Historisch Archief 1877-1940
Belastingzaken
^//
f / 0*r ft(\*r /i
t/ \-J \f" t- w^ w* ft-f
HET Carnaval te Nice is op
komst. In de kraamkamer, waar
de vorstelijke dwaas verwacht
wordt, regent het zweetdruppeltjes.
Want zelfs de langdurigste voorberei
ding kan niet voorkomen, dat er in
zoo'n laatste paar weken moet worden
gestoomd.
Tusschen de kale kruinen van de
Avenue de la Victoire hangen reeds
eindelooze reeksen dolle versieringen,
en tegen de gevels van de Place
Masséna klimmen de torens op van een
dwaze stad. Men prepareert zich overal
op een paar weken nonsens. Want Car
naval beteekent een keerpunt in het
jaar. Geen ander feest is den Nicois zóó
uit het hart gegrepen.
Vroeger was het Carnaval van Ve
netiëberoemd. Maar dat school ook
voor een deel in het bizondere karakter
van de lagunenstadzelve. Die honderden
grachtjes met hun steeds nieuwe
ver«w*
f-*»;1
Eduard Veterman
rassingen, de poëzie der gondel vaarten,
de acoustiek van dat vele water, de
kleurige fantasie der Venetianen met
hun bizantijnsche tradities.... dat
alles maakte van 't Venetiaansche
Carnaval iets bizonders, zoolang Vene
tiëzijn eigen geest ook bewaren kon.
Sedert het werd opgeslokt in een
grooter staatsverband verloor het, mét zijn
politieke, ook zijn geestelijke onafhan
kelijkheid. Het werd een merkwaardig
détail in een staatslichaam, waarvan
het hart te Rome klopt.
Het verbleeken van het Venetiaan
sche Carnaval werd de opkomst van
dat te Nice. In volkskringen was het
daar natuurlijk altoos gevierd, doch
eerst sedert een zestigtal jaren is het
dat vermaarde feest geworden waar
voor uit alle hoeken van Europa de
vreemdelingen naar de Cóte d'Azur
afzakken. Het bleek dat de Ni?ois een
speciaal talent heeft voor deze hoogtij
van dwaasheid. Zoo geestig, ondeugend
en vrijmoedig als hij in den omgang is,
leeft hij zich uit in den roes van vreugde,
waarin Carnaval het leven een maand
lang dompelt, en waarin de telkens
herhaalde optocht van den Vorst met
zijn dolzinnig gevolg een hoofdschotel
vormt, naast de malle versieringen
waarmee de stad wordt uitgedost.
Men heeft eens Parijsche kunstenaars
laten komen om het Carnaval te Nice
met nieuwe fantasie te bevruchten.
Het werd een mislukking. Het bleken
slechts de Nigois te zijn, die het echte
Niceesche Carnaval in elkaar konden
zetten. Vermoedelijk ook, omdat het
een uiting van folklore is.
DE duizenden bezoekers, die zich
ophoopen langs den weg, hebben
er voor 't grootste deel geen idee van
welke arbeid aan deze groteske fanta
sie is voorafgegaan.
De gansene cortège ontstaat door vrije
mededinging. Iedereen kan, als hij wil,
meedoen: als eenling, als deel van een
groep, als uitbrenger van een praal
wagen. Men maakt zijn ontwerp en
legt het voor aan 't Feestcomité, dat
een algemeen motief heeft vastgesteld,
waaronder het Carnaval wordt gevierd.
Het Comitéweigert, of laat toe. Aan
't slot van het Carnaval zelf deelt een
jury de prijzen uit, die hoofdzakelijk
in geldsommen bestaan, en zoo weer
een tegemoetkoming vormen in de
gemaakte kosten. Het geld voor die
prijzen stelt de stad Nice beschikbaar
en zij kan het makkelijk doen, als men
Eerste (volkomen onoffic/ee/e) wande/
r/t van Z/jnt Majesteit Carnaval LVIl
Zijne Majesteit Carnaval LVIII in~de"maak
den enormen toeloop beziet van vreem
delingen, die hier hun stabiele of gede
valueerde munt laten rollen.
De wedstrijd-idee kweekt natuurlijk
een concurrentie: de een wil al indruk
wekkender te voorschijn komen dan de
ander. Sommige wagens zijn enorme
stapelwerken. De een vervlecht poli
tieke motieven in zijn compositie; de
ander debiteert meer carnavalesken
humor, maar allen streven zij naar
felle kleur, bonte teekening, bestand
tegen het vlammende zonlicht dat
iedere fijne nuance wegslaat. Scherp
is de censuur op de wagens niet. Er
komen nog al eens stoutigheden voor,
vooral in de teksten. Maar dat is een
specerij voor de eigen bevolking. De
vreemdeling verstaat het patois im
mers niet l
Het telkens terugkeeren van 't feest,
en de opmerkelijke begaafdheid der
Niceeërs er voor, hebben een soort
traditie geschapen onder de bevolking.
Het zijn bijna steeds dezelfde menschen
die de wagens, de maskerkoppen, de
Carnavalsmotieven maken. Het is een
soort gilderecht geworden, dat over
gaat van vader op zoon. Het zijn een
voudige lieden, die in dit werk een ver
bijsterende vaardigheid hebben ver
worven, en een artistieke beheersching,
zooals alleen het Zuiden met zijn oude
cultuur kan bieden. Weerbarstige ma
terialen als kippengaas en talhout wor
den soepel in hun hand. Zij werken
coöperatief: ieder draagt het zijne bij,
en naar deze verhouding ontvangen zij
hun deel in den prijs. Want het aantal
prijzen is meestal zoo, dat bijna alle
wagens, die aanzienlijke bouwkosten
meebrengen, wel een vergoeding ver
werven.
Doch tot die coöperatie behoort ook
iedereen van de familie, en het vrucht
bare Zuiden kent families van respec
tabelen omvang l Grootmoeders en
kleinkinderen, jongens en- mannen,
alles werkt mee. De ,,char" is gedu
rende vier, vijf maanden het middel
punt van hun leven. Ieder vrij
oogenblik wordt doorgebracht bij de ,,char".
In de loodsen, die het comitébeschik
baar stelt voor de vervaardiging, ziet
men kinderen sjouwen met
reuzenhanden, of vuurtjes blazen, om de
vormen te drogen. Want alles wordt
eerst in klei geboetseerd, en daarvan
worden gipsen tegen-vormen gemaakt.
Hierin plakt men, laagje voor laagje,
het papier, dat bij het drogen keihard
en onbreekbaar wordt.
De vaardigheid n dit moeilijke werk
is verbazend bij de Nifois. Maar óók
de knapheid van plastiek. Men staat
In de dagbladen heeft een ger
bericht de ronde gedaan, dat
vereischten voor een goede
tive-story bevat. Een dokter en
zuster leefden voor het oog van,
wereld rustig in een der villa?
van Hilversum. Maar zij droegen i
geheim met zich mee, dat hun
vergalde en, als men het bericht i
gelooven, hen tenslotte in dtn
dreef. Dit geheim was hun vert
vermogen. Zij leefden temidden
hun vele geldswaardige papieren j
gestadigen angst voor ontdekking <
den onvermurwbaren fiscus, tot
dit alles te machtig werd. Dan
na hun dood de wonderlijke ontde
der verborgen schatten, waar oven
lustig wordt geprocedeerd door
Bouwmaatschappij die het huis
en de verbaasde erfgenamen.
het courantenbericht.
Ik laat het gaarne aan anderen i
de moraal uit deze sombere
schiedenis te trekken. Aanvaardt i
de feiten en de daarbij gegeven
klaring, dan blijft over de
psychose van den uit zijn evenwij
geslagen mensch, die zich toevallig!
wijze als angst voor den fiscus de
streerde. Maar het is dan mis
toch vóór sommigen noodig een
verstand uit de wereld te helpen,
uit den tijd van het generaal pard
dateert de tegenstelling tusschen j
genadige behandeling van hem
voor i Mei 1934 opbiechtte en
straffe maatregelen, die de fiscus j
petto zou houden voor hem, die i
nog met zijn pakje bleef rondlo
waarbij de fantasie weer vrij spel l
IN Januari 1934 kondigde de Mini
ter van Financiën een generaal]
don" af. Men werd in de gelegen
gesteld straffeloos zijn fiscale 2
op te biechten. Alleen de ontd
belasting over het loopende jaar en j
beide daaraan voorafgaand? ja
zou worden nagevorderd. Aanva
lijk liep de termijn waarbinnen
zijn geweten moest ontlasten tot]
Maart 1934, maar deze werd,
de groote animo, verlengd tot i
De pers heeft zich destijds
voor het geval geïnteresseerd,
sprak over de laatste kans en i
ceerde de bedragen, die reeds w»
er paf van hoe moeilijke dingen j
handen en voeten worden r pg
Hoe zuiver houding en ver-ho
zijn. En alleen de kop van koning C
naval heeft reeds een hoogte van i
twee meter l Dit beteekent, dat de j
tende figuur van Carnaval, -va
hij overeind zou komen, veertien i
ter hoog zou wezen, of bijna vijf ^
diepingen van een moderne wo
Doch de erfopvolging der Car
liers zorgt, dat fouten haast niet'
komen. De kinderen worden van l
af in deze kunst opgevoed. De
leeren enorme kleeren naaien- De j
gens leeren gieten, plakken, tir
boetseeren. En ze zijn jaloersch op*
traditie. De toegang tot de werk
sen is streng verboden verino
het eenige toegangsverbod
Frankrijk de hand aan gehoudenj
De overwinteraar, die op de ~
nade des Anglais de bonte gev
voorbij ziet waggelen met hun
grijns en wapperende satijnen
den, soms grotesk-mechanisch
gen, en altijd van beneden tot
beladen met dansende piassen,
tegen de kolossale figuren wriern
insecten lijken de overwin
heeft er geen idee van, hoeveel i
den van arbeid n toewijding '
zijn geweest voor dezen zegetocn^
dwaasheid I
PAO. H M GROENE i
'biecht, en zoo ontstond geleidelijk
rnassabeweging tot boetedoening
jn gereduceerd tarief, i Mei werd
deur gesloten, nadat zij die in het
ram- op den 3osten April te laat
.n gekomen nog met een genadig
tot den biechtstoel waren
toeaten. En zoo vond de tegenstelling
tusschen de fiscale genade
.vóór i Mei 1934 en de gepantserde
st voor hen, die zich daarna nog
jpen mochten gevoelen orde op
n te stellen. Het is dan ook van
lang, eens na te gaan, wat heden de
ilgen van een vrijwillig verbeterde
gift? zullen zijn. Ik begrijp, dat
voor de lezers van deze rubriek
practische waarde heeft, maar
overtollige schaadt niet.
kNDER vrijwillige verbeterde aan
gifte wordt verstaan een aangifte
verzwegen vermogen of inkomen,
rbij men mag aannemen dat de
deze verzwijging nog niet op
spoor is gekomen. Een
aangekonkd accountantsonderzoek, een
gestel[ vraat of een oproeping om de
aanfe toe te lichten kan een aanwijzing
van het tegendeel. Gesteld nu,
iemand op l Januari 1936 een
fjwülig verbeterde aangifte doet, dan
hij hebben bij te betalen
Inkomnbelasi.ing en Vermogensbelasting
I5J5/36, 1934/35 «n 1933/34»
enals een tijde van het generaal
rdon. Bovendien wordt echter n
deze drie navorderingsaanslagen
het viervoud verhoogd. Bij
verlil wordt deze verhooging gelegd
de grootste der drie aanslagen.
u eenig idee te geven van de
ncieele gevolgen neem ik als
voor:ld een inwoner van Amsterdam,
? 4.000.?inkomen uit beroep
gaf, <toch nu nog wil aanzuiveren
belasting over een vermogen van
zo.oon.?met een opbrengst van
[.ooo. - . Er zal dan moeten worden
etaa ii inclusief verhooging ^
.200. --, dus ongeveer 6 % van dit
logen. Bij een hooger inkomen
het percentage hooger door de
essie, wanneer we dezelfde ver
egen bedragen aanhouden.
Ju doe: zich nog de vraag 'voor of
id, die zich tot den inspecteur
at, bij deze vrijwillige aanzuivering
de risico van een strafvervolging
pt, daar hij hiermede bekent zich
jiuldig te hebben gemaakt aan een
aangifte. Welnu: de
strafling zondert uitdrukkelijk uit de
^betering van de aangifte uit eigen
'«?ging, wanneer de aanslag nog
pt is vastgesteld en geen inlichtingen
'nzago van boeken is gevraagd dan
de aanslag, fe laag is vastgesteld.
nier zich in dit opzicht, wellicht
overvloede, geheel veilig stellen,
wordt wel een tusschenpersoon
[den arm genomen, die den
inspecpolit zonder voorloopig een naam
(noemen.'
[Wij mogen dus aannemen, dat de
bepalingen bij een tactvolle
handeling van deze delicate quaestie
oplossing niet in den weg staan
' hem. die het besluit heeft genomen
kaart te spelen. Het gaat hier niet
w hen die welbewust er naar streven
[> Keker te onthouden wat des
rs is. Zij kennen hun gewin en
en dit meer waard dan de
moeilijk'ie kunnen rijzen.
voor hen, die zich zorgen
:-n door angst meer dan door
onwil tot het financiecle offer,
; n»et tegen de verzuring des levens
7«egt, ervan worden weerhouden
khagelijk gevoel téherwinnen,
n<le ik dit schrikbeeld tot zijn
proporties te moeten
terugW. H. MBIJBURG
11 DE GROENE NO. *»3
GORILLA'S
Dr. K. KUIPER
Directeur Rotterdamsche Diergaarde
IN het afgeloopen jaar is geheel
onverwacht de prachtig opgegroei
de Gorilla-jongeling Bobby" van
den Berlijnschen dierentuin gestorven.
Een ziekte van enkele dagen, een wei
gering van voedsel en natuurlijk
ook van medicijnen, een sterfbed. Een
nauwkeurig anatomisch en bacterio
logisch onderzoek post mortem, gaf,
zooals zoo vaak, weinig of geen beter
inzicht in het ziekteproces en zoo
behoort Bobby" dan tot de dieren
geschiedenis. Hij heeft zijn aandeel
ruimschoots geleverd in de vermeerde
ring van onze kennis aangaande deze
merkwaardige menschapensoort, al
was het alleen al door de formidabele
wijze waarop hij in zeven jaar tijds
opgroeide van een gorilla-baby met
een gewicht van nauwelijks 15 kilo
tot een grimmigen kolos van meer dan
250 kilo. Ik heb zijn levensgeschiedenis
nog niet gelezen en weet ook niet of
ze al geschreven is, maar ik twijfel er
niet aan of de van alle hulpmiddelen
en hulpkrachten zoo ruim voorziene
Berlijnsche diergaarde zal de gelegen
heid, dit kostbaar materiaal zoo weten
schappelijk mogelijk te doen
observeeren, niet hebben laten voorbijgaan
en harerzijds in dit ons tijdperk van
hoogtij der dierpsychologie een waar
dige tegenhanger willen leveren van
de uitgebreide onderzoekingen der
Amerikanen, zooals Yerkes en anderen.
Zulke verliezen zijn tragischer dan
buitenstaanders veelal denken en zij
pakken de verzorgers van deze dieren
evenzeer of meer aan dan het onver
wacht verlies van een mooien trouwen
hond het u doet. Zoodra er een ver
houding van vertrouwelijkheid bestaat
tusschen mensch en dier, zelfs al is het
er een, waarbij er een traliehek tus
schen hen in blijft, gaat het medegevoel
spreken bij den mensch als zijn makker
lijdt en hij ondervindt in veel gevallen
duidelijk bij zijn patiënt iets wat wij
naar menschelijke begrippen dank
baarheid zouden noemen. Bij goede
oppassers in een apenverzameling, en
die zijn er gelukkig in vele diergaarden,
vindt men een groote gehechtheid
aan hun pleegkinderen, die zich uit in
hun heele manier van omgaan met
hen. Speciaal de menschapen
profiteeren daarvan en die voortdurende
zorg, welke natuurlijk altijd in ver
standige banen geleid moet blijven, is
zelfs min of meer een conditio sine qua
non voor hun voorspoedig opgroeien
in de eerste jaren. ledere menschapen
oppasser, of hij nu Houtman heet als
tot voor kort in Artis, of Verkade als
in den Haagschen Dierentuin, of
Schilt zooals bij de Rotterdamsche
Diergaarde (merkwaardig, dat de na
men van deze oppassers bij de meeste
bezoekers goed bekend zijn) heeft zijn
speciale troetelkinderen gehad of hij
heeft ze nog en kan u daarover uren
lang onderhoudend vertellen. Vóór
alles: hij heeft ze jaren lang gehad en
hij kent hun karakter door en door.
Natuurlijk weet hij u ook de enormste
staaltjes van hun intelligentie te ver
tellen, maar we zijn tegenwoordig
gewoon aan intelligentieproeven zoo
veel eischen te stellen, dat we zelfs de
meest frappante mededeelingen van
een oppasser slechts met groote reserve
aanvaarden. Aan de uitlatingen van
verplegend personeel aangaande het
karakter van bepaalde dieren hebben
we meestal meer houvast, daar het er
Duidelijk toont deze foto (én u/t een
hee/e film) aan, dat althans deze
opensoort wel degelijk een gelaatsuitdrukking
heeft, mimisch expressief" Is.
*/v
«m. ?
gewoonlijk zeer goed in geslaagd is de
mimiek daarvan te verstaan. Hetzelfde
geldt voor de geluidsuitingen, die bijna
altijd de uitdrukking van een bepaald
lust- of onlustgevoel zijn. En dat
vooral de chimpansés en gorilla's van
hun hart geen moordkuil maken, maar
zoowel mimisch als phonetisch zeer
expressief kunnen zijn, weet ieder die
zich wel eens met wat meer dan opper
vlakkige belangstelling in hen verdiept
heeft. Men zie maar eens naar de
gereproduceerde expressie-studie van
een jongen gorilla.
Ook de Berlijnsche
menschapenoppasser was er een uit het echte hout
gesneden en deed zijn naam Liebetreu
alle eer aan. Gorilla's zijn zeer gevoelige
dieren. Dat in vroegere jaren eigenlijk
maar n exemplaar, nl. in den dieren
tuin te Breslau, ongeveer even lang
als deze Bobby in het leven gehouden
kon worden, niettegenstaande er vele
pogingen in het werk gesteld zijn om
deze buitengewoon belangwekkende
diersoort in Europa en Amerika te
acclimatiseeren, wijst daar genoeg
zaam op. Die gevoeligheid was er niet
uitsluitend een voor verkoudheid of
ingewandsaandoeningen, maar even
zeer of nog meer voor psychische
stoornissen, als heimwee en zoo. En
tegen deze laatste helpt de dagelijksche
goede verzorging van een toegewijden
mannelijken apenkindermeid uitste
kend. De beste hygiënische voorzorgs
maatregelen tegen infecties en het
best doordachte voedingssysteem kun
nen alleen succes boeken als het jonge
dier zijn natuurlijke aanhankelijkheid
kan uitleven. Met voeding en hygiëne
is het bij Bobby vast dik in orde
geweest. Men zie slechts zijn gewel
digen groei en overeenkomstige ge
wichtstoename in zeven jaar tijds. Deze
was bij Pussi" in Breslau in het zelfde
tijdsverloop in vergelijking daarmee
onbeduidend.
Bobby was het laatste jaar voor zijn
dood vlegelachtig geworden, men kon
zelfs zeggen, gezien zijn herculische
gestalte en lichaamskracht, rechtweg
gevaarlijk. Wanneer men bij ervaring
weet, hoe een vijfjarige orang oetan
van nog geen vijftig kilogram twee
sterke oppassers bijna maken en
breken kan, kan men zich een denk
beeld vormen van de kracht waarover
Bobby beschikte. Vermoedelijk heeft
de verandering van zijn gemoeds
stemmingen wel samengehangen met
het intreden van de puberteit, die bij
de menschapen met het negende of
tiende jaar valt.
Er zijn de laatste jaren meer geslaag
de gevallen met gorilla's te vermelden
geweest. Een daarvan is Alfred". Die
heeft in Augustus 1930 drie weken
in de Rotterdamsche Diergaarde ge
logeerd als kleine jongen vol
guitenstreken. Als ik toen het ongetwijfeld
niet overdreven hooge bedrag van
£ 350,?voor aankoop bij elkaar had
kunnen trommelen, dan zou hij nu
hopelijk nog een groote bezienswaardig
heid onzer verzameling zijn, want dat
is hij thans in die van onze zuster
instelling te Bristol. Bekend zijn voorts
de gorilla's van Miss Cunningham,
die eenige jaren als leerzaam huisdier
bij haar woonden en waarover zij
een en ander publiceerde. Voor de
wetenschap der dierpsychologie is
intusschen Congo" stellig van het
meeste belang, een vrouwelijke
berggorilla (Gorrila beringei), dus niet uit
den Congo, een dier dat drie jaar in
Amerika leefde en toen door Yerkes
uitvoerig bestudeerd werd.
Een dag soldatenleven"
De geestige prent waarmede wij in
dit nummer den jongen teekenaar
Bantzinger introduceeren, zal onge
twijfeld de aandacht trekken, vooral
van lezers die zelf militaire ervaringen
hebben. De teekenaar verzoekt ons
mede te deelen, dat hij 25 afdrukken
op speciaal papier met de hand heeft ge
kleurd, welke a ? 2.50 verkrijgbaar zijn.
Bestellingen via de Administratie van
De Groene.
l
l'! ',
'I f
Bi»..