De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 22 februari pagina 10

22 februari 1936 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Een verhaal van De Groene TREINKAARTJE IK ken geen ressentiment ik geloof, dat het iets verschrikkelijk* is en samenhangt met ergens te kort gekomen te zijn, ergens vernederd te zijn en ergens armoedig in een kruidenierswinkeltje of zoo iets opgegroeid te zijn. Wat ik wel ken, is precies te moeten uitkomen met een erbarmelijk bedragje, om het retourtje derde klas net nog even te kunnen halen met niet minder, maar om Gods wil niet meer dan dat. Dus geen fooitje voor den tramconducteur, waardoor je niet op tijd gewaar schuwd wordt. Aan een taxi valt heelemaal niet te denken. Goede dingen kunnen taxi's zijn geen leelijke tramgezichten te hoeven zien, die in elke tram steeds hetzelfde zijn met gapen, glimmende neuzen en lamlendigheid. En geen vaderlijken chauffeur, die je bij je arm uit zijn taxi haalt, of je breekbare waar bent, en nog aan je parapluie denkt, die je anders vergeten had. Zelfs geen vriendelijk glimlachje van den tramconduc teur, want je bent een mensch zonder fooitje. En het pindamannetje bij het station strak voorbij loopen ook dat schiet er niet op over vandaag het pindamannetje, dat voor 3 centen een glim lachje heeft als een lief, verschoten cadeautje. Maar alles is tot dusver goed gegaan wanneer men zooiets goed noemen kan en men is nu aan zijn retourtje toe. Bij een retourtje moet ik altijd aan tantes met rheumatiek denken, die niets voor je meebrachten en in iets provinciaals gekleed waren. Ik geloof, ze kwamen uit Utrecht, werden uiterst vriendelijk bij ons thuis ontvangen en lieten kleine erfenissen na, zooiets van 268 gulden na aftrek der kosten. Nooit heb ik iets van zulk een erfenis gezien, laat staan gehad. Ik weet precies, wat ik voor ? 268 zou koopen: voor 46 gulden is er een Japansche teekening te krijgen, een hert met een paar herfstbladeren. Men kan de pootjes van dat hert niet beschrijven, daarvoor zou men zich in Japansche karakters moeten uit drukken een enkele dichter zou het misschien met een kwatrijn kunnen doen. En voor de herfst bladeren zou, vrees ik, het kwatrijn zelfs te stoffe lijk zijn ze dwarrelen ergens boven uit den herfst stil neer. Dan had ik nog ? 222 over. Voor alle zekerheid zou ik daar twee Sweepstakeloten voor nemen wanneer het geluk eenmaal met je is, blijft het bij je hoe heet het ook weer zoo raadsel achtig wreed, vet lokkend en eigenaardig onlogisch in het Boek der Boeken: Wie heeft, dien zal gegeven worden, wie niet heeft, van dien zal genomen worden ook wat hij heeft " Van de ?213, <"'e over 2^> besteed ik ? 13 aan kleinig heden om een mooi rond getal over te hebben parfum, poeder en het gouden armbandje uit de Bank van Leening halen, oh riee, f parfum en poeder óf het gouden armbandje, ik heb er 12,50 op gehad. Goud is altijd goed voor de Bank van Leening. Zilveren taartscheppen heb je niets aan, en die krijg je zooveel cadeau, als je niet oppast ik geloof van menschen, die ze ook al cadeau hebben gekregen. Werktuigelijk heb ik een kaart aangepakt en werktuigelijk mijn portemonnaie genomen. In mijn portemonnaie zit alleen nog het trammetjesgeld, natuurlijk zit er alleen trammetjesgeld in. Den man van de kaart kan ik niets geven, ik krijg een gifblik en lees uit verlegenheid, wat er op die . . . en zie het kaartje op den grond gewoon op den grond liggen. kaart staat: Huisvader zenuwlijder, toevalziekte, bied hiermee beleefd aan garnitur, roesvrijen drukkers, ellastiek en boordeknope over uit voorraad filliaal. Beede om Hulp. P. J. de Oude." Het is vreeselijk, om alleen maar tramgeld te hebben en in de barre werkelijkheid zonder 213 gulden terug te vallen niet eens mijn gouden armband uit de Bank van Leening terug.... Bank van Leening lommerdbriefje treinkaartje.... Groote Genade, barmhartige Hemel, mijn kaartje, hét kaartje, Beede om Hulp. In mijn portemonnaie is alleen het tramgeld, het beroerde dubbeltje met het vieze centje. De conducteur nadert als een natuurramp, een catastrophe, het laatste oordeel. Iedereen geeft doodgewoon zijn kaartje, de ellende lingen hebben allemaal hun kaartjes. Zooeven ben ik nog een tamelijk verzorgd uitziend, net mensch geweest. Mijn haar golfde in droge zachte krullen, mijn handschoenen waren vlekkeloos wit met onkreukbaar stijve kappen, ik had een zijden sjaaltje met een zekeren zwier en oplettendheid gestrikt. Niemand kon eigenlijk merken, dat ik met een dubbeltje en een cent in het ongeluk zat. Ik ben koortsachtig het vervloekte kaartje overal aan 't zoeken in mijn sjaaltje, dat een touw is geworden, in mijn handschoenen, die in slappe onooglijke vodden zijn veranderd. Mijn haar hangt in vochtige slierten om mijn bonzend hoofd. De inhoud van mijn tasch ligt tot vreugde van mijn medepassagiers, die iets beginnen te merken, boven op mijn knieën, voor iedereen te zien. Het lommerd briefje natuurlijk het eerst dat is er stadsbank van leening" voor iedereen duidelijk te lezen, voor elk van die meedoogenlooze krokodillenzielen, die tuk zijn op hun kleine new sensation. Nou, Juf, U schijnt de tijd te hebben", informeert vuilvalsch de conducteur, die al lang bij me staat een eeuwigheid staat daar een conducteur, een man in staatsdienst met vast inkomen. Ik denk aan een Tarnkappe, die volgens een oude legende onzichtbaar zou maken. Waarom vinden ze nu niet eens zoo iets prettigs uit, in plaats van radio's en mosterdgas. Ik denk aan boete en uitstappen en ergens op de rails staan?ik denk heelemaal niet meer, maar kijk versuft voor me uit en zie het kaartje op den grond gewoon op den grond lig gen, mijn eigen kaartje, mijn eigendom, een kleine vrijbrief, om van onrust, boeten; leedvermaaktronies en surrealistisch eindelooze railsvisioenen af te komen. Men kan het leven weer aan met een geknipt kaartje der Nederlandsche Spoorwegen. OP dit oogenblik komt P. J. de Oude (de huisvader-zenuwlijder) vanzijnzakentournée door de derde klas-coupé's terug, om zijn Beede om Hulpkaart terug te halen en eventueele bijdragen in ontvangst te nemen op dit voor hem nood lottige oogenblik. Hij heeft al eenige van zijn reclamekaarten in de hand, doch geen garnituren van welken aard ook, noch drukkers of elastiek zelfs de uit voorraad overgebleven boordenknoopen moeten ergens in een schimmenrijk-filiaal aan wezig zijn. P. J. de Oude's hemdfrontje is van een boor denknoopje verstoken, zooals P. J. de Oude schijnbaar van alles verstoken is, menschelijke welwillendheid, sympathie, verschooning (op hemdfrontjesgebied) en een spoorkaartje. Om van geluk heelemaal te zwijgen. Ge luk is soms een kwestie van aanwezigheid of af wezigheid op het goede oogenblik. P. J. de Oude's aanwezigheid valt in een voor hem zeer on gunstig oogenblik. Het is een dier noodlotsmomenten van de wereldgeschie denis, waarop het Fatum van twee klassen en twee menschen in onvermij delijke botsing komen, in casu het Fatum van staats ambtenaar en onbezoldigden misérable. Hij had er niet moeten zijn ver weg had hij in het droomfiliaal moeten blijven, dat niet door een eenigszins uit zijn conceptie gebracht conducteur ver ontrust kon worden een conducteur, die zoo even iets te gemeenzaam Juf" heeft gezegd tegen een door den Staat gevrijwaard persoon met een kaartje. Wij zijn . 18 DE GROENE N*. MM VAN PANDER l NOG BETER: MEUBELEN R l K A A T ZONEN allen maar menschen P. J. de Oude, mijn passagiers, de conducteur en ik. Mijn mede iass». giers krijgen nu toch nog, in ietwat gewij vorm, de kleine sensatie, die een miezerig trein reisje wat afwisseling kan geven, want ergens is het! toch niet zóó leuk, dat P. J. de Oude geen :reiiJ kaartje heeft. P. J. de Oude wordt nóg veel gemeen.) zamer behandeld dan ik zooeven: Zeg, -ader,I laat nou ereis wat anders zien as je receptiekiartJ kom op met je kommetje, ouwe. Geen kaarde, hè] vader, kom dan maar met mij es mee, d t zal| niet gaan." Zóó de conducteur, waar P. J. de Oude ee: wei.| kome prooi voor is na zijn echec met mij. Mijn l God, een prooi in een haveloos jasje met niets,! met minder dan niets. En ik n ooge iblikj tot mijn eer en verontschuldiging moet ik toe* even,] een ondeelbaar oogenblik ben ik blij, ik t zijn l mét een kaartje en de vrijheid, precies zoo;,Is del gnuivende medepassagiers, die ik zooeven nog] verafschuwd heb om hun nieuwsgierige sen>atitJ zucht bij mijn eigen kaartje. Zooeven w s ik J P. J. de Oude iedereen is soms P. J. de Oude j of de conducteur of een contourlooze mede] assa-j gier.... P. J. de Oude zoekt met natuurgetnuvcl schijnbewegingen in zijn zakken, zijn vngersl komen er aan den anderen kant weer uit, zelt- zijn j zakken zijn niet van deze aarde, doch schima* itigel aanduidingen, gaten genaamd. Wat nou, wat ou",| stamelt P. J. de Oude en hij doet verbaasd en niet,] of hij gewend*is aan zijn beroep, het schim nenberoep van niet-voorhandene-waren-verkoop r tel zijn. Ergens heeft dit beroep in P. J. de C ide's kern gezeten, toen hij een jaar of tien was. Men wordt niet van vandaag op morgen filiaalh uderl van niets, lid van de Tweede Kamer, filiaalh uderl van alles, petroleummagnaat of vleeschho wer. Onbewust heeft iedereen zijn kern in zich, zo ? om j en bij het tiende levensjaar, sommigen nog e< 'der, | anderen wat later, enkelen zelfs bewust, die amconducteur, politieagent of kampioen in het e n of | ander wenschen te zijn. P. J. de Oude's kern heeft hem nu tot dit i einkaartjes-delict geleid het zal hem naar nog l ellendiger dingen leiden. Nergens ligt een > <igeknipt treinkaartje op den grond, in mijn p rte-l monnaie bevinden zich een dubbeltje en een ce t l de medepassagiers gaan nu de beregende ccapé-l vensters uitstaren. God, wat heb ik een hekel aan medepassagiers. Ze zouden wat samen ku nenl leggen voor P. J. de Oude met een hoed t >ndgaan, fideel en een beetje sympathiek. Ik zou des noods mijn lommerdbriefje en mijn portemo naiel kunnen toonen, om niet van onwil verdac t te l worden. P. J. de Oude heeft geen geluk, zoo. s ik reeds zei. Soms zijn derde klas passagiers wél ?oo, om iets met een hoed te doen, joviaal, luidrv htig en hulpverleenend. Maar is P. J. de Oude n g te helpen ? Derde klas passagiers zijn rnenschei «nners. Lang nadat de huisvader-zenuwlijder w ggeleid is, komt er traag een gesprek los, traag en t oosteloos als de motregen, die zooeven zoo hun aan-] dacht trok: As je hem nou helpt, overkomt het hem s rakkies en de Spoorwegen verdienen er alleen aan. j Zulle we nóg rijker maken. En laat ie dat n-u al zoowat drie jaar volhoue, met zijn Beede en zijn j dalles..... kaartje legge ?" Ergens zal P. J. de Oude nu tusschen einde ooze j rails staan, onder eindeloozen motregen. MARY :hampac[ne kruq bru f f f . ? ? / quolle tine; UDEND OF GEEN DIVIDEND ? maanden lang is er zoowe! in de betrokken kringen a]s in de financieele pers eenige aanzien van de kwestie: "en mogen de hypotheekbanken de huidige tijdsomstandigheden end betalen? Dat over dit vraagverschil van meening kan bej is duidelijk. Aan den eenen kant aangenomen worden dat de be?>msten, zooals de winstrekedie aangeeft, nog een behoorlijk laten. Zelfs indien voor de dterstallige rente een reserve wordt ekt en de netto-winst dus daari wordt verminderd, zal in vele genog een bedrijfsoverschot res! waaruit een uitkeering aan aan houders mogelijk is. De moeilijkschuilt dan ook niet bij de zuivere jjjfsuit komsten maar veeleer bij de gcnspositie. frn wi ist kan natuurlijk slechts dan ifokeu worden wanneer niet alleen [inkomsten de uitgaven van het jaar effen, maar wanneer bovendien enomen mag worden dat de activa "steeds de waarde vertegenwoordil die in de balans daarvoor is op en. In een winstrekening be: aan de debetzijde niet slechts de ilas i te worden vermeld maar ook |noodig geachte afschrijving op be nen. Hier nu ligt voor de hypoinken de groote moeilijkheid. t staat dat de waarde van het huizit .lat dekking moet bieden voor uitstaande hypothecaire vorderingen ; ali o meen sterk is teruggeloopen. ijV: is daarmee geenszins gezegd ook ne waarde van die vorderingen daai onder per se heeft geleden. Jottt zijn de huizen slechts ondervotr de vorderingen, daarnaast : men in de eerste plaats den debiir, die uiet zijn heele vermogen aankelijk is. Dezen factor doet men jrter goed niet al te hoog aan te slaan, at b. houdens bij eigen-woon-fide debiteur veelal geen be. it heeft dan tot aan de maxigrens belast huizenactief. Nu is "ok bij dat uitgangspunt werfjk ri ico voor den hypothecairen rer pas dan aanwezig wanneer {waart ?daling grooter gaat worden > de r Drrnale overwaarde die bij de t ing van het voorschot pleegt word-n gecalculeerd. Als regel meer dan om en nabij de van de getaxeerde waarde als ee.?> verstrekt. Er kan dus een dedcling van 3S°/0 zijn alvorens vorder mg in het gedrang komt. Dit een zeer ruime marge. Maar er categorieën huizen waarbij de dedaling belangrijk grooter is; enhuizen, bedrijfspanden, agraonderpand. Ook bij arbeidersgen, in de groote steden, middenlats enz. kunnen intusschen te tegenvallers komen. Vooral neer men bedenkt dat taxatie als voor hypotheekver leeningen en verkoopwaarde twee begrippen 1 die olkaar niet steeds dekken. In Iptriode van bouwhausse voor een jaren hebben de taxateurs als veelal de gekapitaliseerde toenh uurwaarde aangenomen, ook [overtrof de daaruit resulteerende de vaak de bouwkosten belangrijk. [gevolg was dat de bouwers dikwijls veel minder dan de kosten aan heek konden ontvangen. En zien op den duur de huurwaarde ssing moet zoeken aan den rijs is ook zonder de algemeene i ling in die gevallen de dekking rijk verminderd. JU behoeft op zichzelf die situatie geenszins verontrustend te zijn, men bedenkt dat vrijwel alle heekbanken niet onbelangrijke reserves hebben om tegenvallers uit te dekken. Maar elke waardetaxatie der vorderingen, en dus ook der eventueele verliezen, blijft moeilijk zoo niet on mogelijk zoolang nog factoren dreigen waarvan men de draagwijdte niet kan overzien. Nog steeds heeft de regeering in voorbereiding een wetsontwerp dat beoogt de huren omlaag te brengen, dat anderzijds de kosten van het hypothecaire crediet wil verminderen, en tenslotte de hypotheekbanken in de gelegenheid wil stellen door vermin dering der pandbriefrente zich daarbij aan te passen. Tenminste zoo was het vroegere plan; wat daarvan tenslotte zal overblijven na de ondervonden critiek is moeilijk te zeggen. In elk geval hangt een wettelijke voorziening op dit gebied nog steeds in de lucht. De gevolgen daarvan kunnen voor de hypotheekbanken verstrekkend zijn. Nu kan men inderdaad de vraag stellen of dat alles aanleiding behoeft te zijn om wijziging te brengen in de dividendpolitiek. Wanneer men alle onderpanden ging herwaardeeren op basis van recente veilingsresultaten, dan zou men wel tot de conclusie komen dat herzieningen in de balans waarden noodig zijn. Maar tenslotte is de reëele beteekenis van zulke cijfers bij de huidige omstandigheden be trekkelijk gering, en zeker zijn zij geen basis voor een berekening-opbedrijfswaarde noch voor de huizen, noch voor de vorderingen. En welke basis zou dan wel voor zulk een waar deering te vinden zijn? Op het oogen blik is een uitgangspunt daarvoor practisch niet te vinden. Dat men te eeniger tijd tot hertaxatie moet over gaan is aan te nemen, maar dan moet de situatie tenminste eenigermate op geklaard zijn. En zoolang dat nog niet kan, is natuurlijk de dividendkwestie een punt waarover men van meening kan verschillen. Wanneer werkelijk te zijner tijd mocht blijken dat er ver liezen zijn geleden grooter dan de reserves, kan het verwijt komen: had maar geen dividend betaald. Het krachtigst zou natuurlijk dat verwijt zijn wanneer aan de rechten der pandbriefhouders zou moeten worden ge tornd, waarnaar het echter op het oogenblik geenszins uitziet. Wanneer alleen de aandeelhouders het kapitaalverlies indien aanwezig zullen hebben te dragen, kunnen zij hoogstens verwijten voor inkomsten te hebben aangezien wat kapitaalintering was. In geen van beide gevallen is de werkelijke beteekenis van den steen des aanstoots groot. De dividenden der hypotheekbanken lijken altijd erg hoog omdat zij worden berekend over een relatief zeer gering gestort gedeelte. Maar de werkelijke omvang der winstuitkeeringen in verhouding tot het aansprakelijk kapitaal zijn betrekkelijk klein, hetgeen natuurlijk a fortiori geldt ten aanzien van de verplichtingen. Het heele vraagstuk is dan ook veeleer een principe-kwestie: mag er winst uitgekeerd worden wanneer niet vast staat dat er winst is na waardeering der uitzettingen.op de huidige waarde? Datzelfde vraagstuk heeft zich na doorstane crisis dikwijls voorgedaan in het gewone bankbedrijf, en daar heeft men heel vaak de winstuitkeering voortgezet in perioden waarin men wist dat afschrijvingen soms alleen ten laste van reserves, maar ook van kapitaal noodig waren, echter den tijd nog niet rijp achtte om den om vang dier afschrijvingen te bepalen. Alles in alles: principieel is op schorten van winstuitkeering onge twijfeld de juiste oplossing, practisch zijn de bezwaren tegen voortzetting van uitkeering?zij het op gereduceerde basis?niet zoo groot. C. A. KLAASSE '"C* GROENE Ne. 3064 n. LEVENSVERZEKERING MY. ARNHEM waarborgt U en Uw gezin een onbezorgde toekomst. N.Ï.D E HUILEMSCIE HYPOTHEEKBANK Directie: A. E. THIERRY DB BYE DÓLLEMAN en Mr. A. E. C. DE GROOT VAN EMBDEN Pandbrieven ? 37.026.400. Reserves. . . 1.052.883. Hypotheken ?36.934.972. RESIDENTIE HYPOTHEEKBANK N.V. 's-GRAVENHAGE - Anna Paulownastraat 97 Hypotheken f 16.117.100.Hypotheekbrleven.. f 15*888.200* Reserves f 788.800. Directie: K. E. ABBING - D. VAN OORDT VEILINGGEBOUW DE ZON" L. GIJSELMAN&ZOON - GEVESTIGD 1823 Singel 118 en Blauwburgwal 15 -Amsterdam (C.) 24 MAART 1936 VEILING VAN INBOEDELS, ENZ. BIJVOEGING DAGELIJKS. TELEFOON 40432 N.V. DE HOLLANDSCHE VOORSCHOTBANK KRUISWEG 70 - HAARLEM De Bank verstrekt voorschotten met een minimum van ?1000.-op billijke en wat de terugbetaling betreft gunstige voorwaarden, onder borgtocht of zake lijke zekerheid. Een prospectus wordt op aanvraag gaarne toegezonden. op de tentoonstelling van de V ANK in het stedelijk museum te amsterdam van 10 februari?2 maart wordt de goede kwaliteit van het machinale gebruiksvoorwerp in de woning naar voren gebracht wanneer u de inzending van GISPEN bezichtigt, zult u er zich een voor stelling van kunnen maken wat ver staan moet worden onder goede OUDERS (Indisch verlof) Heereboer met groot bedrijf, Modern landh. bew. met vaste wascht. badk. centr. ver w. enz. bied gezellig tehuis voor 2 a 3 kinderen v. d. geh. zomer v. a. April. Buitengew. ge zonde omg. Zeer goede school eeuw. K. KOSTER, Huize Romanii, T«lif. 4, Hidwoud (I.H.) de chocolade voor de fijnst ontwik kelde smaak. als. nova/n,/ i VAN RIJN S SMOSTERD Was DE GROENE juist uitver kocht toen U er naar vroeg ? -.* Een goede raad: NEEMEEN ABONNEMENT l ZIE DEN BON OP PAG. 20 Besch. jonged. gerout. secr. eigen schrijfmach. heeft nog vrijen tijd voor het opnemen, uitwerken of typen van literair of wetensch. werk, verzorg, part. corresp. enz., event. nieuwe spell. Brieven No. 851 Bur. v. d. Blad. ... wil* 4e i,, tt L W til J.l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl