschien wel in degenen die dit proces leiden, n.l. de jury. Doch niemand zal zoo dwaas zijn te veronderstellen dat men bij een karak tervolle keuze niet in staat zou zijn een jury samen te stellen die vruchtbaren arbeid zou kunnen verrichten. Ik kan mij b.v. zeer goed voorstellen dat de beste vertegenwoordigers der verschillende architectuurstroomingen onder leiding van den stadsarchitect Hulshoff gezamenlijk tot een uitspraak zouden komen die een even belangrijke gebeurtenis, in architectonisch opzicht, voorbereidt als destijds het bouwen van de Beurs was. De hoofdzaak is thans mij nog niet het al of niet ho een prijsvraag, belangrijker voorshands de materie 'e waarna het eerst mogelijk zal] juist oordeel over de te volg wijze te vormen. Hier is m.i. een belangt ijk misschien ondankbare, ta<;k,i stadsarchitect weggelegd. makkelijk gezegd: Amsterca nieuw raadhuis, doch slee its| den kunnen vermoeden w. t < is om dezen wensch nad r seeren. Wat moet het raadhuis bergen? Wie zal de wensc ien| langens ordenen en wat iet f rijkste is: wie zal uiteindelij heer optreden? De gemeer e?| wat is dat? Het is niet andeis dan men den stadsarchitect in stantie belast met de voorbe'eidj een zoo belangrijk project volkomen ongepast, om woord te gebruiken, dat mei: in zal b.v. de Dienst van F ken het ontwerp voor het n- ju huis aan zich willen houd n"| het R.K. Bouwblad doet. De Heer Hulshoff heeft ini der jaren bewezen dat de ont van de Nederlandsche archit ? na aan het hart ligt, en nooit j hem eigenbelang of persoi zucht boven het algemeen Er is dan ook geen enkel aan te nemen dat men bij P,| bouwen van een raadhuis we handelen als bestek nummer i op dezelfde wijze als men l et | van een badhuis of een scl ooll delt. Evenmin is het denkba. r bij het bouwen van het mhuis geen gebruik zou mak >n \ technische apparaat van P daarom behoeven particul erej tecten nog niet uitgeschak' ld l den. B. MERKELBACI v SVV-,; / en 3: Daktuinen-concurrentie in Amsterdam In het stads-centrum MIJN vriend woont in het hartje van de binnenstad, op de hoek van twee der drukste winkel- en verkeers-straten van Amsterdam. Langs zijn huisdeur passeren dagelijks vol gens de verkeers-telling van 1930 on geveer 27000 fietsen, 3800 personen auto's, 1500 vracht-auto's, 700 bakfietsen. Dit wordt nog aangevuld met de re gelmatige diensten van twee tramlijnen. Pal voor zijn huis is een tramhalte, zijn tevens stoplichten voor drie kruis punten. Deze verkeersseinen wisselen om de 30 seconden des ochtends bij het aangaan der kantoren en dit herhaalt zich in de middag en nogmaals des avonds omstreeks 5 uur, wanneer de kantoren hun bezetting w dei de aderen der binnenstad uil] Zo werkt de toevoer en de de arbeidende bevolking vande binnenstad, als de adem:ia een reus. De auto's, motorfietsen en| trekken bij het vrijkomen lichten met luid rhotor-gegroml voorwaarts in een bocht om de mige vluchtheuvel die het verb drie ongelukkige kruispunten < elegante lijn weder enigermate j fatsoen tracht te brengen. Dit mindert eerst laat na nacht, wanneer na het doven lichten nog haastige taxi's banden-gesjirp over het asfalt i van het ei" omslieren. 2: Daktuin in de oude stad (Amsterdam op dit punt, stijgen benzineei duizenden mensenluchtjes h tizen omhoog.. .. tot aan Ie v rdieping, alwaar de woon\.rv -nten van mijn vriend zijn en hem zetelt een kantoor tilm- ndustrie, daaronder een :n granen en vee-voeder, «r veer een glas-verzekeringstiap- i, wier voeten gewarmd de '- diamanten, gouden en v irwerpen ener sieradenalv iar op regelmatige tijden ging vot inbraak wordt gedaan. uitzicht aan de voorkant zijner get t een blik op hoge, deftig Lle ! mtoor-gebouwen in zware jrtee* -architectuur, wier voets Ie zijn aangevreten door v, ikel-étalages met zeer ver» bde ihoud, vervat in potsierlijk ide winkelpuien, die zelden een gt-.eel vormen met de archi; der kantoor-gebouwen waarvan uwe een onderdeel vormen. op-verdiepingen ziet men war reeds des ochtends om |ur .leermakers met gektuiste bov A op een tafel aan kledingz: ten te prikken, ofwel met rm- schaar het model voor een ! koi uum snijden waarvan de |en -e buik-maten ongetwijfeld w rden gemeten. e ' ussengelegen verdiepingen 01 elbare schrijf- en rekenianterfanten luie kantoorer vette directeuren. et i tzicht aan de voorkant speagelijks ongeveer dezelfde s-drama's van de binnenstad do rrijden over de stopstreep fe.?boete.... op elkaar rijden mto's waarvan de voorste | ren -Ie bij het wisselen der stopa ?. enige tientallen guldens 'bi-'zelde koplampen en carroseuk- n .... afslaande motoren achter het stuur" .... onger;chten van fietsers die voor bon-boekje" terzijde woren.... en dan ns per grote aanrijding met scherbh -ken verf kisten met ap? andere gelijksoortige zich ':et asfalt verspreidende artiUch erkant van de woning mijns ent; heeft een'geheel ander uitv^ertoont ^ich een rommelige van charmante oude krot' pannen puntdaken uit de aan alle kanten omgeven |ieu-,vtjre rechthoekige gebouwen [oos:eloze platte zinken daken, huisjes als in een vuist en teneinde hen te verstikken. diepe spelonken voor bin-s waardoor heen zich nog of lucht naar beneden zou Darmen. Nergens komt hier s aan enige frisse lucht. Over Dansen zinken licht-kappen, Fr« schoorstenen, radiomasten en hoge ventilatiekokers verpakt in houten kratten, al of niet voorzien van trek-kappen in variërende modellen, die alle er toe zouden moeten bijdragen de luchtafzuiging te bevorderen der van het daglicht verstoken beneden verdiepingen. Nog een tage hoger, dus boven de woning van mijn vriend, zetelt de conciërge van het kantoorgebouw. Zij is 75 jaar oud. Met haar dochter bespiedt zij door het trapgat den binnenkomenden en uitgaanden man in het gebouw, zij zorgen samen voor koffie en thee voor de kantoren, houden trappen en gan gen schoon. Dit is hard werken, want er moeten dagelijks 20?30 koppen thee en koffie verzorgd worden, 120 traptreden en 25 m8 gangvloeren schoongehouden worden, alsmede de gebruikelijke bezigheden verbonden aan de positie ener conciërge van een groot kantoorgebouw. Nochtans blijkt dat van de zeer be zette tijd nog enige ogenblikken gevon den kunnen worden voor een liefheb berij die als een uiting van menselijke behoefte in dit stadsgedeelte opgevat moet worden. Dit is de aanleg en het onderhouden van een.... daktuin op het balconnetje aan de conciërge-wo ning. De foto's i en 2 geven hiervan een indruk. De tuinaanleg bestaat uit houten en stenen plantenbakken met klimrozen, pioenen en geraniums, maar bovendien nog aardbei- en tomaten planten. Daarnaast een beeld der over eenkomstige behoeften van een buur man, gefotografeerd van het dak van hetzelfde kantoorgebouw. Het zal den lezer interesseren te ver nemen dat tussen den eigenaar van het tuintje in foto 3 en de eigenaresse van het tuintje in de foto's i en 2 een erns tige concurrentie-strijd bestaat.... bij wie de klimrozen en de geraniums het eerste zullen bloeien. Laat ik hen ge ruststellen door te vermelden dat deze vete de laatste twee jaren een natuur lijke oplossing heeft gevonden, doordat elk jaar.... ondanks de zes verdiepin gen-hoogte ? ? ? ? juist bij het uitbotten der bloemknoppen, deze planten syste matisch door de Amsterdamse rattenplaag zijn wegge vreten ! KOEN LIMPERG IETS OVER DAKTUINEN HOE heerlijk zou het zijn, wan neer het groen der weiden zich langs onze hoofdverkeerswegen zou voortzetten tot diep in de stad. Hoe werkelijk bevrijdend zou het zijn wanneer onze thans zoo muffe en troostelooze binnenterreinen, aan alle kanten af gesloten door vier- en vijf hoog opgaande muren, met niets dan kleine tusschen schuttingen gelegen over schaduwde achter-tuintjes, wanneer deze kleine stukjes tot een groot gras gazon vereenigd met hier en daar een groepje boomen verder op, zich aan zouden sluiten aan de groote groene strook welke van buiten de stad uit de vrije natuur naar binnen komt. We moeten eens bedenken, hoe de bewoners thans iederen vrijen dag de groote stad probeeren te ontvluchten. We moeten toch inzien dat de steenen stad, met haar zee van huizen den mensch in ons allen dreigt te verplet teren. Men bouwt steeds weer hooge, lange en massieve bouwblokken, met een trotsche monumentale allure;men maakt breede straten, breed asphalt en breed trottoir en toch we merken allen dat de stad steeds beklemmender wordt en dat de straten uitgroeien tot uitgestrekte, zinloos breede steenen vlakten. Men vergeet de algemeen menschelijke behoefte aan groen en bloe men aan een stukje vrije en ongebonden natuur, Daarom is het zoo begrijpelijk, dat we hier en daar in de binnenste kern onzer versteende stad een mensch ont dekken die zich zelf weet te helpen. Iemand, die een uitweg vindt. Wij ont dekken te midden van het gezigzag" der schuine daken een enkel plekje groen, een paar planten, een struik. Een primitieve pergola, een houten bank, wat bloembakken en soms een eigengemaakt zonneschermpje voor de al te zonnige dagen. Het is ook heel begrijpelijk, dat het juist de jongere architecten zijn, zij die echt menschelijke behoeften als uit gangspunt nemen bij hun werk, die overal waar zij kunnen den bewoner een stukje groen, een stukje lucht en licht en zon zullen geven. Het is wel bekend dat ze een voorliefde hebben voor breede balkons, voor dakterrassen en daktuinen. ledere mogelijkheid grij pen ze aan om den stadsmenschen, den menschen van het asphalt ergens toch het groen en de vrijheid te geven. MAAR laat ons eerlijk zijn. We moe ten toch ook weer inzien, dat de daktuin eigenlijk nooit met een werkelijken tuin te vergelijken is. Het blijft toch steeds een terras met planten, bloemen en heesters en ieder die het eenmaal probeert zal bemerken hoezeer de planten beschutting tegen wind en zon noodig hebben om wérkelijk op het dak tékunnen gedijen. Het dakterras blijft, hoe mooi en hoe heerlijk ook, welhaast Onmisbaar voor den bewoner: slechts Ersatz. De daktuin is geen opLinks : Doktei-ros op een flatgebouw te Rotterdam (Arch. Ir. W. van Tyen). Rechts: Uitzicht over de daken van een betere wijk in Rotterdam (van dakterras flatgebouw). \ lossing; ze is een lapmiddel om de bijna onbewoonbare wijken onzer steden weer een beetje bewoonbaarder te maken. Ze is in tegenstelling tot de kleine bijna zonlo9ze binnenplaatsjes natuurlijk ideaal. Ze is een heerlijk luchtbad, lichtbad en zonnebad.... maar toch, het is geen oplossing. Het is natuurlijk mogelijk zich de vrijstaande huizen onzer villawijken met daktuinen voor te stellen; maar daar waar ieder huis door een tuin omgeven is, daar zijn ze toch wel nauwelijks noodig. Ook kunnen we ons afvragen in hoeverre de daktuin bij den bouw van middenstandswoningen op haar plaats is. We komen dan tot de overtuiging dat het dakterras eerst tot zijn recht komt, wanneer het samenhangt met de woning, wanneer het dakterras min of meer een verlenging, een uitbreiding van de woonruimten is. De oeconomische omstandigheden zijn echter voor den middenstand zeker niet van dien aard, dat woningen met dakterrassen verwezenlijkt kunnen worden. En wanneer we dan tenslotte nog eens even aan den arbeiderswoningbouw denken, dan valt het op, dat daar nog heel veel vragen onopgelost zijn; dat daar nog zeer veel sanitaire eischen gesteld moeten worden. In zeer veel woningen ontbreekt een bad of zelfs een douche; in heel veel gezinnen moet in de keuken gewasschen worden en het waschgoed moet op het balcon of in de keuken of kamer te drogen woiden gehangen. Zoolang deze en dergelijke toestanden in wel bijna alle arbeiders woningen te vinden zijn, zullen we den daktuin voor den arbeider wel als iets onbereikbaars, als een luxe moeten be schouwen. MAAR toch de daktuin, het dakterras heeft iets moois en veel aantrekkelijks. Het is zeker onjuist, zonder meer te concludeeren dat het zinloos is, dat het geen oplossing brengt en slechts een individueel pleziertje zal blijven. Het zou onjuist zijn het alleen maar als een Ersatz" te zien voor de stadsmenschen, die uit wanhoop over zooveel benzine en zooveel asphalt zich tenslotte maar wat groen boven op een plat dak j e telen. Laat ons maar eens denken aan de groote warenhuizen, aan de confectie-fabrieken en aan vele drukkerijen en andere industrie- en kantoorgebouwen waar duizenden employé's hun dagtaak hebben, en ons afvragen of het niet een werkelijke middagpauze zou beteekenen wanneer deze groote zaken voor hun personeel boven op hun gebouw een prettig dak terras zouden aanleggen. Een half uurtje frissche lucht en zon zou voor de menschen een werkelijke ontspan ning beteekenen, terwijl ze thans meest al dezen tijd doorbrengen zonder eens even werkelijk frissche lucht te schep pen. Dat een dergelijk dakterras ook als restaurant groote aantrekkelijkheid bezit is zeker. MART. STAM, Architect ?i » v

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl